De Keerkring Passend antwoord op speciaal onderwijsvragen RESPONZ Passend antwoord op speciaal onderwijsvragen
ZML De Keerkring e-mail: info@keerkring.net www.keerkring.net Afdeling VSO (hoofdlocatie) Chaplinstrook 2-4 2726 SK Zoetermeer Telefoon: (079) 341 05 36 Fax: (079) 342 99 88 Afdeling SO (dependance) César Franckrode 66-68 2717 BG Zoetermeer Telefoon: (079) 323 85 89 De medezeggenschapsraad stemde op 11 juni 2013 in met de inhoud van de schoolgids 2013-2014. De schoolgids is op 10 juli 2013 door het bestuur van RESPONZ goedgekeurd. Ziekmelding Wij verwachten het ziekmelden van uw zoon of dochter telefonisch tussen 08.15 uur en 08.45 uur op telefoonnummer: (079) 323 85 89 (SO) (079) 341 05 36 (VSO) 2
Woord vooraf Beste ouders/verzorgers, Deze schoolgids geeft u een indruk van De Keerkring als school voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. We geven hierin aan hoe we vanuit een stimulerend en accepterend pedagogisch klimaat werken aan de ontwikkeling van de leerling. We laten zien wat de leeractiviteiten zijn en geven aan op welke wijze we de ontwikkeling van de leerling volgen. Een schoolgids is ook altijd een verzamelplaats van algemene informatie over de school. Hierin schuilt het gevaar dat we er teveel of juist soms te weinig in zetten. Met name voor de omvangrijke achterliggende documenten en voor de recente gebeurtenissen (de maandelijkse nieuwsbrief) verwijs ik u naar de website van de school. De schoolgids is opgesteld in overleg met het schoolteam en de ouders. Aanbevelingen en aanvullingen op deze gids zijn van harte welkom. Hier op doorbordurend: opvoeding heeft alleen succes als er een goede samenwerking is tussen de school en de ouders/verzorgers. Vandaar dat we grote betrokkenheid van de ouders/verzorgers bij de school zeer op prijs stellen. Ik wens u en de leerlingen namens alle medewerkers een goed schooljaar toe. Wilmar Spies Directeur 3
4 INHOUD
HOOFDSTUK 1: 6 REGELING SCHOOLTIJDEN 1.1 Schooltijden en pauzes 1.2 Vakanties en vrije dagen 1.3 Het voorkomen van lesuitval 1.4 Melden van afwezigheid 1.5 Verlofregeling HOOFDSTUK 2: 10 DE SCHOOL 2.1 Identiteit van de school 2.2 Het Bevoegd Gezag 2.3 REC; onderwijsondersteuningsprofiel en profiel ambulante begeleiding 2.4 Passend onderwijs en samenwerkingsverbanden 2.5 Situering van de school 2.6 Schoolgrootte HOOFDSTUK 3: 14 UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN 3.1 De doelgroep Zeer Moeilijk Lerend 3.2 Het leefklimaat 3.3 Algemene doelstelling 3.4 Het pedagogisch klimaat 3.5 Structuur en ritme 3.6 Identiteit in het perspectief van deze tijd 3.7 Identiteit in relatie tot levensbeschouwingen 3.8 Het toelatingsbeleid 3.9 Schorsing en verwijdering 3.10 De relatie: school en ouders 3.11 Veiligheidsbeleid HOOFDSTUK 4: 18 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 4.1 Het schoolmodel 4.2 De indeling in groepen 4.3 Onderwijsactiviteiten HOOFDSTUK 5: 22 DE ZORG VOOR DE LEERLING 5.1 Toelating en begeleiding 5.2 De schoolloopbaan 5.3 Rapportage en registratie 5.4 Specifieke leerlingbegeleiding 5.5 Ambulante begeleiding 5.6 Speciale activiteiten 5.7 Schoolverlatersprocedure HOOFDSTUK 6: 28 DE OUDERS 6.1 Oudercontacten en ouderhulp 6.2 Medewerking aan acties 6.3 Ouderavonden 6.4 Maatschappelijk werk 6.5 Buitenschoolse opvang 6.6 Nieuwsbrief en website 6.7 Medezeggenschapsraad 6.8 GMR RESPONZ 6.9 Ouderraad 6.10 Ouderbijdrage 6.11 Overige inkomsten 6.12 Jeugdgezondheidszorg 6.13 Leerlingenvervoer 6.14 Huishoudelijke zaken HOOFDSTUK 7: 34 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS 7.1 Kwaliteitsbevordering 7.2 Contacten en samenwerking 7.3 Integraal personeelsbeleid 7.4 De resultaten van het onderwijs HOOFDSTUK 8: 36 HET SCHOOLTEAM HOOFDSTUK 9: 38 NAMEN EN ADRESSEN Maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid We streven met het onderwijs op De Keerkring door opvoeding, vorming en ontwikkeling naar een voor elke leerling maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid. Zo kan de leerling in zijn woonsituatie, werksituatie en vrijetijdssituatie zo optimaal mogelijk integreren en samenleven met anderen. 5
HOOFDSTUK 1 REGELING SCHOOLTIJDEN 6
1.1 Schooltijden en pauzes De school gaat uit van het wettelijk minimum aantal lesuren per jaar. Dit betekent een aantal van 880 uur voor de onderbouw van de afdeling SO en 1.000 uur voor de overige groepen van de SO-afdeling en de VSO-afdeling. Indien door onvoorziene omstandigheden het minimum aantallen lesuren niet kan worden behaald, schrappen we geplande studie- of vakantiedagen, teneinde aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. In de ochtenduren is er een kwartier pauze; tussen de middag is er een half uur pauze. Schooltijden maandag 08.45-14.45 uur dinsdag 08.45-14.45 uur woensdag 08.45-12.45 uur donderdag 08.45-14.45 uur vrijdag 08.45-14.45 uur De onderbouw van de afdeling SO (groepen SO-1 en SO-2) heeft in verband met de 880 lesuren per jaar geen les op woensdag (zie de jaarkalender 2013-2014 in deze gids). De woensdagen waarop SO-1 les heeft zijn; 18 september 5 maart 16 oktober 2 april 20 november 21 mei 8 januari 11 juni 5 februari 2 juli De woensdagen waarop SO-2 les heeft zijn; 25 september 12 maart 30 oktober 9 april 27 november 21 mei 15 januari 18 juni 12 februari 9 juli 1.2 Vakanties en vrije dagen Vakantierooster Herfstvakantie 21-10-2013 t/m 25-10-2013 Kerstvakantie 23-12-2013 t/m 03-01-2014 Voorjaarsvakantie 24-02-2014 t/m 28-02-2014 Goede vrijdag en Pasen 18-04-2014 t/m 21-04-2014 Meivakantie 28-04-2014 t/m 09-05-2014 Hemelvaart 29-05-2014 en 30-05-2014 Pinksteren 09-06-2014 Zomervakantie 21-07 -2014 t/m 29-08-2014 Studiemiddagen/studiedag De studiemiddagen voor 2013-2014 zijn vastgesteld op: Maandag 14 oktober (leerlingen zijn vrij vanaf 12.00 uur) Donderdag 13 februari (leerlingen zijn vrij vanaf 12.00 uur) Donderdag 17 april (leerlingen zijn vrij vanaf 12.00 uur) Dinsdag 3 juni (leerlingen zijn vrij vanaf 12.00 uur) Woensdag 16 juli (leerlingen zijn de hele woensdag vrij) 7
1.3 Het voorkomen van lesuitval Algemeen uitgangspunt is dat er geen lesuitval plaatsvindt. Wanneer een leerkracht door ziekte of verlof afwezig is, kunnen we in de regel voor vervanging zorgen. Wanneer geen leraar voor vervanging beschikbaar is, voert een onderwijsassistent of leraarondersteuner de vervanging uit. Tot slot behoort het verdelen van de leerlingen over andere groepen tot de mogelijkheden. 1.4 Melden van afwezigheid Indien de leerling, om wat voor reden dan ook, de lessen moet verzuimen, dienen de ouders/verzorgers dit tussen 08.15 en 08.45 uur telefonisch te melden bij onze school en eventueel het vervoersbedrijf te informeren. Artsenbezoek dient bij voorkeur buiten schooltijd plaats te vinden. Dit om verzuim te voorkomen. Ziekmelding Wij verwachten dat het ziek melden van uw zoon of dochter telefonisch tussen 08.15 uur en 08.45 uur plaatsvindt bij de school, via telefoonnummer (079) 323 85 89 (SO) of (079) 341 05 36 (VSO). 1.5 Verlofregeling De school is in principe geen voorstander van tussentijdse vakanties of vrije dagen. We hebben ons te houden aan de regels van de leerplichtwet en bij een afwijking daarvan bespreken we het verlofverzoek met de ambtenaar 8
leerplichtzaken. Het niet naar school laten gaan van de leerling anders dan om redenen van ziekte of bestaande verlofregelingen, wordt door de school niet getolereerd en gemeld aan de ambtenaar leerplichtzaken. Vakantieverlof Indien het vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan, kunnen we eenmaal per schooljaar vrij geven voor een vakantie van ten hoogste tien dagen. Indien u een dergelijke aanvraag heeft, dient een werkgeversverklaring overlegd te worden waaruit de noodzaak blijkt. Bij ziekte tijdens vakantie, waardoor de leerling pas later op school terug kan komen, dient u na terugkeer een doktersverklaring te overleggen waaruit de periode en de aard van de ziekte blijken. Gewichtige omstandigheden Voor bepaalde bijzondere omstandigheden kunt u verlof aanvragen: l Bijwonen van en huwelijk van ouders / aanverwanten; l Ernstige ziekte / overlijden van ouders / aanverwanten; l 25-/40-/50-jarig ambtsjubileum; l 12,5-/25-/40-/50-/60-jarig huwelijksjubileum van ouders / grootouders. 9
HOOFDSTUK 2 DE SCHOOL 10
2.1 Identiteit van de school De Keerkring is een algemeen bijzondere school voor zeer moeilijk lerenden. De school is algemeen toegankelijk en besteedt veel aandacht aan normen en waarden en een veilige omgeving. De humanistische basishouding is terug te vinden in de sfeer en het klimaat van de school en in de positieve instelling naar leerlingen en omgeving. Het bevoegd gezag van de school wordt gevormd door het bestuur van de Stichting RESPONZ. 2.2 Het Bevoegd Gezag Directeur-bestuurder Stichting RESPONZ Johan Taal De Stichting RESPONZ heeft een Raad van Toezicht. Deze raad houdt toezicht op het realiseren van de grondslag en doelstelling van de stichting en het bereiken van de gewenste resultaten. Daarnaast ziet de Raad van Toezicht toe op het functioneren van het bestuur en de verwerving en aanwending van financiële middelen. Tevens adviseert de raad het bestuur en is hij belast met de werkgeverstaken richting het bestuur. Hij geeft goedkeuring aan een aantal grote beslissingen zoals de begroting, het jaarverslag en het strategisch beleid. De Raad van Toezicht benoemt ook de accountant. Raad van Toezicht RESPONZ: Voorzitter: Gemma Smid-Marsman Algemeen bestuurslid: Dimme Scherpenisse Algemeen bestuurslid: Marja van der Woerdt Algemeen bestuurslid: Marien van der Meer Algemeen bestuurslid: Hans Waardenburg 2.3 REC: onderwijsondersteuningsprofiel en profiel ambulante begeleiding Samen met de collega-scholen uit REC Zuid-Holland Midden en Noord heeft de school een onderwijsondersteuningsprofiel opgesteld en een profiel ambulante begeleiding. Beide stukken kunt u via de site van de school inzien. In deze belangrijke stukken staat precies wat De Keerkring op het SO en het VSO doet, en wat de medewerkers van de school doen die basisscholen helpen bij moeilijk lerende leerlingen (de ambulante begeleiders). Het Speciaal Onderwijs kent nog (tot de invoering van passend onderwijs) vier clusters: 1. Visueel gehandicapten 2. Auditief gehandicapten 3. Lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten 4. Ernstige leer- en/of gedragsproblematiek De Keerkring is een zogenoemde cluster 3 school. Scholen uit hetzelfde cluster werken regionaal samen in Regionale Expertisecentra (REC). In de regio Den Haag Westland Delft Zoetermeer - Gouda Alphen aan den Rijn - Leiden - vormen scholen uit cluster 3 het REC Zuid-Holland Midden en Noord. In totaal bestaat dit REC uit elf ZMLK-scholen en drie scholen voor MG/LG. Voor meer informatie kunt u terecht op de website www.reczhm.nl. 2.4 Passend onderwijs en samenwerkingsverbanden In het nieuwe stelsel rondom passend onderwijs wordt de leerlinggebonden financiering (rugzak) afgeschaft. 11
Het budget blijft wel beschikbaar, maar gaat rechtstreeks naar de samenwerkingsverbanden. De invoering van de Wet passend onderwijs vindt gefaseerd plaats. Dit schooljaar werken de samenwerkingsverbanden aan het inrichten van een rechtspersoon, het opstellen van een ondersteuningsplan en het inrichten van de ondersteuningsplanraad. In het ondersteuningsplan staat hoe de scholen het passend onderwijs in hun regio inrichten, hoe zij het geld voor extra ondersteuning besteden, hoe zij leerlingen naar het speciaal onderwijs verwijzen en hoe zij ouders informeren. De Keerkring maakt deel uit van de samenwerkingsverbanden in Zoetermeer en het gebied rondom Gouda. In de andere gebieden waar onze leerlingen vandaan komen, behartigen de andere twee scholen uit de stichting onze belangen. 2.5 Situering van de school De beide locaties van De Keerkring liggen in wijk 26 (Buytenwegh de Leyens) aan de noordkant van Zoetermeer. De afdeling SO (speciaal onderwijs) bevindt zich aan de César Franckrode 66-68. Dichtbij de school ligt het winkelcentrum Buytenwegh, waar de leerlingen door ervaring leren om boodschappen te doen en met geld om te gaan. De locatie is goed bereikbaar met het openbaar vervoer: RandstadRail, lijn 3 station Buytenwegh. De afdeling VSO (voortgezet speciaal onderwijs) is gehuisvest in het hoofdgebouw aan de Chaplinstrook 2-6. Hier maken we gebruik van winkelcentrum De Leyens. Op loopafstand bevindt zich het schooltuincomplex waar de school gebruik van maakt. De school is goed bereikbaar met het openbaar vervoer: RandstadRail, lijn 3 station De Leyens. De Keerkring heeft een belangrijke streekfunctie. Het verzorgingsgebied van De Keerkring is Zoetermeer en de wijde omgeving. De regio strekt zich uit tot Den Haag en Delft in het westen; Leiden en Alphen aan den Rijn in het noorden; Gouda in het oosten en Rotterdam in het zuiden. Een aantal leerlingen is aangewezen op aangepast vervoer om naar school te komen. Zelfstandig leren reizen met openbaar vervoer of per fiets, stimuleren we in overleg met de ouders. 12
2.6 Schoolgrootte Ruim 160 leerlingen bezoeken onze school. Zij zijn verdeeld over veertien groepen, waarvan zeven groepen speciaal onderwijs (SO) en zeven groepen voortgezet speciaal onderwijs (VSO). We verzorgen met een team van ongeveer zestig personen het onderwijs en de onderwijsondersteuning voor de leerlingen. Zij hebben vele functies en deskundigheden, zoals leerkrachten, vakleerkrachten, onderwijsassistenten, leraarondersteuners, logopediste, remedial teacher, ambulant begeleider, psycholoog, maatschappelijk deskundige, jeugdarts, administratrice en conciërge. Verschillende vrijwilligers en ouders verlenen daarnaast hun diensten aan de school. De omvang van de school is redelijk stabiel. Deze schoolgrootte biedt een veilig, beschermd schoolklimaat en een collegiale sfeer. Sinds 2009 vangen we ook leerlingen met een grotere begeleidingsbehoefte op in de school. Hiertoe is onder meer een prachtige snoezelruimte ingericht, waar kinderen veel ruimte krijgen voor zintuiglijke ervaringen. 13
HOOFDSTUK 3 UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN 14
3.1 De doelgroep Zeer Moeilijk Lerend Het onderwijs op De Keerkring richt zich op leerlingen met beperkte verstandelijke vermogens. Zij hebben daardoor op leergebied problemen met veel schoolse, communicatieve en sociale vaardigheden. Ook is vaak sprake van een langzamer ontwikkelingstempo en een ander ontwikkelingsverloop. Zij hebben op sociaal-emotioneel gebied veel begeleiding en sturing nodig. De samenstelling van de doelgroep is zeer heterogeen en deze diversiteit vereist een hoge mate van individueel onderwijs. Door de status van verbrede toelating kunnen we sinds 2009 ook leerlingen met een grotere begeleidingsbehoefte opvangen in de school. De criteria voor de indicatiestelling zeer moeilijk lerend zijn wettelijk vastgelegd. Voor deze criteria verwijzen we naar hoofdstuk 5.1 Toelating en begeleiding. 3.2 Het leefklimaat De leerling van De Keerkring kan slechts in bescheiden mate zelfstandig functioneren in de maatschappij en blijft voor een deel afhankelijk van anderen. Dit leven met anderen stelt eisen aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van zeer moeilijk lerenden. De leerlingen kunnen op een veelal aangepaste manier deelnemen aan de samenleving. Onze school leert hen die mogelijkheden. Het vraagt echter aanpassingen van de leerling en van de samenleving. Naast integratie heeft de zeer moeilijk lerende ook het recht om anders te zijn. 3.3 Algemene doelstelling Het onderwijs op De Keerkring tracht door opvoeding, vorming en ontwikkeling te streven naar een voor elke leerling maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid. Zo kan de leerling in zijn woonsituatie, werksituatie en vrije-tijdssituatie zo optimaal mogelijk geïntegreerd samenleven met anderen. 3.4 Het pedagogisch klimaat Het pedagogisch klimaat is de basis voor de ontwikkeling van de leerling. Het pedagogisch klimaat wordt concreet tastbaar in sfeer en ritme in de school. Het gaat uit van een positieve benadering van de leerling. Daarin dienen acceptatie van het 'anders-zijn' en stimulering van ontwikkelingsmogelijkheden tot 'integratie' in balans te zijn. De vraag van de leerling om een groeibevorderend klimaat en de vraag naar groeibevorderende structuren worden beantwoord door het pedagogisch klimaat. In een groeibevorderend klimaat heerst een affectieve sfeer en is ritme aanwezig is. De groeibevorderende structuur biedt houvast aan de leerling. Goede contacten met ouders zijn bij de afstemming van deze omgangskenmerken van wezenlijk belang. 3.5 Structuur en ritme Structuur en ritme zijn onderdelen uit het pedagogisch klimaat van de school. Zeer moeilijk lerenden hebben doorgaans behoefte aan een duidelijke ordening van activiteiten in de tijd en van voorwerpen in de ruimte. Weekritme en dagritme zijn in het schoolgebeuren duidelijk herkenbaar, evenals structuur in inrichting van de school en structuur in de onderwijssituaties. 3.6 Identiteit in het perspectief van deze tijd Het streven naar maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid van de leerling vraagt om veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Zelfredzaamheid, sociale redzaamheid en een breed scala aan sociale vaardigheden zijn kernbegrippen op onze school. Het succes van optimale integratie van de leerling in de samenleving wordt voor een belangrijk deel door deze kernbegrippen bepaald, maar evenzo door het emotioneel welbevinden van de leerling. Met als grondslag het unieke recht van elke leerling om anders te zijn dan anderen, volgt de school de maatschappelijke ontwikkelingen op gebieden als onderwijsintegratie en arbeidsintegratie op de voet. 3.7 Identiteit in relatie tot levensbeschouwingen De Keerkring is een algemeen-bijzondere school en is daarmee toegankelijk voor alle leerlingen ongeacht de levensbeschouwelijke achtergrond. Het doorgeven en uitdragen van normen en waarden krijgen daarbij veel aandacht. Respect en begrip voor elkaar tonen, lopen daarbij 15
als een rode draad door het gehele onderwijs. In projecten krijgen verschillende levensbeschouwingen regelmatig aandacht. De humanistische basishouding is terug te vinden in de sfeer en het klimaat van de school en in de positieve instelling naar leerlingen en omgeving. 3.8 Het toelatingsbeleid Doelstellingen en toelatingsbeleid hebben een wisselwerking met elkaar. De school heeft te maken met wettelijk vastgestelde toelatingscriteria die we beschrijven in hoofdstuk 5.1 Toelating en begeleiding. De heterogene doelgroep die hierdoor de populatie van de school vormt, is het uitgangspunt van de onderwijsdoelstellingen. De Keerkring vervult in de regio een streekfunctie. In het kader van thuisnabij onderwijs richt de school zich in principe op de gehele doelgroep Zeer Moeilijk Lerenden, ongeacht niveau of bijkomende problematiek. Dit uitgangspunt betekent echter niet dat we alle leerlingen met een indicatie ook zonder meer kunnen toelaten op De Keerkring. Soms moeten we verwijzen naar een andere school van het REC Zuid-Holland Midden en Noord, waar andere voorzieningen en mogelijkheden aanwezig zijn voor de leerling. Dit kan te maken hebben met speciale problematiek van een leerling of onmogelijkheden van de school om passend onderwijs te bieden. Ten einde de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen blijft, ook na het voldoen aan de criteria, de uiteindelijke toelating tot de school een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. 3.9 Schorsing en verwijdering In uitzonderlijke situaties kan een leerling als pedagogische maatregel voor een bepaalde tijd worden geschorst. In dat geval draagt de school zorg voor voldoende onderwijsaanbod als huiswerk. Daarnaast kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering van een leerling. Definitieve verwijdering kan pas plaatsvinden nadat een andere school of instelling bereid is de leerling toe te laten. Tegen deze beslissing kunnen de ouders een formeel bezwaar aantekenen. 16
3.10 De relatie school en ouders De relatie tussen school en ouders is geen vrijblijvende, maar een verplichte relatie. Ouders hebben de eerste zorg voor hun kind en dragen de verantwoordelijkheid zolang dat nodig is. De school heeft een gedeeltelijke zorg voor het kind, een aanvullende, maar ook eigen verantwoordelijkheid. Waar enerzijds de school vanuit haar eigen visie aan moet sluiten bij de opvoeding van ouders, dienen anderzijds ouders betrokken te zijn bij het onderwijs. Dat geldt zowel voor de inhoud daarvan als voor de wijze waarop we de opvoeding en het onderwijs verzorgen. 3.11 Veiligheidsbeleid Bedrijfshulpverlening In het bedrijfshulpverleningsplan zijn alle voorzieningen en maatregelen opgenomen met betrekking tot de veiligheid in onze school. Regelmatig houden we met alle leerlingen een ontruimingsoefening. Gedragsprotocol In het gedragsprotocol zijn alle afspraken en maatregelen opgenomen met betrekking tot: l Seksuele intimidatie; l Agressie en geweld; l Discriminatie / racisme; l Vandalisme / diefstal; l Privacy; l Internetprotocol; l Veiligheid; l Genotmiddelen; l Kledingvoorschriften; l Schoolregels. Op de website van de school kunt u de volledige tekst van dit protocol raadplegen. Gedragscode Het gedragsprotocol is samengevat in zeven eenvoudige gedragsregels die samen de gedragscode vormen voor iedereen in de school. In het kader hiernaast staat de gedragscode van De Keerkring. Gedragscode De Keerkring 1. Handen thuis 2. Pas op je woorden 3. Iedereen hoort erbij 4. Eerlijk duurt het langst 5. Wees zuinig en netjes 6. Veiligheid eerst 7. Doe je best 17
HOOFDSTUK 4 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 18
4.1 Het schoolmodel De school bestaat uit twee afdelingen op twee locaties. SO-afdeling: 4 jaar - 12 jaar De SO-afdeling bestaat uit zeven groepen. De meeste activiteiten worden in de stamgroep verricht; op enkele gebieden en spelmiddagen werken we groepsdoorbrekend, naar niveau of belangstelling. De jongste groepen van het SO hebben een aangepast lesrooster, waarbij er op woensdag geen les is. VSO-afdeling: 12 jaar - 20 jaar De VSO-afdeling bestaat uit zeven groepen. Naast de activiteiten in de stamgroep, werkt het VSO op een aantal dagdelen groepsdoorbrekend in kleine groepjes. We geven dan naar niveau les in speciale praktijkvakken zoals schoonmaak, koken & horeca, houtbewerking, handvaardigheid, tuin & dieren en arbeidstraining. 4.2 De indeling in groepen SO-groepen De jongste groepen zijn ingedeeld naar leeftijd. Hierdoor komt er in elke groep een brede spreiding voor van niveaus en sociaal-emotionele problematiek. Dat stelt eisen aan de individualisering van de lespraktijk. Het kan voorkomen dat de samenstelling van een groep of het niveau van zelfstandigheid van een leerling aanleiding is om een leerling in een hogere of lagere groep te plaatsen. De SO-groepen bestaan gemiddeld uit twaalf leerlingen. We streven ernaar om de jongste groepen kleiner te houden. In de midden- en bovenbouw van het SO werken we met parallelgroepen. Een aparte groep is de onderwijszorggroep voor jonge kinderen die zeer veel begeleidingsbehoefte hebben. VSO-groepen Naarmate leerlingen ouder worden, groeien de verschillen in onderwijsbehoefte. De school tracht hieraan tegemoet te komen door in het VSO te werken met parallelgroepen. Zo kent de school voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw parallelgroepen. In deze parallelgroepen kunnen we beter aandacht besteden aan het gevraagde onderwijsklimaat en aan de accentverschillen in het onderwijsprogramma. De parallelgroepen stellen we jaarlijks opnieuw samen aan de hand van leerlingenaantallen. Omdat tussen de uitersten in onderwijsbehoefte een omvangrijke middencategorie bestaat, blijft switchen tussen parallelgroepen mogelijk. 4.3 Onderwijsactiviteiten Het onderwijs op onze school omvat een aantal ontwikkelingsgebieden. Door de grote diversiteit aan niveaus binnen een groep bepalen we veelal individueel per leerling de leerstof. Dit is mede mogelijk door de beperkte omvang van de groepen, de aanwezige assistentie en de beschikbaarheid van multimedia-apparatuur. Persoonlijkheidsontwikkeling Door alle vakgebieden heen werken we vanuit het pedagogisch klimaat voortdurend aan de persoonlijkheidsontwikkeling en sociaal-emotionele vorming van de leerling. Een optimale ontwikkeling op dit gebied is een voorwaarde om einddoelen te benaderen. Dat geeft direct het belang hiervan aan. Alle mogelijke aspecten zoals werkhouding, gedrag, weerbaarheid, omgaan met gevoelens, seksualiteit, omgaan met anderen, attitudes, normen en waarden komen doorlopend in de lespraktijk aan bod. Cognitieve ontwikkeling We besteden veel aandacht aan de functieontwikkeling (visueel, auditief, motorisch). Dit is een voorwaarde om tot 'schools leren' te komen. Op het gebied van taalontwikkeling vormt het mondeling taalgebruik als communicatiemiddel het belangrijkste onderdeel. De taal dient hier als middel om contact te hebben met anderen. Zowel spreken als luisteren komen aan bod. Kringgesprekken en groepslogopedie zijn middelen om de gestelde doelen te bereiken. Met behulp van methodieken leren de leerlingen (zo mogelijk) technisch lezen, doorlopend in begrijpend en functioneel lezen. Ook schrijven en spelling vormen onderdelen van de taalontwikkeling. Wanneer technisch lezen niet tot de mogelijkheden behoort, biedt het aanleren van pictogrammen 19
en signaalwoorden een functioneel perspectief. Het rekenonderwijs op De Keerkring sluit aan bij de missie van de school: maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid. Met het rekenonderwijs geven wij de leerlingen gereedschappen om zo zelfstandig mogelijk in de gecijferde wereld te kunnen functioneren. Een goede balans tussen instructie, begeleide oefening en praktische toepassing is belangrijk. Onze leerlingen hebben herhaling nodig om doelen te behalen en kennis en vaardigheden te behouden. Het rekenonderwijs is erop gericht de rekenvaardigheden toe te passen in het dagelijks leven. Sociaal-emotionele ontwikkeling Vanuit de algemene doelstelling maximale zelfstandigheid en minimale afhankelijkheid vormt sociaal-emotionele ontwikkeling het belangrijkste onderwijsgebied van de school. Het gaat hier om leren omgaan met zichzelf en met anderen, de eigen gevoelens en die van anderen. In wezen dragen de overige onderwijsgebieden bij aan deze sociaal-emotionele ontwikkeling en vergroten de sociale redzaamheid van de leerling. Zo is een leerling die een gesprek kan voeren sociaal vaardiger en vergroot het kunnen lezen en met geld omgaan de sociale redzaamheid. Dergelijke vaardigheden zijn echter alleen functioneel als de leerling ook sociaal aangepast gedrag vertoont, een boodschap kan doen, zich veilig op straat kan begeven et cetera. Vele van deze vaardigheden zijn aan te leren en zodoende terug te vinden in het onderwijsaanbod aan zeer moeilijk lerenden. Onderdelen van dit onderwijsgebied zijn onder meer zelfverzorging en zelfredzaamheid; huishoudelijke werkzaamheden; boodschappen doen en geldbesef; koken, maaltijden en tafelmanieren; veilig verkeersgedrag, natuureducatie en milieu; praten, luisteren en vragen stellen; sociale omgang en sociaal gedrag. Deze onderdelen komen in projecten in samenhang aan de orde. Expressieve ontwikkeling Alle mogelijke vormen van expressie komen aan bod. Vaak sluiten deze direct aan op projecten die aan de orde zijn. Ook is expressie soms gericht op het aanleren van technieken ten behoeve van arbeidsmogelijkheden of in het kader van vrijetijdsbesteding. Ten behoeve van muziek, zang, dans en drama beschikt de school over verschillende instrumenten en professionele geluids- en lichtapparatuur. Tekenen/schilderen komt veel aan de orde bij de verwerking van projectopdrachten in de groepen. Het uitgebreide vaklokaal handvaardigheid biedt vele expressiemogelijkheden en tevens voorzieningen, gereedschappen en apparatuur voor technische opdrachten op het VSO. Motorische ontwikkeling De leerlingen krijgen gymnastiek van een vakleerkracht. De lessen zijn enerzijds gericht op een harmonische motorische 20
ontwikkeling en anderzijds besteden we aandacht aan verschillende vormen van sport. Meerdere keren per jaar bieden we in het kader van Special Heroes sportstimuleringsprojecten aan, zoals judo, dansen, et cetera. VSO: Sociale vaardigheden De sociaal-emotionele ontwikkeling krijgt er op de VSOafdeling specifieke trainingsaspecten bij. Deze zijn gericht op de oudere jeugd, voorbereidend op het schoolverlaten en de mogelijke woon- en werkomgeving van de leerling. Sociale omgang: Het oefenen van gesprekssituaties, maatschappelijke gedragscodes, telefoneren, openbaar vervoer, geschillen oplossen, samenwerking en dergelijke vindt plaats in kleine groepjes. Seksuele vorming: Zowel in de dagelijkse onderwijspraktijk als in de vorm van projecten besteden we regelmatig aandacht aan de ontwikkeling van de seksualiteit. Veel nadruk krijgen attitudevorming, omgangsvormen en weerbaarheid. Weerbaarheidstraining: Opkomen voor jezelf, 'nee' durven zeggen, een zelfbewuste houding uitstralen en, indien nodig, jezelf kunnen verweren, zijn hierbij de kernbegrippen. Vrijetijdsbesteding: De school onderkent het belang van een zinvolle vrijetijdsbesteding en besteedt hier door hobbyvorming en sportbevordering nadrukkelijk aandacht aan. VSO: Praktijkonderwijs Tijdens de lesblokken Praktijk krijgen de leerlingen in kleine groepjes vakken aangeboden van verschillende leraren. De onderbouwgroepen krijgen twee lesblokken van 1.15 uur per week praktijkonderwijs en op jaarbasis zes vakken. De middenbouwgroepen krijgen twee lesblokken per week, met één blok van 3 uur, en op jaarbasis vijf vakken. Deze vakken hebben een oriënterend karakter. In de bovenbouw breiden we het aantal uren praktijkonderwijs uit naar twee hele dagen. In deze fase krijgen de vakken een meer toekomstvoorbereidend, arbeidsmatig karakter. We bepalen voor elke individuele leerling wat de mogelijkheden en beperkingen zijn. Aan de hand hiervan bepalen we welke richting de leerling kan volgen. We geven de praktijklessen zowel in als buiten onze school. In het laatste geval spreken we van een leerwerkplek, waarbij de eigen leerkracht met een groepje leerlingen een hele dag bij een bedrijf of activiteitencentrum meedraait. Het praktijkvakkenpakket bestaat uit: l l l l l l Schoonmaak; Koken & Horeca; Creatief & Hout; Detailhandel; Groen; Arbeidstraining. Stage In de laatste schooljaren kunnen leerlingen vanuit de school stageactiviteiten doen. Deze zijn voornamelijk bedoeld als sociaal leerproces, beginnend binnen de school en vervolgens daarbuiten. De leerdoelen zijn zelfstandigheidsbevordering, verantwoordelijkheidsbesef, leren omgaan met anderen, opdrachten aanvaarden en uitvoeren, prestaties leveren et cetera. De school beschikt hiertoe ook buiten de school over vele stageadressen met uiteenlopende werkzaamheden. Met de stageverlenende instelling sluiten we een stageovereenkomst af, waarin taak en duur van de stage zijn omschreven. De school draagt zorg voor een stageverzekering. In het laatste schooljaar verandert de stage van karakter. We noemen dit de overgangsstage naar een vervolgvoorziening of arbeidsplaats. 21
HOOFDSTUK 5 DE ZORG VOOR DE LEERLING 22
5.1 Toelating en begeleiding Toelating Om toegelaten te worden tot een ZML-school of regulier onderwijs te volgen met leerlinggebonden financiering (rugzak) dient een leerling over een indicatie te beschikken. Deze wordt afgegeven door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). De Keerkring verzorgt de trajectbegeleiding voor de ouders. De procedure is als volgt. 1. Indien ouders en/of verwijzers menen dat een kind aan de toelatingscriteria voor het ZML-onderwijs voldoet, melden zij met een aanmeldingsformulier hun kind aan bij de CvI voor een indicatie. 2. De ouders en huidige school / voorziening leveren de CvI alle benodigde rapportages aan, waaronder in elk geval een intelligentieonderzoek, uitgedrukt in IQ-gegevens en een onderwijskundig rapport van de huidige school. 3. De CvI beoordeelt de aanmelding aan de hand van de criteria: l De leerling heeft een totaal-iq < 55 of: l De leerling heeft een totaal-iq tussen 55-70 en er is sprake van bijkomende problematiek of een ernstige structurele beperking in de onderwijsparticipatie, waarbij de zorg vanuit het regulier onderwijs onvoldoende effect heeft of zal hebben. 4. Met een positieve indicatie van de CvI kunnen de ouders kiezen uit de volgende mogelijkheden: l De leerling aanmelden bij een reguliere basisschool, die met de indicatie extra formatie kan verkrijgen en ambulante begeleiding vanuit het Regionaal Expertise Centrum. l De leerling aanmelden bij een school voor speciaal onderwijs voor Zeer Moeilijk Lerenden. Kiezen ouders voor aanmelding bij De Keerkring, dan volgt een kennismaking met de school, een eventuele wendag en maken we praktische afspraken. In principe laten we leerlingen toe aan het begin van het schooljaar. Als de omstandigheden dit noodzakelijk maken, bijvoorbeeld door een verhuizing, kan een leerling ook tussentijds instromen. De nieuwe wet Passend Onderwijs zal gaan leiden tot een nieuwe vorm van indicatiestelling en toelating tot het speciaal onderwijs. Begeleiding De school heeft een Commissie van Begeleiding (CvB). Enige tijd na plaatsing van de leerling nodigt de CvB de ouders uit om kennis te maken en om gezamenlijk de onderwijszorgbehoefte van de leerling in kaart te brengen. Daarnaast kunnen ouders met de CvB te maken krijgen wanneer ouders of teamleden zich gedurende het schooljaar zorgen maken over de ontwikkeling van de leerling. Dit verloopt via de intern begeleider van de school. De CvB bestaat uit: l intern begeleider; l adjunct-directeur; l gedragsdeskundige; l schoolmaatschappelijk werker (MEE); l remedial teacher; l logopedist. 23
5.2 De schoolloopbaan We plaatsen leerlingen in een groep met ongeveer dezelfde leeftijden. Door het sterk individuele karakter van het onderwijs zijn niveauverschillen op leergebied in een groep van ondergeschikt belang. De belevingswereld van leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd speelt wel een rol. In sommige situaties komt het voor dat we een leerling in een hogere of lagere groep plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de mate van zelfstandigheid of gedragskenmerken. Doorstroming naar een volgende groep heeft, naast leeftijd, ook nadrukkelijk te maken met het aantal nieuw toegelaten leerlingen en het aantal schoolverlaters in enig jaar. Doorstroming vindt in de regel dan ook niet jaarlijks plaats. In de onderbouw doorloopt de leerling meestal alle groepen. Vanaf de middenbouw werken we in parallelgroepen. 5.3 Rapportage en registratie Dagelijkse registratie De groepsleiding begeleidt elke leerling individueel bij de diverse leeractiviteiten, registreert de vorderingen, signaleert knelpunten en zoekt voortdurend alternatieven om gestelde doelen te bereiken. Van bijzonderheden stellen we ouders op de hoogte via het dagelijkse communicatieschrift of via e-mail. Ontwikkelingsperspectief - Handelingsplan Voor elke leerling stellen we een ontwikkelingsperspectief op voor langere termijn. In het daaruit volgende handelingsplan staan de doelen voor de komende periode. Het overleg dat de school met de ouders voert over het ontwikkelingsperspectief is gericht op overeenstemming. Gedurende het schooljaar stelt de leerkracht het handelingsplan regelmatig bij. Leerlingenzorg Leerkrachten kunnen een gerichte hulpvraag bespreken met de Commissie van Begeleiding. Indien zich knelpunten voordoen bij de leerling kan dit leiden tot onderzoek en vervolgens tot het opstellen van een plan van aanpak, waarbij we soms ook specifieke deskundigen van de school inschakelen. 24
Leerling/groepsbespreking Drie keer per jaar bespreken we uitvoerig alle leerlingen van de school. Observaties en ontwikkelingsperspectieven vormen de basis voor deze besprekingen. Leerlingvolgsysteem Het uitgebreide leerlingvolgsysteem omvat alle onderwijsactiviteiten van de school in een duidelijk en overzichtelijk rapportagesysteem. Vele onderdelen houden we gedurende het schooljaar bij; andere toetsen we jaarlijks. Aan het eind van het schooljaar maken we de balans op van bereikte resultaten en stellen we het handelingsplan eventueel bij. We nodigen dan de ouders uit voor een gesprek met de leerkracht over de ontwikkelingen. Het handelingsplan en het leerlingvolgsysteem dienen in dit gesprek als leidraad. maar ook groepsgewijs logopedie ter ondersteuning van de taalontwikkeling. Remedial teaching De remedial teachers trachten door individuele hulp gesignaleerde knelpunten op te lossen en een extra programma te bieden. Gedragsdeskundige Afhankelijk van de vraagstelling kunnen we de gedragsdeskundige betrekken bij programmaopzet of programmauitvoering bij sociaal-emotionele problematiek. Schoolrapport Aan het eind van het schooljaar ontvangt de leerling een rapport, in eerste instantie geschreven voor de leerling. De inhoud komt evenwel overeen met de resultaten van het leerlingvolgsysteem. Leerling-dossier Alle gegevens en rapportages omtrent een leerling zijn verzameld in het leerling-dossier. Voor ouders/verzorgers ligt dit dossier op afspraak ter inzage op school. Afschriften van dossierstukken worden alleen met toestemming van de opstellers verstrekt. Het dossier is verder alleen toegankelijk voor leden van de commissie van onderzoek en begeleiding en voor het schoolteam. 5.4 Specifieke leerlingbegeleiding Uit de leerlingvolgsystemen of besprekingen in de Commissie van Begeleiding kan specifieke aandacht en begeleiding van leerlingen voortvloeien. Logopedie De logopedisten van de school houden zich bezig met specifieke problemen op het gebied van spraak en/of taal en ondersteunende communicatie. Zij geven individueel, Visio De school werkt nauw samen met Visio (expertisecentrum voor visuele beperkingen). Vaak wordt onderschat dat leerlingen met een ontwikkelingsachterstand ook visuele problemen kunnen hebben. Dat komt omdat deze leerlingen vaak moeilijker kunnen aangeven dat zij slecht zien. Eenmaal per jaar screent Visio met toestemming van de ouders de ogen van nieuwe leerlingen. De school vindt het erg waardevol dat Visio naar het kijkgedrag van de leerlingen kijkt en rekent daarom op uw medewerking aan dit onderzoek. Ook gedurende de verdere schoolloopbaan kan bij twijfel een screening door Visio worden aangevraagd. 25
Onderwijsbegeleidingsdienst Voor didactische advisering bij specifieke problemen maken we veelal gebruik van de schoolbegeleidingsdienst OnderwijsAdvies. Stagebegeleiding Aan de school zijn speciale leerkrachten verbonden voor de stagebegeleiding van de leerlingen. Centrum voor Consultatie en Expertise Bij specifieke gedragsproblematiek kan de school gebruik maken van de deskundigheid en adviezen van het Centrum voor Consultatie en Expertise. 5.5 Ambulante begeleiding De Keerkring verzorgt ambulante begeleiding aan reguliere basisscholen in de regio Zoetermeer, waar kinderen met een verstandelijke handicap onderwijs ontvangen. De speciale 26
deskundigheid van deze ambulante begeleiders draagt ertoe bij dat kinderen langer geïntegreerd het basisonderwijs kunnen volgen met een aangepast programma. Tevens bereiken zij dat een eventuele latere overstap naar het ZMLonderwijs min of meer vloeiend kan verlopen. Om in aanmerking te komen voor ambulante begeleiding dient de leerling te beschikken over een indicatie voor het ZML-onderwijs. Deze indicatie wordt afgegeven door de Commissie voor de Indicatiestelling van het REC Zuid-Holland Midden en Noord. Naast ambulante begeleiding ontvangt de betreffende basisschool extra formatie voor de leerling. 5.6 Speciale activiteiten Ten behoeve van de leerlingen ontplooien we naast het normale onderwijsprogramma vele activiteiten. Zo doet onze school regelmatig mee met sporttoernooien in de regio. In het onderwijsprogramma nemen we excursies op en we bezoeken regelmatig het theater voor culturele voorstellingen. Met name de oudere groepen organiseren zo nu en dan een thema of klassenavond. Tot slot gaan alle groepen om het jaar op een eendaagse schoolreis. Het andere jaar organiseren we een vierdaags schoolkamp of een werkweek. Waar de jongere leerlingen op kamp gaan naar een kamphuis in Nederland, bestaat de werkweek voor de oudste VSO-groep uit een stedentrip. 5.7 Schoolverlatersprocedure De leerling kan tot maximaal 20 jaar de school bezoeken. De schoolverlatersprocedure is er op gericht een vloeiende en passende overgang te bieden naar een vervolgvoorziening of arbeidsplaats. Het uitstroomprofiel van de leerling bepaalt in zekere mate de vervolgrichting. In overleg met leerling en ouders zetten we de toekomstmogelijkheden van de leerling op een rij en stellen we een tijdsplan op voor de laatste schooljaren. Ouders gaan zich oriënteren, procedures worden opgestart en wij verzorgen eventuele aanmeldingen. Afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling maken we in overleg een keuze voor één van de volgende trajecten (zo mogelijk met alternatieven): l leerroute 1: vormingsgericht activiteitencentrum; l leerroute 2: arbeidsmatig activiteitencentrum / sociale werkvoorziening; l leerroute 3: begeleid werk door middel van arbeidsintegratie. Gedurende het traject richt de school leerwerkplekken in en ontplooit stageactiviteiten. Deze zijn voornamelijk bedoeld als sociaal leerproces voor de leerling. Regelmatig evalueren we de ontwikkeling van de leerling met de ouders en de leerling zelf. We kunnen dan in overleg plannen bijstellen of wijzigen, op grond van de opgedane ervaring. De definitieve aanmelding voor een vervolgmogelijkheid dienen de ouders met hulp van MEE en onze school te verzorgen. Gedurende het laatste schooljaar trachten we de leerling een stageplaats te bieden op deze vervolgvoorziening. Hierdoor creëren we een geleidelijke overgang van school- naar werkomgeving. 27
HOOFDSTUK 6 DE OUDERS 28
6.1 Oudercontacten en ouderhulp Aan de betrokkenheid van ouders bij de school hechten we grote waarde. Voor een juiste afstemming van pedagogisch handelen is regelmatig contact tussen de ouders en de leerkracht noodzakelijk. Communicatie vindt dagelijks plaats door middel van het communicatieschrift. Daarnaast stellen we regelmatig bezoek van de ouders aan onze school zeer op prijs. Tenminste eenmaal per jaar maken groepsleerkrachten een afspraak met de ouders voor een thuisgesprek. Daarnaast kunnen zij voor en na schooltijd altijd telefonisch contact hebben met de groepsleiding of een afspraak maken. Daadwerkelijke betrokkenheid van ouders bij onderwijsactiviteiten waarderen wij zeer. Door de assistentie van ouders bij excursies, festiviteiten, onderwijsactiviteiten, schooltuin, zwemmen et cetera kunnen we effectiever onderwijs verzorgen. Eventuele bereidheid hiertoe kunnen ouders melden bij de groepsleerkracht, waarna een gesprek over de inhoud van de activiteit plaatsvindt. 6.2 Medewerking aan acties Twee keer per jaar verwachten we van de leerlingen dat zij in actie komen voor andere kinderen die het minder hebben dan zijzelf. Waar onze leerlingen veelal zelf het onderwerp zijn van goede doelen en voor hen erg veel wordt gedaan, hebben zij bij deze acties de gelegenheid om iets voor andere kinderen te betekenen. Bij beide acties is de hulp en stimulans van de ouders aan hun eigen kind onontbeerlijk. De school rekent volledig op deze medewerking. Kinderpostzegelactie Ten behoeve van deze actie verkopen de leerlingen van enkele groepen in de herfst huis-aan-huis postzegels en kaarten. De Sponsoractie Eén keer per jaar laten de leerlingen zich voor een klein bedrag sponsoren door ouders, familie, buren en kennissen. Voor dit sponsorbedrag gaan de leerlingen een bepaalde prestatie leveren, zoals bijvoorbeeld een sportprestatie of door een ludieke sponsorloop. De opbrengst van deze sponsoractie schenken we aan één of meerdere goede doelen die voor onze leerlingen aansprekend zijn. Voorbeelden zijn de Cliniclowns en PLAN. 6.3 Ouderavonden We hebben jaarlijks ouderavonden op onze school. Soms betreft het thema-avonden over bepaalde onderwerpen. Daarnaast organiseren de groepsleerkrachten aan het begin van het schooljaar een ouderavond voor de ouders/verzorgers van de eigen groep. Verder verwachten we de ouders op de tafeltjesavond voor de bespreking van de vorderingen van de leerling aan de hand van het leerlingvolgsysteem. En natuurlijk nodigen we ouders regelmatig uit voor feesten en vieringen. 6.4 Maatschappelijk werk MEE (sociaal pedagogische dienst) uit Delft verzorgt het maatschappelijk werk voor onze school. De consulenten leggen het eerste contact met de ouders vaak tijdens de aanmeldingsprocedure. Dan krijgen zij ook voorlichting over wat deze dienst voor hen kan betekenen, met name in de persoonlijke situatie en in de thuissituatie. De consulenten van MEE onderhouden regelmatig contact met de ouders. Bij deze dienst kunnen zij terecht voor vele vragen op buitenschools gebied, zoals thuishulp, buitenschoolse opvang, weekend- en vakantieopvang, vragen over meerderjarigheid, Wajonguitkeringen, vrijetijdsbesteding en aanmeldingsprocedures voor voorzieningen. 6.5 Buitenschoolse opvang De Stichting IPSE De Bruggen verzorgt dagelijks van 14.45 tot 17.45 uur en op woensdag van 12.30 tot 17.45 uur buitenschoolse opvang. Deze opvang is alleen voor leerlingen van de school. Voor de kosten van deze opvang dient men een PGB (persoonsgebonden budget) of PVB (persoonsvolgend budget) aan te vragen. De consulent van MEE in Delft begeleidt deze aanvraag, telefoon (015) 213 11 51. Voor informatie over deze voorziening kunt u terecht bij het IPSE-zorgloket, telefoon (015) 251 32 44. E-mail: zorgloket@ipse.nl of bij de coördinator van de BSO: Antoinette Termoshuizen, telefoon (06) 10 62 50 38. 29
6.6 Nieuwsbrief en website Maandelijks zetten we een Nieuwsbrief met korte berichtgeving vanuit de groepen en actuele schoolzaken op de schoolsite. De schoolgids is eveneens op de website van de school te zien. Daarnaast biedt de website informatie over actuele ontwikkelingen, wijzigingen in de jaarplanning en verslagen en foto s van feesten en evenementen. Het verdient zeker aanbeveling om regelmatig een bezoekje te brengen aan de website van De Keerkring: www.keerkring.net. 6.7 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk overlegorgaan tussen ouders, school en bevoegd gezag en bestaat uit drie ouders en drie teamleden. Voor bepaalde besluiten heeft het bevoegd gezag vooraf goedkeuring nodig van de MR of dient de MR advies te geven. Het betreft dan zaken die ofwel de ouders, ofwel het personeel, ofwel beide geledingen aangaan. Via de MR kunnen ouders rechtstreeks invloed uitoefenen op de gang van zaken in de school. De medezeggenschapsraad vergadert ongeveer acht keer per jaar. Een directielid is als adviseur bij de vergaderingen aanwezig. De vergaderdata van de MR zijn opgenomen in de jaarkalender van deze schoolgids. Geïnteresseerden en kandidaten voor de MR dienen zich vóór 1 augustus te melden bij de secretaris van de MR, via mr@keerkring.net. De MR bestaat uit de volgende leden: Oudergeleding: l Jacques Klunder (voorzitter); l Yvon van der Kroft; l Esther Alblas. Personeelsgeleding: l Wilma Adriaanse; l Lia Verweij (secretaris); l Marloes van Vliet. 6.8 GMR RESPONZ Zaken die alle scholen van de Stichting RESPONZ aangaan, bespreekt de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR bestaat uit een afvaardiging van de MR van alle scholen binnen de stichting, ouders en medewerkers. Zes keer per jaar bespreekt de GMR ontwikkelingen die voor alle scholen relevant zijn. De GMR bestaat uit de volgende leden: Jacques Klunder Oudergeleding De Keerkring Wilma Adriaanse Personeelsgeleding De Keerkring Agnes Ruigrok Oudergeleding De Witte Vogel Monique van den Engh Personeelsgeleding De Witte Vogel Xandra Thiele Oudergeleding Maurice Maeterlinckschool Martijn Lasthuizen Personeelsgeleding Maurice Maeterlinckschool Corrie Mechelse - secretariaat GMR 6.9 Ouderraad De ouderraad heeft als specifieke taken het (mede) organiseren van schoolevenementen en feesten en het bevorderen van contacten tussen school en ouders. Daarnaast organiseert de ouderraad ouderinformatieavonden over thema's die de ouders/verzorgers van de leerlingen van onze school aanspreken. De ouderraad vergadert gemiddeld zeven keer per jaar. Op deze vergaderingen worden de activiteiten besproken en worden er concrete plannen gemaakt voor de uitvoering van deze activiteiten. Bij de ouderraadvergaderingen zijn altijd twee schoolteamleden aanwezig, waardoor besproken onderwerpen op een efficiënte wijze worden teruggekoppeld aan de betrokkenen op school. Als u interesse heeft voor de ouderraad kunt u dit doorgeven aan de leerkracht van uw kind of aan één van de leden van de ouderraad. De ouderraad bestaat momenteel uit de volgende leden: l Bianca van den Berg; l Patrick Cilon (voorzitter); 30
l Carla den Hoed; l Mirjam de Gee; l Fred Goemans; l Ellis Klaij; l Caroline Pieters; l Mariska Ruijters; l Erica Smit; l Anita van den Voort. Naast deze groep actieve ouders, spant de stichting Ouders van De Keerkring zich sinds augustus 2011 in om activiteiten mogelijk te maken. De stichting incasseert en beheert de ouderbijdragen en sponsorgelden. Zij heeft als doelstelling om met deze financiële middelen activiteiten mogelijk te maken zoals schoolreisjes, werkweken en de jaarlijks terugkerende feesten zoals Sinterklaas, Kerst en lentefeest. Het bestuur van de stichting bestaat uit: l Patrick Cilon (ouder en voorzitter); l Miranda Goemans (ouder en penningmeester); l Claudia Henderson (teamlid en secretaris). 6.10 Ouderbijdrage De ouderbijdrage bestaat uit een vrijwillig deel waaruit de schoolfeesten worden bekostigd. Hieronder vallen: l het sinterklaasfeest; l het kerstfeest; l het lentefeest; l excursies die elke klas jaarlijks onderneemt. Daarnaast bestaat de ouderbijdrage uit een verplicht deel waaruit we het ene jaar het schoolreisje bekostigen en waarvan het andere jaar de leerlingen op werkweek gaan. Deelname aan het schoolreisje/werkweek is alleen mogelijk wanneer het bedrag dat daarvoor is gereserveerd is betaald. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de opbouw van de ouderbijdragen. De betaling van de ouderbijdrage kan als volgt: Het totale bedrag overmaken voor 1 september 2013: SO-leerlingen 107,- en VSO- leerlingen 132,50. Activiteit SO VSO Vrijwillige bijdrage Sinterklaasviering 7,50 7,50 Kerstviering 7,50 7,50 Paasviering 5,00 5,00 Excursies 7,00 10,00 Per leerling per jaar 27,00 30.00 Verplichte bijdrage bij deelname Schoolreis VSO ( 32,50 per twee jaar) Schoolreis SO ( 27,50 per twee jaar) 13,75 16,25 Werkweek VSO ( 172,50 per twee jaar) Werkweek SO ( 132,50 per twee jaar) 66,25 86,25 Per leerling per jaar 80,00 102,50 Totaal per leerling per jaar 107,00 132,50 31