1 Afdeling Handhaving Aan: Provincie Utrecht Afdeling Bodem en Water T.a.v. de heer A.W.J. van Mensvoort Postbus 80300 3508 TH Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583877 Fax 030-2582121 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 12 februari 2008 Team Bodem, Water en Natuur Nummer 2008INT218343 Referentie S.W. Ydema Uw brief van - Doorkiesnummer 030 258 3945 Uw nummer - Faxnummer 030 258 2121 Bijlage - E-mailadres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking evaluatieverslag grond en grondwater Molenstraat 28-Willemshof te Woerden, code UT0632/00049 Geachte heer Van Mensvoort, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 5 november 2007 het evaluatieverslag 1, bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb) en een aanvullend briefrapport 2 ontvangen van de sanering die in uw opdracht is uitgevoerd. Dit verslag heeft betrekking op de in-situ sanering van de grond en het grondwater op de locatie Molenstraat 28-Willemshof. De bodemsanering is uitgevoerd op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Woerden C 1273 Woerden C 1274 Woerden C 1676 Woerden C 2305 Woerden C 2902 Woerden C 3200 Woerden C 3201 De saneringslocatie is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 6. 1 Evaluatieverslag in situsanering Molenstraat te Woerden 2007, ref. 4509534, Tauw b.v., 1 november 2007; 2 Inzicht grondverontreiniging Molenstraat Woerden, ref. N001-4509534MOO-V01, Tauw b.v., 8 februari 2008.
2 2 Saneringsplan Bij beschikking van 2 februari 2000 met kenmerk 2000WEM000057i hebben wij ingestemd met het saneringsplan voor de hierboven genoemde locatie. In het saneringsplan is als doelstelling aangegeven dat de sanering dusdanig dient te worden uitgevoerd dat ten aanzien van de verontreinigingen geen milieuhygiënische risico s meer aanwezig zijn. De risico s worden weggenomen door gebruik te maken van biologische en natuurlijke afbraak van de verontreiniging. Hiertoe wordt zuurstof in de bodem gebracht om de biologische activiteit en het daarmee gepaard gaande zelfherstellend vermogen van de bodem te versnellen. De totale saneringsduur is bij saneringsplan ingeschat op circa 8 tot 10 jaar. Gedurende deze periode heeft een monitoring plaatsgevonden om de resultaten van de in-situ sanering in beeld te brengen. 3 Evaluatieverslag Het evaluatieverslag van de grondsanering en grondwatersanering hebben wij beoordeeld aan de eisen die daaraan in artikel 39c van de Wbb zijn vastgelegd. Het evaluatieverslag kan als volgt worden samengevat. De sanering is oktober 2000 gestart met het inbrengen van zuurstof in de bodem. Hierbij is gebruik gemaakt van injectiefilters die op twee diepten zijn aangebracht (3,0-4,0 m-mv en 11,0-12,0 m-mv) om zowel de ondiepe als diepe verontreinigingen te kunnen saneren. Over de periode van 2000 tot en met 2003 is tijdens de monitoring van het grondwater een constante afname in concentraties vluchtige aromaten en minerale olie geregistreerd. Door een uitbreiding van het saneringsinjectiesysteem is in de periode 2005 tot en met 2006 een sterke reductie in de concentraties gerealiseerd. Uiteindelijk is eind 2006 de saneringsdoelstelling behaald, de maximale concentraties minerale olie en vluchtige aromaten bedroegen de tussenwaarden (T-waarden). Aangezien het vermoeden bestond dat de saneringsdoelstelling was behaald is afgesproken bij de bouwvergadering van 19 februari 2007 het saneringssysteem stop te zetten en drie maanden na stopzetten een eindverificatiemeting uit te voeren. Uit de eindverificatiemeting blijkt dat in het ondiepe grondwater maximaal lichte verontreinigingen (S-waarde overschrijding) met minerale olie en BTEXN worden aangetroffen. De concentraties zijn ten opzichte van de monitoringsronde uit mei 2006 in het algemeen gelijk gebleven. In het diepe grondwater bij peilbuis 6 is een matig verhoogde concentratie (T-waarde overschrijding) vluchtige aromaten gemeten. In de overige peilbuizen zijn licht tot geen verhoogde concentraties vluchtige aromaten aangetroffen. In het diepe grondwater zijn geen verontreinigingen met minerale olie aangetoond. Aangezien er geen overschrijdingen van de interventiewaarden voor de betreffende stoffen zijn en geen sprake is van verspreiding en verhoogde onaanvaardbare risico s, wordt voldaan aan de saneringsdoelstelling voor het grondwater.
3 De kwaliteit van de grond is na de afronding van de sanering niet bepaald. Derhalve is op verzoek van ons een aanvullende notitie opgesteld door Tauw b.v. waarin wordt ingegaan op de grondverontreiniging. Hieruit blijkt dat in 1981 de ondergrondse brandstoftanks zijn verwijderd en de grond op basis van zintuiglijke waarnemingen rondom de tanks is ontgraven. De bulk van de grondverontreiniging is hiermee verwijderd. In 1996 is tijdens een nader onderzoek door Oranjewoud aangetoond dat de grond in het traject van 2,0 tot 8,0 m-mv over een oppervlakte van circa 450 m 2 sterk verontreinigd was met minerale olie en vluchtige aromaten. In dit nader onderzoek werd duidelijk dat de grondverontreiniging zich onder de grondwaterspiegel bevond. Tijdens de monitoring is bij het plaatsen van nieuwe peilbuizen in de grond zintuiglijk geen verontreiniging met minerale olie of vluchtige aromaten aangetroffen. Het grondwater in deze peilbuizen was overigens wel verontreinigd met minerale olie. Aangezien eventuele grondverontreiniging na de sanering deels op zal lossen in het grondwater dient dit zichtbaar te zijn tijdens de eindbemonstering van het grondwater. Dit is bij de eindbemonstering niet waargenomen. Op basis van deze argumenten bevestigen wij de conclusies van de aanvullende briefrapportage van Tauw, dat de concentraties in het grondwater als representatief kunnen worden geacht voor de verontreinigingen in de grond. Er wordt derhalve geen restverontreiniging in de grond verwacht. 4 Conclusie Grond Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen die in artikel 39c van de Wbb zijn gesteld. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen aan het saneringsplan waarmee wij bij beschikking van 2 februari 2000 met kenmerk 2000WEM000057i hebben ingestemd. Ten aanzien van de bodem van de gesaneerde percelen zijn er geen milieuhygiënische risico s meer aanwezig en is de bodem geschikt voor het toekomstige gebruik (wonen met tuin). Grondwater Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 39c van de Wbb. De sanering van het verontreinigde grondwater is overeenkomstig de saneringsvariant, zoals vastgelegd in het bij beschikking goedgekeurde saneringsplan, uitgevoerd. Het saneringsresultaat voldoet aan de zogenaamde trede 2 (stabiele eindsituatie met kleine restverontreiniging) zoals bedoeld in het eindrapport project Doorstart A-5, Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, Procesbeschrijving en landelijke saneringsladder van 2 juli 2001. Ten aanzien van de huidige achtergebleven kleine restverontreiniging in het grondwater zijn er geen milieuhygiënische risico s meer aanwezig, waarmee de uitgevoerde sanering voldoet aan de doelstellingen zoals vastgelegd bij beschikking van 2 februari 2000 met kenmerk 2000WEM000057i.
4 5 Nazorg en gebruiksbeperkingen Uit het evaluatieverslag blijkt dat na sanering geen ernstige verontreinigingen zijn achtergebleven. Er gelden derhalve geen nazorgmaatregelen of gebruiksbeperkingen zoals bedoeld in artikel 39d en 39e van de Wbb ten aanzien van de gesaneerde locatie. 6 Kadastrale registratie en publicatie Een afschrift van deze beschikking met bijbehorende kadastrale kaart waarop de gesaneerde perceelsgedeelten zijn aangegeven, zenden wij op grond van artikel 55 van de Wbb aan het Kadaster. De KW-code (voorheen WBD-code ) komt voor de volgende percelen te vervallen. Kadastrale gemeente Sectie Nummer Gesaneerde oppervlakte m 2 Woerden C 1273 5 m 2 Woerden C 1274 90 m 2 Woerden C 1676 2 m 2 Woerden C 2305 42 m 2 Woerden C 2902 470 m 2 Woerden C 3200 32 m 2 Woerden C 3201 130 m 2 Saneringscontour ander geval Gesaneerde perceelsgedeelten (grond en grondwater)
5 Van ons besluit doen wij op grond van artikel 39 van de Wbb een publicatie in een huis-aanhuisblad in de gemeente Woerden. 7 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 145,- voor een natuurlijk persoon en 288,- voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT0632/00049 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de heer S.W. Ydema, bereikbaar onder doorkiesnummer 030 258 3715. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, ing. A.H.A. van den Broek teamleider Handhaving
6 Een kopie van deze beschikking is verzonden aan: Milieudienst Noord-West Utrecht, Afdeling Leefomgeving, Cluster Bodem, Postbus 242, 3620 Breukelen; Gemeente Woerden, t.a.v. mevrouw D. van Kan, Postbus 45, 3440 AA Woerden; Tauw bv, t.a.v. J. Mooy, Zekeringstraat 43g, 1014 BV Amsterdam; Kadaster team WKPB, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem; Mw. Nonner, Willemshof 17, 3441 AW Woerden; Dhr. J.A. van Oostrum, Molenstraat 20, 3441 BA Woerden; Dhr. & Mw. H.J. Van den Berg, Molenstraat 34, 3441 BA Woerden; Mw. W. Schouten, Molenstraat 32, 3441 BA Woerden; VVV Het Groene Hart Woerden / ANWB, Molenstraat 40, 3441 BA Woerden; De bewoners van Molenstraat 38, 3441 BA Woerden; De bewoners van Molenstraat 36, 3441 BA Woerden; De bewoners van Molenstraat 30, 3441 BA Woerden; De bewoners van Molenstraat 28, 3441 BA Woerden; De bewoners van Willemshof 16, 3441 AW Woerden.