SOCIALISATIE EN CULTUUR

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 1506 woorden 25 mei ,9 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer SOCIALISATIE EN CULTUUR *Het gedrag van een individu is beter te begrijpen in samenhang met het gedrag van andere individuen (bijv. in een groep) *Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als vanzelfsprekend beschouwen. *Natuur: datgene wat aangeboren is. *het gedrag van mensen is hier een combinatie van. *Waar normen en waarde verschillen kunnen problemen ontstaan *Normen: gedragsregels *Waarden: principes *Cultuurkenmerken: bijv. voor NL: Sinterklaas vieren, dijken bouwen, rood wit blauw *Culturen veranderen voortdurend per tijd, plaats en groep. *Mensen kunnen uitmaken van meerdere cultuurgroepen tegelijk. (bijv. Skinheads maken ook deel uit van de Nederlandse samenleving.) *Cultuurgroep: groep mensen met gemeenschappelijke cultuur. *In NL leven veel verschillende cultuurgroepen samen. Dit maakt NL een multiculturele samenleving. *Dominante cultuur:als 1 cultuurgroep in een samenleving overheerst. (aardappels eten, koninginnedag vieren) *Subcultuur:Als waarden en normen van een andere cultuurgroep op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur. *Tegencultuur:Mensen die zich tegen de dominante cultuur afzetten of daar een bedreiging voor vormen. (feministen) *Tegencultuur is vaak een uiting van generatieconflict. Bijv. kraak en punkbeweging in 70/ 80 *Bedrijfscultuur: bijv. timmerman in overal en niet in pak, omgang met klanten, Vrijdagmiddag borrel, logo en briefpapier Oorzaken waarom mensen met andere culturen zich in NL vestigen. +Betere communicatie:door de media weten we wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt, hierdoor worden andere culturen minder vreemd voor elkaar. +Beter vervoer: Vroeger was een reis naar New York maanden onderweg zijn. Nu stap je op het vliegtuig en in 7 uur ben je er *Global village: werelddorp. Door de nieuwe technieken is alles niet meer zo ver als vroeger. Pagina 1 van 5

2 *Vroeger kwamen buitenlanders naar NL om te werken, tegenwoordig komen ze omdat het niet meer veilig is in hun eigen land om hier asiel te vragen. *Doordat de wereld kleiner is geworden komen verschillende culturen bij elkaar. Dit geeft soms botsingen. Bijv. NL vrouwen die in Cyprus op vakantie gaan en daar in bikini lopen. *Om te leven in een multiculturele samenleving moet je je aanpassen. Tegenwoordig zijn in NL producten van over de hele wereld verkrijgbaar. Het ontstaan van de jeugdculturen: +Tegenwoordig bestaan er veel subculturen onder de jongeren. Vroeger was dit nog niet. Door de toenemende welvaart na de WOII hebben jongeren meer geld te besteden gekregen en konden groepen zich ontwikkelen. +Jongeren creëren een eigen levensstijl. Hierdoor ontstaat een generatiekloof. +Geborgenheid: jongeren willen ergens bij horen. *Muziekstromingen: jeugdculturen komen hier vaak uit voort. *Volwassen proberen vaak grip op jongerenculturen te krijgen. In het bedrijfsleven bijv. worden trend watchers ingezet omdat jongeren een belangrijke doelgroep zijn. Hierdoor verandert deze cultuur ook snel, want jongeren willen onafhankelijk van volwassenen zijn. Als de ene trend in kaart is gebracht, gaan jongeren op zoek naar andere trends *Het is moeilijk een jeugdcultuur te beschrijven, jongeren willen niet in een hokje geplaatst worden, en zo zijn er binnen een cultuur veel uitzonderingen. Niet alle gabbers lopen in trainingspak, sommigen lopen ook in spijkerbroek. *Socialisatie: het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. *Socialisatie zorgt ervoor dat het leven in een samenleving geordend verloopt. Er wordt je eerst geleerd te lopen en spreken, en dingen als boeren en bedplassen worden afgeleerd. *Als je meer normen en waarden worden aangeleerd krijg je een eigen persoonlijkheid. Iemand die zijn jeugd in de amazonen doorbracht is heel anders als iemand uit NL *Zonder socialisatie kan je niet overleven in een samenleving. Bijv. als je nooit hebt leren lopen en praten. *Socialiserende instituties: instellingen en organisaties waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt. Bijv. school en werk. *Collectieve gedragspatronen: gemeenschappelijke gebeurtenissen. Bijv. Koninginnedag, kersmis, ramadan en dodenherdenking. Belangrijkste socialiserende instituties: +gezin, hier wordt praten en lopen geleerd +school, discipline, op tijd komen, doen wat de leraar zegt, presentaties beoordeeld, samenwerken. +werk, prestaties leveren, werk op tijd afhebben. Strikt leefritme, door de weeks werk, weekend vrij. +maatschappelijke groeperingen, sportclubs, geloofsrichtingen. Teamgeest ontwikkelen, normen en waarden geloofsrichtingen. +overheid, wie zich niet aan de regels houdt (wetten) kan te maken krijgen met een strafvervolging. +media, deze beïnvloeden je leven steeds meer. Pagina 2 van 5

3 *Sociale controle: De wijze waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. *Sociale controle zorgt ervoor dat het socialisatie proces goed verloopt en mensen zich niet onmaatschappelijk gedragen. Je moet er bijv. op kunnen vertrouwen dat iedereen rechts rijdt. *Formele sociale controle: als deze gebaseerd is op geschreven regels *Informele sociale controle: Dingen zoals beleefdheid *Sancties: vormen die ervoor zorgen dat anderen zich gedragen naar de geldende regels. Vormen van maatregelen +Formele positieve sancties; koninklijke onderscheiding of diploma +Formele negatieve sancties; een boete +Informele positieve sancties; compliment, fooi of applaus +Informele negatieve sancties; kind dat naar zijn kamer wordt gestuurd, popgroep uitfluiten na een slecht concert. *Internalisatie: als een cultuurgroep bepaalde aspecten zo eigen hebben gemaakt dat zij zich er automatisch naar gaan gedragen. Iedereen leert bijv. dat je het niet in je broek mag doen. MEDIA EN COMMUNICATIE *Medium: bijv. geschreven, gesproken, televisie beelden *Terugkoppeling:als de ontvanger van de boodschap terug reageert *De mens is een sociaal wezen, de een heeft de ander nodig om te overleven. *Economische aspecten: In een bedrijf is het nodig te communiceren om winst te behalen. Een snellere communicatie kan hierbij een grote rol spelen. Soorten communicatie: +Directe; face-to-face +Indirecte; via omweg +Eenzijdige; eenrichtingsverkeer. Bijv. radio, tv en krant. +Meerzijdig; communicatie met meerdere deelnemers die zowel zenders als ontvangers zijn. +Verbale; met gebruik van gesproken en geschreven woord. +Nonverbale; informatie wordt overgebracht met o.a. symbolen, tekeningen en lichaamstaal. +Massacommunicatie; radio, tv,boeken, kranten, aanplakbiljetten Kenmerken massamedia: +Overgebrachte informatie is bedoelt voor groot en anoniem publiek +Informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk +Relatie zender en ontvanger onpersoonlijk. +Communicatie meestal eenzijdig. Soorten boodschappen: +Amusement; Pagina 3 van 5

4 +Nieuws; +Meningsvormen; talkshows en specials op radio en tv +Cultuur; het uitzenden en bespreken van kunstuitingen. Bijv. opera s, popconcerten, toneelstukken. +Educatie en onderwijs; school tv Functies voor de samenleving: +Bevestiging democratie; politici worden regelmatig geïnterviewd over maatschappelijke problemen. Dit bevestigd dat we in een democratie leven. +Cultuuroverdracht; in veel programma s worden normen waarden overgebracht. Mensen zien in soaps hoe er bijvoorbeeld met overspel wordt omgegaan. SOORTEN MEDIA Verschillende gedrukte media +Tijdschriften; verschijnen periodiek, doel: brengen van verschillende soorten informatie gericht op specifieke doelgroepen. +Kranten: verschijnen iedere dag behalve zondag. Doel: brengen van nieuwsfeiten en achtergrondinformatie. +Huis-aan-huisbladen; verschijnen meestal eens per week en zijn gratis. Doel: regionaal nieuws brengen en zoveel mogelijk inkomsten werven uit advertenties *Landelijke bladen: Vooral nieuws en achtergrondinformatie uit binnen- en buitenland. *Regionale bladen: Alleen verkrijgbaar in een bepaalde streek. *Populaire kranten: Leggen de nadruk op sensationeel nieuws. Hebben ook vaak een showbizz pagina, richten zich op een breed publiek en hebben daarom makkelijk taalgebruik. *Kwaliteit kranten: Richten zich vooral op politieke ontwikkelingen en achtergronden van het nieuws. Showbizz krijgt minder aandacht. Er worden ingewikkeldere zinnen gebruikt en is gericht op mensen met een hoger opleidingsniveau. *In NL is het verschil tussen populaire en kwaliteit kranten minder groot dan in andere landen. Verschillende soorten tijdschriften: +Jongerenbladen; Aan het einde van de 50 werden jongeren ontdekt als doelgroep. Jongeren hadden nu meer tijd en geld te besteden. +Vrouwenbladen; Halverwege de 60 werd de jonge vrouw als doelgroep ontdekt. Zij vond de traditionele margriet en libelle truttig en zo ontstond de Viva. Ook voor rijkere vrouwen kwamen er bladen: Cosmopolitan en Elle. +Roddelbladen; Hun enige functie is amusement. Ze schrijven vooral over het wel en wee van bekende Nederlanders. +Special interest bladen; Dit zijn bladen die over één speciaal onderwerp gaan. +Vakbladen; Deze zijn bedoeld voor een bepaalde beroepsgroep +Opiniebladen; Deze geven achtergrondinformatie en commentaar op allerlei kwesties. Het doel is geven van informatie zodat lezers een eigen mening kunnen vormen. +Omroepgidsen; Zoals de Veronica, de VARA en EO-visie. Pagina 4 van 5

5 Verschillende soorten zenders +Publieke omroepen; op ned 1, 2 en 3. Werden opgericht in 20, in de begintijd van de radio. De zendtijd werd door de overheid verdeelt over de belangrijkste zuilen. Ze vallen onder verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschappen. Deze bepalen ook dat er een deel aan culturele en informatieve programma s moet worden besteed. Ze krijgen hun geld van de omroepbijdrage, die iedereen met radio of tv moet betalen, en van de reclame opbrengsten van de STER. +Regionale en lokale omroepen; Net zoals er landelijke omroepen zijn, zijn er ook regionale. Ze brengen voornamelijk plaatselijk nieuws. Ze worden gefinancierd uit reclame en subsidies van de gemeente of provincie. +Commerciële zenders; hier worden vooral publiektrekkende programma s uitgezonden, omdat deze zenders hun inkomen uit de opbrengst van reclamespotjes bestaat. Dit kunnen ze doen omdat ze niet een verplichte zendtijd aan culturele en informatieve programma s hoeven te besteden. *Nederland heeft een duaal bestel, we hebben commerciële en publieke omroepen, net zoals Engeland. Duitsland heeft alleen maar publieke zenders, met uitzondering van RTL. En Amerika heeft alleen maar commerciële zenders. *In NL hebben de publieke omroepen hun onafhankelijkheid gedeeltelijkheid opgegeven om beter met de commerciële zenders te concurreren. De zenders hebben nu ieder een eigen gezicht. *Alles gaat om de kijkcijfers. Hoe meer kijkers, hoe meer adverteerders betalen, hoe meer inkomsten. Daardoor raken de publieke omroepen steeds meer marktaandeel kwijt. *Diskettes en Cd-rom s maken het makkelijker informatie op te zoeken. Je hoeft niet meer in dikke boeken te zoeken, maar typt gewoon een trefwoord in. *Met internet kun je informatie van over de hele wereld opzoeken. *Doordat niet iedereen een computer heeft, en dus over de informatie die internet geeft kan beschikken, komt er een steeds groter verschil tussen deze twee groepen mensen. De mensen die niet over internet beschikken, kunnen over meer dingen meepraten omdat zo over deze informatie beschikken, waardoor ze meer invloed op de samenleving hebben dan anderen. Pagina 5 van 5