Thema: Zee Lesduur: ong. 50 min
ZiLL-doelen Bewegingsexpressie Muzische grondhouding - MUgr2: durven fantaseren en verbeelden - MUgr3: zich bewust worden van de eigen muzische en creatieve mogelijkheden (talenten) en die tonen - MUgr4: overal muzische mogelijkheden zien en benutten - MUgr5: inspelen op de muzische beleving van anderen: de uitvoerder of het publiek Muzische geletterdheid - MUge2: de muzische bouwstenen beleven, herkennen, onderzoeken en hanteren -> Dans Tijd (duur, tempo, cadans) Vorm (vorm en grootte van de beweging) Ruimte (vloerpatronen, richtingen, plaats, ruimtelagen) Taal Schriftelijke taalvaardigheid Nederlands - TOsn1: schriftelijke boodschap verwerken Taalbeschouwing Nederlands - TOtn2: nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij taalbeschouwelijke termen gebruiken -> Woorden
Lesdoelen De leerlingen kunnen hun bedenkingen verwoorden bij het bestuderen van een prentenboek. De leerlingen kunnen zich herkenbare situaties inbeelden en deze nabootsen in de ruimte. De leerlingen kunnen vrij bewegen met een gegeven attribuut. De leerlingen kunnen een stilstaande pose aannemen. De leerlingen kunnen met hun tenen vormen maken op de grond. De leerlingen kunnen met hun tenen vormen maken van letters of woorden. De leerlingen kunnen gevormde letters of woorden van medeleerlingen herkennen en benoemen. De leerlingen kunnen hun bewegingen aanpassen aan de muziek.
Lesverloop Aanknoping De les begint met een rustig momentje waarop je samen met de leerlingen het prentenboek 'Met oma en opa aan zee' van Kathleen Amant doorbladert. Het is niet de bedoeling dat je als leerkracht het verhaal voorleest. De leerlingen moeten enkel geprikkeld worden door de voorkaft en de prenten uit het boek. Nabespreking: - Waaraan denk je bij het doorbladen van dit prentenboek? - Wat heb je gezien? - Waarover zou het verhaal gaan? - Gaan jullie graag naar de zee? Waarom wel/ niet? - Wat doen jullie als jullie aan de zee zijn? Beeld je in dat onze zaal één groot strand is. Vandaag zijn we samen aan de zee. We doen hier allerlei activiteiten. De leerlingen doen hun schoenen en kousen uit zodat ze met hun blote voeten het gevoel hebben dat ze in het zand lopen dat tussen hun tenen kriebelt.
Leskern STAP 1: Schelpen rapen De leerlingen beelden zich in dat het strand vol schelpen ligt. Op de muziek bewegen ze op hun eigen manier door de zaal en rapen zo veel mogelijk schelpen op hun weg. Ze passen hun bewegingen aan aan het tempo van de muziek. Deze verandert enkele keren. (trage, snelle, instrumentale muziek...) STAP 2: Zonnen Elke leerling krijgt een badhanddoek. Er wordt tijd gemaakt voor een experimenteer momentje. Welke bewegingen kunnen wij allemaal uitvoeren met zo'n handdoek? Als de kinderen genoeg inspiratie en ideetjes hebben, begin je aan de activiteit. Op de muziek bewegen de kinderen met hun badhanddoek op hun eigen manier door de zaal. Als de muziek stopt, leggen ze hun badhanddoek open op de grond en gaan erop liggen alsof ze aan het zonnen zijn. Ze nemen een stilstaande pose aan. Als de muziek terug start, bewegen ze opnieuw door de zaal.
STAP 3: Zandtekeningen maken Deel 1 We maken samen één grote zandtekening over heel het strand. De kinderen tekenen met hun tenen vormen in het zand. Ze volgen hierbij het ritme en de snelheid van de muziek. Deel 2 De leerlingen gaan per 2 staan. Elk om beurt tekenen ze met hun teen de vorm van een letter of een woord in het zand. De andere persoon moet deze proberen te herkennen. Ze wisselen enkele keren om. STAP 4: De wind De leerlingen krijgen allemaal een doekje. Dit is hun 'winddoekje'. Deze muziek wordt opgezet: Ludovico Einaudi - Nuvole Bianche Alle leerlingen gaan met hun doekje in de zaal verspreid op de grond liggen. In het begin van het liedje slaapt de wind nog. Naarmate de muziek versnelt, wordt de wind wakker en begint zachtes door de ruimte te waaien. De kinderen laten hun doekjes bewegen door de lucht. De wind gaat terug slapen als de muziek stilvalt. Zo wordt hij enkele keren terug wakker. Hij gaat telkens harder en harder gaan waaien. Afronding Massage-oefening: De leerlingen bouwen een zandkasteel op elkaars rug.