Perspectieven voor Duurzame Energie in Noord-Holland Ernst Vuyk & Thomas Winkel Ecofys 24 februari 2012 ECOFYS PO Box 8408 RK Utrecht, the Netherlands www.ecofys.com
Inhoud Inleiding en context Huidige situatie: duurzame energie in Noord-Holland Perspectieven voor duurzame energie in Noord-Holland Conclusies en aanbevelingen 2
Inleiding en context Ecofys is door GroenLinks, Statenfractie Noord-Holland, gevraagd om een perspectief voor duurzame energie in Noord-Holland te geven. Hiervoor zijn toekomstbeelden geschetst in de vorm van twee scenario s. De twee scenario s geven inzicht in de ontwikkeling en mogelijkheden van duurzame energie op middellange termijn, vanuit de huidige situatie. Ze kunnen houvast bieden bij het herijken van provinciaal beleid dat goed aansluit bij nationale doelstellingen en beleid alsmede bij inspanningen en ontwikkelingen door gemeenten, initiatiefgroepen, particulieren en marktpartijen op lokaal niveau. Belangrijke uitgangspunten zijn: Duurzame energieproductie buiten de grenzen van Noord-Holland, zoals op zee, is niet meegeteld; Er is rekening gehouden met een ambitieus energiebesparingtempo (Nationale Actieplan Hernieuwbare Energie (2010)). Er volgen een aantal conclusies en aanbevelingen om de inzet van duurzame energie in de provincie op middellange termijn te vergroten en gerelateerde economische kansen te benutten. 3
Huidige situatie 4
In 2010 bedroeg het totale opgestelde duurzame energie vermogen 860 megawatt (MW), met een geschatte energieproductie van 16 petajoule (PJ) 1% 10% 9% 7% 5% 2% 1% 16 PJ 40% 40% Wind op land Afvalverbrandingsinstallaties 18% 860 MW Warmtepompen + WKO Zonneboilers 42% 25% Zelfstandige biomassa installaties Zon-PV 5 Bron: Ecofys op basis van de Klimaatmonitor, CBS en eigen onderzoek
Duurzame energie in Noord-Holland in 2010 Duurzame energie optie Aantal/type installatie Geïnstalleerde capaciteit (MW) Geschatte productie (PJ) Wind op land 320 turbines 335 6 Warmtepompen en WKO 56 hectare kas verwarmen + >80.000 woningen (of 1.100 kantoren). 159 1,5 Bij en meestook van biomassa 0 centrales 0 0 Afvalverbrandingsinstallaties 2 centrales: Amsterdam, Alkmaar 217 6,5 Zonneboilers 1000+ installaties 90 0,2 Zelfstandige biomassa installaties (elektriciteit en warmte) (excl. Groengas) Verbranding vaste biomassa: 3 installaties; 130 houtkachels bij bedrijven; 3 co-vergistingsprojecten; 10 Riool en Afvalwaterzuiveringsinstallaties (RWZI/AWZI); 2 GFT vergistinginstallaties; 1 VGIvergistingsinstallatie 50 1,2 Zon-PV 10-13.000 gem. installaties 14 0,1 Groengas 1-2 installaties 0,3 <0,01 6 N.B. bovenstaande getallen betreffen een schatting en kunnen deels afwijken van de werkelijke situatie
Perspectieven voor duurzame energie in Noord-Holland 7
Om aan de nationale doelstelling voor duurzame energie te voldoen moet de productie tussen 2010-2020 in Noord- Holland meer dan verdubbelen PJ [vermeden primaire energie] 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Zonneboilers Diepe geothermie (warmte) Groengas (vergisting) Zon-PV Bij - en meestook Warmtepompen + WKO Zelfstandige biomassa installaties Wind op land Afvalverbrandingsinstallaties 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 8
Verwachtingen ten aanzien van duurzame energie in Noord- Holland tot 2020 (1/2) Wind op land kan met ongeveer 9% per jaar groeien en verdubbelen van 6 naar 13 PJ in 2020. Er zit een grote hoeveelheid projecten in de pijplijn maar omstandigheden ten aanzien van provinciaal beleid zijn onzeker De sterkste groei verwachten wij van duurzame energie uit zelfstandige biomassa (verbranding, vergisting) en groengas installaties die samen maximaal 11 PJ aan energie in 2020 kunnen leveren De verbranding van biogeen afval in verbrandingsinstallaties (AVI s) en bijstook van biomassa in bestaande kolencentrales kan in Noord-Holland in 2020, 11 PJ aan duurzame energie leveren. Het gaat om mogelijke bijstook in de Hemweg Centrale en een kleine groei van energie uit AVI s.
Verwachtingen ten aanzien van duurzame energie in Noord- Holland tot 2020 (2/2) Er is een groot onbenut potentieel voor de toepassing van warmte en koude opslag (WKO) en warmtepompen in de provincie. In 2020 kan deze categorie zo n 4 PJ aan duurzame energie leveren. Pas na 2020 kan geothermie een meer substantiële gaan bijdrage leven aan de duurzame energiehuishouding van Noord-Holland De groei van zon-pv zal over de periode 2010 2020 met gemiddeld 27% groot zijn. Absoluut gezien zal zon-pv een vrij kleine bijdrage leveren van maximaal 2,5-3 PJ in 2020.
Verwachte ontwikkelingen op lokaal niveau kunnen tot 65% bijdragen aan de duurzame energie productie in de provincie op middellange termijn PJ [vermeden primaire energie] 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Verschil tussen wat er minimaal moet gebeuren in de provincie gezien de nationale doelstelling voor duurzame energie en verwachte bijdrage van ontwikkelingen op lokaal niveau Zonneboilers Warmtepompen + WKO Zelfstandige biomassa installaties + groengas Zon-PV Wind op land Afvalverbrandingsinstallaties 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Constateringen - waarnemingen Conclusies Ter overweging Rol van de provincie 12
Constateringen Om aan de nationale doelstelling voor duurzame energie te voldoen moet de productie van duurzame energie tussen 2010 en 2020 in Noord-Holland meer dan verdubbelen. Het verschil in 2020 tussen verwachtingen/schattingen van gemeenten / lokaal niveau en de afgeleide van de nationale doelstelling voor de provincie Noord Holland is met 14 PJ vergelijkbaar met hetgeen dat er op dit moment aan duurzame energie wordt geproduceerd (9-16 PJ) De provincie kan als bestuurlijke tussenlaag zowel een stimulerende, neutrale als belemmerende rol in het overbruggen van het verschil innemen. Het provinciaal beleid is in beweging, dit vergroot de onzekerheid en verhoogt een risico bij initiatiefnemers. 13
Waarnemingen en conclusies Meer specifiek is er ten aanzien van de ontwikkeling individuele duurzame energie opties en de rol van de provincie in het faciliteren en stimuleren hiervan het volgende op te merken: Wind op land. Gezien de technisch-economische ontwikkelingen en de huidige pijplijn aan projecten en initiatieven kan wind op land een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame energiehuishouding in Noord-Holland. Er zit een grote hoeveelheid projecten in de pijplijn. Het potentieel aan wind op land is moeilijk te vervangen door andere opties op de middellange termijn. Deze opties groeien in het scenario al maximaal. Vergunningen procedures voor wind op land verlopen te stroef en traag om doelstellingen te kunnen halen. Een stroomlijning is te overwegen. Een meer proactieve houding van de provincie ten aanzien van initiatieven en het vinden van geschikte windlocaties hiervoor is belangrijk voor het imago van de sector en om de impact op ruimte, natuur en leven minimaal te houden. Voorlichting aan en participatie van burgers en andere belanghebbenden is nodig bij de grote opgave waar de provincie voor staat. 14
Ter overweging Biomassa vergisting en groengas heeft tevens een groot potentieel, mede gezien het aanbod van geschikte reststromen. De provincie kan een belangrijke rol hebben in het ontsluiten van dit veelal lokale potentieel op de middellange termijn door vergunningverlening en heldere wettelijke kaders, alsmede door het faciliteren van synergievorming tussen de agrarische sector (reststromen) en exploitanten van installaties. In de grotere utiliteitsgebouwen wordt warmte/koudeopslag (WKO) in toenemende mate toegepast. WKO installaties en warmtepompen hebben een groot toepasbaar potentieel in de provincie, vooral in de bestaande bouw en in de glastuinbouwsector. Het warmte en koude potentieel is al goed in kaart gebracht. Subsidies voor de toepassing van WKO in de bestaande bouw ontbreken op nationaal niveau, maar zijn nodig om dit potentieel ook daadwerkelijk te kunnen benutten. Kennisdeling, voorlichting aan mogelijke aanvragers en stroomlijning van het vergunningenproces zijn andere activiteiten die de provincie kan overwegen. Zon-PV komt in de versnellingsfase: een meer substantiële bijdrage kan worden geleverd aan de energievoorziening in de gebouwde omgeving op dit moment. Creatieve oplossingen uit de markt op de kostprijs te verlagen worden aangemoedigd. Op lokaal niveau vinden er veel, maar soms te ongecoördineerde en verspreide initiatieven plaats. Hier kan de provincie een bindende en bundelende en soms coordinerende rol vervullen. Van de omvang van energieproductie moet niet te snel te veel worden verwacht. 15
Rol van de provincie is belangrijk bij verbindingen Meer algemeen geldt dat de provincie verder kan gaan in het verkennen van mogelijkheden om op te treden als informant voor particulieren en kleine ondernemers die geïnteresseerd zijn in zon-pv, zonthermisch, warmtepompen of WKO systemen. Faciliteer en jaag initiatieven aan door het bij elkaar brengen van partijen en belanghebbenden, door het uitvoeren en (mede)financieren van haalbaarheidsstudies en het begeleiden van processen. Dit is belangrijk voor de meeste opties, maar in het bijzonder voor wind op land, biomassa, groengas en geothermie. Vergunningprocedures lopen nog vaak onnodig stroef. Indien nodig dienen de gereserveerde middelen en beschikbare capaciteit ten opzichte van de ambities te worden herijkt. Dit is vooral relevant voor wind op land; AVI s, bij- en meestook van biomassa in bestaande centrales en grootschalige groengasproductie. De provincie kan het goede voorbeeld geven door toepassing van duurzame energie in de eigen organisatie en de ervaringen te delen met burgers en het bedrijfsleven. Hier wordt al aandacht aan besteed maar is voor een relatieve buitenstaande weinig van zichtbaar. Communicatie kan op dit punt veel goed doen. 16
Dank voor uw aandacht Vragen? 17
Extra slides 18
Er is een sterkste groei te verwachten van duurzame energie uit zelfstandige biomassa en groengas installaties die samen maximaal 11 PJ aan energie in 2020 kunnen leveren Deze opties zijn aantrekkelijk en relatief kosteneffectief en maken binnen de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE+) de komende jaren een goede kans op subsidie. Er zit een groot aantal projecten in de pijplijn. Het gaat hier om mestvergisting alsmede vergisting uit organisch afval en agrarische reststoffen. Het potentieel van biomassastromen voor vergisting is groot en installaties zijn flexibel in de brandstofinvoer. Kleinschalige biomassawarmte projecten worden naast groengas aantrekkelijker. Vanaf 2013 is er groei mogelijk, mede door de SDE+. Het betreffen relatief kleinschalige projecten (1 10 MWthermisch) die technologisch vrij eenvoudig zijn en gemakkelijk een vergunning zouden moeten krijgen. De groei van biomassa verbrandingsinstallaties blijft beperkt. Biomassa verbranding betreffen vrij complexe projecten waarbij het lokale aanbod aan biomassa vaak een belangrijke beperkende factor is. De toename van groengas projecten zal ten koste gaan van biomassa vergisting waarvan elektriciteit en/of warmte wordt gemaakt. 19 Huidige biomassa-installaties in Noord-Holland. Bron: www.b-i-o.nl
Er is een groot potentieel voor de toepassing van warmte en koude opslag (WKO) en warmtepompen in de provincie WKO is momenteel rendabel wanneer er voldoende behoefte is aan koeling. In de grotere utiliteitsgebouwen is toepassing van warmte/koudeopslag dan ook min of meer standaard technologie. Aanscherping van de energie-eisen aan gebouwen (EU wetgeving) zal naar verwachting leiden tot groei. Daarnaast is Noord-Holland vrij dicht bebouwd en is er een groot potentieel in de bestaande bouw. Omdat de onrendabele top hier groter is (kosten liggen hoger) is subsidie nodig om dit potentieel te benutten. De SDE+ stimuleert in 2012 echter geen WKO en warmtepompen, wel is er een investeringsaftrek. Door steun van overheden (in de vorm van subsidies en risico fondsen) kan de toepassing van WKO en (hybride) warmtepompen in de bestaande bouw sterk toenemen vanaf 2015, waarna het rond 2025 stabiliseert tot zo n 50% van de vervangingsmarkt voor ketels. Een beperkende factor voor WKO en warmtepompen in de nieuwbouw is krapte in de aanbod markt voor warmtepompen en (in mindere mate) een afname van nieuwbouw als gevolg van de crisis. Er is potentieel voor de toepassing van WKO in de glastuinbouw. Het warmte en koude potentieel is goed in kaart gebracht door de provincie. Er is een WKO tool beschikbaar dat partijen helpt bij het toepassen van deze techniek (zie figuur). WKO tool, provincie Noord-Holland Bron: http://gis.noord-holland.nl/wko/ 20
Na 2020, kan geothermie een meer substantiële gaan bijdrage leven aan de duurzame energiehuishouding van Noord-Holland Momenteel zijn er nog geen operationele geothermie projecten in Noord-Holland Geothermie heeft een grote potentie om in de warmtevraag van kassen, kantoren, woningen en de industrie te voorzien, vooral in het zuiden van de provincie. Dit is reeds goed in kaart gebracht (zie rechter afbeelding) Daarnaast wordt geothermie de komende jaren door de SDE+ gestimuleerd. Ook neemt de ervaring met boren toe en komen er meer garantiefondsen die de risico s van misboringen afdekken Het aanbod van boorinstallaties en geschoolde (vak)mensen blijft de komende jaren een belangrijke barrière Tot 2020 is de toename van geothermie in Noord-Holland naar verwachting minimaal en is verondersteld dat er 1 installatie operationeel is. Potentieel Geothermie in Zuidelijke gedeelte van Noord-Holland. Bron: Geological study of the Slochteren Formation in the southern part of the province of Noord-Holland, 2010 21
Wind op land kan met ongeveer 9% per jaar groeien en verdubbelen van 6 naar 13 PJ Er zitten meer dan 30 projecten in de pijplijn waarvan het zeker tot vrij zeker is dat deze een vergunning zouden kunnen krijgen [4]. Het gaat om een grotere projecten zoals Groetpoler, Wieringermeerdijk, Middenmeer Heerhugowaard, en Anna Paulowna en een aantal parkopschalingen (zie Annex 1 voor een gedetailleerd projectoverzicht). Een deel daarvan kan afvallen omdat ze uiteindelijk niet blijken te passen. Er zullen echter nieuwe projecten ontstaan als gevolg van een betere aanpak o.a. door gezamenlijke ontwikkeling met bewoners. Het waait in Noord-Holland harder ten opzichte van andere provincies. Daardoor leveren windturbines in de provincie relatief meer energie uit dezelfde hoeveelheid opgesteld vermogen. [4] Op basis van NWEA 2011. Actualisatie Projectenboek Windenergie. Stand van zaken 2011. Zie Annex 2. 22 Bron: Totaalkaart/windkansenkaart, Januari 2011
Het voorgestelde besluit van het College om het aantal turbines op land niet meer te laten toenemen heeft mogelijk gevolgen voor een groot aantal projecten Het besluit kan gevolgen hebben voor minimaal 350 MW of zo n 6 PJ duurzame energie productie. Dit komt neer op ongeveer 10-15% van het totale benodigde aandeel duurzame energie in 2020. Projecten met bouwvergunning 2012-2015: 195-360 MW (zeker, verwachte slaagkans is meegenomen) Projecten met bouwvergunning 2012-2019: 340-530 MW (status: vrij zeker) Dit is moeilijk op te vullen door andere opties omdat voor deze opties al een zeer ambitieuze groei is verondersteld. Zo is het gat groter dan de totale mogelijke bijdrage van biomassa installaties in 2020 en van vergelijkbare omvang als biomassa bij - en meestook. PJ [vermeden primaire energie] 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Zonneboilers Diepe geothermie (warmte) Groengas (vergisting) Zon- PV Bij - en meestook Warmtepompen + WKO Zelfstandige biomassa installaties Wind op land Afvalverbrandingsinstallaties 23
De groei van zon-pv moet over de periode 2010 2020 met gemiddeld 27% groot zijn. Absoluut gezien kan zon-pv een bijdrage van 2,5-3 PJ in 2020 leveren Het potentieel voor zonne-energie is groot gezien de sterke bebouwing in de provincie en de (verwachte) inspanningen van gemeenten en initiatieven op lokaal niveau. Daarnaast kent de provincie een relatief sterke zon-instraling (zie figuur). Door het huidige ontwerp van de SDE+ (goedkope opties eerst), zullen er de komende jaren minder zon-pv projecten gefinancierd worden middels dit instrument. Sterkere groei is te verwachten vanaf 2014-15 wanneer de prijzen van modules op een meer rendabel niveau komen te liggen. Er ontstaan uit de markt en maatschappij steeds meer creatieve oplossingen. Zo is er potentieel voor het vervangen van asbestdaken en gezamenlijke inkoop. Er zijn mogelijkheden voor provincies en gemeenten om de organisatie te verduurzamen door de toepassing van zon-pv op eigen gebouwen. De absolute bijdrage van zonneboilers zal klein blijven (0.2 PJ). De vraag naar zonneboilers kan in de periode 2010 2020 met gemiddeld 10% per jaar toenemen. Zoninstraling Noord-Holland (kwh/m2) Bron: http://re.jrc.ec.europa.eu/pvgis/ 24
De verbranding van biogeen afval in verbrandingsinstallaties en bijstook van biomassa in bestaande kolencentrales kan in Noord-Holland in 2020, 11 PJ aan duurzame energie leveren De productie van duurzame energie uit grootschalige afvalverbrandingsinstallaties (AVI s) zien we niet verder toenemen in Noord-Holland in de periode tot 2020. Het Afval Energy Bedrijf Amsterdam en de HVC centrale in Alkmaar blijven operationeel. Door technologie - en procesverbeteringen kan er op termijn wel meer warmte of elektriciteit geproduceerd worden. (Uitbreiding van de) warmteafzet wordt vanaf 2012 door de SDE+ gestimuleerd. Kleinschalige AVI s zijn echter in opkomst. Door de kleinere schaalgrootte kunnen de installaties gerealiseerd worden op industriële locaties waar warmtebehoefte aanwezig is. Huisvuil Centrale Alkmaar Er is op korte termijn geen toename te verwachten van biomassa bij en meestook in kolencentrales in Noord-Holland. De Hemweg centrale in Amsterdam wordt momenteel aangepast zodat hier op termijn biomassa in bijgestookt kan worden Dit zal naar verwachting niet gebeuren voor 2015 en is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van nationaal beleid en dan met name in de vorm van financiële steun. Momenteel wordt bijmassa bijstook niet gestimuleerd door de overheid Er is verondersteld dat de centrale vanaf 2015 minimaal 10% van de totale capaciteit kan gaan meestoken. Centrale Hemweg Amsterdam 25
Annex 1 & 2
Annex 1 Uitgangspunten scenario s Eerste scenario: minimale provinciale inspanning voor halen nationale doelstelling Om perspectieven voor duurzame energie in Noord-Holland te geven heeft Ecofys een scenario opgesteld dat een groei van de duurzame energie opties in Noord-Holland tot 2020 schetst. Uitgangspunt van het scenario is het Nationaal Actieplan voor Energie uit duurzame bronnen (NREAP) (juni 2010). Dit geeft een tentatieve beschrijving van de wijze waarop Nederland zal voldoen aan de doelstelling uit de EU Richtlijn voor duurzame energie van 14 % duurzame energie in 2020. Het scenario gaat uit van ambitieuze energiebesparing zoals verondersteld in het Nationaal Actieplan Hernieuwbare Energie (nationaal bruto eindverbruik van 2,2 exajoule in 2020). Het NREAP bevat bestaand en voorgenomen beleid van de Rijksoverheid, afspraken tussen (lagere) overheden en tussen de overheid en het bedrijfsleven. Zo is hierin de uitvoering van het Klimaatakkoord- en energieakkoord tussen Rijk, provincies en gemeenten opgenomen en is Het scenario is dus een provinciale afgeleide van wat er op nationaal niveau nodig is om aan de 14% doelstelling te voldoen. Het scenario schetst wat minimaal moet gebeuren om aan deze doelstelling te voldoen. In het scenario is technologische vooruitgang, de historische groei (i.e. optelling van initiatieven en projecten), de in het verleden ingezette beleidskoers van de provincie (o.a. vorige College) meegenomen Transport (biobrandstoffen) en wind op zee zijn buiten beschouwing gelaten. Om de nationale doelstelling te halen moet hier nog extra op worden ingezet. Voor transport geldt dat dit een bijmengverplichting is, opgelegd aan leveranciers waarbij de rol van de provincie minimaal is. Wind op zee is primair een Rijksaangelegenheid en het Rijk is aan zet. Momenteel ontbreekt beleid voor de middellange termijn en de ontwikkelingen tot 2020 zijn erg onzeker.
Annex 1 Uitgangspunten scenario s (vervolg) Tweede scenario: gemeentelijke en lokale ontwikkelingen HVC voert op verzoek van en in samenwerking met aangesloten gemeenten (+/- 50% van alle gemeenten in Noord- Holland) een Quick-Scan uit. Door de Quick-Scan kan de gemeente gericht werken aan het realiseren van haar klimaat en energiedoelstellingen. Er wordt o.a. gekeken naar het energiegebruik van de gemeente en naar het realiseerbare potentieel aan duurzame energiebronnen, zoals biomassastromen, wind, zon en aardwarmte dat redelijkerwijs kan worden benut in de gemeente Er worden zogenaamde autonome scenario s ontwikkeld die inzicht geven in de verwachte ontwikkeling van duurzame energie in de betreffende gemeente Het scenario is tot stand gekomen door een optelling van de autonome scenario s welke zijn ontwikkeld voor de bij de HVC aangesloten Noord-Hollandse gemeentes (ongeveer 50% van alle gemeenten in Noord-Holland). Vervolgens is dit scenario opgeschaald naar alle gemeenten op basis van inwonersaantallen en oppervlakte. Dit geeft een globaal beeld van de ontwikkelingen op lokaal niveau Het neemt de marktontwikkelingen in het recente verleden en het heden als uitgangspunt. Verwachte technologieontwikkelingen en innovaties zijn meegenomen en het veronderstelt dat de gemeente invulling geeft aan de afspraken die gemaakt zijn tussen gemeenten en het Rijk.
Annex 1 Uitgangspunten scenario s (vervolg) Er is verondersteld dat zowel de gemeente als andere partijen invulling geven aan de afspraken die in het kader van energiebesparing met het Rijk zijn gemaakt. Voor de gemeente zijn in dit kader vooral de afspraken in het kader van het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 2011 van belang. Van andere partijen worden de inspanningen verwacht zoals deze in diverse convenanten zijn vastgelegd bijvoorbeeld bij renovatie van bestaande woningbouw (Convenant energiebesparing corporatiesector), bij nieuwbouw (Lenteakkoord met de bouwsector), met de industrie (Meerjarenafspraken met brancheorganisaties) en met de agrarische sector (Convenant Schone en zuinige agro-sectoren). Van de provincie wordt verondersteld dat zij minimaal haar wettelijke taken uitvoert. Meer informatie over de quick-scans voor gemeenten: Michiel Beeldman, HVC Groep, www.hvcgroep.nl
Annex 2 Wind op land projectenboek Plaatsnaam Project Slaagkans Verwacht jaar vergunning MW (min) * slaagkans MW (max) * slaagkans Heerhugowaard ECN uitbreiding 90 2015 36 81 Middenmeer Nog geen ontwikkelaar 90 2015 0 79,2 Middenmeer opschalen alle tochten 85 2019 73,95 73,95 Medemblik Wieringermeerdijk 50 2018 30 60 Middenmeer Zuiden 60 2014 12 24 Zaanstad Groetpolder 70 2014 21 21 Lutjewinkel Velserkust /noordzeekanaal 40 2018 20 20 Anna Paulowna Amsterdam Noord (Langs A10 en Noorder IJplas) 60 2014 3,6 19,2 Zijpe Diverse locaties 30 2013 18 18 Zijpe Diverse Locaties 25 2015 15 15 Nieuw-Vennep Westzanerpolder /Hoogtij 75 2014 6,75 11,25 Amsterdam Waardpolderhoofdweg 70 2016 7 9,1 Medemblik Corus/ 'lijn aan kust' 100 2009 9 9 Amsterdam Westfrisiaweg/N23 60 2014 5,4 9 Amsterdam Medemblikkertocht 50 2013 7,5 7,5 Medemblik Kleitocht 50 2013 7,5 7,5 Medemblik HAL locaties 100 2009 7 7 Middenmeer Windpark Zijpe 70 2016 7 7 Bron: NWEA 2011 (Actualisatie Projectenboek Windenergie. Stand van zaken 2011)
Annex 2 Wind op land projectenboek (vervolg) Plaatsnaam Project Slaagkans Verwacht jaar vergunning MW (min) * slaagkans MW (max) * slaagkans Anna Paulowna Windpark 40 2015 4,8 6,4 Ouderkerk aan de Amstel PWN terrein 90 2011 5,4 6,3 Velsen-Noord Anna Paulowna Polder 40 2013 4 6 Harenkarspel Wijdenes 40 n/a 6 6 Anna Paulowna Westpoort 60 n/a 5,4 5,4 Hem Eikenvaart 50 2013 5 5 Middenmeer Windpark jan van kempen (opschaling bestaande park) 70 2016 4,2 4,2 Anna Paulowna Uitbreiding Holendrecht / Amstelvogel 46 2013 3,68 3,68 Middenmeer IJ-oevers 60 2014 3,6 3,6 Hem Windpark 30 2016 3,6 3,6 Den Burg opschaling Oude Schild 10 on hold 1,1 2,1 De Cocksdorp Opperweg 20 n/a 1,8 1,8 Anna Paulowna Polder Eijerland 10 n/a 1,6 1,6 Wijdewormer A7 5 2015 0,6 0,9 Totaal - - - 338 536 Bron: NWEA 2011 (Actualisatie Projectenboek Windenergie. Stand van zaken 2011)