Samenvatting door een scholier 1179 woorden 31 januari 2005 8,1 20 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 2 -> Massamedia Cultuur en socialisatie Leven bestaat uit interactie Cultuur = alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend beschouwen. 4 soorten bindingen (verschillende soorten afhankelijkheid): - affectieve -> te maken met liefde en vriendschap - economische -> om zorg te dragen voor het levensonderhoud - cognitieve -> zorgen voor de leerprocessen - politieke -> die moeten het regelen natuur -> datgene wat aangeboren is 2 basisdriften van de mens: - eenwording met medemensen - destructieve neiging Culturen verschillen per plaats, tijd en groep Rolgedrag-> manier waarop je je in een bepaalde rol behoort te gedragen. -> presentation of the self (manier waarop wij onszelf aan de buitenwereld laten zien) -> impression management (hoe je geloofwaardig over wil komen) -> frontstage -> in die rol die je je voordoet -> backstage -> hoe je bent als je geen rol moet spelen Rolconflict -> als iemand met tegenstrijdige verwachtingen wordt geconfronteerd. Dominante cultuur -> een cultuur die gedragen wordt door een groep die binnen de samenleving overheersend is Subcultuur -> binnen een groep wijken normen en waarden en cultuurkenmerken af van dominante cultuur Voorbeelden subculturen: - bedrijfscultuur (waarden en normen binnen een bedrijf) https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 1 van 7
- jeugdcultuur (komen vaak voort uit muziekstromingen) -> komen door: welvaart eigen levensstijl ontwikkelen (andere dan ouders) zoeken naar de geborgenheid van een groep Tegencultuur -> mensen verzetten zich tegen een dominante cultuur In Nederland: multiculturele samenleving door immigranten -> moeten integreren = deel van de dominante cultuur overnemen maar een deel van de eigen cultuur behouden. Cultuur vormt een gedragsregulerend kader - socialisatie -> aanpassing individu aan omgeving en dat blijven doen (continuering) - enculturatie -> aanleren cultuurkenmerken van het milieu waar de persoon geboren is - acculturatie -> aanleren cultuur waar de persoon oorspronkelijk niet toe behoort. - Socialiserend instituties -> waarmee cultuuroverdracht in de samenleving plaatsvindt. het gezin de school het werk maatschappelijke groeperingen de overheid de vriendenkring de media - sociale controle door middel van: - formele en informele positieve sancties -> als diploma en compliment - formele en informele negatieve sancties -> als boete of straf van ouders - internalisatie -> men gedraagt zich automatisch naar verwachting Media en communicatie Communicatie -> het proces waarbij een zender bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap overbrengt aan een ontvanger - encoderen -> zender verpakt boodschap in vorm/code - decoderen -> ontvanger vertaalt/interpreteert de informatie communicatie heeft sociale & economische aspecten soorten communicatie: - directe en indirecte communicatie - eenzijdige en meerzijdige communicatie - verbale en non-verbale communicatie - interpersoonlijke en massacommunicatie massamedia -> dragers van openbare boodschappen https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 2 van 7
- informatie is bedoeld voor groot anoniem publiek - informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk - relatie zender-ontvanger is onpersoonlijk - communicatie verloopt meestal eenzijdig - ontvanger kan meestal alleen indirect, achteraf reageren -> geen feedback soorten informatie: - amusement - nieuws - reclame - meningsvorming - kunst - educatie en onderwijs functies van boodschappen media (individu): - informatieve functie: informatie/educatie/hulp bij opinie of meningsvorming - sociale functie: kunnen meepraten/ eenzaamheid verdrijven - recreatieve functie: ontspanning,gezelligheid, tijdverdrijf/spanning, sensatie romantiek functies boodschappen media (samenleving): - politiek-informatieve functie - spreekbuisfunctie (-> publieke opinie) - controlefunctie - commentaarfunctie - socialiserende functie Soorten media Soorten gedrukte media: - kranten - tijdschriften - huis-aan-huisbladen - boeken -> fictie & non-fictie verschillen tussen kranten: - algemene en richtingkranten - progressieve en conservatieve kranten - populaire en kwaliteitskranten -> bekendste kranten: de Telegraaf, Algemeen Dagblad, Volkskrant, NRC handelsblad, Trouw, Sp!ts en Metro Tijdschriften verschijnen voor een bepaalde doelgroep Soorten tijdschriften: - jongerenbladen - familiebladen - roddelbladen https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 3 van 7
- special-interestbladen - vakbladen - opiniebladen - omroepgidsen audiovisuele media communiceert door midden van geluid en bewegende beelden soorten tv- en radiozenders: - landelijke publieke omroepen -> ideële instellingen, niet bedoeld om winst te maken - regionale en lokale omroepen - landelijke commerciële omroepen -> marktgerichte vrije ondernemingen - buitenlandse omroepen nieuwe media -> mogelijkheid tot interactiviteit -> cd-rom en dvd/ world wide web/ e-mail en nieuwsgroepen/ sms en wap ontwikkelingen in de media: - persconcentratie bij dagbladen - marktsegmentering bij tijdschriften (bepaalde doelgroep) - commercialisering van de televisie - ontstaan van multinationale mediabedrijven -> samensmelting verschillende vormen media = mediaconcentratie Hoe komt nieuws tot stand? Selectiecriteria om een bericht op te nemen: - is het nieuwsfeit actueel? - Hoe uitzonderlijk is het bericht? - Is het nieuwsfeit interessant voor grote groepen mensen? - Hoe ingrijpend zijn de gevolgen van de gebeurtenis? - Gaat het nieuwsfeit over belangrijke of beroemde mensen? - Voegt het nieuwsfeit iets toe aan het totaal inzicht in bepaalde kwesties? - Is er beeld materiaal bij? Hoe meer criteria voor 1 bericht opgaan, hoe groter de nieuwswaarde Nieuwsbronnen: - personen of instellingen - nieuwsgaring (zelf informatie zoeken van journalisten e.d.) - persbureaus eigen identiteit kranten/tijdschriften/omroepen door: - keuze van de onderwerpen door journalisten en redactie - presentatie van het nieuws - eigen commentaar en analyses https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 4 van 7
nieuws nooit helemaal objectief -> het is geschreven vanuit een referentiekader journalisten moeten: - scheiding maken tussen feiten en meningen - het principe van hoor en wederhoor toepassen - gebruik maken van verschillende nieuwsbronnen en deze ook vermelden - over kennis van zaken beschikken De leiding van een krant is gescheiden in 2 verantwoordelijkheden: - directie -> verantwoordelijk voor zakelijk en financieel management - redactie -> inhoudelijke verantwoordelijkheid De verhouding is vastgelegd in redactiestatuur Selectieproces nieuws: - selectie om bericht op te nemen -> op basis van nieuwswaarde en identiteit medium - selectief gebruik van bronnen -> op basis van de selectieve perceptie (=waarneming) van de journalist - selectie bij presentatie van het nieuws -> op basis van referentiekader journalist en identiteit medium Invloed van de media Media tonen een bepaald beeld van de werkelijkheid, levert: - vooroordelen -> oordeel dat niet op kennis van zaken berust - stereotypering -> aan een hele groep wordt een bepaald kenmerk toegeschreven beïnvloedingstheorieën: - injectienaaldmethode propaganda -> eenzijdige informatie om aanhangers voor n standpunt of zaak te winnen indoctrinatie -> het systematisch en voortdurend opdringen van opvatting of mening aan het publiek waardoor het denkpatroon wordt beïnvloed manipulatie -> publiek krijgt opzettelijk vervormde informatie - mutiple-step-flow-theorie -> massamedia heeft een indirectie invloed -> dit verloopt via opinieleiders - cultivatietheorie -> vermenging van tv en werkelijkheid - selectieve perceptie -> elke informatie wordt zodanig vervormd dat deze zoveel mogelijk past in ons referentie kader (= geheel van persoonlijke normen, waarden, kennis en ervaring) - agendatheorie -> media bepaalt niet hoe mensen denken, maar hooguit waarover zij denken en met elkaar praten -> beïnvloed ook politieke agenda Media en de overheid Uitgangspunten van de overheid aangaande de media: - recht op informatie -> wet openbaarheid van bestuur -> maakt burgers politiek betrokken en maakt een goede politieke keuze mogelijk https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 5 van 7
- vrijheid van meningsuiting (belangrijk in een democratie) -> persvrijheid met uitzondering van dicriminatie, onware, onzedelijke en opruiende publicaties of uitzendingen. Tegenover dit staat censuur (in een dictatuur) preventieve censuur -> vooraf repressieve censuur -> achteraf - bescherming van een pluriform aanbod pluriformiteit -> allerlei media is aanwezig, zodat het publiek verschillende soorten informatie kan vergelijken met elkaar. Houding overheid aangaande gedrukte media: - vrijemarktprincipe - bescherming van pluriformiteit Overheidsbeslissingen aangaande nieuwe media: - subsidies aan scholen om kinderen wegwijs te maken met computers - belastingmaatregelen zodat burgers computers aan kunnen schaffen - cursussen om personeel om te scholen Ten tijde van de verzuiling (= maatschappelijk leven werd bepaald door geloof- levensovertuiging) 5 nietcommerciële omroepen. Zij waren de enige met zendmachtiging van de overheid. Door ontzuiling een open omroepstelsel (de TROS kwam erbij), had als gevolg dat op prime time meer populaire programma s werden uitgezonden -> heet vertrossing Later duaal omroepstelsel -> zowel publieke als commerciële zenders -> zij hadden wel uitzendvergunning nodig Mediawet & publieke omroep: - moet vorm hebben van een vereniging of stichting met pluriforme programma s van hoge kwaliteit - televisiezendtijd moet gebruikt worden voor een volledig programma - minstens 50% van tv-zendtijd moet besteed worden aan programmaonderdelen die kunnen worden aangemerkt als Europese producties - beginnende publieke omroep moet 50 000 betalende leden hebben - Geestelijke, kerkelijke en maatschappelijke organisaties en politiek partijen kunnen zendtijd krijgen zonder dat zij leden hebben. Mediawet & reclame: - publieke omroepen hooguit 6,5% van de zendtijd aan reclame commerciële omroepen hooguit 15% van de zendtijd aan reclame - sponsoring mag voor culturele programma s, verslag of weergave sportevenement - sluikreclame is verboden Standpunten politieke partijen tegenover mediabeleid: https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 6 van 7
VVD: tegen subsidiëring van de media (regulerend optreden overheid), voorstander van het vrije markt denken, voor een duaal omroepstelsel PvdA: voor regulerend optreden van de overheid en voor duaal omroepstelsel CDA: tussen VVD en PvdA in, in beperkte maten voor regulerend optreden overheid en voor duaal omroepstelsel Belangengroepen: - publieke omroepen -> voor pluriformiteit - commerciële omroepen -> tegen regulerend optreden van de overheid - bedrijfsleven -> tegen regulerend optreden van de overheid - consument -> tegen te veel reclame https://www.scholieren.com/verslag/20420 Pagina 7 van 7