5.5. Samenvatting door een scholier 4078 woorden 3 november keer beoordeeld. Nederlands

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Samenvatting Nederlands Top niveau

6,3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting van Topniveau blok 4. 3.

Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari keer beoordeeld. Nederlands. 93: Stijlfiguren

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Samenvatting Nederlands top niveau (op niveau)

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

6,4. Samenvatting door Dana 4815 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Nederlands. Tentamen 2 Nederlands

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 10: Leesvaardigheid

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Taalverzorging, spelling en interpunctie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Programma van Inhoud en Toetsing

Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten

Programma van Inhoud en Toetsing

5,7. Samenvatting door een scholier 1679 woorden 27 januari keer beoordeeld. Nederlands

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Visuele Leerlijn Taal

Inhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Samenvatting Nederlands Module 2

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2

Samenvatting Nederlands Blok 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

4.1 Wanneer schrijf je een aanbiedingsbrief? Wat is het tekstdoel van een aanbiedingsbrief? Hoe bouw je een aanbiedingsbrief op?

Samenvatting Nederlands Over lezen

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

i n h o u d Inhoud Inleiding

Stercollectie Nederlands hv123

Samenvatting Nederlands Formuleren

Stofvindingstechnieken. Samenvatting door een scholier 8951 woorden 26 september keer beoordeeld. Nederlands.

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Samenvatting Nederlands Module 3

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Studiewijzer TaalCompetent

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Samenvatting Nederlands Blok 1

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Waarom een samenvatting maken?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

5,7. Samenvatting door een scholier 1516 woorden 22 juni keer beoordeeld. Nederlands. Ne samenvatting

Lesstof overzicht Station vanaf

Formuleren voor gevorderden

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Examenopgaven VMBO-GL en TL

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Formuleren voor gevorderden

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

2.1 Een bouwplan De elementen van een bouwplan Wanneer is een bouwplan handig? Een bouwplan maken: de hoofdlijnen 00

Samenvatting Nederlands Spelling

Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig jaarplanning Docentenactiviteit Leerlingactiviteit aug

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 4078 woorden 3 november 2011 5.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau Verkennen en inperken van het onderwerp 1.2 Brainstormen trefwoorden opschrijven Vaste vragen stellen standaardvragen die je over een onderwerp kunt stellen Overleggen gedachte wisselen met anderen Informatie zoeken 1.3 Oriënterend lezen eerste indruk, onderwerp/hoofdgedachte/publiek bepalen Globaal lezen hoofdzaken uit de tekst halen Intensief lezen tekst helemaal begrijpen Kritisch lezen tekst beoordelen Manieren om extra informatie te vinden voor een werkstuk: - Naslagwerken algemene informatie van goede kwaliteit over het onderwerp - Boeken - Kranten en tijdschriften - Internet - knipsel- of documentatiemappen - keuzelijsten en foldermateriaal - geluidscassettes, videobanden en cd-roms Bronvermelding literatuuropgave achten in het werkstuk (via auteur-jaarsysteem) Eigen onderzoek verrichten 1.4 Interview weinig gegevens/informatie over het onderwerp Feitelijke informatie iemand die direct betrokken is Menig schrijven van een betoog Enquêteren kwantitatieve of meetbare gegevens verzamelen flink aantal personen ondervragen respons hoeveel van de benaderde personen hebben meegedaan antwoordpercentages voor hoeveel procent van de geënquêteerden geldt het antwoord Soorten publiek 2.3 Vier verschillende soorten publiek: 1. Bepaald individu (oma, vriend, vriendin) https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 1 van 15

2. Onbepaald individu (wethouder, directeur) 3. Bepaalde groep (leerlingen, leden van een club) 4. Onbepaalde groep (jongeren, inwoners Brabant) Een beeld van je publiek 2.4 Voor je weet wat je gaat vertellen tegen je publiek moet je 4 vragen stellen: 1. Vinden Hoe staan ze tegenover het onderwerp? 2. Weten Wat weten ze al van het onderwerp? 3. Willen Welke informatie willen ze? 4. Kunnen Wat is hun niveau? Objectieve en subjectieve teksten 3.2 Objectieve tekst informatie geven (informatief) Bevatten controleerbare feiten geen echte mening van de schrijver Subjectieve tekst mening vormen (ook wel informatie geven) bevatten feiten de mening komt erg na voren Informerende teksten 3.4 Nieuwsbericht informatie geven controleerbare feiten (objectief) Lead eerste alinea van een nieuwsbericht belangrijkste nieuws (samenvatting) Verslag gebeurtenis of activiteit vertellen gebaseerd op feiten Uiteenzetting 3.5 Uiteenzetting niet alleen informatie geven maar ook iets uitleggen, je verklaart hoe het ene verschijnsel met het andere samenhangt. Dit is objectief, er is geen plaats voor je eigen mening. Het gaat erom dat anderen iets begrijpen. Overzicht bericht, verslag en uiteenzetting 3.6 Bericht Verslag Uiteenzetting Mededeling over iets dat pas is gebeurd. Beschrijving van wat je ziet en hoort. Uitleg hoe iets in elkaar zit of werkt. - Betrouwbare informatie geven - Gebaseerd op controleerbare feiten. - Op objectieve wijze - Betrouwbare informatie geven - Gebaseerd op controleerbare feiten. - Op objectieve wijze - Betrouwbare informatie geven - Gebaseerd op controleerbare feiten. - Op objectieve wijze Lead (korte samenvatting en uitwerking) Chronologische volgorde Uitlichtend en toelichtend verband Betogende teksten 3.7 Betogen brengen de mening van de schrijver (of spreker) nadrukkelijk naar voeren met argumenten en https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 2 van 15

een conclusie. Je wil de ander overtuigen van je gelijk. Het is dus subjectief. Inleiding Vraagstelling of stelling Middenstuk Argumenten Tegenargumenten Tegenwerping Slot Conclusie of samenvatting Beschouwende teksten 3.8 Beschouwing belicht een onderwerp van verschillende kanten. Overzicht betoog en beschouwing 3.9 Betoog Beschouwing - Eigen mening staat centraal - Tekstdoel = overtuigen - Erg subjectief - Bevat eigen mening - Tekstdoel = beschouwen (verschillende kanten belichten) - Minder subjectief Vaak driedelig: - (probleem)stelling - Argumenten - Conclusie Bevat onderdelen als: - Oorzaken en verklaringen - Voor- en nadelen - Mogelijke oplossingen Activerende teksten 3.10 Activerende teksten willen de lezer of luisteraar overtuigen maar ook tot actie aanzetten. Zakelijke brief 3.11 Drie zakelijke brieven: - circulaire zakelijke brief die gericht is aan meer personen informerend/activerend - sollicitatiebrief zakelijke brief waarin je je aanbiedt voor een bepaalde functie vaak als bijlage een curriculum Vitae (een lijst met persoonlijke gegevens) activerend - ingezonden brief persoonlijk artikel informerend/betogend/activerend Schrijven van een brief Nederlandse en Amerikaanse briefmodel Samenvattend schema 3.13 Tekstdoel Uitgangspunt Tekstsoort Voorbeelden Informeren Feiten (objectief) Informerende teksten - Nieuwsbericht https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 3 van 15

- Verslag - Notulen - Zakelijke brief Uiteenzetten Feiten (objectief) Uiteenzettende teksten (uiteenzetting) - Langer artikel in krant of tijdschrift - Teksten in schoolboeken Overtuigen Mening (subjectief) Betogende teksten (betogen) - Commentaar in krant of tijdschrift - Ingezonden brief Beschouwen Mening (subjectief) Beschouwende teksten (beschouwing) - Achtergrondartikel in krant of tijdschrift - Ingezonden brief Activeren Mening (subjectief) Activerende teksten - Advertentie - Folder/brochure - sollicitatiebrief Alinea en Kernzin 4.1 Alinea een onderwerp Bestaat uit kernzin (hoofdmededeling) en een uitwerking/verduidelijking Kernzin opvallende plaats eerste (of tweede) zin van een alinea (inleidende zin) soms is het de laatste zin citeren = letterlijk overnemen altijd tussen aanhalingstekens Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst 4.2 Onderwerp meestal één woord (algemeen een zelfstandig naamwoord) Hoofdgedachte een uitspraak (mening) van de schrijver over het onderwerp Hoofdstructuur 4.3 Een zakelijke brief (brief, betoog, artikel) bestaat uit drie hoofddelen: - Inleiding kan vijf functie hebben (meestal meer dan 1) - belangstelling van lezer of luisteraar wekken - onderwerp introduceren en/of hoofdgedachte naar voren brengen - aankondigen hoe de tekst is opgebouwd - aanleiding voor het schrijven geven - lezer of luisteraar welwillend stemmen Het maken van een goede inleiding kun je maken door een van de 7 stappen: 1. Begin met een of meer directe vragen 2. Begin met een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag. Die vraag geeft dan het hoofdonderwerp van de tekst aan. 3. Begin met een retorische vraag: een vraag waarop je geen antwoord verwacht. In feite is het een mededeling in vraagvorm. 4. Begin met een verrassende, uitdagende, shockerende of sarcastische openingszin. Gebruik daarvoor stijlmiddelen als overdrijving, ironie en sarcasme. 5. Vertel een korte anekdote (kort verhaal). https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 4 van 15

6. Stel het probleem meteen aan de orde. 7. Noem de aanleiding tot het schrijven van de tekst. - Middenstuk Het onderwerp wordt behandeld en onderverdeeld in een aantal deelonderwerpen. Elk deelonderwerp wordt in een aparte alinea verteld. - Slot Afronden van de tekst, dat kan op 3 manieren: 1. Korte samenvatting de belangrijkste zaken worden op een rijtje gezet. 2. Conclusie voor- en nadelen worden tegen elkaar afgewogen. 3. Er wordt een aanbeveling gedaan. Samenvattend schema 4.4 Opbouw van een zakelijke tekst Inleiding - Belangstelling wekken - Onderwerp introduceren - Hoofdgedachte formuleren - Opbouw aankondigen - Aanleiding noemen - Welwillend stemmen Middenstuk - Hoofdgedachte uitwerken in deelonderwerpen Slot - Samenvatting - Conclusie - aanbeveling Soorten verbanden 5.2 Verband in een tekst aangeven door signaalwoorden. Tegenstellend verband maar, daarentegen, doch, echter, integendeel, daar staat tegenover Vb. In de zomervakantie had ik een aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor. Opsommend verband dan, bovendien, ook, niet alleen, maar ook, verder, nog, daarnaast Vb. Ik heb er geen zin in, en ik heb er geen geld voor; bovendien mag het niet van mijn ouders. Oorzakelijk verband doordat, daardoor, zodat, waardoor, ten gevolge van Vb. Ten gevolge van de hevige sneeuwval moesten de skipistes enkele dagen worden gesloten. Redegevend verband omdat, want, daarom, immers, namelijk Vb. Ik heb toch maar een back-up van mijn verslag gemaakt; je kunt immers nooit weten. Uitleggend verband dat wil zeggen, zo, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter illustratie Vb. Mijn broer houdt van avontuurlijke reizen; zo is hij onlangs naar het Amazonegebied geweest. Structuurmodellen 5.4 Om een tekst duidelijk te maken word een tekst verdeeld in alinea s. Tussen deze alinea s moet een onderling verband zijn. Deze samenhang wordt door een structuur of opbouw weergegeven. Er zijn verschillende structuurmodellen: - Voordelen-en-nadelenstructuur wat zijn de voor- en nadelen? https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 5 van 15

- Inleiding beschrijving van een verschijnsel of ontwikkeling met positieve en negatieve kanten. - Middenstuk overzicht van voor- en nadelen - Slot conclusie/samenvatting - Tekstsoort uiteenzetting/beschouwing/betoog - Vroeger-en-nu-structuur wat is er veranderd? - Inleiding beschrijving van een ontwikkeling of verandering - Middenstuk twee (of meer) perioden tegenover elkaar - Slot conclusie of aanbeveling (soms samenvatting) - Tekstsoort beschouwing/uiteenzetting/betoog - Vroeger-nu-toekomststructuur wat is er al veranderd en wat gaat er nog veranderen? - Inleiding beschrijving om welk verschijnsel het gaat. - Middenstuk ontwikkelingen die er tot nu toe zijn geweest en die nog komen - Slot samenvatting of aanbeveling - Tekstsoort beschouwing/uiteenzetting/betoog - Probleem-en-oplossingstructuur op welke manier(en) kan het probleem worden opgelost? - Inleiding beschrijving van het probleem - Middenstuk oplossingen - Slot afweging en aanbeveling - Tekstsoort uiteenzetting/beschouwing/betoog - Verschijnsel-en-verklaringstructuur welke verklaringen zijn er voor dit verschijnsel te geven? - Inleiding bespreking van een verschijnsel - Middenstuk verklaring (soms ook oplossingen) - Slot aanbeveling en/of samenvatting - Tekstsoort uiteenzetting/beschouwing/betoog - Bewering-en-argumentenstructuur waarom is waar? - Inleiding bewering - Middenstuk argumenten - Slot conclusie - Tekstsoort betoog - Verschijnselen-en-besprekingstructuur welke aspecten kent dit verschijnsel? - Inleiding bespreking van een verschijnsel - Middenstuk bespreking van verschillende aspecten - Slot samenvatting - Tekstsoort uiteenzetting/beschouwing Functies van tekstgedeelten 5.7 Elk tekstgedeelte heeft een bepaalde functie binnen een tekst. Functie Omschrijving Aanbeveling Goede raad geven. Aanleiding Aangeven welke gebeurtenis hem ertoe gebracht heeft een bepaalde tekst te schrijven. Afweging Voor-en nadelen vergelijken. Antwoord Antwoord geven op een vraag. https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 6 van 15

Argumentatie Reden(en) of bewijzen voor bepaalde opvattingen. Bewijsvoering Met feiten een bepaalde stelling of mening bewijzen. Conclusie Gevolgtrekking uit een aantal gegevens. Definitie Nauwkeurig mogelijke beschrijving geven. Doelstelling Wat wil je ermee bereiken. Gevolgen Wat zijn de gevolgen van een maatregel of verschijnsel. Hypothese Stelling die bewezen wordt. (geprobeerd) Inleiding Kort aangeven wat je gaat behandelen. Nuancering Bewering of standpunt wordt afgezwakt om te laten zien dat er ook andere gezichtspunten zijn. Ontkenning Volgt altijd op een bewering, bewijzen dat het niet de waarheid is. Oorzaak Aangeven waardoor iets is ontstaan. Oplossing Gevolg van een geschetst probleem. Opsomming Een aantal meningen of verschijnselen weergeven. Probleemstelling Aangeven over welk probleem de tekst gaat. Reden Het gaat om waarom, waarom wil de mens het. Redenering (redenatie) Reeks van beweringen en argumenten waarmee je tot een conclusie komt. Samenvatting In enkele zinnen de kern weergeven. Stelling Bewering die door voorbeelden of redenering bewezen moet worden. Tegenstelling Staat tegenover een ander beschreven verschijnsel of mening. Theorie Algemene beschrijving van wat over een onderwerp is bedacht. Toelichting Een bepaalde mening of stelling duidelijk maken. Toepassing Na een theorie volgt de toepassing of uitwerking ervan. Uitwerking Een stelling of bewering wordt verder toegelicht of uitgebreid. Verklaring Uitleg van een bepaald verschijnsel. Voorbeeld Concrete verduidelijking van een bewering, stelling of mening. Voorwaarde Voordat er iets kan gebeuren moet er eerst iets anders gebeuren. Vraagstelling Aangeven op welke vraag hij betogend of redenerend een antwoord zal geven. Weerlegging Tegen de mening van anderen. Basisbegrippen 6.1 Een mening kun je aanduiden met verschillende termen: - mening Ik ben van mening dat - standpunt Gister nam je een heel anders standpunt in - stelling Mijn stelling is - bewering Ik beweer nu juist - opvatting Ik deel die opvatting niet. Makkelijk herkennen door het werkwoord vinden. Standpunt ook een mening, maar iets nadrukkelijker. Een mening kun je gebruiken bij verschillende soorten teksten (mondeling en schriftelijk) - debat uitkomen tot een standpunt - discussie standpunten vergelijken, meningen tegenover elkaar stellen https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 7 van 15

- beschouwing schrijver vergelijkt verschillende standpunten - betoog schrijver formuleert een stelling, lezer overtuigen tot hetzelfde standpunt Argumenten mening onderbouwen of aannemelijk maken Redenering een keten van meerdere meningen en argumenten. Objectieve en subjectieve argumenten 6.2 Om iemand te overtuigen heb je meerdere argumenten nodig voor een mening. Je hebt twee soorten argumenten: - objectieve argumenten (feiten) controleerbare feiten (bewijs) Argumenten op basis van feiten - subjectieve argumenten alle ander argumenten Argumenten op basis van geloof, of Argumenten op basis van intuïtie Drogredenen 6.6.2 Drogreden een foutief argument (manipuleren) - het-op-de-man-spelen of de persoonlijke aanval Geen goede zakelijke argumenten meer persoonlijke kritiek Zoiets doms heb ik nog nooit gehoord - meelopersmotief Geen zakelijk argument beroep op algemene mening of een algemeen verschijnsel Waarom moet ik zo vroeg thuiskomen? Iedereen mag net zo laat thuiskomen als hij zelf wil. - Generalisering Vanuit één voorbeeld of één gebeurtenis wordt een conclusie getrokken Die Amerikanen zijn toch rijk hoor! Mijn neef in Ohio rijdt ook al in een grote auto. - Het dreigement gebruikt zijn macht (of die van een ander) om zijn zin door te kunnen zetten Als je nu niet snel je bord leeg eet, ga je onmiddellijk naar bed. - De ontduiking van de bewijslast de schrijver of spreker weet geen echte bewijzen te noemen overbluffen Iedereen met een beetje gezond verstand zal zeggen - De cirkelredenering het argument dat hij gebruikt, is al een onderdeel van de stelling/bewering. Dat is nou typisch een uitspraak voor een man. Hoe weet je dat? Omdat je een man bent. - Vertekenen van het standpunt vooral in discussies neemt een deel van de bewering van een ander Vooral op uitgaansavonden zie je in de stad vechtpartijen. Dat kun je niet menen, dat mensen die uitgaan vechtersbazen zijn! - Onjuiste oorzaak-gevolg-relatie vooral in discussies vooral emotionele onderwerpen https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 8 van 15

Doordat de welvaart is toegenomen, is ook de criminaliteit toegenomen. Er is immers meer te halen! - Beroep op verkeerde autoriteit Gemakkelijk te herkennen, discussieprogramma s op televisie Singapore is een hoogontwikkelde stad. Mijn broer is er geweest en hij vertelde dat iedereen Engels sprak. - Valse vergelijking Zaken die vergeleken worden moet gelijkwaardig zijn Menseneters en koppensnellers zijn heus niet minder ontwikkeld dan de mensen in westerse landen hoor. Kijk maar naar Amerika: daar worden toch ook nog steeds doodvonnissen uitgevoerd? Bijzonder taalgebruik en stijlmiddelen bij argumenteren 6.7 - Gevoelswaarde woorden die een zelfde voorwerp aanduiden maar toch net een andere betekenis hebben. Ze hebben een negatieve of positieve gevoelswaarde. Ik kwam met mijn Ka tje naar de vergadering, maar kon natuurlijk weer geen plaats vinden tussen de sleeën van die patsers. - Beeldspraak krachtiger maken - Vergelijking Mijn zakgeld verdwijnt als sneeuw voor de zon. - Metafoor Die dome gans spelt zelfs haar naam verkeerd. - Personificatie Intieme romans nemen u mee naar - Metonymia Ik heb een echte Herman Brood gekocht. - Tautologie twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Elk gerucht of geluid is vervelend, als je moet studeren. - Pleonasme een eigenschap herhalen In de verte zag je niet meer dan een piepklein stipje. - Antithese tegenstelling Meer smaak. Minder nodig. - Paradox schijnbare tegenstrijdigheid Je beste vrienden kunnen je ergste vijanden zijn. - Hyperbool overdreven manier van zeggen. Betaald voetbal moet worden verboden, want bij elke wedstrijd wordt er voor miljoenen schade aangericht. - Understatement manier van zeggen waarbij de bewering wordt afgezwakt. Ja, die Van Basten kon wel een aardig balletje trappen. - Eufemisme iets wordt minder aangenaam of netjes Hij heeft gisteren afscheid genomen van zijn aardse bestaan. - Woordspelling taalgrapje, het heeft meerdere betekenissen. De roker is tegenwoordig steeds vaker de sigaar. - Spelen met klanken extra aantrekkelijk maken (reclame) En zo komt Jan Splinter door de winter. https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 9 van 15

- Retorische vraag bewering sterker door er een vraag van te maken. Wie wil nou die lekkere muziek in winkels en op straat afschaffen? Het is toch gezellig? - Jargon vaktaal, om indruk te wekken dat ze er veel vanaf weten. De rechtbank kan me hiervoor nooit veroordelen, want uit jurisprudentie blijkt dat hier het subsidiariteitsbeginsel geldt. - Ironie milde vorm van spot. Die jas is zeker speciaal voor jou ontworpen. Samenvatten 7.2 Er zijn verschillende soorten samenvattingen: - uittreksel beknopt overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen (leesdossier). - samenvatting alleen de elementen gebruiken die van belang zijn voor jou onderzoeksvraag (documentatiemap). - representatieve samenvatting nieuwe (korte) tekst die de oorspronkelijke tekst kan vervangen (voor anderen, om te presenteren). - Geleide samenvatting korte samenvatting waarbij is aangegeven welke elementen duidelijk naar voren moeten komen (examen). Een samenvatting moet voldoen aan de volgende eisen: - Bevat alleen de hoofdzaken (informatie-elementen) belangrijkste gegevens en argumenten. - Strekking (bedoeling en hoofdgedachte) is goed weergegeven. - Geschreven in goed Nederlands - Omvang van de hoogstens 20% van de originele tekst. - Moet representatief zijn Je kan pas een goede samenvatting maken als: - Je de inhoud van de tekst helemaal begrijpt. - Je de tekstsoort herkent. - Je de strekking van de tekst kent. - Je weet hoe de tekst is opgebouwd. - Je de tekst beknopt in eigen woorden kan vertellen. Samenvatting informatieve tekst alle belangrijke informatie Samenvatting persuasieve tekst duidelijk de mening en de argumenten. De presentatie 8.1 Tekstsoorten: - Uiteenzetting - Betoog - Beschouwing Discussie 8.2 Een discussie kan verschillende doelen hebben: - Meningvormend - Probleemoplossend https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 10 van 15

Een forumdiscussie bestaat uit vier fasen: 1. Onderwerp introduceren 2. Iedereen laat zijn standpunt horen 3. Discussie begint 4. Gemeenschappelijk standpunt Stijlfouten 9.2 t/m 9.7 Verkeerd woord/verkeerde uitdrukking *De surveillant maakte aanmerkingen over het hinderlijke gedrag van de jongen. De surveillant maakte aanmerkingen op het hinderlijke gedrag van de jongen. Moeilijke woorden en uitdrukkingen of vakterm *In het ziekenhuis werd vrij snel vastgelegd dat het om een geval van meningitis ging. In het ziekenhuis werd vrij snel vastgesteld dat het om een geval van nekkramp ging. Abstracte formulering Barbarisme Woorden of uitdrukking die letterlijk uit een andere taal in het Nederlands zijn vertaald. - Belgicisme (België) *Vroeger of later dalen de koersen van de aandelen en ga je het schip in. Vroeg of laat dalen de koersen van de aandelen en ga je het schip in. - Germanisme (Duits) *De printers zijn verkocht aan een redelijke prijs. De printers zijn verkocht voor een redelijke prijs. - Anglicisme (Engels) *Deze chemieker heeft jarenlang gewerkt bij het chemieconcern. Deze chemicus heeft jarenlang gewerkt bij het chemieconcern. - Gallicisme (Frans) *Freek de Jonge is een gekende Nederlandse cabaretier. Freek de Jonge is een bekende Nederlandse cabaretier. Modewoorden *Ik vind dat idee van jou cool, man. Ik vind dat idee van jou geweldig, man. Vage woorden (containerwoorden) *Er zijn twee dingen voor verbetering vatbaar. Er zijn twee voorzieningen/situaties/onderdelen/punten/ voor verbetering vatbaar. Platte of grove woorden *Shit, ik heb donderdag het eerste uur geen vrij! Ik heb donderdag het eerste uur geen vrij, verdorie! Archaïsme (verouderde woorden/uitdrukkingen) *Hierbij delen wij u mede dat u de reiskosten welke u maakt, bij ons kunt declareren. Hierbij delen wij u mee dat u de reiskosten die u maakt, bij ons kunt declareren. Tautologie Dezelfde woordsoort en betekenis. (schots en scheef) https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 11 van 15

*Bovendien moeten ook nog de remblokken worden vervangen. Bovendien moeten de remblokken nog worden vervangen. Pleonasme Verschillende woordsoort, dubbelop (groen gras) *Wanneer we verzekerd willen zijn voor, kunnen we beter van te voren reserveren. Wanneer we verzekerd willen zijn voor, kunnen we beter reserveren. (Reserveren = van te voren bespreken) Woord(en) te weinig *Het kabinet is verdeeld over wie voor de tekorten moet opdraaien. Het kabinet is verdeeld over de vraag wie voor de tekorten moet opdraaien. Telegramstijl Overbodige woorden worden weggelaten (reclame). *Een jaarabonnement kost u 32.50. Een alleszins redelijke prijs. Zeker wanneer u bedenkt dat wij maandelijks langskomen om de rolemmer schoon te spuiten. Meer informatie? Bel ons gerust. Dubbele ontkenning 9.8 Werkwoorden samen met het woord niet vormen een dubbele ontkenning. Woorden voorkomen, beletten, verhinderen, verhoeden, ervoor waken, ervan afhouden. vb. Mijn zoon zal nooit geen ander kwaad doen! Riep de vrouw verontwaardigd uit. Mijn zoon zal nooit anderen kwaad doen! Riep de vrouw verontwaardigd uit. Contaminatie 9.9 Twee woorden of uitdrukkingen met eenzelfde betekenis die door elkaar gehaald zijn. Vb. Ze behoort tot een van de beste leerlingen van zijn afdeling. Ze is een van de beste leerlingen van zijn afdelen. Ze behoort tot de beste leerlingen van zijn afdeling. Woord(en) op de verkeerde plaats 9.10 Onduidelijk overkomen Vb. alle tomaten komen tegenwoordig bijna uit kassen. Bijna alle tomaten komen tegenwoordig uit kassen. Congruentiefout 9.11 Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm en bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm. Vb. Onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsminister zijn er wetten gemaakt die de vrijheid van scholen juist inperkt. Onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsminister zijn er wetten gemaakt die de vrijheid van scholen juist inperken. Verwijzingsfout 9.12 Onzijdige woorden (het-woorden) https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 12 van 15

Persoonlijk voornaamwoord het Bezittelijk voornaamwoord zijn - Namen van landen en steden - Alle verkleinwoorden Mannelijke woorden (de-woorden) Persoonlijk voornaamwoord hij/hem Bezittelijk voornaamwoord zijn Vrouwelijke woorden (de-woorden) Persoonlijk voornaamwoord ze/zij Bezittelijk voornaamwoord haar Abstracte woorden (vrouwelijke de-woorden) Persoonlijk voornaamwoord ze Bezittelijk voornaamwoord haar Meervoudige woorden (de-woorden) Zaken ze Personen onderwerp zij/ze lijdend voorwerp hen/ze Persoonlijk voornaamwoord meewerkend voorwerp hun (nooit onderwerp) Verwijzen naar personen of zaken van een het-woord dat. Bij een hele zin of overtreffende trap gebruik je wat. Verwijzen naar personen aan wie, voor wie Verwijzen naar zaken waaraan, waarvoor Te weinig afwisseling in zinsbouw en zinslengte, te lange zinnen 9.13 - Afwisseling in de zinsbouw - Zinslengte variëren - Vermijd te lange zinnen - Vermijd te veel bijzinnen - Verkeerd aansluitende beknopte bijzin 9.14 Bevatten geen onderwerp. Vb. vermoeid thuisgekomen moest onmiddellijk met de kinderen gespeeld worden. Vermoeid thuisgekomen moest hij onmiddellijk met de kinderen spelen. Losstaand zinsgedeelte 9.15 Soms wordt een zin los gezet terwijl dat niet hoort. Bijv. de tijdkok was door Maurice verkeerd ingesteld. Waardoor de buitenverlichting niet brandde toen we thuiskwamen. De tijdklok was door Maurice verkeerd ingesteld, waardoor de buitenverlichting niet brandde toen we thuiskwamen. Aaneenschrijven 10.3 https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 13 van 15

Samenstelling van twee of meer woorden aan elkaar: - Samengestelde zelfstandige naamwoorden vormen samen een betekeniseenheid Vb. Asielzoekerscentrum, hogesnelheidstrein - Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden Vb. alcoholvrij, koolzuurhoudend - Samengestelde werkwoorden Vb. totstandkomen, televisiekijken, polstokhoogspringen, bezwaar maken - Voornaamwoordelijke bijwoorden woorden met er, daar, hier en waar Vb. erin, daarvoor, hierdoor, waartegenover - Getallen tot honderd en samenstellingen met honderd en duizend Vb. negenentwintig, zevenhonderd, eenenzestigduizend Sommige woorden krijgen een andere betekenis als je ze los schrijft: Vb. tenminste (= in ieder geval) ten minste (= op zijn minst) Liggend streepje 10.12 Twee gelijke klinkers massa-artikel, glij-ijzer Andere letters die leiden tot verkeerd lezen reclame-industrie, ski-jack Tussen gelijkwaardige delen collega-bestuurder, hotel-café-restaurant Eerste deel twee woorden met hoofdletter Tweede-Kamerfractie, Middellandse-Zeegebied Samenstellingen met letter, cijfers, andere tekens of met Sint of St. havo-leerling, 40+-kaas, Sint-Nicolaas Samengestelde aardrijkskundige namen Breda-Noord, Midden-Amerika Samenstellingen met een eigennaam Philips-stofzuiger, de zaak-verstappen Samenstellingen met privé, pro, ex, niet, non, quasi, loco, semi, vice en oud ex-zakenman, privé-bezoek, vice-voorzitter Samenstellingen met anti alleen als het tweede deel met een hoofdletter begint. anti-duits, antiabortusbeweging Sommige woorden hebben twee liggende streepjes kop-en-schotel, kant-en-klaarmaaltijd Trema 10.14 Om aan te geven waar een nieuwe lettergreep begint beëindigen, reünie, financiële Sommige meervoudsvormen Fantasieën, zeeën Bij iee en ii- is en trema overbodig Financieel, dieet, verfraaiing Samengestelde telwoorden en afgeleide woorden Tweeëntachtig, drieënhalf Weglatingsstreepje 10.18 Een deel van het woord is weggelaten zomer- en winterseizoen zomerseizoen en winterseizoen In de volgende gevallen geen weglatingstreepje omdat een deel van het woord weg is gevallen hoge en lage cijfers hoge cijfers en lage cijfers Interpunctie 11 Punt, vraagteken, uitroepteken; https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 14 van 15

- (slot)punt aan het einde van een zin - Overbodig als het eindigt op;?! of afkorting. - Na een vraag een vraagteken - Na een uitroep, waarschuwing een uitroepteken Komma; - Tussen delen van een opsomming - Achter/voor een aangesproken persoon en een tussenwerpsel - Voor en achter een bijstelling - Voor een aantal voegwoorden - Tussen werkwoorden uit verschillende gezegdes - Na een beperkende of uitbreidende bijvoeglijke zin - Om verkeerd lezen te voorkomen Puntkomma; - Twee zinnen of mededelingen die met elkaar samenhangen. - In langere opsommingen is een puntkomma soms duidelijker Dubbele punt; - Bij een directe rede - Voor een opsomming, uitwerking of verklaring Aanhalingstekens; - Directe reden - Aangeven dat het gebruikte woorden van een ander zijn - Titels van boeken, films, programma s enz. - Bij ironie, bijzonde gebruik of een zelfnoemfunctie https://www.scholieren.com/verslag/39525 Pagina 15 van 15