5, soorten cultuur. 1.3 Verschillende subculturen. 1.5 Socialisatie en sociale controle

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 1033 woorden 30 januari ,9 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Cultuur Alle waarden normen en andere aangeleerde kenmerken die leden van een groep / samenleving met elkaar gemeen hebben en DUS als vanzelfsprekend beschouwt worden Interdepenties: onderlinge afhankelijkheid van de mensen in een cultuur (interacties) Bindingen: Affectieve (liefde vriendschap) Economische ( werk consumptie) Cognitieve ( kennisoverdracht) Politieke ( bestuursapparaat) Nature-nurture Aangeboren aangeleerd 1.2 soorten cultuur In geen enkel land en in geen enkele klas bestaat maar 1 cultuur Nederland is een multiculturele samenleving geworden of men het nu leuk vind of niet DOMINANTE CULTUUR sterkste, grootste cultuur in een land (inburgeringsstrijd) SUBCULTUUR (kleine) afwijkingen van de dominante cultuur ( bijv voetbalsupporters) TEGENCULTUUR Verzet tegen dominante cultuur (bijv partij voor de dieren) 1.3 Verschillende subculturen Bedrijfscultuur. Alle waarden, normen en gewoonten die in een bedrijf gelden Jeugdcultuur: (gothic e.d.) Nieuwe??? Grotere welvaart Eigen leefstijl in vergelijking met volwassenen Behoefte aan geborgenheid 1.5 Socialisatie en sociale controle Cultuur geeft richting aan denken en doen van mensen GEDRAGSREGULEREND Socialisatie ( opvoeding ) Doel: aanpassing van de individueel aan de groep ENCULTURATIE: aanleren van cultuur waarin je geboren bent ACCULTURATIE: aanleren van cultuur waarin je later bent gaan wonen Socialiserende instituties Pagina 1 van 6

2 Het gezin De school Werk Maatschappelijke groeperingen ( clubs ed) Overheid Vriendenkring Media Sociale controle: Wijze waarop mensen elkaar stimuleren ( of dwingen) zich aan de geldende normen te houden Formeel: als het gebeurt of grond van geschreven regels Informeel op grond van gewoonte Sanctie Positief beloning negatief straf Formeel positief diploma / promotie Negatief Boete/ gevangenisstraf Informeel positief compliment fooi applaus Negatief buiten de groep sluiten Internalisatie aangeleerde word deel van jezelf. Communicatie en media Aspecten van communicatie: SOCIAAL-CULTUREEL gewoon menselijk contact SOCIAAL ECONOMISCH Onze maatschappij en economie hangt van communicatie aan elkaar (informatiemaatschappij) Communicatie stoornis: Als een boodschap niet aankomt in iemands referentiekader Waarden/ normen ; kennis; ervaring Soorten communicatie: Directe en indirecte face to face of in afwezigheid van iemand Eenzijdig een meerzijdig eenrichtingsverkeer/ antwoord Verbale en nonverbale met of zonder woorden Interpersoonlijk of massacommunicatie mensen bij elkaar of massamedia Massamedia Brengen informatie over: Voor anoniem publiek De informatie is openbaar (?) Relatie zender/ ontvanger is onpersoonlijk Er is weinig feedback Functies voor individu: Informatieve functie Informatie Educatie Pagina 2 van 6

3 Meningsvorming SOCIALE FUNCTIE Kunnen meepraten Eenzaamheid verdrijven RECREATIEVE FUNCTIE Ontspanning 3 Soorten media Gedrukte media (kranten tijdschriften boeken huis aan huisbladen) Audiovisuele media (landelijke publieke omroepen; regionale; landelijk commerciële omroepen; buitenlandse) Nieuwe media INTERACTIEF sms wap mms cd dvd Gedrukte media Kranten: Landelijk- regionaal Algemeen- richting bijv kerkelijk Progressief (volkskrant) Conservatief ( telegraaf) populair gericht op massa Kwaliteit (gericht op beter opgeleiden) 3.2 Audiovisuele media PUBLIEKE OMROEPEN vallen onder het ministerie van ocw Niet winstgevend Voorschriften wat ze moeten uitzenden REGIONALE OMROEPEN Vooral nieuws uit regio Gefinancierd uit reclame + subsidie COMMERCIËLE ZENDERS Winstgevend Marktgericht Alleen kijkcijfers zijn belangrijk BUITENLANDSE OMROEPEN 3.3 `` nieuwe media Belangrijkste: Interactief: dwz gebruiker kan zelf bepalen wat hij/ zij ermee kan doet zender- ontvanger wisselen steeds Nieuwste ontwikkelingen?? Digitale tv met deels zelf te bepalen aanbod?? 4 Nieuws Pagina 3 van 6

4 Hoe komt het nieuws tot stand Nieuws: Informatie over recente feiten die nog onbekend zijn bij het grote publiek Minder dan 1 % van alle nieuws komt in de krant nog minder op tv Kennis informatie die bekend is Nieuws dat doorgegeven word Selectiecriteria Actueel Uitzonderlijk Interessant voor veel mensen Gevolgen van de gebeurtenis Over beroemde personen Voegt het ergens iets aan toe Is er beeldmateriaal 4.2 Waar komt het nieuws vandaan? NIEUWSBRONNEN: Instellingen die zelf nieuws doorgeven Nieuwsgaring (journalistenwerk) Persbureaus PAST HET BIJ DE IDENTITEIT VAN DE KRANT? Keuze van onderwerpen (ongelukken) Presentatie (grote krantenkoppen) Eigen commentaar 4.3 Presentatie van het nieuws OBJECTIVITEIT Beschrijving van feiten en meningen die kloppen met de werkelijkheid BETROUWBAAR Scheiding feit/ mening Hoor/ wederhoor Meer dan 1 nieuwsbron Kennis van zaken bij de journalist 5 de invloed van de media Hebben de media invloed op ons? Werken voorlichtingscampagnes? Beeld van criminaliteit: Pers zorgt voor vertekend beeld Vooroordelen ontstaan Vooral zware agressieve criminaliteit Meer agressieve criminaliteit dan echt het geval is Stereotype beeld van de misdadiger Mensen willen daarom strengere straffen Pagina 4 van 6

5 5.3 Beinvloedingstheorien Het boek behandelt 5 theorieën Injectienaaldtheorie: Als je mensen maar lang genoeg hetzelfde verteld gaan ze geloven dat het echt zo is ( bijv de angst voor de islam na 11-9) Multiple step flow theorie: invloed gaat via mensen in je directe omgeving en breid zich langzaam uit Selectieve perceptie theorie: Wij passen onze info altijd aan, zodat het past bij ons referentie kader REFERENTIEKADER: manier waarop jij hebt leren kijken naar de wereld Cultivatietheorie Mensen verwarren werkelijkheid met televisiewerkelijkheid (voorb acteurs worden aangesproken op straat) Agendatheorie: Pers bepaalt wat mensen belangrijk vinden en waar ze over praten 6. de media en de overheid Media zijn altijd MARKTGERICHT Overheid kijkt naar media vanuit: Goed functioneren van de democratie Vrijheid van meningsuiting Beschermen van PLURIFORM aanbod Pluriform is verschillende standpunten 6.2 Overheid en de media Vrijemarkt principe als een blad weinig gelezen wordt verdwijnt het Bescherming van de pluriformiteit ( overheid zorgt ervoor dat er voldoende bladen zijn met verschillende kleur ) Daarom: bedrijfsfonds van de pers: Zwakke bladen krijgen daar geld uit NIEUWE MEDIA Digitale snelweg: Subsidie aan scholen om kinderen te leren omgaan met computers Belastingmaatregelen voor aanschaf computers Cursussen om personeel om te scholen 6.3 Overheid en de omroepen Eerst GESLOTEN omroepstelsel. Omroepen mochten geen winst maken Nu DUAAL stelsel omroepen en commerciële zenders ( deze moeten zich wel houden aan bijv reclameregels) Mediawet en publieke omroepen: Omroepen moeten PLURIFORME programma s brengen (verschillende richtingen) Volledig programma bijv 25% cultuur 35 % educatie Minstens 50 % Europese producties Minstens betalende leden om een erkend te zijn Mediawet en reclame Bepalingen gelden alleen voor publieke omroepen Verdeling van de STER opbrengsten Pagina 5 van 6

6 Reclameblokken Sponsoring mag onder bepaalde voorwaarde Sluikreclame (stiekem) is verboden 6.5 Toekomst van de media Grote concurrentie. Dit heeft gevolgen: Persconcentratie Nog weinig kranten over maar in concers: PCM en telegraaf Marktsegmentering bij tijdschriften bijv sanoma met life-line Commercialisering van de omroepen Mediaconcentrering bij mediabedrijven Pagina 6 van 6