HOE FAMILIELEDEN EN HULPVERLENERS IN DE PSYCHIATRIE KUNNEN SAMENWERKEN

Vergelijkbare documenten
henk-willem klaassen, Terneuzen Zeeuwse Gronden

WERKEN MET HET NATUURLIJK EN

Werken in de nieuwe GGZ 18 mei en de eerste verpleegkundige werkzaam bij BZT. Henk-Willem Klaassen spv BZT Amsterdam West

Module familiebegeleiding. henk-willem klaassen,mei 2013 SLKF

INHOUD. Actief familiebeleid. Visie. Familiebegeleiding. Bevindingen uit onderzoek. Familieplatform. Familie aanbod. Eigen Kracht Conferentie

Denk even mee. Oeps! Meteen kiezen! Even voorstellen. Terug in de tijd De toekomst van de langdurende GGZ. Van verleden naar toekomst

Mét familie gaat het beter

Inhoudsopgave Inleiding... 2 Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling...

Wat betekent een bipolaire stoornis voor je familie- en vriendschapsrelaties en wat kunnen vrienden en familie voor betrokkenen betekenen?

Opgroeien met ziekte en zorg. Training voor professionals

Herstelondersteunend behandelen. Door Jos Dröes, psychiater np Stichting Rehabilitatie 92 Utrecht

Even voorstellen. Terugblik en vooruitblik. Wat kunt u verwachten? Denk even mee. Oeps! Meteen een opdracht Wat kunt u verwachten?

FAMILIEBELEID, SPV DOE ER WAT MEE!

Henk-Willem Klaassen. Bondgenoten. Hoe familieleden en hulpverleners in de psychiatrie samen kunnen optrekken. Boom Amsterdam

Erkenning van de positie van naastbetrokkenen.

Samen in gesprek blijven

PARTNERS IN ZORG. Familiebeleid GGZ Rivierduinen Informatie voor familieleden, naasten en cliënten. rivierduinen.nl

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd

Eigen plan van aanpak betrokkene, 0.8 oefenversie

Familiebeleid. Zorgen voor een ander, zorg voor uzelf

YUCELMETHODE Bouwen aan Herstel

Promens Care. Triadekaart. Triade. ouders/ naastbetrokkene

FACT Flevoland. Met voldoening regie voeren over je leven. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal Flevoland.

BIJLAGE DE GOUDEN TIPS KAART

Even voorstellen. Terugblik en vooruitblik. Wat kunt u verwachten? Denk even mee. Oeps! Meteen een opdracht Wat kunt u verwachten?

Familiebeleid. Zorgen voor een ander, zorg voor uzelf

Post hbo-opleiding ggz-agoog

Herstel. De cliënt als bondgenoot. CvdM - GGNet

ogen en oren open! Luister je wel?

3 HELPENDE TIPS OM BIJ JEZELF TE BLIJVEN ALS ER ANGST OF DWANG IN JE GEZIN VOORKOMT

Partners in zorg Familiebeleid GGZ Rivierduinen

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

Kwaliteitsrapport s Heeren Loo Hoe was de ondersteuning in 2017? Samenvatting voor cliënten

De Week gaat van start met de Breingeindag op maandag 26 maart 2012 in t Veerhuis te Nieuwegein.

Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren Informatie voor kinderen, jongeren en ouders

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren

Forensische Herstelsetting

ribw arnhem & veluwe vallei

Meer zicht op ieders inbreng

Training & themabijeenkomsten 2018

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg

Forensisch Psychiatrische Afdeling

INTENSIVE HOME TREATMENT

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Het FACT team helpt je verder. Intensieve behandeling aan huis Informatie voor cliënten

RESOURCE GROEPEN NL ART KENNISFESTIVAL 2 JUNI 2016

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

De Stemmenpolikliniek

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Uw naaste, onze zorg Informatie voor familie en naasten

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

Bemoeizorg Parkstad. Volwassenen

Tanja Gouverneur 21 maart 2012

Dit Ben Ik. nieuwsbrief. Juni 2018

Voorbereiden op het keukentafelgesprek?

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

De Keukentafel Uitdaging

FACT. Flexible Assertive Community Treatment

Instrument Netwerk-analyse

Project. Stoornissen en het gezin

Functioneringsgerichte Herstelondersteuning

Welkom bij De Jutters

Samen voor Herstel. Herstellen doet u zelf, maar u hoeft het niet alleen te doen

Hoe veel wil jij ervaren en kennen van familieopstellingen? Bij de Verheldering zijn er verschillende mogelijkheden: Opstellingenworkshop

Lana B. Illustraties Lana B. Redactie P. Boerboom & Angélique Kersten Vormgeving Angélique Kersten. Eerste druk 2013 uitgeverij aquazz

DRAAIBOEK GESPREKSDRIEHOEK

Jaarverslag Familieraad Zeeuwse Gronden. Triade in de zorg

Veelkleurige kijk op zorg

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

ONTDEK DE KRACHT VAN IN JE WERK. Oriëntatiecursus Hulpverlener met ervaring

PRAKISCHE INZICHTEN Dementie en psychiatrie in de thuiszorg: ondersteuning van de mantelzorger

1-meting NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN. I&O Research

Psychische problemen raken niet alleen de patiënt

Het kind in beeld. Sandra Rijnaars-Hekel en Arie van der Meer Brijder Verslavingszorg Programma Verslaving en Ouderschap 18 oktober 2016

Ontwikkeling van de ouderrol als onderdeel van het herstelproces. Lectoraat Rehabilitatie Groningen


MEER VEERKRACHT! Leren leven met psychische kwetsbaarheid

(ernstige) psychische aandoeningen

Welkom bij IrisZorg. Informatie voor cliënten

OPGROEIEN MET ZIEKTE EN ZORG. Training voor professionals

Veranderende opva+ngen

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Familiebegeleiding in de langdurende psychiatrie

FACT teams Altijd in de buurt. Informatie over actieve zorg in de wijk

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

Deze presentatie. Hoe werken we in het project? Toch weten we dat: Wat betekent een psychiatrische stoornis voor familieleden?

Flexibel thuistraject voor het hele gezin. GezinsFACT

Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen

Welkom bij De Jutters

Schakenbosch in het kort. Informatie voor jongeren en ouders

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

FACT-teams. Intensieve wijkgerichte behandeling en begeleiding. Informatie voor cliënten, verwijzers en betrokkenen

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek

GGzE centrum psychotische stoornissen. Algemene informatie >>

AANDACHT VOOR FAMILIE. GGNet is er ook voor u! Informatie voor familieleden en directbetrokkenen van patiënten

Leven met een psychotische stoornis

Transcriptie:

BONDGENOTEN HOE FAMILIELEDEN EN HULPVERLENERS IN DE PSYCHIATRIE KUNNEN SAMENWERKEN Henk-Willem Klaassen, SPV bij BuurtzorgT en auteur van het boek Bondgenoten Inleiding Enige tijd geleden verscheen mijn boek Bondgenoten en naar aanleiding hiervan werd het eerste landelijk congres onder dezelfde titel georganiseerd. In Bondgenoten gaat het om een essentiële sociaal psychiatrische vaardigheid, namelijk de samenwerking tussen de hoofdpersoon (de cliënt, in dit artikel de hoofdpersoon genoemd), zijn naasten (daar waar we familieleden, partners, kinderen, buren, beste vrienden en kennissen bedoelen) en hulpverleners, waar onder sociaal psychiatrisch verpleegkundigen. In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van een aantal vaardigheden die in het boek Bondgenoten besproken worden, waarna er wordt ingegaan op de actuele situatie. Aan de hand van een aantal cartoons wordt de lezer meegenomen in het gedachtengoed van het boek Bondgenoten. De cartoons zijn gemaakt door mijn dochters, die daarmee op hun manier het boek hebben samengevat. Cartoons die indrukken achterlaten over de samenwerking in de triade tussen de hoofdpersoon, zijn naasten en de hulpverlener. Per cartoon wordt de lezer een aantal vragen gesteld. Na een summiere beschouwing over het onderwerp wordt een aantal punten meegegeven die je als hulpverlener mee zou kunnen nemen in de dagelijkse praktijk. In dit artikel is er voor gekozen om geen literatuurverwijzingen op te nemen. Hiervoor wordt verwezen naar het boek Bondgenoten. Ervaringen uit de praktijk Ik heb de afgelopen jaren veel collega's en naasten ontmoet. De wil van hulpverleners om naasten te betrekken is zeker aanwezig. Ik merk dat niet iedere SPV naasten bij de behandeling betrekt. Redenen die genoemd worden om naasten niet te betrekken zijn onder andere privacy, gebrek aan vaardigheid, beleid van de instelling, caseloaddruk. Ik heb ik in de jaren gemerkt dat ik mijn werkdruk minder voel als ik weet dat ik met naasten samenwerk. Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor het ondersteuningsproces van de hoofdpersoon. De SPV beweegt zich op allerlei gebieden, van verslavingszorg tot specialistische centra, van FACT tot POH, bemoeizorg. Mijn ervaringen zijn gestoeld op 25 jaar werken in de volwassenpsychiatrie, met name de maatschappelijke psychiatrie. Elk gebied is weer anders. Elke mens die te maken heeft met psychische klachten heeft mensen om zich heen. De liefde en de zorg van anderen is voor elk mens onmisbaar. Zouden wij als SPV de naasten niet nog meer en beter kunnen betrekken? Zal het zo zijn dat wij over een aantal jaar misschien meer de coach van het netwerk zijn dan de coach van de hoofdpersoon? Ontwikkelingen als EKc, Yucelmethode en RACT kunnen ervoor zorgen dat de hulpverlener zich meer richt op de naasten van de hoofdpersoon. Ik denk dat het niet uitmaakt in welk specialisme je werkzaam bent, het gaat om mensen met psychische klachten waar naasten direct of indirect mee geconfronteerd worden. Juist zij kunnen elke dag de juiste ondersteuning bieden. SP September 2015 13

Ik heb de afgelopen jaren veel naasten mogen ontmoeten. Wat mij nog steeds opvalt is dat de meeste naasten ontevreden zijn over de samenwerking die wij als hulpverleners met ze aangaan. Naasten geven nog vaak aan dat het afhankelijk is bij welke hulpverlener je terecht komt en bij welke instelling of team. Dat zou wat mij betreft niet moeten kunnen. Ik heb gemerkt dat enig perspectief bieden in die samenwerking hun veel energie gaf. Zij geloven wel in de samenwerking. Hun eerste behoefte is : "luister naar mij, heb aandacht voor mij, want ik weet meer dan het hele dossier bij elkaar. Ik ken mijn naaste mijn hele leven, of maak hem elke dag mee, of ik kom meer bij hem dan de hulpverlener dat doet". Feitelijk hebben zij de volgende vragen aan de hulpverlener: Luister naar onze kant van het verhaal en doe daar wat mee. Geef mij de ruimte om te accepteren dat mijn naaste ziek is. Geef mij handvatten hoe ik weet hoe ik verder kan. Geef mij de mogelijkheid om samen te werken. Geef mij tips hoe ik sterker kan worden (empowerment). Bondgenoten Stel dat jouw geliefde behandeld moet worden door een specialist. Hij houdt jou er buiten. Hoe zou jij dat vinden en hoe zou jij je voelen? Wat zou jij doen? Stel dat jij plotseling ziek wordt en dat dit mogelijk langer duurt dan een paar maanden, vraag je dan alleen steun van de hulpverlener? Wie zijn de bondgenoten tijdens jouw behandeling die jij aan de hoofdpersoon geeft? In het boek Bondgenoten worden hulpverleners en naasten aangesproken om samen te gaan werken. In deze samenwerking kan meer en beter geïnvesteerd worden en kan er meer rendement uitgehaald worden. Uit onderzoek blijkt dat als naasten betrokken worden, onder andere de medicatietrouw van de hoofdpersoon groter is en de opnameduur korter zou kunnen. Familie/naasten betrekken, honderd procent 'familiegetrouw'? In de afgelopen tien jaar wordt op hulpverleners steeds meer een appèl gedaan om de familie van de hoofdpersoon te betrekken. Hulpverleners kiezen vaak hun eigen vorm in de manier waarop zij contact met de familie hebben, zoals telefonisch, e-mailend, append, individueel of in drie-gesprekken. Uiteindelijk gaat het om een vorm waarbij alle drie de partijen tevreden zijn over de samenwerking. Voor hulpverleners is het belangrijk wanneer naasten de hoofdpersoon op een positieve manier kunnen steunen. De samenwerking tussen de hoofdpersoon, zijn naasten en de hulpverlener komt in principe het beste tot stand als er eerst sprake is geweest van kennismaking en afstemming. 14 SP Februari 2015

Hoeveel procent 'familiegetrouw' werk jij? Wat is jouw sociaal psychiatrische context? Welke redenen heb jij om naasten van de hoofdpersoon buiten de behandeling te laten? Vanuit wiens perspectief handel je? Samenwerken met het netwerk gaat beter wanneer de hoofdpersoon in het eerste contact uitgelegd krijgt wat mijn visie en werkwijze is. Ik heb gemerkt dat de hoofdpersoon vaak aangeeft dat het betrekken van zijn naasten niet hoeft. Vaak blijkt dat uit schaamte voort te komen of dat hij "het gedoe vindt". Ik vind het belangrijk om van de hoofdpersoon te weten met wie en hoe vaak hij met zijn naasten contact heeft. Als ik uitleg waarom ik die naasten zo belangrijk vind, is de hoofdpersoon meer genegen om hen erbij te betrekken. Mijn uitgangspunt is de sociaal psychiatrische context van de hoofdpersoon en het herstelproces van de hoofdpersoon. In de meeste gevallen staat de hoofdpersoon er niet alleen voor, heeft hij familie, vrienden, buren of lotgenoten. Om te herstellen, wat je voor een deel alleen doet, kan je tevens de juiste, op maat gerichte, ondersteuning krijgen van je naasten, en niet uitsluitend van de spv. Ontwikkel een werkwijze waarin je vanaf het begin de naasten betrekt Nodig naasten uit en ga na hoe ze met je willen samenwerken of wat ze nodig hebben. GGZ familiebeleid De afgelopen jaren hebben GGZ instellingen veelal onder druk van de HKZ-normen, zorgverzekeraars en het LPGGZ (landelijk platform voor cliënt- en familieorganisaties in de GGZ), familiebeleid opgesteld. Hoe GGZ-instellingen daar een vervolg aan geven loopt uiteen. Veel GGZ-instellingen gaan ervan uit dat wanneer zij hun beleid hebben aangepast, hulpverleners dat beleid dan integreren in hun werkwijze. Mijn ervaring is dat veel hulpverleners geen enkel idee hebben wat het beleid is en wat er op intranet en op de website van de eigen instelling staat over familiebeleid. Ik denk dat veel nieuwe beleidsveranderingen in de GGZ onvoldoende geïmplementeerd worden, zo ook het familiebeleid. Mijn ervaring is ook dat er vaak meer voor nodig is dan alleen het wijzigen van een beleid. Ik vind dat het goed werkt wanneer hulpverleners en teams zich trainen, of op de hoogte blijven middels literatuur, om zich van nieuwe hulpmiddelen en interventies te kunnen voorzien. SP September 2015 15

In hoeverre ben je op de hoogte van het familiebeleid van de instelling waar je werkt? Op welke wijze handel je naar dat beleid? Ken het familiebeleid van je instelling. Ga na wat jij nog nodig hebt om het familiebeleid uit te voeren. Maak vanaf het eerste gesprek met de hoofdpersoon duidelijk dat en hoe jouw en die van je instelling is ten aanzien van de samenwerking met de naasten. Privacy Privacy is een begrip in de GGZ geworden waarvan het de vraag is of het begrip in menig situatie wel op de juiste manier geïnterpreteerd wordt. Naasten weten in de meeste situatie veel meer van de hoofdpersoon dan de hulpverlener. Ik wil pleiten voor een goede afstemming tussen de hoofdpersoon en de naasten om na te gaan wat wel en wat niet met elkaar besproken wordt. Dat het meer een kwestie is van afstemmen met elkaar dan dat de hulpverlener de privacy regels gaat bepalen, of dat hij dat voor de hoofdpersoon gaat waarnemen wat wel en wat niet gezegd mag worden. Hoe interpreteer jij privacy? Is privacy een begrip geworden waarmee wij ons best doen om de naasten juist te weren? Weten naasten in veel gevallen niet net zoveel of zelfs meer dan de hulpverlener over wat er gaande is? Ik heb gemerkt dat ik sinds ik gericht werkzaam ben met de hoofdpersoon en zijn naasten, dat het begrip privacy een kleine rol speelt. Vanaf het begin leg ik mijn werkwijze en context uit. Ik respecteer het als de hoofdpersoon of zijn naaste mij dingen in vertrouwen willen zeggen en mij vragen om dit niet aan de derde te vertellen. 16 SP Februari 2015

Daarnaast is door GGZ Nederland ook een hulpverlenersplicht opgelegd, daarin staat onder andere in bijzondere omstandigheden argumenten kan aandragen om juist wel over de hoofdpersoon te praten, juist in zijn belang. Privacy is in zo'n situatie niet het uitgangspunt, maar het belang van de hoofdpersoon. Door hier wel met de hoofdpersoon over te communiceren blijf je transparant, eerlijk en kan je verwijzen naar de samenwerkingsafspraken die je in het begin hebt gemaakt. Onderscheid privacy van wat naasten en hoofdpersoon al van elkaar weten Maak bespreekbaar dat je vanuit een sociaal psychiatrische context werkt en dat je juist te maken hebt met de hoofdpersoon en zijn omgeving Herstel ondersteunende zorg Herstel ondersteunende zorg is een vaardigheid waarin de hoofdpersoon leert om te dealen met zijn ziekte. Hij kan zich daarbij ontwikkelen met zijn eigen verhaal, empowerment en zijn eigen ervaringen. Het is een proces die de hoofdpersoon zelf aan kan gaan, de hulpverlener en zijn naasten kunnen hem daarin ondersteunen. In hoeverre betrek of vertel jij als hulpverlener de naasten over jouw herstel ondersteunende zorg en behandeling? Hoe kunnen naasten op een positieve bijdrage ondersteuning bieden? Middels het opstellen van een genogram en ecogram kan de hoofdpersoon aangeven welke personen in zijn leven als belangrijk worden ervaren en van wie hij steun van zou willen ontvangen. Wanneer naasten en betrokken voorgelicht worden over hersteltraject van de hoofdpersoon, kunnen zij, hun bijdrage leveren aan het herstelproces van de hoofdpersoon. Een voorbeeld daarvan is dat naasten de hoofdpersoon bewust wat meer ruimte geven om te werken aan zijn eigen herstelproces, of dat de naaste juist een actieve rol inneemt door aan te sluiten bij de behoefte van de hoofdpersoon. Hulpverleners kunnen gebruik van verschillende manieren om de hoofdpersoon te ondersteunen in diens eigen herstelproces. De Yucel-methode is bijvoorbeeld een methode waarbij de hoofdpersoon met behulp van (houten) blokken zijn draagkracht en draaglast visualiseert, en hoe deze zich verhouden tot zijn levensverhaal of de situatie waarin hij nu verkeert. Hij maakt tevens een bouwwerk waarin hij laat zien hoe zijn gewenste toekomst eruit ziet. Betrek juist naasten in het herstelproces. Maak een genogram of ecogram van en met de hoofdpersoon Heb kennis van verschillende middelen en mogelijkheden om met de hoofdpersoon in contact te komen. SP September 2015 17

Gebruik maken van de krachten van de naasten, Samen Kracht In hoeverre maak jij bewust gebruik van de mogelijkheden van de naasten? Ben jij je bewust van de capaciteiten en mogelijkheden die naasten te bieden hebben? Mede ingegeven door het tijdperk van de WMO waarin Eigen Kracht en Samen Kracht centraal staan, is het nuttig dat de SPV zich realiseert in hoeverre hij gebruik kan maken van de naasten. Mijn ervaring is dat in veel situaties de naasten juist een nuttige bijdrage kunnen leveren aan het ondersteuningsproces. Door goede afspraken te maken in die samenwerking kunnen naasten juist ook een rol krijgen en nemen. Het is dan van belang om hen daar enigszins in te coachen en geregeld even te bespreken hoe de ondersteuning verloopt. Dat zou kunnen door middel van de traidegesprekken. Eigen Kracht conferenties (EKc) en Resource Assertive Community Treatment (RACT) zijn al voorbeelden waarbij naasten juist betrokken worden. In beide modellen worden naasten betrokken om te bespreken hoe en op welke wijze zij ondersteuning gaan geven aan hun naaste. Bij een EKc wordt een neutrale coördinator van de Eigen Kracht Centrale ingezet om de hoofdpersoon en zijn naasten te steunen om een eigen plan te maken. In dit plan worden tevens afspraken gemaakt wat de rol van de hulpverlener is of kan zijn. Bij RACT gaat de hoofdpersoon samen met zijn hulpverlener na welke mensen hij uitnodigt bij een periodiek (paar maal per jaar) overleg over zijn herstel. Naasten worden in dat gesprek betrokken en er wordt afgestemd. De hulpverlener heeft in deze setting een grotere rol dan bij de EKc. Bepaal samen met de hoofdpersoon en naasten wanneer het nuttig is wat je als hulpverlener in de 1-op-1 relatie met de hoofdpersoon doet en wanneer het nuttig is om de naasten te betrekken. Wees geïnformeerd over wie wat doet, wie wat niet kan doen. Triade In de hulpverlening wordt gestreefd naar een gelijkwaardige relatie tussen de hulpverlener en de hoofdpersoon. Dat is niet altijd haalbaar vanwege de ziekte en beperking van de hoofdpersoon, of vanwege de vertrouwensband tussen de hoofdpersoon en zijn hulpverlener. De naasten van de hoofdpersoon worden in deze triades (0.0,1.0,2.0) al dan niet betrokken. 18 SP Februari 2015

Triade 0.0 tot 5.0 In welke triade sta jij als spv? Welke rol heb jij als hulpverlener met de naasten? In de triade-modellen 4.0 en 5.0 wordt ervan uitgegaan dat de hulpverlener een actievere rol heeft naar de naasten. In 4.0 is hij mede ondersteunend naar de direct naastbetrokkenen (veelal ouders, broer/zus, kind). In de triade 5.0 wordt ervan uitgegaan dat de hulpverlener niet alleen de familie betrekt, maar dat de hoofdpersoon ook anderen uit zijn steunsysteem betrekt. Dat kunnen zijn vrienden, broer/zus, buren, etc zijn. Mensen die contact hebben of hadden met de hoofdpersoon. In veel gevallen zijn zij bereid om een en ander voor de hoofdpersoon te doen om hen weer verder te helpen. Soms vraagt het enige inspanning om de relaties te herstellen, soms zijn mensen bereid omdat ze gevraagd worden enige inspanning te verrichten. De hulpverlener kan hen daarin helpen door bijvoorbeeld voorlichting te geven, enige instructies of een coördinerende taak te hebben of deze juist aan een naaste te geven. Om de naasten te betrekken kunnen verschillende modellen overwogen worden, zoals: Een EKc, waarin de hoofdpersoon met zijn naasten een plan maakt. Een plan waarin bijvoorbeeld afgesproken wordt welke ondersteuning de naasten aan de hoofdpersoon geven. De hulpverlener heeft een bescheiden rol tijdens een EKc. Yucelmethode, waarin de hoofdpersoon met of zonder zijn naasten inzichtelijk maakt wat en wie hij nodig heeft om aan zijn herstel te werken. De samenwerking tussen hulpverleners en naasten die in Bondgenoten is beschreven. RACT, het betrekken van de resource (de groep die de hoofdpersoon verkiest om aanwezig te zijn) groep van de hoofdpersoon in een aantal besprekingen gedurende het jaar waarin de hulpverlener een actievere rol heeft dan in de EKc. Deze gesprekken zijn in principe een aantal malen per jaar gepland, bij een EKc is dat eenmalig, waarbij het aan de naasten is om bij elkaar te komen. Wie heeft welke vaardigheden nodig? Het gaat er niet alleen om dat hulpverleners nieuwe of andere vaardigheden gaan inzetten. Het gaat er ook om dat naasten betrokken worden en leren hoe zij anders met de hoofdpersoon om gaan, hoe zij ondersteuning kunnen bieden. Per slot is het voor hen niet een natuurlijke vaardigheid om met mensen om te gaan met psychische beperkingen. SP September 2015 19

Moet alleen jij vaardigheden aanleren om met de hoofdpersoon en zijn naaste om te gaan? Hoe en van wie leren naasten vaardigheden om met de hoofdpersoon en met jou om te gaan? Naasten kunnen onder andere leren hoe zij bondgenoot kunnen worden (door bijvoorbeeld te snappen wat mogelijk en wat onmogelijk is, door af te stemmen) en ook hoe en waneer zij grenzen kunnen stellen wanneer de hoofdpersoon misbruik (bewust of onbewust) van ze maakt of over hun grenzen gaat. Naasten kunnen ook leren een beroep te doen op hun sociale omgeving als zij merken dat het hen teveel wordt. Hulpverleners kunnen nagaan in hoeverre zij honderd procent familiegericht werken, hoe zij hun hart openstellen en hun oor te luisteren leggen om hun professionaliteit in te brengen. De vraag aan naasten, "hoe gaat met u?", is een vraag die wonderen doet. Maar hoe vaak wordt die vraag gesteld? De menselijke maat zorgt voor vertrouwen en biedt mogelijkheden om samen te werken. Niet elke naaste heeft weet van wat er nu precies gaande is, of de ondersteuning die zij bieden wel of niet effectief is in het kader van de behandeling. Door een goede kennismaking met de naasten kan je samen inschatten welke behoeften er zijn. Ga na welke vaardigheden jij nodig hebt om naasten te betrekken.. Bedenk welke tips je de naasten kan geven zodat zij sterker kunnen worden. Veel aanbod en mogelijkheden Er is veel geschreven over methoden op het gebied van ondersteunen van naasten. De vertaalslag om ze in de praktijk te gebruiken vraagt tijd, prioriteitstelling, investeringen, experimenteren en oefenen. Daarnaast vraagt het ook om omdenken: waar leg ik mijn accent in het hulpverlenen (bijvoorbeeld zie ik mijzelf als een belangrijke steunpilaar voor de cliënt ofkan ik er voor zorgen dat de cliënt zo snel mogelijk zijn hulpbronnen inzet) Uiteindelijk gaat het erom dat alle partijen, hoofdpersoon, naasten en hulpverlener, hetzelfde doel hebben, namelijk het herstel of een behandeling en begeleiding van de hoofdpersoon die naar ieders tevredenheid verloopt. Als zij met elkaar samenwerken en gebruik maken van en inzicht hebben van het aanbod, zal dat veel lasten verlichten en het gevoel van tevredenheid doen verhogen. 20 SP Februari 2015

Maak jij gebruik van de beginsituatie om samen na te gaan wat er allemaal voor mogelijkheden zijn? (qua behandeling, qua herstel ondersteunende zorg, qua ondersteuning voor naasten, etc) Is het aanbod inzichtelijk? Bondgenoten worden doe je niet zomaar, het vraagt om investeringen die zich uiteindelijk uit betalen. Stap niet meteen in de valkuil om alleen met de hoofdpersoon aan de gang te gaan. Bezie samen (hulpverlener, hoofdpersoon en naasten) in de beginfase van de behandeling waar je samen gebruik van kan en wil maken. Tot slot geef ik een praktijkvoorbeeld dat voor mij staat voor hoe het uit kan pakken als je naasten betrekt. Luister naar onze kant van het verhaal en doe daar wat mee Bert (67) en Gejanne (68) zijn ouders van twee volwassen kinderen. Hun zoon Jan is 37 jaar. Jan is 19 wanneer zijn leven er opeens anders uit gaat zien. Hij wordt opgenomen vanwege een eerste psychose in het kader van een bipolaire stoornis. De twintig jaar daarna is Jan geregeld en op verschillende afdelingen/teams en door verschillende hulpverleners behandeld. Bert en Gejanne zijn in die twintig jaar eenmaal naar tevredenheid betrokken geweest bij de behandeling van een psycholoog. Verder zijn ze erg ontevreden over hoe zij betrokken werden en hebben vooral het gevoel dat er niet echt naar hen geluisterd wordt. Zij zijn immers degenen die als eersten zien en merken en voelen wanneer het met hun zoon minder gaat. Zij probeerden dan aan de bel te trekken, en keer op keer ervaarden ze dat hun signalen niet gehoord werden. Of misschien werd er wel naar hen geluisterd, maar vonden ze dat hulpverleners niet de juiste vragen stelden aan hun zoon, of te snel genoegen namen met de sociaal wenselijke antwoorden van hun zoon. De laatste keer had dat desastreuze gevolgen. Jan deed een suïcidepoging. Ten gevolge daarvan heeft Jan allerlei lichamelijke mankementen, dieom een langdurende revalidatie vragen. Toen ik Bert en Gejanne voor het eerst ontmoette zaten zij vol gif, boosheid, wantrouwen naar mij als hulpverlener. Ik was voor hen de zoveelste hulpverlener die niet naar hen wilde luisteren. Het was misschien niet zo zeer dat mijn voorgangers geen oor voor hen hadden, maar wel dat zij naar hun gevoel onvoldoende doortastend optraden of naar aanleiding van hun signalen ook daadwerkelijk handelend optraden. In hun ogen had de TS van hun zoon voorkomen kunnen worden als er naar hen geluisterd was. SP September 2015 21

Ik sprak met de ouders af dat ik ze geregeld zou gaan zien en spreken. Mijn doelen waren de volgende: De ouders van Jan krijgen het gevoel dat er naar hen geluisterd wordt. De ouders krijgen uitleg over wat het mogelijke en wat het onmogelijke is waar ik aan kan voldoen. We maken afspraken hoe we de samenwerking optimaal laten functioneren. Jan en zijn ouders zagen enorm op tegen het revalidatieproces als hij weer thuis zou zijn. Ik wees hen op de mogelijkheid van een Eigen Kracht conferentie. Jan zag dit in eerste instantie niet zitten, want zoals hij zei, "Al mijn vrienden hebben het druk, een gezin, wonen te ver weg, willen mij vast niet helpen". Toch waren er twintig mensen aanwezig bij zijn EKc en bleken allen bereid, mede ook doordat mensen van elkaar zagen dat iedereen wilde bijdragen, een taak op zich te nemen. Zodoende had Jan tijdens zijn herstelfase niet uitsluitend te maken met hulpverleners, maar vooral met naasten die allen hem hielpen om verder te komen. Na een aantal gesprekken kregen de ouders daadwerkelijk het gevoel dat ik naar hen luisterde. Ik betrok er diverse hulpverleners bij, voor of na de gesprekken als zij bepaalde vragen of observaties hadden over hun zoon. Zo vroeg ik de psychiater er soms even bij om de discussie over de medicatie te voeren, mijn collega die hun zoon begeleidde als er zich dingen voordeden waarbij de ouders het idee hadden dat er iets spaak liep. De ouders ervaarden dat er naar hen geluisterd werd, en dat het ook resultaten bood. Gaande ging het beter met hun zoon. Tevens hadden we driegesprekken, waar hun zoon en de hulpverlener van hun zoon aan deelnamen.tijdens de gesprekken gaf ik de ouders ruimte om hun verhaal te doen, maar confronteerde hen ook, bijvoorbeeld met het feit dat zij weinig tijd besteedden aan hun eigen leven, er nog als een hulpverlener bovenop zaten en nog te weinig aan hun ouderrol toekwamen. Vader gaf mij te kennen dat hij in de rol van coördinator zat en niet als vader. Hij controleerde iedereen, iedere dag. Dit kwam voort uit de gebeurtenis dat zijn zoon kort na zijn bezoek de suïcidepoging gedaan had. Hij had sterk het gevoel dat als hij meer had opgelet dat hij het niet gedaan zou hebben. Nu lette hij op alle anderen. Daar waar hij in het begin altijd kwam met een zware rugzak, en ik hem daarmee confronteerde, kwam hij in latere gesprekken alleen met zijn ipad, die hij gaandeweg helemaal niet meer gebruikte tijdens de gesprekken. Moeder daarentegen was boos en vond dat haar zoon veel beter behandeld moest worden. In discussies met moeder werd haar meer en meer duidelijk dat het in deze niet alleen gaat om onze wensen, die van de hulpverlener en de naasten, maar ook om de inzet, motivatie en acceptatie van de hoofdpersoon. Moeder leerde gaande ook minder hoge doelen te stellen en zich meer aan te sluiten bij het herstelproces, de mogelijkheden en de onmogelijkheden van haar zoon. De ouders gaven mij te kennen dat zij door de gesprekken en de samenwerking, eindelijk toekwamen aan hun verwerking. Zij kregen het gevoel dat zij minder op hun volwassen zoon hoefde te letten. Het ging gaande beter met hun zoon en dus ook met hen. In de driegesprekken bespraken we elke keer in hoeverre beide partijen zich tot elkaar verhouden. Welke hulp wordt geboden en waarom. Krijgt en neemt de zoon genoeg ruimte om weer regie te krijgen over zijn herstel? Hoe kan hij zijn ouders het vertrouwen geven dat hij weer zelfstandig kan functioneren zonder zijn ouders het gevoel te geven dat het elk moment weer mis zal gaan. Aangaande dit proces van de regie weer overdragen is een leerproces voor beide partijen, zowel de hoofdpersoon als de naasten. Door dit te benoemen en daar afspraken over te maken, leersituaties te creëren kwamen beiden steeds verder. 22 SP Februari 2015

Jan wilde onafhankelijker van zijn ouders functioneren, dat betekende wel dat hij meer op zou letten dat hij minder een beroep op zijn ouders doet. Bert en Gejanne kregen de uitdaging om samen te genieten van andere dingen in plaats van elke dag voor hun zoon te zorgen. Zij gingen een paar dagen naar de Veluwe en genoten sinds een aantal jaar. In de laatste gesprekken waren er nauwelijks meer gespreksonderwerpen. Negen maanden investeren, vertrouwen winnen, waarmaken wat je te bieden hebt, duidelijk zijn over de onmogelijkheden gaven de ouders het vertrouwen en de rust. Ik zou kunnen zeggen dat Jan minder zorg/gesprekken aangeboden kreeg doordat deze samenwerking zo gecreëerd is dan hoe we anders gewerkt zouden hebben vanuit het FACT principe waar menig collega op bezoek zou gaan bij Jan. Nu waren vooral naasten die langs gingen. Gegevens en contact auteur Henk-Willem Klaassen is sociaal psychiatrisch verpleegkundige, heeft familie-ervaringen met zijn zus en wijlen zijn vader. Sinds juli 2015 is hij ambassadeur en lid Raad van Advies van Ypsilon. Hij is werkzaam bij BuurtzorgT in Amsterdam-West. Hij is sinds 1990 spv, altijd werkzaam geweest in de langdurige/maatschappelijke psychiatrie. Henk-Willem heeft een aantal artikelen gepubliceerd in SP (2008, 2010, 2011, 2013). In 2014 verscheen het boek Bondgenoten, uitgegeven bij Boom Uitgeverij. Henk-Willem geeft regelmatig lezingen, workshops en trainingen over dit onderwerp. Voor contact: zeepost5@planet.nl hw.klaassen@buurtzorgt.nl www.familiebegeleidingindepsychiatrie.nl Met dank aan mijn dochters Fayette en Lentine Klaassen, FLEK, voor het maken van de cartoons. Literatuur die in het boek Bondgenoten is opgenomen en waaruit in dit artikel is geciteerd Baars,J. & Meekeren, E. van (redactie) (2013). Een psychische stoornis heb je niet alleen, Praten met families en naastbetrokkenen. Amsterdam: Boom. Borgesius, E. (1994). Hulpverleners en familie: partners in de zorg. Een handleiding voor hulpverleners in de ggz. Assen: van Gorkum Bransen, E.M., Paalvast, M.C., & Slaats-Gels, M.E. (2014). De kracht van naasten ontsluiten. Tijdschrift voor Psychotherapie, 2014 (40) 01 20-33 Crum, H., Klaassen H.W, & Schout. G. (2013). Met vereende kracht: Herstel van verbindingen en (her)nemen van regie met een Eigen Kracht-conferentie. In J. van Busschbach, S. van Rooijen, & J. van Weeghel (redactie), Psychiatrische rehabilitatie Jaarboek 2013-2014 (124-134), Amsterdam: SWP Klaassen, H.W (2008) Handvatten voor hulpverleners om familie te begeleiden. Sociale Psychiatrie 2008 nr 88 Klaassen, H.W.& Hasert, M. (2010). Familie-ervaringsdeskundige in een FACT-team. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 2, 50-61 Klaassen, H.W (2011). Familiebegeleiding in de langdurende psychiatrie. Sociale psychiatrie, nummer 96, maart 2011 Klaassen, H.W (2013) Familiebeleid, spv doe er wat mee. Sociale Psychiatrie oktober 2012 nummer 102 Klaassen, H.W (2014). Bondgenoten, hoe familieleden en hulpverleners in de psychiatrie kunnen samenwerken. Amsterdam; Boom Meekeren E. van & Baars, J. (2011). Psychische stoornissen en naastbetrokkenen, een praktijkboek voor behandelaars. Amsterdam: Boom Meekeren E. van (2012). Help het wordt me teveel, Hoe je als naastbetrokkene overeind blijft. Amsterdam, Boom, 2012 Yucel. M (2013). Yucelmethode 'Bouwen aan Herstel', visueel en krachtgericht werken aan problemen van individuen en systemen. Utrecht: Stichting Rehabilitatie 92 www.yucelmethode.nl http://www.eigen-kracht.nl SP September 2015 23