Vernieuwende spelactiviteiten

Vergelijkbare documenten
LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

Uitwerking vrije lessen

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.


LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 32. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Tikspelen, Balanceren.

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Groente en fruit in de speelzaal

LES 36. GROEP: 3/4 Over de kop gaan, Klauteren, Tikspelen.

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL

Joy of moving Beweegparcours. 13 september Sportieve opening van het Schooljaar

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg:

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

LES 15. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Stoeispelen, Tikspelen.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Springen, tikspelen, jongleren. DOELSTELLINGEN:

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN:

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Inhoudsopgave. Inleiding. Legenda. Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen. Onderdeel van FetFit 2

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL. DOELSTELLINGEN:

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

Sportkanjers in de gymles. Sportkanjers in de gymles. gy m 10 SPORTKANJERGYMLESSEN VOOR DE BASISSCHOOL BOVENBOUW

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

CMV 6-7. Inhoudsopgave

GiGa Bewegingsonderwijs Leerlijn

14.5. Impressie / Plattegrond

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal DOELSTELLINGEN:

LES 2 GROEP: 3 t/m 8 ATLETIEK DOELSTELLINGEN:

Groep 5/6 - De leerling kent de basisregels, nu worden de regels verder uitgebreid. Ook deze moet de leerling kunnen toepassen.

POULEINDELING GROEP 5 & 6

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

LES 16. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Mikken, Hardlopen.

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON DOELSTELLINGEN:

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL DOELSTELLINGEN:

CMV Inhoudsopgave

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven:

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL.

LES 31. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, Hardlopen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 20. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Zwaaien

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien.

Inleiding tot: basketbal / handbal Spelidee: samenspelvorm met een uitdagende en alternatieve manier van scoren

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school

Sporttoernooi. KoningsspelenPakket

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal, de basis.

Les 3. GROEP: 3 t/m 8 Doelspelen, springen, balanceren

Blok 1 les 1. Groep 3,4 HUIS

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

LES 22. GROEP: 3 t/m 8 FITNESSLES

Lesbrief 5 VEILIG LEREN VALLEN VOOR LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Op vakantie les 9. Doelen: zich snel te verplaatsen. handen. punt. (open ruimte opzoeken)

Gymlessen (kleuterbouw/onderbouw) Winterspelen

CMV Inhoudsopgave

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

BO 3 voor (elektrische) rolstoelers

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

Volleybal binnen het basisonderwijs

Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016

Roof to roof. Bobbelbaan. Palm spin. Overgaan Touwtje springen. Catjump. Speed vault. Touw zwaaien. Wandrek klimmen

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 28. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Tikspelen

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Winterspelen

Oud Hollandse spellen

LES 5. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, balanceren.

Balancerend klimmen. Hét plein voor beweeg-, sport- en spelactiviteiten

LES 4. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, tikspelen, stoeispelen.

Teamleden: Teamleden: punten totaal. punten totaal

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

Uitspanning Het Klaverblad Holstweg 44a Olst. Binnenspelen

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL.

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Transcriptie:

Vernieuwende spelactiviteiten

Inhoud Activiteit 1. Jump-sticky note... 4 Activiteit 2. Kussengevecht... 5 Activiteit 3. Airhockey... 6 Activiteit 4. Fhuttle... 7 Activiteit 5. De ballenbak... 8 Activiteit 6. Hoogte maken met trampoline... 9 Activiteit 7. Angry-birds... 10 Activiteit 8. Sjoelen... 11 Activiteit 9. Verspringen sticky-note... 12 Activiteit 10. Verplaats-tikspel... 13 Activiteit 11. Vernieuwend mikonderdeel... 14 Activiteit 12. Vernieuwend mikonderdeel... 15 Activiteit 13. Tipsalto vanuit wandrek... 16 Activiteit 14. Mastermind... 17 Activiteit 15. Estafette kaartmemorie... 18 Activiteit 16. Stef stuntpiloot... 19 Activiteit 17. Hindernisbaan... 20 Activiteit 18. Burenruzie... 21 Activiteit 19. Paintbal... 22 Activiteit 20. Mikspel... 23 Activiteit 21. Duikelsituaties... 24 Activiteit 22. Poolvoetbal... 25 Activiteit 23. Ontwijk de bal... 26 Activiteit 24. Lassowerpen... 27 Activiteit 25. Klimparcours... 28 Activiteit 26. Matschuiven... 29 Activiteit 27. Pacman... 30 Activiteit 28. Levend ping-pong... 31 Activiteit 29. Laserparcours... 32 Activiteit 30. Curling... 33 Activiteit 31. Chaos volleybal... 34 Activiteit 32. Zit-bal... 35 Activiteit 33. Kickball (verhoogd vlak)... 36 Activiteit 34. Kwartet voetbal... 37 1

Activiteit 35. Chaosslagbal... 38 Activiteit 36. Muggentikspel... 39 Activiteit 37. Cirkelbal... 40 Activiteit 38. Field hunting... 41 2

Inleiding Als sport- en beweegcoach ben ik altijd op zoek naar leuke, vernieuwende en uitdagende activiteiten voor de kinderen. Meebewegen met de tijd en zo inspelen op de behoefte en belevingswereld van de leerlingen is hierbij ontzettend belangrijk. In dit document vinden jullie allerlei vernieuwende spellen/onderdelen voor in de gymzaal. Sommige door mijzelf bedacht, maar ook vanuit platformen binnen mijn vakgebied. Wanneer het van een platform afkomt heb ik hierbij een bronvermelding gedaan, zodat je ook hier eens een kijkje kunt nemen. Ik hoop jullie te inspireren en nieuwe ideeën te geven die je samen met de groep kunt beoefenen, maar nog belangrijker natuurlijk ontzettend veel plezier aan kan beleven met elkaar. Kijk ook eens naar de andere documenten ter inspiratie: Pauzesport spellen Begin en eindspellen Voor vragen mogen jullie me altijd aanspreken of mailen. Dit kan naar inge@goedbeziggemertbakel.nl. Met sportieve groet, Inge Poos Sport- en Beweegcoach 3

Activiteit 1. Jump-sticky note Klap het wandrek uit (recht) zet er een dikke mat tegenaan en maak deze vast met touwen. De kinderen krijgen een blokje sticky-notes en een pen. Schrijf je naam op een sticky-note, ren naar de mat, loop er tegenop en probeer deze zo hoog mogelijk te plakken. Wie komt er het hoogst van de klas. -Eerst oefenen, daarna mogen ze twee sticky-notes plakken. -Na het doordraaien de sticky notes van de eerste groep eraf halen. -Vaker/minder vaak een sticky-note plakken. Dikke mat & twee turnmatjes Touwen Pen Sticky-notes 4

Activiteit 2. Kussengevecht Een tweetal staat tegenover elkaar, ieder op een eigen turnmatje die vastgebonden is op de bank. De bank wordt in twee kasten gehangen, daaronder liggen 2 dikke matten. Iedere speler heeft een kussen vast. Probeer door middel van een kussengevecht de ander van het turnmatje af te krijgen. -Niet op het hoofd slaan. -Is er een winnaar dan ga je er beide van af en komt er een nieuw tweetal op. -Laat je jouw kussen vallen, dan ben je ook af. -Op één been staan, als het te lang duurt en er geen winnaar komt. -Tijdslimiet aan koppelen, binnen anderhalve minuut moet er een winnaar zijn, anders is het gelijk spel. 2 Kasten 2 Dikke matten en 2 turnmatjes 2 touwen 1 Bank 2 Kussens 5

Activiteit 3. Airhockey Maak twee teams, ga met je buik op de mat liggen. Pak het blok met twee handen vast en stoot tegen de tennisbal aan. Je maakt een punt wanneer de tennisbal bij de tegenstander tegen de rand van de mat komt. -Blok altijd met twee handen vasthouden. -Bal moet tegen de rand van de mat aankomen bij de tegenstander. -Afstand vergroten/verkleinen, of 1-1 (zie situatie 2) i.p.v. 2-3 of 3-3 (zie foto). -Met twee ballen spelen. 4 Turnmatjes 6 Blokken 1 Tennisbal 2 Banken : 2 tegen 2 spelen 6

Activiteit 4. Fhuttle Sla de fhuttle naar de overkant, de tegenstander probeert deze te vangen en slaat deze vervolgens terug. Valt de fhuttle in het veld bij de tegenstander op de grond, dan krijg je een punt. Sla je de fhuttle buiten het veld van de tegenstander dan krijgen zij een punt. -Onderhands slaan met de fhuttle (net als onderhandse techniek volleybal). -Sla je mis en valt deze daardoor in je eigen, dan probeer je het opnieuw. -Gelijk doorslaan, niet meer vangen. -Met de voeten schieten. Fhuttle: https://www.debuitenspeelshop.nl/fhuttle-3-stuks.html 2 Korbalpalen Toverkoord 7

Activiteit 5. De ballenbak Neem zoveel mogelijk ballen (niet te hard), maak een ballenbak met banken. Zet hier bijv. vier kinderen in. Zij proberen alle ballen eruit te krijgen. De overige kinderen staan buiten de ballenbak en werpen alle ballen terug in de bak. Lukt het de bak binnen twee minuten leeg te krijgen? -1 Bal per keer eruit gooien, dus niet meerdere ballen tegelijk in je hand. -Meer/minder ballen. -Meer/minder kinderen in de ballenbak. Zoveel mogelijk ballen (niet te harde) 4 Banken 8

Activiteit 6. Hoogte maken met trampoline Om op een speelse wijze hoogte te leren maken met de trampoline kan je een skippybal ophangen aan de ringen. Laat de kinderen rennen over de bank, afzetten met één voet van de bank, inspringen met twee voeten in de trampoline en probeer vervolgens tegen de skippybal aan te slaan. -Persoon twee mag pas als persoon één van de dikke mat af is. -Aanlopen over de bank, één voet afzetten, twee voeten inspringen. -Hoogte van de skippybal aanpassen. -Aan de zijkanten van de mat een korf met gymbal erin, probeer deze met de skippybal eraf te slaan (zie.foto 2). -Geen trampoline? Neem dan een springplank. Trampoline, dikke mat, bank Skippybal : 2 korven en 2 gymballen 2: 9

Activiteit 7. Angry-birds Span een toverkoord tussen twee korfbalpalen en leg er een matje achter. De leerling pakt een ring, klapt deze dubbel met het toverkoord ertussen, loopt naar achteren (tot op het matje) en schiet de ring weg. Probeer de onderdelen om te schieten. -Niemand staat in het schiet gebied. -Eerst alle ringen weg schieten en dan alle ringen gezamenlijk halen. -Niet verder naar achter lopen dan het matje. -Bind de korfbalpalen vast aan een bank, zet de paal met de voet onder de bank. -Afstand aanpassen of meer/minder materialen. 2 Korfbalpalen Ringen Toverkoord Turnmatje 10

Activiteit 8. Sjoelen Deel de kast op in delen of zorg dat je met een ander materiaal vakjes maakt (zie foto 2). Hang bij ieder vak een a-4tje met een puntenaantal erop. Pak een meterstok en ringen. De leerling zet de stok in een ring en probeert zoveel mogelijk punten te scoren. -Vier ringen schieten dan is de volgende. -Stok laag houden. -Schuiven met kleine blokjes (zie foto 2). -Afstand vergroten/verkleinen. 1 Kast, meterstok, Ringen : blokjes A4-tjes om puntenaantal op te schrijven : blokken i.p.v. ringen 11

Activiteit 9. Verspringen sticky-note Plaats een springplank met daarachter een lange mat. Naast de lange mat plaats je banken. De leerling loopt aan zet met één voet af op de springplank en landt vervolgens met twee voeten op de lange mat. Plak je sticky-note op de bank ter hoogte van de plek waar je geland bent. -Een voet afzetten op springplank (dit is anders dan bijv. het springen op de springplank bij een wendsprong, dan zetten ze met twee voeten op de plank af). -Als persoon één de sticky-note heeft geplakt, dan begint de volgende. -Aanloop vergroten/verkleinen. 1 Springplank, een lange mat 2 Banken, een pen en sticky notes 12

Activiteit 10. Verplaats-tikspel Er wordt één tikker uitgekozen, de andere spelers staan verspreid in het veld. Wanneer je getikt wordt moet je gestrekt op je rug gaan liggen. Je kan bevrijdt worden wanneer twee andere spelers je buiten het vak slepen/tillen (één pakt bij de polsen, de ander bij de enkels). Ben je bevrijdt, dan loop je naar de bank en leg je één van de blokken om. Zijn alle blokken om dan komt er een nieuwe tikker. -Buiten het tikveld is een vrije strook (afgezet met pionnen) waar de getikte kinderen naartoe gesleept/getild moeten worden. Hier mag niemand anders rennen, de tikker mag hier ook niet komen. -Zodra je polsen/enkels vast hebt (van een persoon die af is), kan je niet meer getikt worden. -Ben je bevrijd, dan moet je eerst een blok omleggen voordat je weer mee mag doen. -Zijn alle spelers af dan wint de tikker en komt er ook een nieuwe tikker. -Meer/minder tikkers of blokken. Twee matjes Vier blokken 1 Lintje 13

Activiteit 11. Vernieuwend mikonderdeel Pak de skippybal, loop naar achteren en probeer de pionnen op de kast om te werpen met de skippybal. -Niet verder terug lopen dan het matje. -Afstand vergroten/verkleinen. -Meer/minder pionnen of andere voorwerpen dan pionnen. -In een tweetal tegenover elkaar met twee kasten of één kast in het midden (zie foto 2). 1 Kast 1 Skippybal 1 Ringstel Pionnen 2: 14

Activiteit 12. Vernieuwend mikonderdeel Ga in een tweetal tegenover elkaar staan. Gooi de bal met elkaar over, de bal moet hierbij door het ringenstel met de rekstok heen gaan. -De bal moet tussen het ringstel door. -Ringstel verhangen (hoger/lager). -Balformaat groter/kleiner. Per tweetal 1 bal Per tweetal 1 ringstel met een rekstok ertussen 15

Activiteit 13. Tipsalto vanuit wandrek Klim het wandrek in, spring met twee voeten in de trampoline, tik de mat aan met je handen (tippen van de mat) en maak daarna de draai. Probeer hierbij op twee voeten te landen en gelijk weer op te staan. -Persoon twee klimt het wandrek pas in als persoon één de tipsalto heeft gemaakt en weer staat. -Altijd een vanger (docent) bij dit onderdeel. -Kin op de borst, jezelf klein maken, omhoog springen (niet naar voren), mat aantikken met je handen (anders krijg je de gewone salto). -Springen in de trampoline, gehurkt landen op de mat en een koprol maken. -De mat niet meer aantikken met je handen (salto). Wandrek 2 Dikke matten 2 Banken Trampoline 16

Activiteit 14. Mastermind Er staan twee kastkoppen, achter elke kastkop zit één leerling die een kleurcode maakt. Op de kastkoppen liggen vijf blokken. Er zijn twee teams, ieder heeft een eigen kastkop en kleurcode, de teams weten niet wat de kleurcode achter de kast is. De eerste persoon rent naar de kast en legt voor de kast ter hoogte van één van de vijf blokken een gekleurd vierkant neer. Komt deze kleur overeen met de kleurencode achter de kast, dan zet de leerling achter de kast het blok omhoog. Welk team heeft als eerste de kleucode ontcijfert. -Een gekleurd vierkant plaatsen OF verplaatsen. Je mag als renner maar één van de twee handelingen uitvoeren. -Als de kleur die je gelegd hebt niet goed is laat je deze gewoon liggen, deze kan later verplaatst worden. -Ren terug geef de volgende een high five, dan start deze. -https://www.youtube.com/watch?v=h1dyswqbsky (tip, kijk het filmpje vooraf) -Code makkelijker/moeilijker maken. Kastkop, 5 blokken 5 verschillende kleuren vierkantjes van 10 bij 10 cm plastificeren of pylonnen met kleuren, twee keer maken dus totaal 10 vierkantjes 5 kleuren. Timer of in twee teams spelen (dan dubbele aan materiaal) Bron: https://despelles.nl/ 17

Activiteit 15. Estafette kaartmemorie In de hoepels liggen verschillende kaarten. Je mag twee kaarten omdraaien, zijn dit dezelfde nummers dan heb je een memorie en mag je ze mee terug nemen. Wie verzameld de meeste setjes. -Twee teams spelen met dezelfde hoepels. Welke van de twee teams vindt de meeste setjes. -Stiekem kijken, zodat de tegenpartij niet ziet welke kaarten waar liggen. -High-five aan de volgende geven in de rij, dan mag degene starten. -Geef aan dat kinderen met elkaar moeten communiceren wat hebben ze gezien en waar lag dit. -Meer/minder setjes. 1 Kaartset Per set twee hoepels 2 Pionnen voor de startpositie, rij van de estafette 18

Activiteit 16. Stef stuntpiloot Plaats vier kasten/trapezoïdes met daarop drie pionnen. Tussen iedere kast/trapezoïde ligt een matje. Op elk matje staat één leerling met een knotshockeystick. Sla tegen de hangende skippybal en probeer bij de andere kinderen de pionnen om te krijgen. -De pionnen op kast/trapezoïde rechts zijn van jou. -Je moet op je matje blijven staan. -Knotshockeystick altijd met twee handen vast houden. -Meer/minder pionnen. 4 kasten/trapezoïdes 4 Knotshockeysticks 12 Pionnen 4 Matjes 19

Activiteit 17. Hindernisbaan Klim via de hindernisbaan omhoog en ga aan de zijkant van het wandrek weer naar beneden. -De tweede start wanneer de eerste op de dikke mat is. -Dikke matten vastmaken met touwen. Onder de eerste dikke mat staan 2 banken. -Wandrek steiler/minder steil. -Hobbels hoger/minder hoog. 2 kasten, trapezoide, 2 banken, wandrek Lange mat, twee dikke matten 20

Activiteit 18. Burenruzie Maak twee teams. Deze staan achter de bank. Er zijn twee tuinen en een poort (de bank in het midden). Op de poort staan bloembakken/tuinkabouters enz. (pionnen/blokjes/ringen). Je probeert zoveel mogelijk spullen bij de buren (het andere team) in de tuin te krijgen. -Achter de bank staan als je gooit. -1 Leerling per team krijgt een lintje om, deze mag de ballen pakken als ze in de tuin (voor de bank) liggen. -Meer/minder materialen. -Grotere/kleinere werpafstand. 3 Banken of 1 bank en twee lijnen Klein materiaal voor op de bank 3 Ballen 21

Activiteit 19. Paintbal Er worden twee teams gemaakt. Team één start aan de linkerkant van de zaal, team twee aan de rechterkant. In het parcours liggen overal ballen. Probeer het andere team af te gooien. Ben je af ga je naar de zijkant op een bank zitten. Zitten er drie kinderen en komt er een vierde bij dan mag de eerste er weer in. -Niet lopen met de bal. -Afgegooid is op de bank zitten. Docent turft hoeveel kinderen er op de bank komen om de eindstand te kunnen bepalen. -Wel lopen met de bal. -Af = af niet meer erin. Wie blijft er over. -Werken met drie teams. *Tip voor de docent, klim op het wandrek ga hier zitten. Zo heb je een perfect overzicht! Alle materialen uit het hok die bruikbaar zijn. Doeken/zeilen ophangen aan de ringstellen/touwen. Zoveel mogelijk schuilplaatsen creëren. 22

Activiteit 20. Mikspel Mikken in de pionnen in het wandrek met pittenzakjes en mikken in de zakken, zodat de ballen naar beneden rollen. -Per onderdeel 3 ballen/pittenzakjes, drie keer werpen, alles terug leggen en naar het volgende. -Afstanden vergroten/verkleinen. -Mikonderdelen hoger/lager in het wandrek. 8 Pionnen, 3 hoepels, 9 pittenzakjes/ballen Balk, 2 korven, twee zakken voor aan de korf 23

Activiteit 21. Duikelsituaties Wanneer je geen rekstok tussen 2 palen/kasten kan installeren is dit een optie om een situatie uit te zetten om te duikelen. -Voorover/achterover. -Instabiel vlak: met aanloop (zwaaiend). Stabiel: Trapezoïde, springplank, turnmatje Ontstabiel: Turnmatje, ringstel, rekstok Stabiel vlak Instabiel vlak 24

Activiteit 22. Poolvoetbal Je hebt twee teams. Iedere team heeft een kleur (rood/groen). Schiet de witte bal tegen de ballen met jouw teamkleur. Probeer de ballen via één van de gangen buiten het veld te krijgen. Welk team heeft als eerste de ballen uit het veld gespeeld. -Om en om schieten in je team. -Schiet je een bal eruit, dan moet je deze veilig weg leggen. -Een keer schieten dan is de tegenpartij. -Schiet je een bal eruit van jouw team dan mag je nog een keer schieten. -Je moet één van jouw teamballen aanraken met je schot anders mag de tegenpartij twee keer schieten. 2 Witte ballen, 4 Rode ballen, 4 Groene ballen 6 Banken 25

Activiteit 23. Ontwijk de bal Er zijn drie teams: balgooiers (team 1), renners (team 2), hulpjes van de balgooiers (team 3). De renners rennen van rechts naar links, vanaf het moment dat ze op de mat zijn mogen ze afgegooid worden door de balgooiers. De hulpjes gooien de ballen terug naar de balgooiers. Zij gaan klaar staan en dan pas mag de volgende over het parcours rennen. -Ben je geraakt, dan mogen de ballengooiers één ring om hun pion doen. -Ben je niet geraakt dan doe je één ring om jouw teampion op de kast. -Welk team heeft als eerste vijf ringen verzameld, daarna doordraaien met de klok mee elk team krijgt een andere functie. -Afstand van de baan veranderen. -Meer/minder schuilmaterialen. -Met twee handen of maar met één hand gooien. Dikke mat, 5 turnmatjes, 1 kast, 2 banken 2 pionnen, 10 ringen, 3 ballen 26

Activiteit 24. Lassowerpen De leerlingen verdelen zich in twee groepen. Iedere groep krijgt één Lasso (hoepel). Je staat voor de bank en probeert de hoepel om één van de dieren (voorwerpen) te gooien/rollen. Lukt dit, dan mag je het voorwerp meenemen. Doe dit zo snel mogelijk, haal je hoepel en geef deze door aan de volgende uit je groepje. Welk team verzamelt de meeste materialen. -Voor de bank staan als je gaat werpen. -Heb je niets geraakt haal je de hoepel op en loop je zonder voorwerp terug. -De hoepel moet volledig om het voorwerp liggen. -Afstand vergroten/verkleinen. -Meer/minder dieren (materialen) in het veld. Kleine materialen, 2 hoepels 2 Banken, 1 trapezoïde 27

Activiteit 25. Klimparcours Klim over de hobbelbaan, ga over de bok, loop naar de bank in de trapezoïdes, ga hier onder aan hangen (apenhang: zie foto) en klim naar de andere kant. Klim vervolgens het wandrek in, ga aan een stok hangen en spring af op de dikke mat. Als laatste klim je via de bank hebt wandrek in en aan de zijkant weer naar beneden. -Start met het onderdeel wanneer degene voor je met dit onderdeel klaar is (dus niet tegelijk op één onderdeel). -Wandrek: Tot en met de bovenste houten spurt. -variëren met hoogtes. 2 Wandrekken, 3 trapezoïdes, 1 bok, 2 banken, 1 kast 1 Dikke mat, 4 turnmatjes 28

Activiteit 26. Matschuiven Maak twee teams, ieder team krijgt een dikke mat (deze ligt op de kopt). Leg de dikke matten op dezelfde hoogte in de zaal. Van ieder team rent een tweetal naar de dikke mat, springen erop en proberen zo de mat te verschuiven. Maak een eindlijn door middel van pionnen, welk team komt hier als eerste overheen met de dikke mat. -In tweetallen rennen. -Tweetal rent terug aan de zijkant van de zaal. -Grotere/kleinere afstand. 2 Dikke matten 4 Pionnen 29

Activiteit 27. Pacman Er is één tikker, de andere kinderen zijn pacman. Ze moeten door het doolhof heen rennen en zoveel mogelijk hoedjes verzamelen. Word je getikt dan moet je het hoedje laten liggen en het doolhof uitrennen, je mag 15 tellen niet in het doolhof. -Een hoedje tegelijkertijd, die moet je naar buiten brengen en in de korf leggen. -Ben je getikt steek je jouw hand omhoog, je moet 15 tellen buiten het doolhof blijven staan. -Je mag niet over banken/matjes/pionnen heenstappen. Verplicht het doolhof volgen -Twee tikkers. -Word je getikt met een hoedje in je hand dan moet het in de hoepel (voor de tikkers) buiten het doolhof gelegd worden. Word je niet getikt dan moet deze in de korf (voor de renners) buiten het doolhof. 4/6 banken, 6/8 matjes Grote pionnen, kleine hoedjes (pionnen) Bron: https://despelles.nl/ 30

Activiteit 28. Levend ping-pong Je speelt rondom de tafel (ping-pong), alleen dan met een grote gymbal. De bal moet één keer stuiteren op iedere dikke met, dus één stuiter voor de kast en één stuiter na de kast. Speel de bal naar de overkant en sluit aan in de rij aan de overkant. -Op beide matten moet de bal één keer stuiteren (dus één keer voor de kast en één keer na de kast). -Ben je af ga je doelen op de korf/basket. -De laatste twee spelen samen een finale totdat er samen drie punten zijn -Iedereen krijgt vijf punten, ga je af dan gaat hier een punt vanaf. Wie houdt de meeste punten over (dus wanneer iemand 0 punten heeft) kijken welke tegenstander nog de meeste punten heeft. 2 Kasten, 2 dikke matten Gymbal 31

Activiteit 29. Laserparcours Leg de lange mat uit als een baan en maak met touwen en toverkoorden laserstralen. De kinderen moeten door het parcours zonder de lasers aan te raken. -Aanraken is terug naar het begint. -Aan de zijkant een pion zetten, is persoon één voorbij deze pion dan mag persoon twee starten. -Materialen meenemen over het parcours. Touwen, toverkoorden, korfbalpalen Lange mat Eventueel materialen om mee te nemen 32

Activiteit 30. Curling Maak twee partijen. Partij één heeft rode ringen en partij twee groene ringen. Met de stok schuif je de ring weg, Probeer precies in het midden te krijgen van de kleinste ring. Om en om speel je een ring. Na vier ringen kijk je wie het dichts in het midden ligt. Deze persoon heeft gewonnen. -Om en om spelen. -Afstand vergroten/verkleinen. -I.p.v. het gebruiken van de stok kan je de ringen ook schuiven. Per tweetal twee stokken Per tweetal 4/6 ringen Tape 33

Activiteit 31. Chaos volleybal Span een net in het midden van het veld. Ieder persoon heeft een eigen goaltje. Je mag bij de tegenstanders aan de andere kant van het veld proberen te scoren. Dit doe je middels het opgooien en slaan tegen de bal. -Komt de bal ik jouw goal, dan ben je af en ga je zitten. Degene die het langst op de bank zat mag dan in die goal gaan staan. -Ook met werpen. 4 Volleyballen 6/8 matjes of pionnen als goal Net/toverkoord 2 palen/korfbalpalen 34

Activiteit 32. Zit-bal Span een net in het midden van het veld. Je werpt de bal over het net en probeert deze bij de tegenstander op de grond te krijgen. Lukt dit dan heeft jouw team een punt. -Je mag de bal vangen en overgooien naar je teamgenoten. -De derde bal moet over het net. -Komt de bal bij de tegenstander op de grond dan krijg je een punt. -Overgaan naar zitvolleybal. De ballen nog wel vangen, maar vanaf dan met de bovenhandse techniek over spelen en over het net spelen. 2 palen/toverkoord of een volleybalnet Volleybal 35

Activiteit 33. Kickball (verhoogd vlak) Er worden twee partijen gemaakt, één veldpartij en één schietpartij. De schietpartij werkt in tweetallen, schiet de rugbybal het veld in en ren zoveel mogelijk honken. Wordt de rugbybal gebrand in de hoepel dan moet je bij een pion staan. -Sta je niet op tijd bij een pion dan krijg je een strafpunt. -Bij drie strafpunten wisselen. -De bal moet voorbij de eerste lijn gespeeld worden. -Bij een vangbal is het een strafpunt voor de schietpartij, je mag wel naar het eerste honk lopen. -Schiet je twee keer, gaat het twee keer fout dan moet je de derde keer gooien. -Maak een verhoogd vlak. Van de veldpartij is één persoon brander. Alle andere personen moeten steeds na het schieten van de bal op het verhoogd vlak klimmen. De renner moet bij een pylon staan voordat de bal gebrand is en alle spelers op de mat zitten. Bron: https://despelles.nl/ Rugbybal 6 pylonen, een hoepel/korf Verhoogd vlak: 2 kasten, banken en een dikke mat 36

Activiteit 34. Kwartet voetbal Maak vier goals, bij iedere goal komt één tweetal te staan. Over elke goal leg je een rood, geel, groen en blauw lintje. Scoor je bij een ander tweetal in de goal, dan mag je daar één lintje weghalen. Spreek af met je tweetal welke kleur je gaat verzamelen en probeer een kwartet te krijgen (vier dezelfde kleuren lintjes). -Heb je gescoord, dan krijgt het tweetal waarbij gescoord is de bal uit. Nadat jij het lintje bij jou over de goal hebt gehangen. -Meer goals (dan ook meer lintjes verzamelen). Per tweetal 1 goal Per tweetal vier (verschillende) gekleurde lintjes Bron: https://despelles.nl/ 37

Activiteit 35. Chaosslagbal Deel de groep in tweeën en maak een veld en slagpartij. Van de veldpartij is één leerling de roller. Deze ligt op de buik op de twee matjes en rolt de ballen aan. Rol bal één en persoon één schiet de bal, daarna rol je gelijk bal twee en persoon twee schiet de bal. Ga door tot de hele schietpartij aan de beurt is geweest. Zit de slagpartij als eerste weer op de bank of heeft de veldpartij eerder de 10 ballen weer op de mat (of in een kastkop naast de mat). -Ballen aanrollen, ze mogen niet stuiteren. -Na één ronde wissel je. Veldpartij wordt schietpartij en andersom. -De veldpartij brengt zo snel mogelijk steeds alle ballen naar de mat voor de roller. -De ronde die de schietpartij moet lopen groter/kleiner maken. 10 Ballen 2 Matjes 1 Kastkop 5 pionnen Bron: https://despelles.nl/ 38

Activiteit 36. Muggentikspel De tikkers zijn de muggen en krijgen een flexibeam die ze op hun hoofd plaatsen. Ze proberen de kinderen met de punt van deze flexibeam te tikken. -Ben je getikt ga je in een hoepel staan naast het veld, komt er iemand in de hoepel tegenover jou staan (die ook af is). Doe dan steen papier schaar en de winnaar mag weer terug het veld in. -De tikkers mogen alleen tikken vanaf de schouders naar beneden met de flexibeam, dus niet op het hoofd. -3 is teveel als de kinderen af zijn. Zo kan je tellen hoeveel kinderen de tikkers hebben getikt. Per tikker 1 flexibeam 39

Activiteit 37. Cirkelbal In het midden staat één leerling. Deze heeft een foambal in een net met daaraan een touw. Deze leerling gaat hiermee draaien. Probeer de tennisballen bij de leerling weg te halen zonder geraakt te worden. -Heb je een bal te pakken breng deze naar jouw hoepel. -Ben je geraakt door de bal moet je alle ballen uit jouw hoepel in de kastkop leggen. Daarna mag je weer opnieuw beginnen met verzamelen. -Is één leerling geraakt dan stopt iedereen, gaat iedereen bij zijn/haar hoepel staan en start je weer als de leerling in het midden aan het draaien is. Grotere/kleinere draaicirkel. - Zoveel mogelijk tennisballen 1 Touw 1 Foambal 40

Activiteit 38. Field hunting Maak twee vakken, in ieder vak staat één tikker. Ben je getikt in het ene vak dan moet je naar het andere vak. Welke tikker heeft na 2 minuten de minste kinderen in zijn/haar vak. -Ben je getikt dan moet je naar het andere vak. -Met meerdere vakken werken. Dan draai je met de klok mee als je getikt bent van vak naar vak. Per vak 1 lintje voor de tikker Banken of ander materiaal om de vakken af te zetten 41