BESTUURLIJKE en FINANCIELE ASPECTEN SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
Instrumentarium passend onderwijs STAPPENPLAN, WERKAGENDA EN TRANSITIEFASE SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS

PASSEND ONDERWIJS INTENTIEVERKLARING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ROOSENDAAL

Klaar voor passend onderwijs? Congres VO-Raad. Rick de Wit/Harry Nijkamp 15 maart 2012

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Memorie van antwoord passend onderwijs

Managementstatuut (AB-DB model)

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Mogelijke bestuursmodellen passend onderwijs

Managementstatuut voor de directeur van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer 28-07

Nieuwe wet definitief Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Planning Inhoudelijke Activiteiten Werkgroepen swv. Passend Onderwijs Regio 26 05

Bijlage 1. Toelichting bij systematiek

Vragen en antwoorden tripartiet akkoord personele gevolgen

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ.

MANAGEMENTSTATUUT. Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel

Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02

Managementstatuut Samenwerkingsverband 25.04

Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Passend Onderwijs. Scholen verantwoordelijk voor alle leerlingen in een regio Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT van samenwerkingsverband passend primair onderwijs Oosterschelderegio te Goes ( het samenwerkingsverband ).

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Convenant Versterking Samenspraak Leerlingen

Profiel- en situatieschets

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2

Huishoudelijk reglement Vereniging Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Eem

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Naar een Raad van Toezicht. Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Directiestatuut. Preambule. Begripsbepaling

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

14 maart Passend Communiceren over Passend Onderwijs

Schoolbestuur en medezeggenschap vorming samenwerkingsverband

Scheiding intern toezicht bestuur en het managementstatuut

Betreft: Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d

Varianten Raad van Toezicht model voor samenwerkingsverbanden

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Medezeggenschapsstatuut NUOVO Scholengroep

Medezeggenschapsstatuut OPR en MR-P

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD SWV VO DELFLANDEN, Vastgesteld in de OPR vergadering dd.18 februari 2014

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Handreiking onafhankelijk voorzitter samenwerkingsverband passend onderwijs. Harry Nijkamp

Schoolondersteuningsprofiel

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

Samenvatting Governance binnen SWV VO 30 06

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad

Raadsvergadering van 7 februari 2013 Agendanummer: 10.3

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT SWV Passend Onderwijs PO te Apeldoorn

Managementstatuut VO - PO

Reglement van de Raad van Toezicht

Directiestatuut. Directeur bestuurder Samenwerkingsverband VO Zuid Kennemerland

Managementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Beslisnotitie ALV d.d. 13 juni 2018

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad

Aanvulling lwoo-pro Regionaal Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht t/m

Openbaar Onderwijs Zwolle en regio. Statuut Medezeggenschap

Huishoudelijk reglement Oudervereniging KBS De Bolster

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad. Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord

MANAGEMENTSTATUUT VAN. VERENIGING voor GEREFORMEERD PRIMAIR ONDERWIJS NOORDOOST - NEDERLAND. December 2012

Overleg met de Toezichthouder

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van de mandaatregeling 3. Artikel 3 Taken en bevoegdheden bestuur 3

Leeswijzer bij Bestuursmodellen Passend Onderwijs VO

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs.

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs

Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere

REGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD STROMENLAND. Toelichting vooraf

Bekostiging van residentiële leerlingen

RAADSVOORSTEL. Aan de Raad van de gemeente Hattem, Inhoud Onderwerp. : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener

WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604)

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4

SAMENWERKINGSVERBAND VO HOOFDLIJNENNOTITIE

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

De scholen die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur staan

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2

voorstel aan de gemeenteraad

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Medezeggenschapsreglement van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Groningen ( het samenwerkingsverband ).

wet op het voortgezet onderwijs. ondersteuningsplanplan zoals bedoeld in artikel 17a, lid 8 van de WVO.

Juni Model Ondersteuningsplan

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

JAARVERSLAG OPR Samenwerkingsverband Voor Passend Basisonderwijs Voorne Putten Rozenburg

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs

Transcriptie:

HANDREIKING VO/VSO Versie 1.6 d.d. 20-12-2011 BESTUURLIJKE en FINANCIELE ASPECTEN SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS In opdracht van OCW/VO-Raad door mr drs Harry Nijkamp/mr Veronique Janssen CPS Onderwijsontwikkeling en advies door Rick de Wit Infinite Financieel

Inleiding De handreikingen die u hier aantreft gaan over de bestuurlijk/juridische en financiële aspecten van de vorming van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De modellen zijn niet bedoeld om voor te schrijven hoe de inrichting moet verlopen maar kunt u gebruiken als voorbeelden en handreikingen en vergen uiteraard regionaal maatwerk. Wel is geprobeerd zo volledig mogelijk alle relevante bestuurlijke en financiële aspecten te beschrijven die aan de orde kunnen zijn bij de regionale samenwerking. De modellen laten op tal van terreinen nadere keuzes open en beperken zich tot het aangeven van een aantal varianten. De handreiking richt zich op een viertal onderwerpen: A. Stappenplan B. Transitieproces C. Bestuursmodellen D. Financiën (in ontwikkeling) In deel A treft u een bestuurlijk stappenplan aan dat u kunt gebruiken om het bestuurlijke proces vanaf heden tot 1 november 2012 in te richten. De datum 1 november 2012 is van belang omdat op dat moment de bestuurlijke inrichting van de samenwerkingsverbanden rond dient te zijn. In Deel B wordt een aantal aandachtspunten beschreven bij het proces van oud naar nieuw. De huidige samenwerkingsverbanden wijzigen qua samenstelling en taakstelling en in een aantal gevallen is ook sprake van een andere regio- indeling. Dit heeft gevolgen op personeel, bestuurlijk, onderwijsinhoudelijk en financieel vlak. In dit deel wordt aangegeven hoe de samenwerkingsverbanden een goede overgang naar het nieuwe samenwerkingsverband kunnen bewerkstelligen. Om in 2013 niet voor verrassingen te komen staan, is het zaak hier vanaf de start van het proces aandacht aan te geven. Nog in ontwikkelng: Deel C geeft een aantal varianten weer voor de bestuurlijke inrichting: de verschillende bestuurlijke aspecten komen per item aan bod waarbij keuzemogelijkheden (modulaire opzet) worden aangegeven. Op basis van deze opzet kan elk samenwerkingsverband een keuze maken voor een bestuursmodel(uitgaande van een vereniging, stichting of coöperatieve vereniging, en de statuten samenstellen. ). Het wetsvoorstel passend onderwijs voorziet in tegenstelling tot het huidig wettelijk kader in de verplichte oprichting van een rechtspersoon voor het samenwerkingsverband. Deel D is enerzijds algemeen informatief van aard. Beschreven wordt wat Passend onderwijs in financieel opzicht voor de samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen gaat betekenen. Vervolgens wordt concreet uitgelegd hoe de bekostiging van het samenwerkingsverband straks gaat werken. En er is aandacht voor de manier waarop samenwerkingsverbanden hun financieel management vorm kunnen gaan geven en wat hierbij de belangrijkste aandachtspunten zijn.

Inhoudsopgave Deel A I. Oriëntatiefase II. Voorbereidingsfase III. Besluitfase I IV. Uitwerkingsfase V. Besluitfase II VI. Implementatiefase a. Samenstellen bestuur (in oprichting) b. Oprichten rechtspersoon bij notaris c. Aanmelden rechtspersoon bij DUO, UWV, Belastingdienst, ABP etc. Deel B Transitiefase (vanaf heden tot 1-8-2013) Handreiking voor overgang van oud naar nieuw samenwerkingsverband - Financiën - Personeel - Oprichten nieuwe rechtspersoon of wijzigen huidige rechtspersoon - Opheffen centrale dienst - OPDC en nevenvestiging onderwijsondersteuning Deel C Bestuursmodellen (nog in ontwikkeling) 1. Inleiding a. Wettelijke taken samenwerkingsverband b. Inhoud volgt vorm: kiezen voor gewenst scenario c. Stroomschema bij keuze bestuursmodel d. Keuze rechtspersoon: vereniging, stichting en coöperatie e. Scheiden van bestuur en toezicht: i. Bestuur/directie model ii. raad van beheermodel iii. raad van toezicht model 2. Modules inrichting rechtspersoon (voor statuten) a. doelstelling b. middelen c. samenstelling bestuur/deelnemers/leden/aansluiting d. taken bestuur e. besluitvorming bestuur (varianten stemverhoudingen) f, taken directie/coordinator en besluitvorming g. procedure en inhoud ondersteuningsplan h. begroting/jaarverslag/verantwoording i. medezeggenschap j. geschillen 3. Model reglement en managementstatuut

Deel D Financiën Bijlagen: I. Voorbeeld-intentieverklaring II. Beslispunten bestuurlijke inrichting

Deel A Bestuurlijk stappenplan Tijdpad Het wetsvoorstel treedt naar verwachting op 1 augustus 2012 in werking. De schoolbesturen hebben dan nog 1 jaar de tijd om de nieuwe samenwerkingsverbanden in te richten voordat op 1 augustus 2013 de zorgplicht voor schoolbesturen in werking treedt en de bekostiging van de nieuwe samenwerkingsverbanden start. Vanaf 1 augustus 2013 stopt de bekostiging van de huidige samenwerkingsverbanden en zijn ook de REC s opgeheven. In het schooljaar 2012/2013 zijn nog 2 mijlpalen voorzien: - Op 1 november 2012 moet de bestuurlijke inrichting geregeld zijn van de nieuwe samenwerkingsverbanden. Dit houdt in dat er dan een rechtspersoon (via de notaris) opgericht moet zijn en dat de bestuurlijke inrichting geregeld is (bestuur/toezicht etc.). - Op 1 mei 2013 moet elk samenwerkingsverband een ondersteuningsplan hebben (ingaande 1 augustus 2013). Het ondersteuningsplan moet worden opgestuurd naar de inspectie. Over het ondersteuningsplan moet voor 1 mei 2013 met de gemeenten op overeenstemming gericht overleg zijn gevoerd. Onderstaand stappenplan is gericht op het oprichten of wijzigen van een rechtspersoon voor 1 november 2012. Gelet op het voorgaande is het dus van belang dat samenwerkingsverbanden het najaar van 2011 gebruiken om de visie op onderwijsondersteuning te bepalen (gewenste scenario s: wat voor type samenwerkingsverband willen wij zijn?) en vervolgens daarbij een passend bestuursvorm zoeken. Voor alle samenwerkingsverbanden VO geldt dat de besturen cluster 3 en cluster toetreden tot het samenwerkingsverband en dat er een nieuwe taakstelling komt door passend onderwijs met nieuwe budgetverantwoordelijkheden. Maar er zijn ook belangrijke verschillen tussen de samenwerkingsverbanden. Globaal kunnen verschillen in de huidige situatie als volgt worden geduid: A. Het huidig samenwerkingsverband VO behoudt dezelfde regio en heeft al een rechtspersoon. In dat geval geldt: - Huidige samenwerking stopt per 1 augustus 2013 - Ontbinding rechtspersoon niet nodig, wel integrale statutenwijziging per 1 november 2012 door uitbreiding met cluster 3 en 4 en andere taakstelling B. Het huidig samenwerkingsverband VO behoudt dezelfde regio maar heeft geen rechtspersoon. In dat geval geldt: - Huidige overeenkomst stopzetten per 1 augustus 2013 of eerder; - Nieuwe rechtspersoon oprichten per 1 augustus 2012 C. Het huidig samenwerkingsverband VO valt niet samen met de nieuwe regio, waarbij meerdere samenwerkingsverbanden zijn betrokken. In dat geval geldt: - Huidige rechtspersoon ontbinden of overeenkomst stopzetten per 1 augustus 2013 - Nieuwe rechtspersoon oprichten per 1 november 2012; - Een van de huidige rechtspersonen gebruiken en via statutenwijziging geschikt maken voor het nieuwe samenwerkingsverband Ingeval van statutenwijziging zal het huidige bestuur van de betreffende rechtspersoon conform de bestaande statuten daarover een besluit moeten nemen. Vorm volgt inhoud

Volgens het principe vorm volgt inhoud zijn de inhoudelijke keuzes van het samenwerkingsverband richtinggevend voor de wijze waarop de bestuurlijke vormgeving plaatsvindt. Een samenwerkingsverband dat zich beperkt tot de wettelijke taken en zoveel mogelijk bevoegdheden bij de deelnemende schoolbesturen legt, zal geen behoefte hebben aan een zware bestuurlijke constructie. Een samenwerkingsverband met veel ondersteuningspecialisten die de scholen ondersteunen in de vorm van een expertisecentrum zal meer behoefte hebben aan een stevige bestuurlijke constructie waarin bijvoorbeeld de werkgeversfunctie van het personeel goed is geregeld. Cruciaal is dus dat de gezamenlijke schoolbesturen in de startfase van de samenwerking de visie op onderwijsondersteuning gaan formuleren. Nieuw is dat de schoolbesturen cluster 3 en cluster 4 toetreden tot het samenwerkingsverband. Het is van belang om van elkaar de zienswijze te vernemen op onderwijsondersteuning en de expertise van elkaar over en weer optimaal te benutten. In het stappenplan wordt de visievorming dan ook voorop gezet omdat overeenstemming over de inhoudelijke koers nodig om tot een goede bestuurlijke inrichting te komen. Gefaseerde aanpak Het stappenplan gaat uit van verschillende fasen in de besluitvorming naar een nieuw samenwerkingsverband. Het stappenplan is verschillend voor de verschillende vertreksituaties. Hieronder staan een lichte variant en een zware variant. Hieronder wordt uitgegaan van situatie C waarin het meest verandert (andere regio, andere deelnemers). In zo n situatie is het van belang zorgvuldig alle fasen te doorlopen. Lichte variant Indien situatie A of B aan de orde is kan de fasering van het besluitvormingsproces tot 1 november 2013 er globaal als volgt uitzien: I. Voorbereidingsfase II. Besluitfase III. Uitwerkingsfase. Zie voor de verdere uitwerking per fase hieronder de zware variant. Een stuurgroep met een bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit VO en VSO en een of meer coördinatoren als adviseur lijkt aangewezen om de bestuurlijke keuzes goed voor te bereiden. Eventueel vormen de coördinatoren een aparte voorbereidingsgroep. De stuurgroep koppelt gemaakte keuzes terug naar de deelnemende schoolbesturen en werkt die verder uit in concept statuten en reglementwijziging. De wijzigingen in de bestuurlijke structuur en eventuele wijzigingen in de ondersteuningstructuur worden in de besluitfase voorgelegd aan de schoolbesturen en tevens aan de medezeggenschapsorganen. Het huidige bestuur van het samenwerkingsverband besluit vervolgens met inachtneming van de huidige statuten tot statutenwijziging. Zodra instemming van alle betrokken partijen is verkregen is in de implementatiefase de stuurgroep belast met het doorvoeren van deze wijzigingen. Zware variant Indien sprake is van situatie C (nieuwe regio-indeling, nieuwe rechtspersoon etc.) moet over meer onderwerpen besluiten worden genomen. Het gaat hier om het vormen van een nieuw samenwerkingsverband. Ook onderwerpen die betrekking hebben op koers, visie en inrichting ondersteuningstructuur moeten opnieuw worden doordacht. Dit vergt een zorgvuldige benadering waarbij de fasering meer stappen kent omdat er ook meer deelnemers bij betrokken zijn. Uiteraard kunt u per fase bezien welke elementen in uw regio wel of niet gewenst zijn om mee te nemen in de fasering. De fasering van deze variant is:

I Oriëntatiefase sept/okt 2011 II Voorbereidingsfase nov/maart 2012 III Besluitfase I april 2012 IV Uitwerkingsfase april/mei 2012 V Besluitfase II juni/juli 2012 VI Implementatiefase sept/okt 2012 Transitiefase jan-aug 2013 I Oriëntatiefase (najaar 2011) De deelnemende schoolbesturen (regulier onderwijs en cluster 3,4) zoeken elkaar op en voeren bestuurlijk oriënterend overleg. Indien cluster 3 en cluster 4 een hoofd/nevenvestiging in het gebied van het samenwerkingsverband heeft, is deelname aan het samenwerkingsverband verplicht. Indien cluster ¾ geen vestiging in het gebied heeft maar wel leerlingen uit het gebied van het samenwerkingsverband heeft, is volgens het wetsvoorstel sprake van een opting-in constructie; Cluster ¾ heeft dan het recht om desgewenst bestuurlijk te participeren in het samenwerkingsverband. Het is dus gewenst om in deze fase de leerlingenstromen goed te analyseren en in voorkomende gevallen te informeren bij cluster ¾ of deelname aan het samenwerkingsverband gewenst wordt. Dit kan resulteren een intentieverklaring of startverklaring waarin de schoolbesturen uitspreken te willen samenwerken, gericht op het oprichten voor 1 november 2012 van het samenwerkingsverband passend onderwijs. In de intentieverklaring wordt voorzien in een tijdelijke werkorganisatie met een bestuurlijke stuurgroep en daaronder een voorbereidingsgroep. Ook de te bereiken tussentijdse mijlpalen worden hierin opgenomen. In de Bijlage is een model-intentieverklaring opgenomen. Ook een intentieverklaring is een voorgenomen besluit tot duurzame samenwerking en moet om die reden worden voorgelegd voor advies aan de betrokken medezeggenschapsraden. Partijen maken ook afspraken over de extra kosten die zijn gemoeid met het vormen van het samenwerkingsverband (inzet leden stuurgroep/voorbereidingsgroep, externe deskundigen, notaris etc.) Het is gewenst hiervoor een aparte projectbegroting te maken en vooraf een verdeelsleutel af te spreken voor de dekking van de onkosten (bv naar rato van aantal leerlingen van de schoolbesturen). Het vormen van een samenwerkingsverband is een activiteit waarbij veel deelnemers en belangen zijn vertegenwoordigd. Om het besluitvormingsproces goed te laten verlopen is het goed om verschillende rollen te onderscheiden: - Beslissers; - Regisseur - Deelnemers. Op van te voren gemarkeerde momenten zullen de beslissers, dat wil zeggen de schoolbesturen die samen het samenwerkingsverband vormen besluiten moeten nemen over opzet en inrichting van het samenwerkingsverband. De regisseur is degene die het proces coördineert, daarin zelf inhoudelijk neutraal opereert maar er wel voor zorgt dat alle aspecten worden meegenomen en dat op tijd de vereiste besluiten worden genomen. De regisseur kan iemand van binnen zijn (bijvoorbeeld de coördinator of coördinatorengroep die als voorbereidingsgroep optreedt) of iemand van extern. Ten slotte de deelnemers; over verschillende onderwerpen kunnen verschillende deelnemers meespreken; de deelnemers worden geselecteerd op basis van relevante informatie die zij bezitten die de kwaliteit van de besluitvorming kan verhogen cq kan bevorderen dat relevante inzichten worden gedeeld (b.v. directeuren, ondersteuningfunctionarissen, gemeente, jeugdzorg, ouders, Mr-vertegenwoordigers). Er zijn verschillende manieren om deze rollen in zo n proces in te vullen:

- Stuurgroep met projectleiding (door huidige coördinatoren of extern) - Voorbereidingsgroep (coördinatoren) en regiegroep (schoolbesturen) - Deelnemers organiseren via Large Scale Intervention-methode - Stuurgroep en werkgroepen (projectmatige aanpak) - Deelnemers organiseren via klankbordgroepen. Hieronder wordt de variant uitgewerkt van stuurgroep/werkgroepen die werken vanuit een projectmatige aanpak. Het doel van het project is te onderwijsondersteuningen voor een adequate bestuurlijke inrichting van het samenwerkingsverband per 1 november 2012 waarbij het samenwerkingsverband voldoende voorbereidingen heeft getroffen om per 1 mei 2013 een ondersteuningsplan gereed te hebben. Indien, bijvoorbeeld om financiële redenen, gekozen wordt voor een andere variant is het wel van belang om de vragen die hieronder aan de orde komen (taakstelling werkgroepen) in dit proces wel een plek te geven. De beslissers kunnen immers alleen tot goede besluitvorming komen indien op deze vragen passende antwoorden zijn gegeven. Stuurgroep (beslissers samen met schoolbesturen) De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de schoolbesturen en bestaat uit maximaal 10 personen. Niet alleen het regulier onderwijs maar ook het speciaal onderwijs cluster 3 en cluster 4 is hierin vertegenwoordigd. Eventueel kan ook een vertegenwoordiger vanuit de medezeggenschap (personeel/ouders) worden opgenomen in de stuurgroep of gewerkt worden met een aparte klankbordgroep. Een alternatief is het inrichting van een mr-platform waar de plannen doorgesproken worden met de mr-en van de deelnemende scholen. Ook wordt opgenomen of met een klankbordgroep wordt gewerkt (bijvoorbeeld vertegenwoordiging uit medezeggenschap van personeel/oudergeleding). De stuurgroep voert de regie over het proces en legt de te nemen besluiten als voorstel neer bij de deelnemende schoolbesturen. De voorzitter van de stuurgroep kan afkomstig zijn uit van de deelnemende schoolbesturen of neemt een onafhankelijke positie in en wordt dan van buiten aangetrokken. De projectleiding is adviseur van de stuurgroep. Voorbereidingsgroep (regisseur) De vorming van een nieuw samenwerkingsverband vergt een projectmatige aansturing gezien de schaalgrootte waarop de meeste verbanden georganiseerd dienen te worden en het aantal deelnemende schoolbesturen aan dit besluitvormingsproces. Een projectleider of voorbereidingsgroep helpt om in elke fase goed te zijn voorbereid en het overzicht te houden zodat de overgang van oud naar nieuw zo goed mogelijk verloopt. Er zijn meerdere varianten denkbaar: van een externe projectleider tot een gezamenlijke projectleiding door de huidige coördinatoren/directeuren van de samenwerkingsverbanden. In elk geval is het gewenst de expertise van de coördinatoren op dit niveau aan te wenden, in welke vorm dan ook. Taakstelling Werkgroepen De projectleiding stelt werkgroepen in die de onderwerpen en thema s verder uitdiepen. De werkgroepen krijgen als taak antwoorden te formuleren op de volgende onderwerpen/thema s: - werkgroep visie en bestuurlijke inrichting; (vanwege het strategische karakter kan ook de stuurgroep deze werkgroep vormen); - Waar ligt de focus in het samenwerkingsverband? - Welke visie op onderwijsondersteuning is leidend? - Hoe wordt ambitie vanuit referentiekader gerealiseerd? - Hoe wordt dekkend onderwijsaanbod gegarandeerd? - Welk bestuurlijk model past het beste bij de ambitie voor betere onderwijsondersteuning? - Op welke wijze wordt bestuur en toezicht gescheiden?

- Hoe ziet bestuur en management/coördinatie van het samenwerkingsverband eruit? - Hoe wordt voorkomen dat ongewenste bestuurlijke situaties worden vermeden (zie referentiekader)? - Hoe wordt de medezeggenschap vorm gegeven? werkgroep onderwijsondersteuning/professionalisering; - welke basisonderwijsondersteuning gaan de deelnemende scholen verlenen? - hoe ziet de extra onderwijsondersteuning eruit, welke ondersteuningarrangementen zijn er? - hoe ziet de toelaatbaarheidsprocedure richting speciaal onderwijs eruit? - hoe worden de onderwijsondersteuningmiddelen voor extra onderwijsondersteuning verdeeld (criteria, van indiceren naar arrangeren, handelingsgericht werken etc.) - hoe staat het met de ontwikkeling van schoolondersteuningprofielen, zijn die voldoende afgestemd op elkaar binnen het samenwerkingsverband en met het te ontwikkelen ondersteuningsplan? - wat is er nodig aan (verdere) professionalisering van docenten om goed te kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen? - hoe kan de onderwijsondersteuning in de klas verder worden versterkt (onderwijsondersteuning naar de docent ipv leerling naar de onderwijsondersteuning)? - hoe wordt het ondersteuningsplan ingericht ten aanzien van onderwijsondersteuning in de klas, onderwijsondersteuning in de school en onderwijsondersteuning buiten school? -werkgroep personeel; - welke bovenschoolse functies ontstaan in het nieuwe samenwerkingsverband? (coördinatie/directie, administratieve ondersteuning, ondersteuningfunctionarissen) - hoe is het werkgeverschap van het ondersteuningpersoneel straks geregeld? (in dienst van het samenwerkingsverband?) - hoe om te gaan met de expertise in speciaal onderwijs (bv inzet ambulante begeleiders? -werkgroep financiën - hoe ziet op hoofdlijn de meerjarenbegroting eruit? - hoe ziet de verdeling van ondersteuningmiddelen eruit, welk verdeelmodel wordt gehanteerd? - hoe ziet de financiële en administratieve organisatie eruit (wie beheert de middelen en is verantwoordelijk voor opstellen begroting, uitvoeren begroting, opstellen jaarverslag, verantwoording etc.) -werkgroep onderwijs, jeugdzorg en gemeenten - hoe is/worden onderwijs en jeugdzorg op elkaar afgestemd? 1 gezin/1 plan-aanpak? - Hoe zijn CJG s en ZAT s aan elkaar gelinkt? - Hoe gaat het overleg met de gemeenten over het ondersteuningsplan gestalte krijgen? (zie hierna onder inrichtingsfase) - Is er afstemming met gemeentelijk beleid (leerlingenvervoer, huisvesting, leerplicht, lokale educatieve agenda, voortijdig schoolverlaten, evt extra gemeentelijke middelen)? Uiteraard hangen meerdere onderwerpen nauw met elkaar samen. Om die reden is het verstandig dat een of meer leden van de voorbereidingsgroep ook kartrekker zijn van de werkgroepen zodat steeds afstemming en samenhang wordt bewaard. De voorbereidingsgroep koppelt de voortgang regelmatig terug naar de stuurgroep. Als er zaken zijn die om een tussentijdse beslissing vragen op strategisch niveau is de stuurgroep aan zet. Bij de samenstelling van de werkgroepen wordt zoveel mogelijk de bestaande expertise binnen het te vormen

samenwerkingsverband ingezet. De stuurgroep kan eventueel de leden van de werkgroep faciliteren voor zover dat nodig is. II. Voorbereidingsfase (nov/maart) De stuurgroep fungeert als opdrachtgever voor de voorbereidingsgroep. De voorbereidingsgroep is verantwoordelijk voor de voortgang van het bestuurlijke proces en stuurt de werkgroepen aan. Vooraf is helder waarover, op welk moment en aan wie de werkgroepen schriftelijk moeten rapporteren. De producten van de werkgroepen worden gebruikt om te komen tot een hoofdlijnennotitie waar alle onderwerpen worden geïntegreerd. In deze notitie wordt (zonder meteen in details te gaan) als het ware een houtskoolschets gegeven van het nieuwe samenwerkingsverband. De voorbereidingsgroep is belast met het schrijven van deze notitie. De hoofdlijnennotitie beschrijft: - De visie en het gewenste ondersteuningscenario (wat voor samenwerkingsverband willen wij zijn?) - De gewenste bestuurlijke vormgeving (welk bestuursmodel past daarbij, keuze beslispunten) - Hoofdlijn van de gewenste onderwijsondersteuningstructuur en uitgangspunten voor ondersteuningsplan o Onderwijsondersteuningstructuur (basis en extra ondersteuningsvoorzieningen, procedure en criteria toedelen onderwijsondersteuning, toelaatbaarheid VSO) o Personeel (expertisefunctie, werkgeverschap) o Financieel (hoofdlijn begroting) o Medezeggenschap o (Huisvesting en materieel). De stuurgroep stelt de hoofdlijnennotitie vast en legt dit als voorstel voor aan de deelnemende schoolbesturen. III.Besluitfase I (april 2012) De deelnemende schoolbesturen en de medezeggenschapsorganen geven aan of zij zich kunnen vinden in de opgestelde hoofdlijnennotitie. De stuurgroep verwerkt binnengekomen commentaar en geeft een nieuwe opdracht aan de voorbereidingsgroep, namelijk om op basis van de bereikte consensus ten aanzien van de hoofdlijn de uitwerking hiervan ter hand te nemen. IV.Uitwerkingsfase (april/mei 2012) In de uitwerkingsfase bereidt de voorbereidingsgroep de benodigde bestuurlijk/juridische documenten voor (statuten, bestuursreglement, managementstatuut). De stuurgroep buigt zich over de organisatie van het samenwerkingsverband (omvang en soort functies op coördinatie/directieniveau samenwerkingsverband) en bepaalt de procedure voor de personele bezetting hiervan. Ook de inrichting van de ondersteuningstructuur wordt verder ter hand genomen. V.Besluitfase II (juni/juli 2012) De stuurgroep legt de deelnemende schoolbesturen de documenten ter besluitvorming voor en geeft voldoende ruimte voor het raadplegen van de medezeggenschapsorganen. VI.Inrichtingsfase (sept/okt 2012) In deze fase is er een bestuur in oprichting dat de stuurgroep gaat vervangen. Het bestuur draagt ervoor onderwijsondersteuning dat voor 1 november 2012 de rechtspersoon notarieel wordt opgericht met instemming van alle deelnemende schoolbesturen. Het bestuur in oprichting bepaalt de toekomstige coördinatiestructuur van het samenwerkingsverband. Na 1 november 2012 start een nieuwe fase waarin wordt gewerkt aan het tot stand brengen van het eerste ondersteuningsplan dat voor 1 maart 2013 gereed moet zijn. Eventueel wordt (opnieuw) met werkgroepen

gewerkt ten aanzien van alle onderwerpen die in het ondersteuningsplan geregeld moeten worden. De onderwerpen van de hoofdlijnennotitie (zie hiervoor) worden verder uitgewerkt en geconcretiseerd in een begroting met (meer)jarenplanning. - Ondersteuningstructuur (voorzieningen, procedure en criteria toedelen onderwijsondersteuning, toelaatbaarheid VSO) - Personeel (omvang en soorten functies expertisepersoneel, werkgever regelen, etc.) - Financieel (begroting, meerjarenprognose ivm verevening, centraal/decentraal, etc.) - Medezeggenschap (inrichten medezeggenschap voor samenwerkingsverband). - Huisvesting en materieel (bureau samenwerkingsverband, organisatiekosten, etc.) Het bestuur draagt er onderwijsondersteuning voor de bekostiging per 1 augustus 2013 kan plaatsvinden; dit betekent het registreren van het samenwerkingsverband bij DUO, het aanvragen van werkgeversnummer bij UWV, aanmelden bij de Belastingdienst, ABP etc. Vanaf november 2011 tot augustus 2013 begint ook de transitiefase, zie hiervoor het hoofdstuk in Deel B. Overleg met gemeenten en afstemming met jeugdzorg Het samenwerkingsverband dient voor 1 mei 2013 een ondersteuningsplan (voor 2013/2104) vast te stellen. Over dit ondersteuningsplan moet volgens het wetsvoorstel passend onderwijs op overeenstemming gericht overleg worden gevoerd met de gemeenten die geografisch bij het samenwerkingsverband horen. Met de gemeenten moet vooraf een overlegprotocol worden overeen gekomen (hoe gaan we het overleg vormgeven) waar ook een geschillenregeling deel van moet uitmaken. Keuzes die het samenwerkingsverband maakt ten aanzien van de inrichting van de ondersteuningstructuur kunnen gevolgen hebben voor de gemeenten, met name op het vlak van huisvesting en leerlingenvervoer omdat gemeenten hiervoor een zorgplicht hebben. De gemeenten krijgen in de toekomst de zeggenschap over de jeugdzorg en zijn vanuit de Lokale Educatieve Agenda vaak al volop betrokken bij het onderwijs in hun gemeente (leerplicht, voortijdig schoolverlaten, jeugdproblematiek). De gemeenten krijgen in het kader van de awbz-discussie ook meer zorgtaken ten aanzien van jongeren die b.v. nu nog een pgb hebben (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Ook via de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG s) zijn gemeenten betrokken bij opvoedingsondersteuning en complexe psycho-sociale problematiek van gezinnen. In dat kader is afstemming met de ZorgAdviesTeams (ZAT s) aan de orde. In het ondersteuningsplan dienen de afspraken tussen gemeenten en schoolbesturen over passend onderwijs een plek te krijgen. In de situatie dat dit ook inzet van gemeentelijke middelen betreft is het van belang dit overleg tijdig te starten. Gemeenten hebben hun begroting voor het nieuwe kalenderjaar uiterlijk in november al vastgesteld. Het is in dat geval zaak om in het voorjaar van 2012 al de eerste stappen voor overleg met de gemeenten te zetten. Het initiatief hiertoe ligt in het wetsvoorstel bij het samenwerkingsverband! Als het om veel gemeenten gaat is het van belang dat ook de gemeenten onderling afspreken welke gemeente als contactgemeente (of centrumgemeente) optreedt naar het samenwerkingsverband om het overleg soepel te laten verlopen. Het ondersteuningsplan is in principe meerjaarlijks en wordt voor 4 jaar vastgesteld. Indien het meer tijd vergt om goede afspraken met de gemeenten te maken, kan worden overwogen om het ondersteuningsplan een voortschrijdend karakter mee te geven zodat het ondersteuningsplan in 2014 (voor de periode tot 2018) kan worden bijgesteld. Medezeggenschap Het wetsvoorstel introduceert de verplichting om op het niveau van het samenwerkingsverband een ondersteuningsplanraad in te stellen die bestaat uit een vertegenwoordiging van alle school MR-en uit de regio (niet elke MR hoeft met een vertegenwoordiger in de OPR zitting te nemen, vertegenwoordiging kan dus geclusterd worden ingevuld). De OPR dient voor de helft uit ouders en voor de helft uit personeel te bestaan. De OPR heeft een instemmingsrecht ten aanzien van het voorgenomen ondersteuningsplan.

Tevens dient het samenwerkingsverband een medezeggenschapsraad in te stellen voor het personeel van het samenwerkingsverband. De MR oefent alle taken uit die conform de WMS aan de personeelsgeleding van de MR wordt toegekend.

Deel B Transitiefase (vanaf heden tot 1 augustus 2013) Aandachtspunten bij overgang van oud naar nieuw samenwerkingsverband Huidige situatie samenwerkingsverband Hiervoor is al aangeduid dat er verschil in vertreksituatie kan zijn. Indien nu sprake is van een overeenkomst tot samenwerking zal dit contract in onderling overleg moeten worden beëindigd, de bepalingen van de overeenkomst zijn hiervoor leidend. Indien nu sprake is van een rechtspersoon met een juiste regio-indeling is het niet nodig om deze rechtspersoon te ontbinden en vervolgens per 1 augustus 2013 een nieuwe rechtspersoon op te richten. Hoewel de samenstelling verandert door deelname van cluster 3 en cluster 4 en ook de taakstelling verandert kan dit worden gerealiseerd door een integrale statutenwijziging. Dit voorkomt veel administratieve last en is ook minder kostbaar. Er is in dat geval wel sprake van een overgangsituatie tussen 1 november 2012 en 1 augustus 2013 omdat de huidige taken van het samenwerkingsverband dan nog doorlopen en cluster 3 en cluster 4 vanaf 1 november 2012 wel deel uitmaken van het samenwerkingsverband. Via een overgangsartikel in de statuten kan worden bepaald dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid en deelname van cluster 3 en 4 tot 1 augustus 2013 beperkt blijft tot overleg over het nieuwe ondersteuningsplan per 1 mei 2013. Een variant hierop is dat cluster 3/4 tot 1 augustus 2013 aspirant (bestuurs)lid is van de stichting/vereniging (maar wel meebeslist over het ondersteuningsplan per 1 mei 2013). Omdat de rechtspersoon blijft bestaan, lopen dienstverbanden met medewerkers in dienst van het SWV in beginsel gewoon door. Of dit wenselijk is, uit oogpunt van nieuwe samenstelling, nieuwe taken, etc. moet het SWV beoordelen. Aandachtspunten ten aanzien van REC s Per 1 augustus 2013 worden de huidige samenwerkingsverbanden niet langer bekostigd. Ook de Regionale Expertise Centra (REC s) worden per die datum niet langer bekostigd en worden niet langer wettelijk voorgeschreven. De verplichte indicatiestelling door de cvi s komt ook per 1 augustus 2013 te vervallen. De beoordeling of een leerling in aanmerking komt voor voortgezet speciaal onderwijs is vanaf 1 augustus 2013 een taak van de samenwerkingsverbanden. Voor het beeindigen van de REC s zullen de statuten geraadpleegd moeten worden. De statuten geven aan welke procedure bij ontbinding gevolgd moet worden en wat er moet gebeuren met een eventueel positief saldo. In de meeste gevallen zal dit inhouden dat resterende gelden naar rato van de inbreng of naar rato van leerlingenaantallen van de deelnemers terug worden gestort in de kas van de schoolbesturen.. Die bijvoorbeeld kunnen besluiten het bedrag als startkapitaal in de kas van het nieuwe samenwerkingsverband te storten of het bedrag aan hun algemene reserve toe te voegen en de komende jaren gefaseerd in te zetten voor extra onderwijsondersteuning. Het REC als wettelijk verplicht samenwerkingsverband stopt per 1 augustus 2013; het vereffeningsproces en de datum van ontbinding hoeft niet perse op die datum al afgerond te zijn. Het ontbinden gebeurt zodra er ook geen activa of passiva meer bij de rechtspersoon aanwezig is, met andere woorden de rechtspersoon helemaal leeg is gemaakt. De laatste jaarrekening die OCW van de REC s verwacht zal de periode 1-1-2013 31-7-2013 beslaan. De REC s hebben in een aantal gevallen contracten lopen met instanties of personen die de CVI-taak vervullen. Dergelijke contracten dienen uiterlijk 1 augustus 2013 af te lopen. Een aandachtspunt is hoe om te gaan met indicaties die nog tot 1 augustus 2013 kunnen worden afgegeven. Dit moet gewoon via de bestaande regelgeving plaats vinden. Omdat de verevening gebaseerd wordt op teldatum 1 oktober 2011 heeft groei van het speciaal onderwijs tussen 1 oktober 2011 en 1 augustus 2013 negatieve

financiële gevolgen voor het nieuwe samenwerkingsverband. De regelgeving voor het functioneren van de CVI kan niet worden aangepast. Maar partners in het samenwerkingsverband, met name in regio s waar de SO deelname nu bovengemiddeld is, doen er wel verstandig aan verstandig om zo snel mogelijk gezamenlijk na te gaan denken via welk beleid de SO deelname in de komende jaren beperkt kan worden. Personeel Op diverse manieren kan sprake zijn van inzet van bovenschools personeel dat werkzaamheden verricht voor het huidige samenwerkingsverband. Hieronder werken wij de personele consequenties uit ten aanzien van: - REC s; - Centrale diensten; - Bovenschoolse voorzieningen (opdc, rebound etc.). De vertreksituatie kan per samenwerkingsverband verschillend zijn: - Het samenwerkingsverband heeft geen rechtspersoon: personeel wordt gedetacheerd bij samenwerkingsverband; - Het samenwerkingsverband heeft wel een rechtspersoon: o Personeel is in dienst van samenwerkingsverband (centrale dienst); o Personeel wordt gedetacheerd. Bij detachering geldt een btw-risico tenzij sprake is van een toepassing van de zgn. onderwijsvrijstelling (het moet dan gaan om activiteiten die direct aan het primaire onderwijsproces kunnen worden gelieerd) of van de zgn. kosten voor gemene rekening. De laatste constructie vergt toestemming van de belastinginspecteur. Indien besloten wordt om gebruik te (blijven) maken van detacheringsvarianten is het zaak om de fiscale consequenties hiervan van te voren te hebben geregeld. Personeel, REC s en opting-out Het REC kan zelf personeel in dienst hebben (voor cvi-taken, ambulante begeleiding, ouderondersteuning etc.) of gebruik maken van personeelsleden die vanuit de schoolbesturen (clusters) worden gedetacheerd bij de REC s. Uiterlijk per 1-8-2013 dient het REC ervoor te onderwijsondersteuningen dat er geen personele verplichtingen meer zijn. In de meeste gevallen betekent dit dat de deelnemende schoolbesturen in het REC de personele verplichtingen zullen overnemen. De cluster 3 en 4-schoolbesturen hebben vanaf 1-8-2013 een bezuinigingstaakstelling op de ambulante begeleiding. Dit zal leiden tot rddf-plaatsing (ontslagbeleid) dan wel een sociaal plan (werkgelegenheidsbeleid) via de CAO PO. Vanaf 1-8-2014 komen de middelen voor ambulante begeleiding (na de bezuinigingsronde) naar de samenwerkingsverbanden. In het kader van opting-out heeft het samenwerkingsverband de mogelijkheid om de ab-middelen al vanaf 1-8-2013 over te nemen; er moeten dan wel met cluster 3 en cluster 4 goede afspraken worden gemaakt over overname van ab-personeel. Personeel en Centrale dienst Elk samenwerkingsverband heeft te maken met de verplichting om een centrale dienst te hebben. In veel gevallen is dit een lege centrale dienst, waar ook geen personeel in is benoemd. De centrale dienst kan in de statuten van de rechtspersoon zijn opgenomen of er is een aparte rechtspersoon hiervoor opgericht. Per 1 augustus 2013 is het niet langer nodig om een centrale dienst te hebben. Het samenwerkingsverband kan zelf personeel in dienst hebben met de onderwijsrechtspositie. Indien sprake is van een aparte rechtspersoon met een lege centrale dienst dient ook die per 1 augustus 2013 te worden opgeheven. Als er nu wel personeel in de centrale dienst is benoemd zal het nieuwe samenwerkingsverband een uitspraak moeten doen over overname van dit personeel. Indien personeel niet wordt overgenomen dient het huidige samenwerkingsverband tijdig een ontslagtraject te starten; de CAO VO is dan van toepassing (sociaal plan). Als het samenwerkingsverband op dit moment een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten en beschikt over een stichting of vereniging centrale dienst kan worden overwogen om die stichting/vereniging als voertuig te gebruiken voor de nieuwe samenwerking per 1 augustus 2013. Middels een integrale statutenwijziging kan

deze centrale dienst worden omgevormd tot de rechtspersoon die als samenwerkingsverband passend onderwijs gaat fungeren. Personeel en Bovenschoolse voorzieningen (opdc, rebound etc.) Samemwerkingsverbanden VO/VSO beschikken in diverse vormen over bovenschoolse voorzieningen. Bijvoorbeeld een OPDC, Rebound voorzieningen en dergelijke. Hier kunnen drie vormen onderscheiden worden. De voorziening kan een zelfstandig rechtspersoon zijn, de voorziening hangt aan de centrale dienst of de voorziening is ondergebracht bij één van de schoolbesturen. De stelselwijziging Passend onderwijs zal in de meeste gevallen leiden tot herbezinning op de omvang en de functie van de bovenschoolse voorzieningen. Indien het OPDC bijvoorbeeld vooral als expertisecentrum (zonder onderwijsfunctie) fungeert is het van belang om te bezien hoe afstemming wordt bereikt met de expertise die in cluster 3 en cluster 4 aanwezig is. Ook vanuit financieel perspectief kan het noodzakelijk zijn de voorzieningenstructuur tegen het licht te houden. Indien bovenschoolse voorzieningen een zelfstandige rechtspersoon zijn of de vorm van centrale dienst hebben, zal er personeel in dienst of gedetacheerd zijn. In dat geval is het van belang om voor 1 augustus 2013 de rechtspositie van dit personeel te hebben ondergebracht bij de rechtspersoon van het nieuwe samenwerkingsverband. Omdat het samenwerkingsverband zelf personeel met behoud van onderwijsrechtspositie (ABP-status, cao-vo etc.) in dienst kan hebben is een overgang goed te realiseren. Het betekent wel een overgang van werkgever. Indien sprake is van verlies van werkgelegenheid voor het OPDC na 1 augustus 2013 dienen tijdig stappen te worden gezet om passende maatregelen te nemen, conform de caovo. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van een sociaal plan. Ook kan sprake zijn van vigerende afspraken tussen de schoolbesturen en OPDC/centrale dienst over eventuele herplaatsing van personeel indien sprake is van boventalligheid, die moeten worden nageleefd. Herstart, Op de rails Voor de projecten Herstart en Op de rails geldt dat hierop een bezuiniging van toepassing is. Op Rebound wordt niet bezuinigd. Ook dit kan leiden tot werkgelegenheidseffecten. Tijdig dient te worden nagegaan hoe de rechtspositie van het personeel dat hiervoor werkzaam is, is geregeld. Het kan in dienst van het SWV (rechtspersoon) of de centrale dienst zijn, in dienst van het schoolbestuur dat de voorziening onder zicht heeft of gedetacheerd zijn. Indien personeel in dienst is van de schoolbesturen en op detacheringsbasis werkzaamheden verricht kan dit leiden tot het tijdig opzeggen van detacheringscontracten. In de situatie dat het samenwerkingsverband of de centrale dienst hiervoor personeel in dienst heeft kan een sociaal plan aan de orde zijn. Gedwongen ontslagen kan dan niet binnen 2 jaar worden gerealiseerd. Het eerste jaar van een sociaal plan richt zich op het stimuleren van vrijwillige mobiliteit. Hiervoor zal het samenwerkingsverband geld moeten reserveren. Financiële risico s De teldatum 1 oktober 2011 geldt als de teldatum voor de verevening van de onderwijsondersteuningmiddelen waarmee de samenwerkingsverbanden te maken krijgen. Indien de indicaties die tot 1 augustus 2013 nog afgegeven worden in de regio blijven stijgen, ontstaan later financiële problemen voor het samenwerkingsverband. Hierboven is al aangegeven dat het van belang is dat afspraken worden gemaakt met de huidige samenwerkingsverbanden en de CVI s hoe verdere groei te voorkomen. Een tweede risico is het verdwijnen op 1 augustus 2013 van de geldstroom Rugzak naar de (s)bao scholen, omdat het geld vanaf dat moment naar het samenwerkingsverband gaat. Het samenwerkingsverband kan beslissen het geld op een ongewijzigde manier door te geven aan scholen met rugzakleerlingen. Dan heeft de verandering in de loop van de geldstromen geen formatie consequenties voor de (s)bao scholen. Als het samenwerkingsverband het geld echter geheel of gedeeltelijk voor andere, verplichte, uitgaven nodig heeft of om beleidsmatige redenen tot een andere inzet besluit zijn er wel formatieve consequenties voor de scholen

met rugzakleerlingen.

Bijlage 1 Voorbeeld-intentieverklaring INTENTIEVERKLARING SAMENWERKINGSVERBAND Passend Onderwijs Betreft: VO-..-..: gemeenten: 1.. Ondergetekenden: 1..(naam schoolbestuur).(adres schoolbestuur).(naam).(functie) 2..(naam schoolbestuur).(adres schoolbestuur)...(naam).(functie) 3..(naam schoolbestuur).(adres schoolbestuur)...(naam).(functie) 4..(naam schoolbestuur).(adres schoolbestuur)...(naam).(functie) 5..(naam schoolbestuur cluster 3).(adres schoolbestuur cluster 3)...(naam).(functie) 6..(naam schoolbestuur cluster 4).(adres schoolbestuur cluster 4).(naam).(functie) Etc. In aanmerking nemende dat: I. De overheid voornemens is het wetsvoorstel Passend Onderwijs per 1 augustus 2012 in werking te laten treden, waarbij per 1 november 2012 de bestuurlijke inrichting van de samenwerkingsverbanden moet zijn gerealiseerd. II. Bovengenoemde schoolbesturen voor het voortgezet onderwijs en bovengenoemde schoolbesturen voor cluster 3 en 4 werkzaam zijn in de regio van de in de titel genoemde gemeenten en dat zij samen een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs dienen te gaan vormen. III. Het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs verantwoordelijk is voor een dekkend netwerk voor onderwijsondersteuning binnen en tussen scholen voor alle leerlingen van regulier onderwijs en voor alle leerlingen van het speciaal onderwijs van de cluster 3 en 4 die in dit gebied VO-..-.. 2 wonen, en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. IV. De ondergetekenden derhalve afspraken over de in- en oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs moeten en willen maken teneinde Passend Onderwijs tijdig vorm te kunnen geven, waarbij uiterlijk op 1 november 2013 de bestuurlijke inrichting van het samenwerkingsverband gereed dient te zijn. V. De VO-Raad een referentiekader Passend Onderwijs heeft vastgesteld welke voor de ondergetekenden een leidraad is voor het vormgeven van Passend Onderwijs. Verklaren daartoe de volgende besluiten te hebben genomen 1 Invullen: nieuw 4 cijferig nummer voorafgegaan door VO en gevolgd door de namen van de gemeenten welke de geografische afbakening van het nieuwe samenwerkingsverband vormen. 2 Invullen: herhalen vorenbedoeld nieuw 4 cijferig nummer.

I. De ondergetekenden onderscheiden de volgende fasen in de vorming en inrichting van een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs: Lichte variant 3 : Voorbereidingsfase: november 2011-mei 2102; Besluitfase: juni/juli 2012 Uitwerkingsfase: sept/okt 2012 Inrichten werkorganisatie Per wordt door de ondergetekenden een stuurgroep aangesteld die de regie voert over het samenwerkingsproces, gericht op 1 november 2012. B. De stuurgroep wordt gevormd door: a. X (uit vo) b. Y.(uit vo) c. Z.(uit vso) De coördinator(en) is/zijn adviserend lid. C. De coördinatoren vormen gezamenlijk een voorbereidingsgroep en hebben als taak om de stuurgroep te dienen met voorstellen inzake inrichting onderwijsondersteuning/visie, bestuurlijke inrichting, personeel en financieel beleid. Dit resulteert in een notitie waarin de hoofdlijn van de samenwerking op deze terreinen wordt beschreven en voor 1 januari aan de stuurgroep wordt aangeboden. D. De stuurgroep bespreekt de voorstellen en stelt de hoofdlijnnotitie vast. Deze notitie wordt vervolgens met de deelnemende schoolbesturen besproken. Elk schoolbestuur betrekt hierbij ook de eigen medezeggenschapsraad. Na terugkoppeling in de stuurgroep voor 1 maart en akkordering van de voorstellen neemt de stuurgroep de uitwerking ter hand. E. De voorbereidingsgroep levert voor 1 mei 2012 aan de stuurgroep de benodigde uitwerkingsdocumenten aan waaronder in ieder de gewijzigde statuten en reglementering van het samenwerkingsverband. De stuurgroep stelt de uitwerkingsdocumenten voorlopig vast en bespreekt die met de deelnemende schoolbesturen die de documenten ter advies voorleggen van de medezeggenschapsraden. Voor 1 juli 2012 is de besluitfase afgerond en is er tussen de schoolbesturen overeenstemming over de inrichting van het samenwerkingsverband. F. De periode sept/okt 2012 wordt gebruikt voor het nemen van de noodzakelijke stappen (statutenwijziging realiseren bij notaris, inrichten organisatiestructuur, afvaardiging schoolbesturen naar bestuur etc nemen. G. Per 1 november 2012 is de rechtspersoon voor het samenwerkingsverband opgericht en is samenstelling van bestuur/coördinatie van het samenwerkingsverband bekend. Zware variant 4 - Oriëntatiefase: september 2011-oktober 2011; - Voorbereidingsfase: november 2011-maart 2012; - Besluitfase 1: april 2012; 3 Zie handreiking, de lichte variant is voor situaties waarin de regio-indeling niet (veel) verandert en er al een rechtspersoon is; het nieuwe samenwerkingsverband wordt gerealiseerd met behulp van een integrale statutenwijziging. 4 De zware variant is bedoeld voor samenwerkingsverbanden die helemaal opnieuw moeten worden ingericht, met een andere regio-indeling.

- Uitwerkingsfase: april 2012-mei 2012; - Besluitfase 2: juni 2012-juli 2012; - Implementatiefase: september 2012-oktober 2012; - Transitiefase: november 2012-juli 2013. Inrichting werkorganisatie H. Per wordt door de ondergetekenden een stuurgroep aangesteld 5 die de regie voert over het samenwerkingsproces, gericht op 1 november 2012. I. De stuurgroep wordt gevormd door: - X (uit vo) - Y (uit vo) - Z (uit vso). 6 J. De stuurgroep wordt ondersteund door een projectleider/projectleiding die bestaat uit. De projectleider is verantwoordelijk voor de voortgang van het samenwerkingsproces en de aansturing van de werkgroepen (opdrachtformulering, deadlines, rapportage etc.) De volgende werkgroep worden ingesteld: - een werkgroep onderwijsondersteuning/onderwijsvisie; - een werkgroep visie en bestuurlijke inrichting; - een werkgroep personeel; - een werkgroep financiën; - (een werkgroep ). K. De werkgroepen zijn belast met het plegen van voortvarend onderzoek om de aan hen toegedeelde thema s/onderwerpen in kaart te brengen (in de bijlage 7 zijn de onderwerpen omschreven). L. De stuurgroep dient uiterlijk in maart 2012 een notitie op te leveren waarin de wijze van in-/ oprichting en vormgeving van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs op hoofdlijnen staat beschreven. Deze hoofdlijnennotitie wordt door de stuurgroep aan de ondergetekenden aangeboden. Elke ondergetekende overlegt over deze notitie binnen de eigen achterban en betrekt de eigen medezeggenschapsorganen hierbij. Nadat hierover bestuurlijk overleg tussen ondergetekenden heeft plaatsgevonden en consensus is bereikt over de hoofdlijnennotitie ontvangt de stuurgroep de opdracht om de bestuurlijke uitwerking ter hand te nemen. M. De stuurgroep werkt vervolgens het bestuurlijk/juridisch kader verder uit, daarbij al dan niet ondersteund door een werkgroep en/of externe deskundigen, opdat alle ondergetekenden in junijuli 2012 de definitieve besluitvorming over de in- en oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs binnen de eigen organisatie kunnen realiseren, met inachtneming van de vereiste medezeggenschap hierover. N. Zodra de ondergetekenden in de eigen organisatie bovenbedoeld definitief besluit hebben genomen worden de stuur- en werkgroepen opgeheven en de personen die daarin hebben zitting genomen gedechargeerd. Per 1 november 2012 is de rechtspersoon voor het samenwerkingsverband opgericht en is samenstelling van bestuur/coördinatie van het samenwerkingsverband bekend. 5 De ondergetekenden kunnen uit hun midden zelf een stuurgroep formeren danwel een stuurgroep aanstellen, eventueel aangevuld met externe deskundigen. 6 Denk aan maximaal 5-7 natuurlijke personen 7 Zie voor taakstelling de handreiking.

Overige afspraken A. De ondergetekenden staan de stuurgroep en de werkgroepen (voorbereidingsgroep) het gebruik van voorzieningen toe die zij voor het uitvoeren van hun taak redelijkerwijs nodig hebben. 8 B. Voor de extra kosten (externe deskundigen, notaris etc.) die voortvloeien uit de oprichting van het samenwerkingsverband is een begroting gemaakt, zie bijlage. De oprichtingskosten worden verdeeld volgens de in de bijlage vermelde verdeelsleutel. 9 De stuurgroep en de werkgroepen kunnen, indien zij dit voor de uitvoering van de taken nodig achten, alleen externe deskundigen inschakelen voor zover de begroting hierin voorziet. C. De ondergetekenden betrekken en informeren ouders en de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden, mede in verband met het in artikel 10 lid g van de WMS bepaalde, vanaf heden regelmatig bij en over alle fasen welke bij de vorming en inrichting van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs zullen worden doorlopen. De ondergetekenden vragen hen tevens om advies over de hoofdlijnennotite en de uitwerkingsdocumenten. D. Het gehele vormgeving- en inrichtingsproces van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs vindt plaats op basis van consensus van alle ondergetekenden. Aldus overeengekomen en in. voud opgemaakt en ondertekend te.. op. 8 Indien een ondergetekende onevenredig veel bijdraagt in het faciliteren van de stuur-en werkgroepen kan een verdeling van de onkosten tussen de ondergetekenden van belang zijn. 9 Voorbeeld verdeelsleutel: elk bevoegd gezag draagt bij in kosten naar rato van het aantal leerlingen welke onder dat bevoegd gezag vallen. Verdeelsleutel in een aan deze intentieovereenkomst te hechten bijlage uitwerken.

1. (naam).. (naam schoolbestuur) 2. (naam). (naam schoolbestuur) 3.. (naam). (naam schoolbestuur) 4.. (naam). (naam schoolbestuur) 5... (naam). (naam schoolbestuur) Etc. Etc.

Bijlage II Overzicht beslispunten bestuurlijke inrichting Hieronder staan de hoofdonderwerpen die bij de bestuurlijke inrichting geregeld moeten worden. De coöperatieve vereniging is niet apart opgenomen maar valt qua inrichting te scharen onder de vereniging. Items voor statuten dan wel reglement samenwerkings-verband Deelnemers en samenstelling Goed bestuur en goed toezicht Doelstelling Begroting en verantwoording Beschrijving items Vereniging stichting Schoolbesturen met vestigingen Schoolbesturen zijn lid van Schoolbesturen in postcodegebied zijn de vereniging zijn aangesloten Deelnemer. In statuten bij de stichting vermelden welke (aparte schoolbesturen deelnemer zijn. aansluitingsover Opting-in: SOVSO/VSObesturen een met ll uit gebied swv Komst waarin zonder vestiging mogen zich relatie stichting melden als deelnemer en schoolbestuur is geregeld) Bestuur en toezicht moeten Functionele scheiding Functionele worden (varianten): scheiding: Gescheiden: -AV is toezichthouder, Bestuur is Functioneel of bestuur bestuurt, toezichthoudend organieke coordinator voert uit, directie swv - bestuur is heeft toezichthouder, directie gemandateerde swv heeft gemandateerde of gedelegeerde of gedelegeerde bevoegdheden bevoegdheden -raad van beheermodel Organieke (directie swv is tevens scheiding: uitvoerend bestuurder) Raad van Toezichtmodel Organieke scheiding: (samenstelling Raad van toezicht-model al dan niet op (AV benoemt rvt-leden) basis van afvaardiging door schoolbesturen) Zie wetstekst Eventueel ook uitbreiden met visie/missie van swv Bestuur stelt vast, Bestuur stelt Rol Bestuur en Toezicht bij toezichthouder/alv vast, besluitvorming over vaststelling keuren goed. toezichthouder (meerjaren)begroting, toezichthouder kiest keurt goed jaarrekening, jaarrekening, accountant. RvT kiest