Naam:. Technologische opvoeding Klas: 1
Werkvolgorde Uitleg 1. We hebben een probleem!! Start Ik heb veel vogeltjes in de tuin en zie ze in de winter steeds naar eten zoeken. Er is een probleem. 2. We gaan een goede oplossing zoekens! Hoe kunnen we de vogeltjes hierbij een handje toesteken? Let op: - we moeten het zelf kunnen maken. - we hebben niet zoveel tijd. - het moet goedkoop zijn. Een oplossing zoeken. Ken je al enkele oplossingen?. Welke zou de meest geschikte oplossing zijn? Een oplossing is een.. 2
3. We gaan het maken! Heb je een bewerking goed uitgevoerd, kleur dan telkens de smiley. Uitvoering 1. Delen van het appelhuisje. Zoek eerst de verschillende delen in het plankje, welke je nodig zal hebben voor het bouwen van een appelhuisje. lang gedeelte van het dak gevelwand Delen zoeken. kort gedeelte van het dak bodem 2. Uitzagen van de verschillende delen. Neem een zaagplankje en leg het op je werktafel. Zaagplankje op je werktafel. 3
Leg je appelhuisje op het zaagplankje. Appelhuisje op het zaagplankje. Zaag eerst het korte en lange plankje van het dak. Zagen 4
Zaag de bodem van de gevelwand. Zagen Zaag de gevelwand van het appelhuisje. 3. Schuur met je schuurblokje de gezaagde delen. Schuur met de vlakke kant van je schuurblokje. Schuren 5
4. Boren van de zijkanten van de gevelwand. Leg je gevelwand in de mal voor het boren van de naaldopening en boor in elke zijkant een gat. Boren 5. Aftekenen van de nagelpunten. Voor het aftekenen van de nagelpunten zijn er 3 mallen voorzien die net even groot zijn als de plankjes. Kies de juiste mal voor ieder plankje. Teken met potlood de nagelpunten af. Aftekenen 6. Nagelen van de plankjes. Nagel precies op de nagelpunten. Let op, niet te diep! Enkel de aangescherpte puntjes van de nageltjes. Nagelen 6
7. Lijmen en nagelen van de bodem van het appelhuisje. Schuif je gevelwand omgekeerd in de houder. Plaats de gevelwand in de mal Breng lijm aan op de gevelwand. Lijmen Nagelen Plaats de bodem op de gevelwand en nagel. 7
Laat de kopjes van de nageltjes uitsteken. Sla de kopjes van de nageltjes met een doorslag gelijk met het hout. doorslag Nagelen Op deze manier voorkomen we beschadigingen aan het hout. Neem de bodem en gevelwand uit de mal. 8
8. Lijmen en nagelen van het dak. Breng lijm aan op de schuine kanten van de gevelwand. Lijmen. Plaats het dak op de gevelwand. Zorg dat het dak mooi op zijn plaats zit. Nagelen. Nagel de plankjes vast. Sla de kopjes van de nageltjes met een doorslag opnieuw gelijk met het hout. 9
9. Oogje bevestigen op het dak. Plaats de mal over het dak. Boor loodrecht door het gaatje van de mal. Oogje bevestigen Draai het oogje in dit gat. 10. De naald voor het bevestigen van de appel. De draad moet juist geplooid worden. Luister en kijk goed hoe de leraar alles voordoet. hoekje plooien met de universele tang. Maken van de naald rondje plooien met de plooimal. steeltje mooi in het midden plooien met de bektang. steek de naald door de gaatjes in de zijgevel en knip de draad met de zijkniptang zodat nog 1 cm uit de zijgevel steekt. Is de naald voor de appel klaar? - is de draad goed geplooid? - past hij in het appelhuisje? 10
4. We gaan het uittesten! Nu gaan we ons appelhuisje uittesten : Uittesten Steek een appel in het appelhuisje. 5. Zijn we tevreden van het resultaat? - Valt de appel er uit? - Is de constructie stevig? - Blijft jouw appelhuisje stevig hangen? Ben je tevreden? Ben je tevreden van het resultaat? 11
Weet je nog hoe en met welk gereedschap je hebt gewerkt? De gereedschappen : omcirkel het gereedschap waarmee je hebt gewerkt en schrijf er de benaming bij. slijpschijf - : tafelboormachine accu boormachine Hiermee kan ik gaatjes boren. lasbril veiligheidsbril - : Met deze bril bescherm ik mijn ogen tijdens het boren. kapzaag toffelzaag juniorzaag - Met een zagen we de plankjes van het appelhuisje. 12
Weet je nog hoe en met welk gereedschap je hebt gewerkt? De gereedschappen : verbindt de juiste bolletjes met elkaar. Schrijf onder ieder gereedschap de juiste benaming. Hiermee kan je nageltjes verder in hout slaan zonder het te beschadigen:. Ik kan gaatjes boren met een:. Ik kan een plankjes zagen met een:. Met deze bril bescherm ik mijn ogen tijdens het boren:. 13
Welke waren de 5 grote stappen? Als je het niet meer weet, mag je ze opzoeken in de bundel. Schrijf ze hier nog een even op: 1. 2. 3.. 4. 5. Als je al je problemen op deze manier oplost, kom je steeds tot een goed resultaat. Wat heb ik vandaag geleerd?. Ik weet hoe ik een probleem moet aanpakken. Ik weet hoe ik een schema moet volgen. Ik doe graag iets met mijn handen. Ik kan goed met gereedschap werken. Ik werk veilig. Ik probeer soms thuis ook iets te maken. Ik vind techniek leuk. 14
15