HUISELIJK GEWELD IN NEDERLAND 2010 Facts and Figures 9 Mei 2010 Stefan Bogaerts Hoogleraar Victimologie, INTERVICT (FRW) Hoogleraar Forensische Psychologie (FSW) Hoofd onderzoek en behandelinnovatie Kijvelanden/Dok 1
Opzet presentatie 1. Aanleiding onderzoek huiselijk geweld 2. Opzet en methoden 3. Belangrijkste resultaten 4. Conclusies
1. Aanleiding onderzoek In 1997 laatste landelijk onderzoek naar aard, omvang en hulpzoekgedrag bij huiselijk geweld (Intomart); In 2002onderzoek naar huiselijk geweld onder allochtone bevolkingsgroepen met dezelfde doelstelling (Intomart) Sinds 2005 rapporteert Beke politiecijfers over huiselijk geweld Vooronderzoek uit 2006(IVA) en conclusie: Er is behoefte aan nieuwe betrouwbare actuele gegevens over: De prevalentie, aard, determinanten van en hulpzoekend gedrag bij geweld in de privésfeer Huiselijk geweld in Nederland 2010 3
2. Opzet en methode Multi-methoden aanpak: voordeel Slachtofferonderzoek (Intomart) online panel bevraging (n=6.427) face-to-face interviews (n=816) Daderonderzoek (Intervict-UvT en WODC) online panel bevraging (2 keer: n=6.427 en n=456) dossierstudie (n=200) data Reclassering en recidivecijfers (na koppeling n=8.877) onderzoek aspecten van intimate terrorism (n=320) Omvangschatting (Universiteit Utrecht) vangst-hervangst schatting obv. politieregistratie (n = 157.356 records) 4
3. Belangrijkste resultaten Ruim 9% van de Nederlandse bevolking was de afgelopen vijf jaar slachtoffer van evident huiselijk geweld Man vrouw ratio slachtofferschap (40% 60%): Vrouwen: in 60 a 65% van de gevallen slachtoffer van de (ex-) partner; Mannen in mindere mate slachtoffer van (ex-)partner: familieleden Jaarlijks ongeveer 200.000 slachtoffers en 100.000 verdachten van evident HG: aantallen obv. vangst-hervangst politiedata EN via simulatie self-report data Verdachten HG obv. politieregistraties zijn bijna altijd man (83% man 17% vrouw) Veroordeelden op basis van reclasseringsdata in meer dan 90% vande gevallen man Ondervertegenwoordiging van de groep allochtonen in het bevolkingsonderzoek (idem als in 1997) 5
3. Belangrijkste resultaten Evident huiselijk geweld: 2 op 3 gevallen gaat het over lichamelijk geweld en in iets minder dan 1 op 10 over seksueel geweld (al dan niet in combinatie met psychisch geweld: gevolgen vaak ernstig!) Aspecten van intimate terrorism: gebruik van controlerend gedrag jegens het slachtoffer, meestal de (ex-)partner: Aandeel mannelijke plegers stijgt naarmate meer controle tactieken worden gebruikt; We vinden geen statistische onderbouwing dat letselschade en psychologische gevolgen ernstiger zijn bij IT dan bij andere vormen van intimate partner violence (Meeteffect? Klinisch onderzoek vereist); Bogaerts, S., Veen, H.C.J. van der, & Knaap, L.M. van der (2011). Aspects of intimate terrorism: A test of Johnson's typology in a Dutch online sample. International Perspectives in Victimology, 5(1), 13-21. 6
3. Belangrijkste resultaten We vinden wel vaker werkverzuim in de slachtoffergroep IT (indicatie). Meest ernstige daders (IT) (vooral mannen) onderscheiden zich van andere plegers van huiselijk geweld We weten weinig over aanwezigheid van psychopathologie bij deze groep ernstige geweldplegers, meestal generalisten* Melding van huiselijk geweld bij politie: in 1997 12% en in 200820%. Redenen om tevreden te zijn? Het is een verbetering maar het betekent dat 4 op 5 nog steeds geen melding maakt, of dat er geen registratie plaatsvindt, of, Kunst, M.J.J., Bogaerts, S., & Winkel, F.W. (2010). Domestic violence and mental health in a Dutch community sample: The adverse role of loneliness. Journal of Community & Applied Social Psychology, 2010(20), 419-425. Kunst, M.J.J., Bogaerts, S., Wilthagen, A.C.J.M., & Winkel, F.W.(2010). Income attainment among victims of violence: Results from a preliminary study. Social Indicators Research, 95(1), 169-180. *Op dit ogenblik lopend onderzoek. 7
3. Belangrijkste resultaten Slachtoffers zoeken hulp bij: familie (vooral moeder, vrienden en nieuwe partner) en professionele hulpverleners (self-report) er wordt over gesproken met intimi maar nog te weinig Vrouwelijke slachtoffers zijn meer tevreden met politiehulp dan mannelijke slachtoffers (63% -36%) (self-report): geen verklaring voor? 70% van de daders heeft justitiële antecedenten (justitiële data) 30% van hen komt kort daarna opnieuw met politie in aanraking voor huiselijk geweld en/of andere delicten (justitiële data) 8
Conclusies Slecht of goed onderzoek!? 9% van de respondenten rapporteert slachtofferschap van evident huiselijk geweld in de afgelopen 5 jaar; Slachtofferratio van 60/40 %: heeft veel commotie gegeven. ECHTER: Vrouwen vooral slachtoffer van (ex-)partner Mannen minder slachtoffer van (ex-)partner maar ook van andere familieleden; Zeer ernstige vormen, controle en macht: vooral mannelijke daders; Hoofdzakelijk mannen in justitiële registers; Melding politie: 1 op 5 Onderzoek onder allochtone groepen 9
Dank voor uw aandacht S. bogaerts@uvt.nl 10
Informatie: de 21 voorvallen Psychische sfeer Lichamelijke sfeer Seksuele sfeer Bespotten/kleineren Dreigen lichamelijk pijn te doen Verkrachting In de gaten houden/volgen Voorwerp gooien Seks opdringen Verbieden uit te gaan Slaan met voorwerp Dwingende seksuele handelingen te verrichten Verbieden te praten op feestjes Geen afspraken mogen maken Spullen kapot maken/vernielen Dreigen verbreken relatie Ander psychisch geweld Duwen/grijpen/aan haar trekken Slaan/schoppen/bijten/stompen Verstikken/wurgen/verbranden Dreigen met mes/wapen Verwonden met mes/wapen Ander lichamelijk geweld Ander seksueel geweld De 21 voorvallen in het onderzoek Voor deze 21 voorvallen werd gekozen om aan te sluiten met de International Violence Against Women Survey (IVAWS) om in een latere fase vergelijkend onderzoek mogelijk te maken. De onderzoekers hebben zich niet alleen beperkt tot de IVAWS vragenlijst maar ook extra vragen over de psychische levenssfeer toegevoegd. 11
Informatie: operationalisering Definitie huiselijk geweld Onderscheid tussen (evident) huiselijk geweld en incidenten in de huiselijke kring: op basis van aard en frequentie van de voorvallen in huiselijke kring. Van Dijk et al. (2010) hebben een Principale Componentenanalyse (PCA) uitgevoerd op de 21 voorvallen en komen zo tot 4 componenten. Component 1 Component 2 Component 3 Component 4 Lichamelijk geweld Seksueel geweld Controle sociaal leven Agressieve + stalking gedragingen Slaan met voorwerp Verkrachten Verbieden uit te gaan Bespotten/kleineren Verstikking/wurging/bra nden Seks opdringen Verbieden te praten op feestjes Spullen kapot maken/vernielen Dreigen met mes/wapen Dwingen seksuele handelingen te Geen afspraken mogen maken Dreigen verbreken relatie partner verrichten Verwonden met Ander seksueel geweld Ander psychisch mes/wapen In de gaten houden/stalking geweld Dreigen lichamelijk pijn te doen Voorwerp gooien Duwen/grijpen/aan haar trekken Slaan/schoppen/bijten/s tompen Ander lichamelijk geweld 12
Informatie: operationalisering Definitie huiselijk geweld Vooral de voorvallen in componenten 3 en 4 zijn moeilijk te kwalificeren als huiselijk geweld. Het is namelijk de vraag of iemand die bijvoorbeeld in een periode van 2 jaar enkele keren bespot of gekleineerd werd kan worden gezien als slachtoffer van evident huiselijk geweld. Van Dijk e.a. (2010) hebben in het surveyonderzoek de grens waarboven sprake is van huiselijk geweld gelegd op minstens 10 gebeurtenissen op jaarbasis. Op basis van deze indeling zijn drie groepen slachtoffers van huiselijk geweld te onderscheiden met een jaarfrequentie van 10 incidenten of meer per jaar: lichamelijk geweld + stalking (component 1, n=325); seksueel geweld (component 2, n=165); overige vormen van geweld (component 3 en 4, n=427). Respondenten kunnen in meerdere groepen vallen als men slachtoffer is geworden van bijvoorbeeld lichamelijk geweld en overig geweld in hetzelfde jaar. Wanneer het aantal voorvallen in de drie groepen (lichamelijk, seksueel en overig geweld) worden opgeteld, dan krijgen we een totaal van 917 voorvallen. Wanneer voor overlap wordt gecorrigeerd, dan blijven 648 respondenten over die in de voorgaande vijf jaar slachtoffer zijn van evident huiselijk geweld. 13