Beoordelingsformulieren Studie en Werk 4A

Vergelijkbare documenten
Aantekenformulier van het assessment PDG

Beoordelingsformulieren Studie en Werk 4B

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Beoordelingsformulieren Studie en Werk 3A

Beoordelingsrapport Studie en Werk 4B

Beoordelingsrapport Studie en Werk 2A

Beoordelingsrapport S&W 3 en S&W4 (LIO-fase) Kopopleiding

Beoordelingsrapport Studie en Werk 3A

Beoordelingsrapport S&W 1 en S&W 2 Kopopleiding

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsformulieren Studie en Werk 3B

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Beoordelingsrapport Studie en Werk 2B versie 1

Beoordelingsrapport Studie en Werk 3B

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Competentievenster 2015

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

1 Interpersoonlijk competent

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

1. Interpersoonlijk competent

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

1 Interpersoonlijk competent

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

1 Interpersoonlijk competent

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode

Assessment Startbekwaam

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

1 Interpersoonlijk competent

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan P2-fase Studentversie

MASTER LGL COMPETENTIES

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Kennismakingsgesprek

Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

De competenties van een docent MBO

Interpersoonlijk competent

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Competentiekaarten. Fontys Lerarenopleidingen vo/bve

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

CP Resultaten QuickScan

Gids voor werkplekbegeleiders

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

Bijlage 6. Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar. Inleiding

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

S t a g e w e r k p l a n

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau

!"#$%&'$'#() *+,-.+%'+)$'$"/-'0/1&)2&34""51&'$))!678$+/&#-&#

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Groeien met techniek

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING DEELTIJD

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

FUNCTIEBESCHRIJVING. Datum : juni 2017 Functiebeschrijving : Docent LB Vastgesteld besluit CvB : Waardering Salarisschaal LB.

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

ROC Friese Poort. UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

De 6 Friesland College-competenties.

Zij-instroom in Beroep Traject

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Bekwaamheidseisen leraren

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Beoordeling en evaluatie

Proeve van Bekwaamheid. Begeleiden. Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL NIET KOPIËREN EXAMENBANK PROVE2MOVE

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Transcriptie:

Beoordelingsformulieren Studie en Werk 4A 2018-2019 Inleiding: Bij Studie en Werk 4A word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling wordt onderbouwd aan de hand van vier onderdelen. Alle vier de onderdelen üpload je in Onstage. Jij, de student, levert Onderdeel I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 4a en Onderdeel II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 4 in via Onstage. Deze onderdelen laat je vóór het inleveren van je ontwikkelingsportfolio invullen. Je voegt Onderdeel I. toe aan je ontwikkelingsportfolio 4a. Onderdeel II. lever je als los onderdeel in. Onstage (taak student) Module A: Uploaden eindproduct(en) Ontwikkelingsportfolio 4a, plus Onderdeel I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 4a Module A: Uploaden adviesbeoordeling praktijkbegeleider. Onderdeel II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 4 De instituutsopleider beoordeelt jouw ontwikkelingsportfolio aan de hand van Onderdeel III. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 4A en vult vervolgens Onderdeel IV. Eindbeoordeling Studie en Werk 4A in. Onstage (taak instituutopleider) Module A: Uploaden beoordelingsformulier eindproduct(en). Onderdeel III. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 4A Module A: Beoordeling eindproduct(en) Onderdeel IV. Eindbeoordeling Studie en Werk 4A Korte uitleg van de vier Onderdelen: I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 4A Je instituutsopleider en je werkplekbegeleider vullen op deze checklist in of je voldoet aan de voorwaarden om beoordeeld te kunnen worden. II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 4 Je vult op dit formulier eerst zelf de eerste kolom in en laat vervolgens je werkplekbegeleider de tweede kolom en het ontwikkelingsgericht advies invullen. III. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 4A Als I. en II. aanwezig zijn beoordeelt je instituutsopleider je ontwikkelingsportfolio. IV. Eindbeoordeling Studie en Werk 4A Je instituutsopleider geeft de eindbeoordeling.

I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 4A datum naam student en studentnummer naam school naam en handtekening werkplekbegeleider naam en handtekening instituutsopleider In te vullen door je werkplekbegeleider: voldaan niet voldaan De student is voldoende tijd op de leerwerkplek geweest: - voltijd: 4 dagen per week (blokmodel) of 2,5 dagen per week (lintmodel) - deeltijd: minimaal 20 dagen (van 7 uur) De student komt de afgesproken tijden na. De student heeft goed gecommuniceerd over eventuele afwezigheid of te laat komen. De student heeft de afgesproken activiteiten uitgevoerd. De student heeft voldoende lessen/begeleidingsuren voorbereid en uitgevoerd: - voltijd: 10-12 per week (blokmodel) of 6-8 per week (lintmodel) - deeltijd: minimaal 40 De student heeft de lessen goed voorbereid. De student heeft de ondernomen activiteiten en gegeven lessen wekelijks met de begeleider geëvalueerd. De student trekt waarneembaar lering uit de opgedane ervaringen en/of de ontvangen feedback Eventuele opmerkingen of toelichting: In te vullen door je instituutsopleider: voldaan niet voldaan Studie en Werk 3B is afgetekend in OSIRIS De student heeft een volledig ingevulde leerwerkovereenkomst ingeleverd bij bureau werkplekleren. Het leerwerkplan van de student is binnen 3 weken na start van het werkplekleren besproken met de werkplekbegeleider en de instituutsopleider. De student heeft (minstens 2-wekelijks) een logboek bijgehouden van de eigen activiteiten en leerervaringen op de leerwerkplek De opdracht uit de bundel vak is goedgekeurd door de SWB.

II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 4 Invulinstructie Dit formulier over het functioneren van de student op de leerwerkplek wordt tijdens jaar 4 tweemaal ingevuld door de student zelf en door de werkplekbegeleider: bij de afronding van Studie en werk 4A (halverwege jaar 4) als ontwikkelingsgericht advies. bij de afronding van Studie en werk 4B (aan het eind van jaar 4) als beoordelingsadvies. De werkplekbegeleider scoort in hoeverre de onderstaande beweringen van toepassing op de student. Daarbij geldt: bijna nooit (1), af en toe (2), regelmatig (3), vrijwel altijd (4). 1. Interpersoonlijk aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag, bv. - stelt regels en bespreekt deze met de leerlingen - kan flexibel omgaan met regels en beschikt over handelingsalternatieven - kan zijn gedrag vanuit theoretische en methodische inzichten verantwoorden - heeft een visie op klassenmanagement De student bouwt een band op met individuele en met groepen leerlingen, bv. - communiceert effectief door het hanteren van verbale en non-verbale technieken - herkent en benoemt gedragspatronen van individuele leerlingen en groepen en maakt deze inzichtelijk voor leerlingen. Hij weet hoe hij een en ander zo nodig kan verbeteren - kan verantwoorden hoe hij met zijn groepen en individuele leerlingen omgaat. Hij maakt daarbij gebruik van relevante theoretische en methodische inzichten. De student is een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen, bv. - zorgt ervoor dat leerlingen respect opbrengen voor hem en voor elkaar - bespreekt communicatie en omgangsvormen - bevordert effectieve communicatie door bijv. te luisteren, samen te vatten en door te vragen zowel op inhoudsals betrekkingsniveau 2. Pedagogisch aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student sluit aan bij leefwereld van leerlingen, bv. - houdt rekening met verschillen tussen leerlingen in sociaal, emotioneel en cultureel opzicht De student waardeert de inbreng van leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën, bv. - maakt in zijn pedagogisch handelen een goed gebruik van verschillen tussen leerlingen - helpt deelnemers (BVE) bij de ontwikkeling van hun beroepsidentiteit - gebruikt op systematische wijze de input van leerlingen in het onderwijsleerproces De student brengt eigen opvattingen in verband met de pedagogische opdracht van de school, bv. - is zich bewust van de eigen beroepsopvattingen, waarden en normen en laat dat merken aan leerlingen en collega s - kan zijn pedagogische opvattingen en de gekozen aanpak verantwoorden en maakt daarbij gebruik van relevante theoretische en methodische inzichten De student stimuleert leerlingen kritisch na te denken over eigen gedrag en het groepsgedrag en daarover in de klas te communiceren, bv. - stimuleert leerlingen regelmatig kritisch na te denken over hun opvattingen en gedrag en stimuleert leerlingen om daarover in de groep te communiceren - daagt leerlingen uit mee te denken over hun eigen ontwikkelings- en leerprocessen

3. Vakinhoudelijk en vakdidactisch aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student gebruikt een repertoire aan didactische strategieën en werkvormen, zoals pgo, natuurlijk leren, klassikaal leren, sociaal en samenwerkend leren, bv. - kan zijn vakinhoudelijke en didactische opvattingen verantwoorden - kan verantwoorden hoe hij een groep leerlingen aangepakt heeft en maakt daarbij gebruik van actuele theoretische en methodische inzichten - ontwerpt leeractiviteiten die in het perspectief van de loopbaan van de leerling/deelnemer betekenisvol zijn De student maakt gebruik van moderne audiovisuele en ict-leermiddelen, bv. - past bestaande middelen zelf aan en breidt ze uit met eigen inbreng (vragen, suggesties, voorbeelden, av- en ict-middelen) De student helpt leerlingen vak-, leer- en beroepsvaardigheden te ontwikkelen, bv, - ontwerpt gevarieerde leertaken voor het vak/leergebied - leert leerlingen leervaardigheden aan (bv leren voor het proefwerk, samenvatten) - bespreekt proefwerken na op reflectieve wijze - bevordert zelfstandigheid van leerlingen - praat met leerlingen over hun competenties - reflecteert systematisch met de leerlingen op het leerresultaat en het bijbehorende proces - analyseert (vakspecifieke) leerproblemen en speelt adequaat daarop in met gerichte opdrachten en vragen De student houdt rekening met verschillen, bv. - creëert de randvoorwaarden (sfeer, organisatie, opdrachten, materialen en machines) die de leerlingen in staat stellen zelfstandig te kunnen werken, zodat zij in hun eigen tempo en op eigen wijze kunnen leren - kent de sterke en zwakke kanten van individuele leerlingen en weet hoe hij hun leren moet bevorderen - ontwerpt verschillende leertrajecten en om tegemoet te komen aan verschillen tussen leerlingen De student gebruikt verschillende manieren van toetsen, assessment en evaluatie, bv. - ontwikkelt in samenwerking met collega s beoordelingsinstrumenten - kan zijn keuzes voor bepaalde toetsvormen onderbouwen - evalueert het leerproces en de leerresultaten van leerlingen 4. Organisatorisch aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student bevordert taakgericht werken, bv. - biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen - hanteert procedures op een consequente manier - kan zijn aanpak van klassenmanagement en de organisatie van zijn onderwijs verantwoorden De student kan prioriteiten stellen en de beschikbare tijd efficiënt over taken verdelen, bv. - improviseert in onverwachte situaties op een professionele manier en stelt daarbij duidelijke prioriteiten - stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiënt zowel voor hem zelf als de leerlingen - bewaakt de planning samen met de leerlingen De student draagt bij aan schoolactiviteiten, bv. - neemt initiatieven en doet voorstellen

5. Samenwerken met collega s aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student deelt kennis met het team en leert van collega s, bv. - vraagt hulp en biedt hulp aan collega s - stelt teambelang boven eigenbelang - verantwoordt zijn opvattingen en werkwijze aangaande samenwerken met collega s binnen de schoolorganisatie De student levert een bijdrage aan samenwerkingsprojecten in het team: zowel binnen het vak en leergebieden als vakoverstijgend, bv. - neemt verantwoordelijkheid voor de taak (van anderen) De student draagt bij aan het denken over onderwijsinnovatie, bv. - levert een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school De student participeert in algemene onderwijstaken, bv. - werkt volgens de in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen, bijv. leerlingvolgsysteem 6. Samenwerken in de omgeving aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student gebruikt de omgeving van de school als kennisbron en als toepassingsmogelijkheid van kennis en vaardigheden, bv. - onderzoekt de omgeving van de school op toepassingen van het eigen vak/leergebied - ontwikkelt en voert projecten uit met medewerking van instellingen/bedrijven waarin leerlingen het vak/leergebied kunnen toepassen - houdt contact met personen/instellingen die fungeren als opdrachtgevers in het kader van het natuurlijk leren De student onderhoudt contacten met ouders en verzorgers van leerlingen, bv. - voert oudergesprekken en hanteert daarbij relevante gespreksvaardigheden en technieken - raadpleegt reeds aanwezige informatie, registreert nieuwe informatie en stelt anderen in de gelegenheid hier gebruik van te maken - verantwoordt professionele opvattingen aan ouders en andere belanghebbenden en past zo nodig in gezamenlijk overleg zijn werk aan. 7. Reflectie en ontwikkeling aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B De student maakt een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan, bv. - werkt planmatig aan zijn ontwikkeling en maakt daarbij gebruik van de kaders die de school biedt (bijv. POP. Teamontwikkelingsplan, IBP) - brengt onder woorden wat hij belangrijk vindt in het docentschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat. De student vindt een evenwicht tussen betrokkenheid en professionele distantie, bv. - is begaan met leerlingen, maar neemt geen verantwoordelijkheden van leerlingen over - kent de grenzen van de eigen invloed - verwijst leerlingen met problemen tijdig door zonder zelf de rol van hulpverlener op zich te nemen De student bouwt aan en onderhoudt een relevant netwerk van collega s, bv. - benut verschillende mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen, zoals het bijhouden van vakliteratuur, het volgen van trainingen en opleidingen, maar ook het deelnemen aan vernieuwingsprojecten en onderzoek en het oppakken van nieuwe taken - staat open voor andere visies en ideeën en probeert die daadwerkelijk uit. De student kijkt kritisch naar zijn werk en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich verder te ontwikkelen, bv. - stemt zijn ontwikkeling af op het beleid van de school

8. Onderzoekend handelen aan het eind van Studie en Werk 4A 4A 4B 4B Informatievaardigheden, bv. - zoekt zelfstandig internationale informatie in mediatheek, databases en internet om eigen gestelde vragen te beantwoorden - gaat kritisch om met de gevonden informatie Kritische grondhouding laten zien, bv. - kijkt kritisch naar bestaande praktijken en zet dit af tegen dat wat bekend is uit onderzoek - stelt vragen en verzamelt gegevens in een praktijkcontext om meer zicht te krijgen op een kwestie voordat er een oplossing wordt bedacht - onderbouwt keuzes met theorie. Ethisch handelen, bv. - parafraseert en citeert gebruikte bronnen en combineert op zo n manier dat recht gedaan wordt aan de inhoud - weegt diverse belangen van leerlingen en collega s af bij het ontwerpen van een beroepsproduct - rapporteert op een integere en neutrale wijze. Onderzoek t.b.v. beroepsproduct, bv. - voert zelfstandig een beschrijvend en evaluerend onderzoek uit ondersteunend aan het maken van een beroepsproduct binnen de eigen schoolpraktijk - zorgt voor en logische en consistente lijn van vraag naar antwoord - verantwoordt hierbij de gekozen methoden van dataverzameling en analyse en deelt de uitkomsten met alle belanghebbenden Schriftelijk rapporteren - schrijft een verslag over het ontwikkelde beroepsproduct waarin het product helder beschreven en adequaat verantwoord wordt vanuit theorie en het verkennende onderzoek - evalueert in het verslag het gemaakte product - rapport hierbij over zowel het verkennende als evaluerende onderzoek - is kritisch op de eigen conclusies aan de hand van betrouwbaarheid en validiteit Presenteren - presenteert het beroepsproduct op de leerwerkplek of aan anderen dan medestudenten Ontwikkelingsadvies aan het eind van Studie en Werk 4A: Datum: Sterke kanten van de student: Ontwikkelpunten: Verwachting m.b.t. afronding module 4B: zorg / twijfel / positief Evt. andere opmerkingen: Handtekening werkplekbegeleider:

III. Beoordeling ontwikkelingsportfolio 4A: datum naam en handtekening instituutsopleider BASISGEGEVENS NAW gegevens student + begeleiders voor Studie en Werk + school Beoordelingscriteria De basisgegevens zijn aanwezig ja / nee LEERWERKVERSLAG (zie Gids Studie en Werk jaar 2-3-4, bijlage 5.2) Beoordelingscriteria - beschrijving activiteiten waarmee je tijdens Studie en Werk 4A aan je leervragen hebt gewerkt - leeropbrengst - relevante bewijsstukken, waaronder in elk geval: voorbeelden van de voorbereiding en evaluatie van door jou verzorgde lessen/onderwijsactiviteiten gebruik van feedback, intervisie en literatuur reflectie op praktijksituaties max. punten Je beschrijft gedetailleerd en samenhangend wat je m.b.t. je leervragen en ongeplande leermomenten hebt geleerd: kennis, inzichten en vaardigheden. Je toont hierbij bewijsstukken die authentiek, actueel en relevant zijn en afkomstig zijn uit verschillende contexten (bv. verschillende klassen). Uit je lesvoorbereidingen en evaluaties blijkt - hoe je aan je leervragen hebt gewerkt; - dat je complete lessenseries en/of projecten plant, voorbereidt en evalueert; - dat je daarbij je didactische keuzes verantwoordt. Je hebt aantoonbaar gebruik gemaakt van feedback (van leerlingen, collega s, begeleiders en medestudenten) en intervisie. Je hebt je eigen handelen verantwoord vanuit literatuur (verschillende bronnen, die je kritisch en op correcte wijze hebt beschouwd). Je reflecteert op praktijksituaties, gebruikte methodieken en jezelf als docent en kiest daarbij zelf geschikte reflectiemodellen. Je legt een koppeling naar de competenties en de bijbehorende niveaucriteria van jaar 4. Het schriftelijk taalgebruik in het ontwikkelingsportfolio is minimaal op niveau 4F (zinsniveau, woordgebruik, taalverzorging (spelling, interpunctie, grammatica), leesbaarheid en lay-out). 20 5 15 15 15 15 5 10 Toelichting

IV. Eindbeoordeling Studie en Werk 4A: datum naam student en studentnummer naam en handtekening instituutsopleider I. Voorwaarden Checklist I. voorwaarden beoordeling Studie en Werk 4A, ingevuld door werkplekbegeleider en instituutsopleider Aan alle voorwaarden is voldaan ja / nee II. Advies WB Aan het eind van Studie en Werk 4A vult je werkplekbegeleider het formulier II. functioneren op de leerwerkplek jaar 4 in als ontwikkelingsgericht advies. Het ingevulde advies is aanwezig ja / nee III. Ontwikkelingsportfolio Als I. en II. aanwezig zijn beoordeelt de instituutsopleider je ontwikkelingsportfolio. EINDBEOORDELING (op schaal 1 t/m 10)