Algemene inleiding. 1 Leerstof. Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht.



Vergelijkbare documenten
Algemene inleiding. 1 Leerstof groep 3 t/m 8. Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht.

Algemene inleiding. 1 Leerstof

Algemene inleiding. 1 Leerstof. Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht.

Algemene inleiding. 1 Leerstof. Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht.

Leerlijnen voor ontwerpend leren / leren ontwerpen (ontwerp- en maakvaardigheden)

Wetenschap en techniekonderwijs op

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Leerdoelen en kerndoelen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Montessorischool Steigereiland:

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Alles over. Blink Wereld Natuur en Techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Uitdager van de maand. Rekenen Wiskunde, Groep 6. Algemeen

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

brengt natuur én techniek tot leven

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Alles over. Blink Wereld aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

3 Hoogbegaafdheid op school

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Practicum: Het ontkiemen van zaadjes

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Test je kennis! De heelalquiz

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Stap 2 Leeractiviteiten ontwerpen

Energie. Docentenhandleiding. Lesmateriaal onderbouw havo/vwo. Dit lesmateriaal is voor gebruik in NEMO

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Kerndoelen Mens en Natuur en Techno Venturie 1 Kerndoelen leerdomein Mens en Natuur 2 Techno Venturie 3 Website tevedocent.nl 4 Urenoverzicht Techno

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

Waarom een samenvatting maken?

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

Inhoudsopgave. Inhoud van de leskist

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

KIJKWIJZER COMMUNICEREN MET KINDEREN VOOR WETENSCHAPPERS

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers

Mens en Natuur, Natuurkunde. VO onderbouw (havo/vwo) 2-3 lesuren

Studievaardigheden van A tot Z

Reis door de Geest. Leerkrachtenhandleiding. Lesmateriaal groep 7-8. Dit lesmateriaal is voor gebruik in NEMO

Nieuwe ontwikkelingsdoelen en een nieuw leerplan

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Weeg je overal hetzelfde?

Dr. Digi brengt uw digibord tot leven

Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.

datum: aantal leerlingen: 22 tijd: groep: 6

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Lesbeschrijving Nederlands

Oranje stappers maak je zo

N a t u u r e n t a a l

Lessenserie De hellingbaan

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Datum: Aantal leerlingen: 14 Tijd: 08:55 09:40 Klas: B1B

Oren en ogen om jaloers op te zijn! Opdracht: analyseren

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Alles over. Take it easy. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Lesvoorbereidingsformulier

DE WERELD IN GETALLEN DIGITAAL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Draaiboek voor een gastles

Prezi les 1: Website:

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

Snappet is een alternatief voor...

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

O O O O O O. Huiswerktips voor ouders De Toermalijn Overrijnseveld 1 Cothen

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Alles over. Take it easy. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen?

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad

Lespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Blauwe stenen leer je zo

Websites voor mentoren en leerlingen Inleiding

Een visie op het natuurkundig practicum

Docent Natuur en Techniek :Hans van der Grind

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Transcriptie:

Algemene inleiding Leefwereld, een methode voor natuur en techniek, is herzien. In deze nieuwe editie is met name het onderdeel techniek aanzienlijk uitgebreid. Daarmee voldoet de derde editie van Leefwereld ruimschoots aan de nieuwe kerndoelen: van de vijf kerndoelen gaan er drie over techniek. Nieuw is de aandacht voor onderzoeksvaardigheden. Zo leren de kinderen een eenvoudige hypothese te formuleren om deze vervolgens met een experiment of proef te toetsen. Leefwereld is daarmee nu al klaar voor het onderwijs van morgen! 1 Leerstof Leefwereld biedt voor groep 1/2 activiteiten waarmee de kinderen spelenderwijs enkele basisprincipes uit de natuur en techniek ontdekken. De leerstof van de derde editie is voor groep 3 t/m 8 gebaseerd op de nieuwste kerndoelen en de domeinbeschrijving van Cito. Daarbij is rekening gehouden met de voorstellen van SLO voor tussendoelen en leerlijnen, en met de nieuwste soortenlijst van Cito. Bij deze editie is veel aandacht besteed aan de opbouw van de leerinhoud over de verschillende leerjaren. Ook is gekeken naar belangrijke leerdoelen en ontwikkelingsgebieden vanuit de natuuren milieueducatie. Hiervoor is gebruikgemaakt van adviezen uit een onderzoek naar leerlijnen door Wageningen University, Universiteit Utrecht en Stichting Veldwerk Nederland. In dit onderzoek, gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, is een kern-leerlijn geformuleerd voor natuur- en milieueducatie op de basisschool. Zie voor meer informatie over deze kern-leerlijn www.nmeonderzoek.nl. De leerstof is opgedeeld in kennis en vaardigheden. Kennis Op blz. 4-5 van deze handleiding vindt u hiervan een overzicht. Vaardigheden De vaardigheden laten zich indelen in onderzoeksvaardigheden en vaardigheden voor ontwerpend leren. In Leefwereld zijn dat: A Onderzoeksvaardigheden Waarnemen Ter zake doende aspecten kiezen. Bij classificeren zelf criteria bedenken. Kunnen classificeren aan de hand van relevante (abstracte) begrippen. Determineersleutels toepassen. Situaties op een ander tijdstip en andere plaats vergelijken. Herhaald meten om meetfouten te vereffenen. Herhaald meten om variatie zichtbaar te maken. Meetinstrument ijken. Experimenteren Onderzoekbare vragen stellen. Voorspellingen en hypotheses opstellen. Werken met hulpmiddelen. Vergelijkend onderzoek doen met één variabele. Onderzoek doen met geleidelijke veranderingen van een variabele. Werken met modellen. Experiment ontwerpen als toets voor een eigen verklaring, voorspelling of hypothese. Verwerken en concluderen Gegevens verwerken in lijngrafieken met een x- en y-as. Verbanden leggen tussen waargenomen verschijnselen. Conclusies trekken uit een grafiek. B Vaardigheden ontwerpend leren Ontwerpen Een probleem verkennen. Problemen verhelderen. Eisen voor een oplossing formuleren. Een oplossing voor een probleem schematisch uitwerken. Een behoefte naar een oplossing vertalen. Samenhang tussen onderdelen aangeven. Maken Oplossingen uitvoeren volgens een schema. Constructies en verbindingen toepassen. Geschikt gereedschap of materiaal kiezen en gebruiken. Het maakproces verwoorden. Zelf tussenstappen bedenken. Zelf een werkschema opstellen. Een werkschema uitvoeren. Een eenvoudig productieproces begrijpen. Een model bouwen om de werking te begrijpen. Gebruiken Relaties leggen tussen oplossing en gestelde eisen (vorm versus functie). Controleren of een product aan gestelde eisen voldoet. Oplossingen van anderen beoordelen. 2

Verbeteringen voorstellen. Reflecteren op toegepaste technische principes. De bediening van apparaten uitleggen. Voor- en nadelen van producten aangeven. Tussenstappen beargumenteren. Eenvoudige overbrengingsprincipes toepassen. Besturingssystemen toepassen. Deze vaardigheden zijn ontleend aan het VTBproject Onderzoekend en ontwerpend leren van Marja van Graft en Pierre Kemmers (SLO, 2007). 2 Materialen Het materiaal van Leefwereld bestaat uit: Groep 1/2 Platenboek Activiteitenmap Groep 3 en 4 Leerlingenboek Werkboek Handleiding Groep 5 tot en met 8 Leerlingenboek Werkboek Antwoordenboek Handleiding Digibordsoftware Toelichting bij de materialen voor groep 5 t/m 8 Leerlingenboek: kijken en lezen De leerlingenboeken voor groep 5 tot met 8 bevatten elk twintig lessen met aansprekende afbeeldingen en korte, duidelijke teksten. Deze teksten zijn zakelijk informatief, alleen de introductie is meestal verhalend. Elke les begint met twee pagina s met daarop één grote en twee of drie kleinere afbeeldingen. De introductietekst plaatst de leerstof en de afbeeldingen in een context. Enkele vragen dwingen de kinderen om de afbeeldingen goed te bekijken en leiden naar de hoofdvraag of probleemstelling van de les. Verder worden op deze pagina s de lesdoelen en de sleutelbegrippen genoemd. Op de volgende twee pagina s staat de eigenlijke lesstof. Achter in het boek staan de sleutelbegrippen per les met een korte omschrijving. Alle leesteksten in het leerlingenboek zijn op hun leesbaarheid gecontroleerd met de CLIB leesindex van Cito. Voor groep 8 ligt de waarde tussen 62 en 74. Werkboek: verwerken en doen In het werkboek staan per les twee pagina s. Op de eerste pagina daarvan verwerken en oefenen de kinderen de leerstof en de sleutelbegrippen. De laatste opdracht op deze pagina is een eenvoudige doe opdracht die de kinderen meestal zonder voorbereiding kunnen uitvoeren. Op de tweede pagina staat een grotere doe opdracht. We adviseren om hiervoor een aparte les te reserveren, omdat deze opdracht wat meer tijd kost. Deze grotere opdrachten zijn vrijwel allemaal zo opgezet, dat een kind ze ook gemakkelijk thuis kan doen. Ook kunt u ze onderdeel van de weektaak maken. Achter in de werkboeken staat bovendien van elke les een samenvatting, gevolgd door een oefening voor de sleutelbegrippen uit de les. Antwoordenboek Bij het werkboek hoort een antwoordenboek waarmee de kinderen zelf hun werk kunnen controleren. Dit maakt Leefwereld bij uitstek geschikt voor het zelfstandige verwerken van de leerstof. In het antwoordenboek staan de antwoorden bij de opdrachten of suggesties daarvoor. In de digitale versie van het antwoordenboek staan ook instructiefilmpjes en animaties. Handleiding De handleiding voor groep 5 t/m 8 bestaat uit: een algemene inleiding; lesbeschrijvingen met achtergrondinformatie; kopieerbladen voor: lastige woorden per les toetsen (een toets na elke vierde les) antwoorden bij de toetsen een materialenlijst. Digibordsoftware U kunt Leefwereld prima gebruiken zonder de digibordsoftware, maar dan mist u wel een aantal extra s. Bij een les op het digibord staan de pagina s uit het leerlingenboek en werkboek, met links naar filmpjes en animaties. De animaties en filmpjes bij het leerlingenboek kunt u gebruiken bij de introductie van de les, als oriëntatie op de leerstof en als extra uitleg en verdieping. Ook kunt u ze gebruiken als vervanging van een proef. Hebt u bijvoorbeeld een keer geen tijd of materiaal voor een bepaalde proef of demonstratie, dan laat u eenvoudig een filmpje daarvan zien. Bij het werkboek en het antwoordenboek zijn de animaties, oefeningen en filmpjes een extra ondersteuning bij het verwerken van de lesstof en de doeopdrachten. Met name voor taalzwakke kinderen zijn de instructiefilmpjes een handig hulpmiddel. Leefwereld 8 Noordhoff Uitgevers bv 3

De leerlijnen in Leefwereld Legenda leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6 leerjaar 7 leerjaar 8 Natuur Indeling en eigenschappen Het menselijk lichaam 4 - Les 6 Zintuigen 5 - Les 8 Huid 5 - Les 11 Griep 5 - Les 12 Gebit 6 - Les 13 Proeven, ruiken, voelen 7 - Les 11 Bloedsomloop 7 - Les 9 Longen 8 - Les 17 Zien en horen Dieren 3 - Les 1 Bij, hommel, wesp 3 - Les 3 Slakken 3 - Les 4 Knaagdieren 4 - Les 1 Huisdieren 5 - Les 3 Bodemdiertjes 5 - Les 4 Spinnen 6 - Les 2 Insecten 6 - Les 11 Gewervelde dieren 7 - Les 8 Bacteriën en virussen 8 - Les 13 Dierentaal Planten 3 - Les 2 Een vrucht van de boom 4 - Les 2 Paddenstoelen 5 - Les 1 Graan 5 - Les 13 Knollen en bollen 6 - Les 5 Zwammen 8 - Les 14 Planten maken voedsel Stofwisseling en kringloop 6 - Les 8 Spieren en botten 7 - Les 3 Hoe leven planten? 7 - Les 4 Voedselketens 7 - Les 5 De kringloop van het bos 7 - Les 10 Spijsvertering 8 - Les 3 Zorg goed voor je lichaam 8 - Les 20 Verslaving Voortplanting en ontwikkeling 3 - Les 9 Kuiken, kip en haan 4 - Les 5 Ik groei 4 - Les 11 Zaaien 4 - Les 12 Nestbouwers 5 - Les 14 Zo groeien bomen 5 - Les 17 Metamorfose: kikkers 6 - Les 4 Zaden 7- Les 4 Eieren 7 - Les 15 Zwangerschap 8 - Les 18 Bloemen en bijen 8 - Les 19 Puberteit Leefomgeving 3 - Les 8 Schapen in het veld 3 - Les 10 Eenden bij het water 4 - Les 4 Veiligheid 5 - Les 7 Huiden van dieren 6 - Les 6 Vogeltrek 6 - Les 17 Bescherming 6 - Les 18 Biotopen 6 - Les 20 Leven in de Waddenzee 7 - Les 6 Overwinteren 8 - Les 4 Dieren en hun omgeving 8 - Les 8 Ongelukken Milieu 3 - Les 6 Zuinig met water en stroom 4 - Les 10 Weggooien 5 - Les 15 Opruimen 5 - Les 16 Afval 6 - Les 10 Zuinig met energie 6 - Les 16 Omgaan met water 7 - Les 16 Zorg voor de natuur 7 - Les 17 Biologische producten 8 - Les 11 Duurzaam bouwen 8 - Les 12 Duurzaam gedrag 4

Techniek Overbrengingen, constructies en besturing 3 - Les 7 Draaien maar 4 - Les 13 Verbindingen 5 - Les 6 Stevig gebouwd 5 - Les 19 Hefbomen 6 - Les 14 Constructies 6 - Les 19 Tandwielen 7 - Les 7 Chips 7 - Les 19 Katrollen 8 - Les 16 Hydrauliek en pneumatiek Producten 5 - Les 2 Productie: brood 5 - Les 10 Papier maken 7 - Les 20 Verpakkingen 8 - Les 6 Het productieproces Eigenschappen van materialen 3 - Les 13 Zeep en zeepbellen 4 - Les 14 Materialen: een veilige fiets 4 - Les 9 Glad en stroef 5 - Les 9 Vloeistoffen 6 - Les 15 Materialen 7 - Les 18 Oplossen en mengen 8 - Les 7 Vezels 8 - Les 15 Gassen en vloeistoffen Wetenschap Energie 4 - Les 8 Isolatie 8 - Les 1 Warmte Licht en kleur 3 - Les 12 Licht en donker 6 - Les 7 Spiegels 7 - Les 1 Licht en kleur 8 - Les 2 Lenzen Lucht en geluid 3 - Les 14 Zo maak je muziek 4 - Les 3 Lucht 6 - Les 12 Geluid 7 - Les 12 Luchtdruk Elektriciteit 6 - Les 9 Batterijen Krachten 3 - Les 5 Licht of zwaar Het weer 7 - Les 2 Elektriciteit 5 - Les 18 Magneten 8 - Les 5 Spoelen en magneten 5 - Les 20 Drijven en zinken 6 - Les 1 Veerkracht 7 - Les 13 Krachten 8 - Les 9 Vliegtuigen Leefwereld 8 Noordhoff Uitgevers bv 3 - Les 11 Druppels 4 - Les 7 Vriezen of dooien 5 - Les 5 Meet het weer 6 - Les 3 Weerbericht 8 - Les 10 Het zonnestelsel 5

3 Programma voor groep 8 Flexibele bouwstenen De leerlijnen van Leefwereld bestaan uit een aantal bouwstenen (zie het overzicht op blz. 4-5). Elke bouwsteen is een onderwerp voor een les en staat op zichzelf. Door deze opbouw kunnen de lessen van Leefwereld flexibel worden gegeven. Daardoor is het mogelijk om een les de ene keer te laten aansluiten bij de actualiteit, terwijl diezelfde les een volgend jaar onderdeel kan zijn van een project. In principe houdt u de volgorde aan die we voorstellen, maar u kunt bijvoorbeeld ook eerst de les over voedselketens geven en later de les over kleur. Het basisprogramma Het basisprogramma van groep 8 bestaat uit twintig lessen van elk ongeveer 50 minuten. Een les bestaat uit de stof van het leerlingenboek en de opdrachten op de eerste pagina van het werkboek: de verwerking van de lesstof plus een kleine doeopdracht. De grote opdrachten vragen vaak wat meer tijd. Sommige kunnen binnen de les worden uitgevoerd, andere kunt u als onderdeel van het zelfstandig werken laten doen of eventueel door de kinderen thuis laten maken. Een andere optie is om deze opdrachten te bundelen en na bijvoorbeeld vier lessen te laten uitvoeren, elk door een andere groep. Naast deze lessen zijn er 5 toetslessen. U kunt het standaardprogramma dus in 25 lessen behandelen. Met dit standaardprogramma voldoet u aan de kerndoelen. Het uitgebreide programma Wilt u meer tijd aan natuur en techniek besteden dan 25 lessen per jaar, dan laat u de kinderen ook de grote doe-opdrachten op school uitvoeren. Werken met combinatiegroepen Wij adviseren bij het werken in combinatiegroepen om het leerlingenboek van één jaargroep te gebruiken. Bij een combinatie 7-8 gebruikt u dan het ene jaar het boek van groep 7 en het andere jaar dat van groep 8. Komt dit niet goed uit, dan kunt u voor twee andere werkwijzen kiezen. In het eerste geval heeft iedere groep haar eigen boeken en laat u de leerstof zoveel mogelijk zelfstandig verwerken. In het andere geval bespreekt u met de ene groep de stof van het leerlingenboek, terwijl u de andere groep de verwerking en opdrachten van het werkboek laat maken. Samenvattingen Achter in het werkboek staat van elke les een samenvatting. Deze kunt u als huiswerk laten leren, ter voorbereiding op de toets. Onder elke samenvatting staan de sleutelbegrippen uit de les met hun betekenis. De kinderen moeten deze met elkaar verbinden. Toetsen Met de toets controleert u in hoeverre de kinderen de leerstof van steeds vier lessen beheersen. U evalueert zowel de kennis als de vaardigheden, al kunnen door hun aard niet alle vaardigheden met een schriftelijke toets worden gemeten. In dat geval zijn uw eigen observaties van belang tijdens het werken aan de doe-opdrachten. Elke toets heeft tien opdrachten. Met de eerste acht opdrachten wordt de kennis per les getoetst; voor elke les twee opdrachten. Opdracht 9 en 10 gaan over de vaardigheden. Normering Wij stellen de volgende normering voor. Voor elk goed antwoord krijgt een kind twee punten. Voor een vraag die gedeeltelijk goed is beantwoord, kan het kind één punt krijgen. Daarna telt u alle punten op en deelt deze door 2. Deze eindscore wordt als volgt gewaardeerd: 8-10 punten: goede beheersing; 6-7 punten: voldoende beheersing; < 6 punten: onvoldoende beheersing. Uiteraard kunt u een andere normering hanteren die meer is aangepast aan uw situatie. Differentiatie Verdieping en verrijking vinden in de opdrachten zelf plaats. Daar worden tips gegeven om extra onderzoek te doen of om experimenten uit te breiden. Daarmee kunt u kinderen die snel werken of meer uitdaging nodig hebben, extra taken geven. We kiezen er bewust voor om deze kinderen, die vaak al theoretisch zijn ingesteld, geen extra theoretische uitdagingen aan te bieden. Dit gebeurt te vaak, terwijl het juist voor deze kinderen belangrijk is om praktisch bezig te zijn. 4 Taalbeleid Taal is de sleutel tot een succesvolle ontwikkeling van het kind. Taalbeleid heeft alleen zin als het bewust gebeurt en in samenhang met andere leergebieden. Immers, taal is geen doel op zich. Leefwereld biedt kinderen nieuwe onderwerpen en brengt ze daarmee in nieuwe situaties waarin nieuwe eisen worden gesteld aan de verwerking en vaardigheden. Daardoor worden de kinderen uitgedaagd om zich nieuwe woorden en begrippen eigen te maken. Kortom, Leefwereld levert door haar aard een belangrijke bijdrage aan het taalbeleid op uw school. Leefwereld is zo opgebouwd dat er op gevarieerde 6

wijze taalverwerving plaatsvindt. Of die effectief is, hangt voor een groot deel af van hoe u als leerkracht daarmee omgaat. Elke school heeft haar eigen taalbeleid. Hieronder vindt u enkele aandachtspunten bij het inpassen van Leefwereld in een schoolspecifiek plan. Motivatie Het belangrijkste punt bij taalverwerving is misschien wel de motivatie. Kinderen die gemotiveerd zijn, staan open voor nieuwe kennis. Een leerlingenboek is op zich een dood ding. Het is de leerkracht die ervoor zorgt dat kinderen tijdens de les gemotiveerd zijn en blijven. Leefwereld draagt hieraan bij door boeiende, leuke en interessante leerstof aan te bieden die dicht bij de kinderen staat en ze uitdaagt met nieuwe begrippen, kennis en betekenisvolle activiteiten, passend bij het niveau van de kinderen. Motivatie moet worden onderhouden. De leerkracht kan dit doen door de leerlingen positief aan te moedigen en complimenten te geven. Ook blijven kinderen betrokken bij de les als de leerkracht de doelen daarvan helder formuleert. Leefwereld noemt deze daarom expliciet in het leerlingenboek. Motivatie ontlenen kinderen ook aan het met elkaar mogen samenwerken en aan het dragen van verantwoordelijkheid voor de uitvoering van taken. Kinderen moeten bij Leefwereld experimenteren. Voor de motivatie is het belangrijk dat ze daarbij het vertrouwen hebben dat ze fouten mogen maken. Zinvolle context Taalverwerving moet plaatsvinden in een betekenisvolle en zinvolle context. Een kind moet een begrip kunnen verankeren in reeds aanwezige kennis. In Leefwereld gebeurt dat doordat leerlijnen voortbouwen op eerder opgedane kennis van de kinderen. Leerstof vormt een abstractie van de werkelijkheid. Als leerstof wordt vertaald naar concrete ervaringen van de kinderen, zal die betekenis en inhoudsvol worden en tot meer inzicht leiden. Het is de taak van de leerkracht om daarvoor aan te sluiten bij ervaringen en voorkennis van de kinderen. Als woorden geen verband hebben met de alledaagse realiteit, worden ze inhoudsloos en leiden ze niet tot een beter inzicht. Naarmate kinderen ouder worden, moeten ze zich een voorstelling kunnen maken van iets wat ze nog nooit hebben gezien of ervaren, zoals een satelliet of een savanne. Taal wordt dan steeds meer de sleutel tot de werkelijkheid, terwijl voor jonge kinderen de werkelijkheid de sleutel is tot taal. Leefwereld biedt hiervoor handvatten door veel concrete voorbeelden te geven en veel foto s en tekeningen aan te bieden, maar het is zinvol om waar nodig ook eigen voorbeelden toe te voegen en ook om het geleerde weer toe te passen op nieuwe voorbeelden. Interactie Kinderen verwerven taal door interacties met anderen. In een onderwijssituatie gebeurt dat met de leerkracht en tijdens het groepswerk met klasgenoten door te overleggen, te brainstormen, verslag uit te brengen of iets uit te leggen. Ook hiervoor biedt Leefwereld veel mogelijkheden. De instructies bij de opdrachten zijn duidelijk en worden ondersteund door illustraties. Maar bij het samen uitvoeren van de opdrachten moeten de kinderen met elkaar informatie uitwisselen, samen experimenteren en elkaar ondersteunen. Van al deze interacties leren de kinderen taal, zeker als de groepjes heterogeen zijn samengesteld. Ondersteuning Taalonderwijs is iets anders dan taalactiviteiten tijdens een natuur of techniekles. Toch gebruik je er dezelfde strategieën. Je helpt een kind iets onder woorden brengen, je evalueert een opdracht of je stimuleert de kinderen om goed na te denken. Daarbij is het belangrijk dat de leerkracht zich ervan bewust is welke woorden en begrippen lastig of moeilijk kunnen zijn voor kinderen. Want ook al biedt Leefwereld teksten aan op het juiste niveau, het kan niet meer zijn dan een gemiddeld niveau. Voor het ondersteunen van kinderen zijn allerlei strategieën bedacht. Zo ondersteun je een kind door hardop mee te denken, bijkomende vragen te stellen, complimenten te geven, terug te verwijzen naar een eerdere les, een voorbeeld te geven of kleine denkstappen te structureren. Hierbij speelt ook pre teaching een rol. De leerkracht heeft bij Leefwereld de mogelijkheid om vooraf met kinderen met een taalachterstand de lastige woorden van de les door te nemen en samen de kopjes van de lesteksten te lezen. Zo krijgen de kinderen al een beeld van de inhoud van de les. Woordenlijsten Voor kinderen met een taalachterstand vindt u bij elke les een lijst met lastige woorden als kopieerblad in deze handleiding. Deze woordenlijst kunt u of een klassenassistent voor de les met het kind doornemen. De uitleg van de woorden is zoveel mogelijk met tekeningen verduidelijkt. Op de pagina s hierna ziet u hoe u in een les van Leefwereld het taalbeleid kunt vormgeven. Leefwereld 8 Noordhoff Uitgevers bv 7

Motivatie en context: verken het onderwerp met de kinderen. Wat weten ze al over warmte? 1 Warmte Wat een gekke foto! zegt Lisette. Hij is gemaakt met een infrarood camera, zegt haar vader. Dat is een camera die warmte vastlegt. Op de foto zie je de koude en warme plekken van ons huis. De rode kleur geeft de warmste plaatsen aan. Daar gaat warmte naar buiten. Waarom heb je zo n foto laten maken? vraagt Lisette. 1 4 8 3HL8.indb 8 30-06-11 09:15

Roep voorkennis op en vraag kinderen naar hun eigen ervaring. Voeg zelf vragen toe. Maak een woordspin rond het begrip warmte. a b c Wat zie je? Laat kinderen beschrijven wat ze zien. Wat valt ze op? Wat vinden ze vreemd? Waar willen ze iets over weten? Afbeeldingen bieden veel mogelijkheden voor taalverwerving. Begrippen energie warmtebron geleiding stroming straling thermometer temperatuur Welk antwoord zal vader geven, denk je? Waar gaat veel warmte naar buiten? Welke plekken in huis zijn koud? Waardoor worden mensen op de foto s verwarmd? Hoe kunnen ze de warmte regelen? Dit ga je leren Leefwereld 8 Noordhoff Uitgevers bv Je ontdekt enkele belangrijke kenmerken van warmte. Je leert wat warmte is en hoe mensen er gebruik van maken. 5 Heldere lesdoelen scheppen verwachtingen en kaderen de leerstof af. Lees de begrippen hardop. Welke begrippen kennen de kinderen? Wat denken ze dat een begrip betekent? Ga de begrippen niet uitleggen! 9 3HL8.indb 9 30-06-11 09:15

Bekijk samen alle kopjes. Oriënteer het kind op het lezen van de tekst. Voorspellend lezen: waar denk je dat deze tekst over gaat? Wat weet je nu al van warmte? Begrijpen de kinderen de tekst? Laat een kind de tekst samenvatten. Leg de relatie met de verklarende afbeelding. Warmte gaat nooit verloren Wanneer je een kop hete thee laat staan, koelt de thee af. Na een tijdje is de thee even warm als de rest van de kamer. Maar waar is de warmte gebleven? Aan de onderkant van het kopje is er warmte in het tafelblad verdwenen. Je kunt dat voelen: precies onder het kopje is de tafel warm. Maar de meeste warmte verdween in de lucht. De lucht in de kamer is daardoor een heel klein beetje warmer geworden. Warmte gaat altijd van warm naar koud. Dat gaat vanzelf. Maar warmte gaat nooit verloren. De warmte van de thee verspreidt zich. 2 Van koud naar warm De hete thee in het kopje wordt vanzelf koud. Maar omgekeerd werkt het niet: koude thee wordt nooit vanzelf warm. Om iets warm te maken, moet je warmte toevoegen. Je kunt ook zeggen: energie toevoegen. Dat kun je met een kaars doen of met een aansteker. Of je gebruikt een fornuis. We noemen dit warmtebronnen. De grootste warmtebron is de zon. 3 De zon is onze belangrijkste warmtebron. 4 Veel warmtebronnen geven niet alleen warmte, maar ook licht. Warmte verplaatst zich Houd eens een munt in een kaarsvlam. Wedden dat je hem na enkele tellen loslaat? De warmte van de vlam gaat door de munt heen naar jouw vingers. En die worden heet! Deze manier van warmte doorgeven, heet geleiding. Houd nu je hand een flink eind boven de vlam. Voel je nu ook warmte? De vlam verwarmt de lucht en de warme lucht stijgt op. Wanneer de lucht tegen je hand komt, voel je de warmte. Wanneer warmte zich op deze manier verplaatst, heet dat stroming. Houd nu je hand opzij van de vlam. Dan voel je ook warmte. Wat je nu voelt is straling. De vlam zendt warmtestraling uit. De zon straalt ook warmte uit. De aarde wordt er warm van, ook al staat de zon 150 miljoen kilometer van de aarde af. 6 Nieuwe begrippen worden visueel verbonden met een concreet voorbeeld. Nieuwe begrippen worden zo ook herhaald. Vat tussentijds de leerstof samen. Wijs op de onderstreepte woorden. 10 3HL8.indb 10 30-06-11 09:15

Leg de relatie met voorbeelden uit de eigen omgeving, geef concrete voorbeelden. Bekijk de radiator in de klas. Vraag door en breid uit. WB 4-5 De centrale verwarming De meeste huizen hebben een centrale verwarming. In de verwarmingsketel wordt water heet gemaakt. Een waterpomp pompt het water door alle verwarmingsbuizen naar de radiatoren. De radiatoren geven de warmte van het water af aan de lucht: de kamer wordt warm. Maar daardoor wordt het water in de radiatoren kouder. Dit koudere water stroomt weer terug naar de ketel. Daar wordt het opnieuw verwarmd. waterpomp verwarmingsketel Zo werkt de centrale verwarming. verwarmingsbuis radiator 5 Iets wat opwarmt, wordt een klein beetje groter: het zet uit. Het ene materiaal zet meer uit dan het andere. Vooral metaal zet uit. Dat kan op een hete dag problemen geven. Bijvoorbeeld bij een ophaalbrug. Door de hitte zet het metaal van de brug soms zo ver uit, dat de brug klem komt te zitten. Dan moet de brandweer komen om de brug nat te spuiten. Daardoor koelt de brug af en kan hij weer open. Een ouderwetse thermometer werkt juist door het gebruik van uitzetten. Zo n thermometer bestaat uit een glazen buisje met onderaan een bolletje. Daarin zit een gekleurde vloeistof. Als het warmer wordt, zet de vloeistof in het bolletje uit. Je ziet dan de vloeistof in het buisje stijgen. Wordt het kouder, dan daalt de vloeistof weer. Op de schaalverdeling lees je de temperatuur af. Leefwereld 8 Noordhoff Uitgevers bv Materialen zetten uit 6 Onder aan deze thermometer zit een bolletje waarin een vloeistof zit. Die vloeistof kan uitzetten. 7 Onderscheid hoofdzaken van bijzaken. Waar gaat het om? Evalueer de les. Wat heb je geleerd? Bereid de kinderen voor op de opdrachten in het werkboek. 11 3HL8.indb 11 30-06-11 09:15