Meerjaren Onderhoudsplan Watergangen Stedelijk Gebied 2015-2018



Vergelijkbare documenten
Meerjaren Onderhoudsplan Watergangen Landelijk Gebied

'^b. 'lim'-ll-lli'ii'll-d'-ll. Gemeente Almere Wr'oiochap Zuk''

Resultaat inventarisatie en plan van aanpak wegwerken achterstanden baggeren.

REGIONALE BESTUURSOVEREENKOMST STEDELIJK WATER FLEVOLAND

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 28mei

ALGEMENE VERGADERING. 28 oktober 2010 SWS/PWB

Maatwerkovereenkomst. Tussen gemeente Urk en Waterschap Zuiderzeeland. Stedelijk water

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

ALGEMENE VERGADERING. Samenvatting

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

6.c ALGEMENE VERGADERING

Maatwerkovereenkomst Tussen gemeente Almere en Waterschap Zuiderzeeland. Stedelijk water

1603 s ZZ-Z-ZBÏi. Inhoudsopgave NAUTISCH - EN VAARWEGBEHEER

Urk (1/2) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof

Kwaliteitsbeelden 2.0: samen werken aan stedelijk water. Presentatie PWVE 2 oktober 2014 Dorien Roubos

Memo. Meppel/Zwolle. Datum: 25 september 2015 Bestemd voor: MT Gerard Verstoep Onderwerp: Vergoeding verwerking maaisel en bagger

ALGEMENE VERGADERING. 28 april 2011 WBH/SW

Het waterschap heeft de volgende onderzoeken uitgezet om het baggerwerk te kunnen voorbereiden:

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

Overeenkomst overdracht stedelijk water van de gemeente Lingewaal aan Waterschap Rivierenland

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud

Beheer- en onderhoudsplan Stedelijk Water Gemeente Lemsterland

Per vaarweg komen deze partijen elkaar steeds tegen bij de afstemming van werkzaamheden aan oever of bodem.

Uitvoeringsnotitie Meerjaren Onderhoudsprogramma Verhardingen (MJOP )

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling

In te stemmen met bijgevoegde RIB en deze door te sturen naar de gemeenteraad.

Maximacentrale (5) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Bijlage III. Schouwbeleid deel 2. Doorkijk naar de praktijk. September concept 20 dec. 1

AJA drantpn. Maatwerkovereenkomst Tussen gemeente Dronten en Waterschap Zuiderzeeland. Stedelijk water ^ 2Z~Z~ZBli.

ALGEMENE VERGADERING. Stuw Voorstertocht De stuw is conform planning en binnen het beschikbaar gestelde krediet vervangen. Dit onderdeel is afgerond.

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

Waterkwaliteit verbeteren!

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

U uw brief van uw kenmerk ons kenmerk U datum 3 0 HAART behandeld door M. Rijsberman. dossiernummer.

Meerjarenbaggerplan /2030

ONDERWERP Beheer en onderhoud stedelijk water

Mededeling voortgang baggerwerkzaamheden.

ONDERWERP Overdracht beheer en onderhoud stedelijk water (beleidsharmonisatie)

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Beheerplan onderhoud watergangen

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Evaluatie Beleidsuitgangspunten. Openbare Verlichting. Gemeente Geertruidenberg

Beheer- en onderhoudsplan Stedelijk Water Gemeente Urk

WATEROVEREENKOMST WATEROPGAVE ARNHEM NOORD

Herziening van de huidige definitie van de Maatregeltoets

Aanpak stedelijke waterprojecten. Dorien Roubos Vissen in de stad 16 juni 2011

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s;

Mededeling. Voortgangsrapportage Grote Trap Ja. Datum. Onderwerp Voortgangsrapportage Recreatieve fietsroute de Grote Trap

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 18 oktober 2005 V.V.: 30 november Agendapuntnr: 19

Bijlage 2 bij agendapunt beheer en onderhoud stedelijk water Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d.

Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries ( ) (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

ALGEMENE VERGADERING. 25 september 2012

agendapunt 4.05 Aan Commissie Waterketen en Waterkeringen INVESTERINGSPLAN EN KREDIET NOORDEINDSEWEG TE BERKEL EN RODENRIJS

Meer jaren onderhoudsplanning sportparken

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Voorstel aan algemeen bestuur


in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

Projectplan maatregelen verbetering Kasteelgracht (ontwerpbesluit)

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Bijlage 3 bij agendapunt beheer en onderhoud stedelijk water Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d.

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

F. Buijserd Burgemeester

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

agendapunt H.02 Aan Verenigde Vergadering

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

Gecombineerde Commissie

Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen

AGENDAPUNT 3.5 ONTWERP. Nummer: Onderwerp: Onderhoudsplan deel 1; Meerjarenonderhoudsplannen GHIJ i.r.t bestemmingsreserve.

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 10 juli juni 2019 Planning & Audit Leon Bramer Maarten van Helden

Projectvoorstel. Integraal onderhoud Zeewolde-Noord (1) Inhoudsopgave. Projectleider : Anne Damstra Datum : 05 april 2016 Versie : definitief

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 6 juni 2012 ALDUS VASTGESTELD 14 JUNI Krediet oostelijke randweg en aanpassing Ondernemingsweg

INHOUD S OP G AVE 2 Bijlage 1: Bijlage 2:

1. Het Investeringsplan complex buitengewoon onderhoud regionale keringen ter

Procesinrichting zorgplicht

De aanvraag is namens Groningen Seaports ingediend door Royal HaskoningDHV BV te Groningen.

12 maart 2013 Corr.nr , BO Nummer 12/2013 Zaaknr

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

Voorstel 1. Kennis nemen van de aanpak van de WBP-monitor Kennis nemen van de voorlopige lijst van effect- en prestatieindicatoren

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

Collegevoorstel. Zaaknummer Onderwerp Implementatieplan en inkoop schuldhulp 2017

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Richtlijnen voor het Exitplan

Transcriptie:

Registratienummer 196300 Meerjaren Onderhoudsplan Watergangen Stedelijk Gebied 2015-2018 Augustus 2014 H.J. Ticheler/A.J. Wonink Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 www.zuiderzeeland.nl 1

2

Verantwoording Titel: Bestandsnaam: Meerjaren Onderhoudsplan Watergangen Stedelijk Gebied 2015-2018 MJOP Watergangen Stedelijk Gebied 2015-2018 Definitief Rapportnummer: Vastgesteld voor het college van Dijkgraaf en Heemraden: 28 augustus 2014 Auteur: H.J. Ticheler A.J. Wonink Gecontroleerd door: Paraaf gecontroleerd:... Goedgekeurd door: J. Visser Paraaf goedgekeurd:... Datum: 15 augustus 2014 3

Inhoud 1. Doel MJOP Watergangen Stedelijk Gebied... 5 1.1. Inleiding... 5 1.2. Opbouw MJOP... 5 1.3. De relatie tussen het MJOP en de Meerjarenbegroting... 5 2. Afbakening... 7 2.1. Wat staat er in dit MJOP... 7 2.2. Wat staat er niet in dit MJOP... 8 3. Beleidskaders... 9 3.1. Gezamenlijke kaders met gemeenten... 9 3.2. Bestuurlijke kaders waterschap... 9 3.3. Maatwerkovereenkomsten algemeen... 9 3.3.1. Maaien natte bak... 9 3.3.2. Maaien oevers gemeente, waterschap, gemengd... 9 3.3.3. Oeverconstructies (beschoeiing)... 10 3.3.4. Baggeren en nautisch en vaarwegbeheer... 10 3.3.5. Zwerf-, zink- en drijfvuil... 10 3.3.6. Kadavers herziening na 2 e evaluatie... 11 3.3.7. Constructies duikers, botenhellingen, helofytenfilters... 11 3.3.8. Nieuw water... 11 3.3.9. Communicatie gezamenlijk... 11 3.4. Maatwerkovereenkomsten uitzonderingen per gemeente... 11 3.4.1. Almere... 11 3.4.2. Dronten... 12 3.4.3. Lelystad... 12 3.4.4. Noordoostpolder... 12 3.4.5. Zeewolde... 12 3.5. Particulieren... 12 3.5.1. Principes beschoeiing particuliere percelen... 12 3.6. Uitgangspunt beschoeiing... 13 4. Omgaan met onzekerheden... 14 4.1 Onzekerheden... 14 4.1.1. Onderhoudscyclus en onzekerheid... 14 4.1.2. Uitgangspunten... 14 4.1.3. Werkwijze jaarlijkse actualisatie MJOP en aansluiting bij de Voorjaarsnota... 14 5. Werkprocessen... 17 5.1. Doel van het beschrijven van de werkprocessen... 17 6. Areaal en planning van onderhoudswerkzaamheden... 22 6.1. Areaal per jaar van onderhoud... 22 6.2. Planning van de werkzaamheden... 24 7. Meerjarenbegroting... 25 7.1. Voorstel voor de MJB... 25 Bijlagen... 28 4

1. Doel MJOP Watergangen Stedelijk Gebied 1.1. Inleiding Voor u ligt het tweede meerjaren onderhoudsplan (MJOP) dat is opgesteld na de reorganisatie van Waterschap Zuiderzeeland in 2013. Het eerste MJOP betrof het beheer en onderhoud van de watergangen in het landelijk gebied. Dit meerjaren onderhoudsplan beschrijft het onderhoud aan de watergangen in het stedelijk gebied. Het MJOP geeft inzicht in: welk onderhoud, op welke locatie en op welk moment uitgevoerd gaat worden en wat de daarbij behorende kosten per jaar zullen zijn. Dit onderhoud bestaat uit: maaien, baggeren en oeveronderhoud. De looptijd van dit MJOP is de periode 2015 2018. Het doel van het Meerjaren Onderhoudsplan watergangen stedelijk gebied laat zich als volgt omschrijven: Het Meerjaren onderhoudsplan geeft inzicht in de meerjarenplanning van het onderhoud van het watersysteem in het stedelijk gebied en de bijbehorende kosten. Analoog aan het MJOP Watergangen Landelijk Gebied stuurt het MJOP Watergangen Stedelijk Gebied de onderhoudswerkzaamheden, geeft input in de meerjarenbegroting en geeft ondersteuning bij het harmoniseren van de wijze waarop beheer en onderhoud in de verschillende deelgebieden wordt uitgevoerd. Het plan kan daarnaast ook gebruikt worden in de communicatie over onderhoudswerkzaamheden (wat, waar, wanneer). 1.2. Opbouw MJOP Het MJOP Watergangen Stedelijk Gebied 2015-2018 is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - een inleiding (hoofdstuk 1); - een afbakening (hoofdstuk 2); - een overzicht met vigerende beleidskaders (hoofdstuk 3); - beschrijving van de onzekerheden waarmee we te maken hebben (hoofdstuk 4); - een beschrijving van de werkprocessen die doorlopen moeten worden om het onderhoud uit te kunnen voeren (hoofdstuk 5); - een overzicht van de kosten en planning (hoofdstuk 6); - de meerjaren kostenraming (hoofdstuk 7). Planning onderhoud Dit MJOP heeft een looptijd van 4 jaar. De planning van het onderhoud vormt de kern van het MJOP. Deze bestaat uit tabellen waarin de werkzaamheden met hoeveelheden en kosten worden samengevat en een kaart waarop is aangegeven in welk jaar onderhoudsvakken aan de beurt zijn. Elk jaar vindt een actualisatie van het MJOP plaats waarbij de looptijd een jaar opschuift. De ramingen voor het eerste jaar zijn steeds gemaakt op basis van uitgevoerde inspecties van het watersysteem. De ramingen voor de daaropvolgende jaren zijn gebaseerd op inschattingen en meerjaren gemiddelden. Beleidskaders In hoofdstuk 3 is een overzicht opgenomen van de relevante beleidskaders. Hierbij is gebruik gemaakt van de bestaande beleidskaders en uitgangspunten voor het beheer en onderhoud. De belangrijkste kaders worden geven door de Maatwerkovereenkomsten Stedelijk water welke geloten zijn tussen gemeenten en waterschap ten behoeve van de overdracht van stedelijk water in in 2011. 1.3. De relatie tussen het MJOP en de Meerjarenbegroting Met de looptijd van 4 jaar en de jaarlijkse actualisatie heeft het MJOP dezelfde looptijd als de Meerjarenbegroting van het waterschap. Het MJOP zal daardoor ook de input voor de Meerjarenbegroting gaan genereren. Indien uit de actualisatie van het MJOP financiële 5

consequenties naar voren komen zullen deze aan het bestuur voorgelegd worden waarna ze in het proces van de Voorjaarsnota meegenomen kunnen worden om uiteindelijk in de Meerjarenbegroting verwerkt te kunnen worden. Kostenkentallen Voor de verschillende onderhoudswerkzaamheden ( maatregelen ) worden kostenkentallen berekend. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het voortschrijdend gemiddelde over de afgelopen drie jaar van de kosten van daadwerkelijk uitgevoerde werken (2011, 2012 en 2013 voor dit MJOP). Hierdoor zijn de kostenkentallen de op dat moment best beschikbare inschatting van de werkelijke uitvoeringskosten. Door ieder jaar de planning en kostenkentallen te actualiseren, volgen de ramingen de marktontwikkeling. Ook worden extreme en niet representatieve aanbestedingsresultaten met deze werkwijze uitgemiddeld. Meerjarenbegroting In het MJOP worden per maatregel de meest actuele kostenkentallen vermenigvuldigd met de hoeveelheden. Voor het eerste jaar van uitvoering zijn de hoeveelheden gebaseerd op recent uitgevoerde inspecties in het veld. Voor het tweede, derde en vierde jaar van uitvoering worden de hoeveelheden gebaseerd op de planning in het MJOP. Mocht de uitgevoerde inspectie voorafgaande aan het daadwerkelijke onderhoud aanleiding geven tot aanpassing van het in de Meerjarenbegroting opgenomen budget voor onderhoud watergangen stedelijk gebied, bijvoorbeeld omdat er meer of minder van een bepaald type onderhoud nodig is dan op grond van de planning mocht worden verwacht, dan zal dat voorafgaand aan de Voorjaarsnota in een notitie aan het bestuur worden voorgelegd. Bij instemming door het bestuur kan het in de Meerjarenbegroting verwerkt worden. 6

2. Afbakening 2.1. Wat staat er in dit MJOP Dit MJOP heeft betrekking op het onderhoud van het watersysteem in het stedelijk gebied. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen baggeren, maaien, klein oeveronderhoud, groot oeveronderhoud en overige maatregelen. In dit MJOP wordt voor de watergangen in het stedelijk gebied aangegeven welk onderhoud er waar uitgevoerd gaat worden, wanneer dit plaats gaat vinden en wat de kosten hiervoor zijn. Baggerwerkzaamheden Anders dan bij baggeren in het landelijk gebied zal in het stedelijk gebied de vrijkomende specie niet op aangrenzende percelen verwerkt kunnen worden. Enerzijds omdat er fysiek vaak geen ruimte is om de specie ter plekke te verwerken, anderzijds omdat het stedelijk character nu eenmaal andere randvoorwaarden schept. Bij de toepassing van de specie elders kan gebruik gemaakt worden van de Waterbodemkwaliteitskaart. Echter voor toepassing op landbodem valt stedelijk baggerspecie in de klasse Industrie. Aanvullende monstername zal soms kunnen resulteren in een gunstiger klasse-indeling en dus goedkopere afzet. Ook is er aanvullende wetgeving in de maak die het verspreidingsbeleid op een aantal punten gaat versoepelen: verspreidbare baggerspecie uit het stedelijk gebied zou dan ook op percelen in het landelijk gebied verspreid mogen worden en de term aangrenzend perceel zou vervangen gaan worden door binnen een straal van 10 kilometer. Maaien taluds en natte bak De natte bak wordt op basis van beeldkwaliteit onderhouden, waarbij uitgangspunt is dat er zo weinig mogelijk gemaaid wordt zonder dat de waterafvoerende functie in het geding komt. Voor het maaien van de oevers wordt onderscheid gemaakt tussen: het maaien ten behoeve van de ruimtelijke ordening en beeldkwaliteit (verantwoordelijkheid gemeenten), het maaien ten behoeve van het waterhuishoudkundig beheer (meestal rietoevers, verantwoordelijkheid waterschap) en gemengd beheer (gemeente en waterschap). Klein oeveronderhoud Het klein oeveronderhoud betreft relatief kleine herstelwerkzaamheden aan oevers of taluds die verder nog in acceptabele staat van onderhoud zijn. Voorbeelden hiervan zijn het vervangen van wat slechte schotjes in een beschoeiing of plaatselijk een paar meter talud optrekken omdat het wat ingezakt is. Het onderhoud aan de eindduikers en het plaatsen van schijnduikers is onderdeel van het klein onderhoud. Groot oeveronderhoud (traditioneel) en inrichting natuurvriendelijke oevers Groot oeveronderhoud (traditioneel) wordt uitgevoerd bij einde levensduur van de beschoeiing. Dit onderhoud bestaat uit het vervangen van de traditionele beschoeiing door een nieuwe beschoeiing. Dit vindt plaats waar de fysieke en/of ruimtelijke omstandigheden het noodzakelijk maken om traditionele beschoeiingen terug te plaatsen. Daar waar de fysieke en ruimtelijke omstandigheden van een watergang het toelaten gaat de voorkeur uit naar het inrichten van natuurvriendelijke oevers. In de planperiode van dit MJOP is er geen groot oeveronderhoud voorzien. Overige maatregelen Rondom het onderhoud van de watergangen komen we regelmatig nog een aantal zaken tegen die kosten met zich mee brengen. Deze hebben we gegroepeerd onder de noemer Budget tbs onderhoudsbestek. Deze kosten zijn vaak niet op voorhand te koppelen aan een bepaalde watergang of locatie. Het gaat bijvoorbeeld om: - recreatieve voorzieningen; - klein niet voorzien reparatiewerk; - waterkwaliteitsmaatregelen. 7

2.2. Wat staat er niet in dit MJOP Werkprocessen De werkprocessen worden op hoofdlijnen weergegeven en er wordt bijvoorbeeld geen gedetailleerde uitwerking gegeven van formats voor inventarisaties of gegevensoverdracht. Dergelijke zaken worden op operationeel niveau uitgewerkt en liggen buiten de scope van dit MJOP. Nieuwe beleidskaders In MJOP s worden geen voorstellen gedaan voor nieuwe beleidskaders. Daar waar een duidelijk (vastgesteld) kader ontbreekt wordt beschreven wat de huidige werkwijze is. De uitgangspunten die daarbij gehanteerd worden zijn dan expliciet vermeld. Overige MJOP s Voor het onderhoud van de (zij-)vaarten, de kunstwerken (landelijk en stedelijk), de wateraanvoer en de keringen worden in de loop van 2014 en 2015 in afzonderlijke trajecten MJOP s opgesteld. Voor de tochten in het landelijk gebied is reeds een MJOP beschikbaar. Kosten interne organisatie Kosten van de interne organisatie (fte s, lease auto s, etc.) die wel onderdeel uitmaken van de begroting van de afdeling Waterbeheer worden in dit MJOP niet meegenomen. 8

3. Beleidskaders 3.1. Gezamenlijke kaders met gemeenten Op 29 juni 2009 hebben waterschap, de Flevolandse gemeenten en gemeente Lemsterland de Regionale Bestuursovereenkomst Stedelijk Water Flevoland (ROSW-2009) ondertekend. In de ROSW-2009 staan op hoofdlijnen de taken en verantwoordelijkheden tussen gemeenten en waterschap beschreven en is afgesproken om per gemeente bilateraal een maatwerkovereenkomst af te sluiten. Een maatwerkovereenkomst beschrijft de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen het waterschap en gemeente. Elke maatwerkovereenkomst bevat tevens een beheer- en onderhoudsplan, waarin te behalen beeldkwaliteiten per watergang zijn opgenomen. 3.2. Bestuurlijke kaders waterschap In 2010 heeft DenH 3 kaders vastgesteld die dienden als basis voor de onderhandelingen over de maatwerkovereenkomsten. De drie kaders gaan over de beheer- en onderhoudsactiviteiten: 1. DenH 18 mrt 2010 - Verantwoordelijkheidsverdeling - wie is financieel verantwoordelijk/aansprakelijk; 2. DenH 15 apr 2010 - Uitvoering - wie kan het werk het beste uitvoeren hierin wordt o.a. de vraag over het uitvoeren van het maaibeheer in Almere behandeld 3. DenH 20 mei 2010 - Achterstallig onderhoud - hoe definiëren we achterstallig onderhoud en hoe werken we het weg; Op basis van deze kaders zijn er 7 maatwerkovereenkomsten Stedelijk Water opgesteld. 3.3. Maatwerkovereenkomsten algemeen De maatwerkovereenkomsten zijn onder het credo uniform waar mogelijk, maatwerk waar nodig opgesteld. Alle maatwerkovereenkomsten kennen de in onderstaande paragrafen uitgewerkte verantwoordelijkheidsverdeling voor de verschillende onderdelen. Deze verantwoordelijkheidsverdeling kan overigens nog wel betekenen dat de ene partij de taak uitvoert, maar dat de andere partij er voor verantwoordelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het maaien van de watergangen in Almere waar de gemeente de uitvoering verzorgt onder verantwoordelijkheid van het waterschap. 3.3.1. Maaien natte bak Het waterschap is verantwoordelijk voor het maaien van de natte bak conform de met de gemeenten overeengekomen beeldkwaliteit. Op de kaarten in het beheer- en onderhoudsplan is de gewenste beeldkwaliteit (laag, basis, normaal) aangegeven. 3.3.2. Maaien oevers gemeente, waterschap, gemengd Er worden onderscheid gemaakt in het maaibeheer van de oevers: 1. Gemeente 2. Waterschap 3. Gemengd beheer Maaibeheer tbv de ruimtelijke ordening en beeldkwaliteit, beheer van gazon, plantsoenbeheer en Beheer van de vegetatie (meestal riet) op de oever. De vegetatie zal zo vaak gemaaid worden als waterhuishoud- Gezamenlijke verantwoordelijkheid- en kostenverdeling zoals onder plaatje 1 en 2 en dit leidt meestal 9

vegetatiebeheer op de oever dat intensiever is dan wat er waterhuishoudkundig noodzakelijk is. kundig noodzakelijk is. Dit is maximaal van insteek tot insteek. Dit betreft ook natuurvriendelijke oevers. tot: Riet: waterschap; Gazon, plantsoenbeheer: gemeente; Zichtpunten moeten nauwkeurig bepaald worden en worden door de gemeente gefinancierd. 3.3.3. Oeverconstructies (beschoeiing) Gemeente Waterschap Alle damwanden, kades, grondkeringen en andere constructies die zijn bedoeld voor het faciliteren van de ruimtelijke inrichting met bijbehorende beeldkwaliteit Alle constructies voor oeverbescherming en instandhouding van het onderwatertalud ten behoeve van het waterhuishoudkundig belang; art. 4.7. Noordoostpolder, Urk en Zeewolde; art. 4.8 Almere en Lelystad; art. 4.10 Dronten. In alle maatwerkovereenkomsten is een uitzondering opgenomen over situaties waar werken die door particulieren zijn neergezet en die normaal beheer en onderhoud in de weg staan. Deze zijn niet overgenomen door het waterschap (zie foto voor voorbeeld). In de 2e evaluatie van de maatwerkovereenkomsten eind 2013 is door het waterschap een aanpak voorgesteld voor deze situaties. Dit komt er op neer dat beide overheden gebruik maken van hun verschillende wettelijke bevoegdheden. Bij de Stellingwerf in de Noordoostpolder wordt deze aanpak uitgeprobeerd en indien dit werkt kan dat worden toegepast bij het uitvoeren van groot onderhoud in alle gemeenten. 3.3.4. Baggeren en nautisch en vaarwegbeheer In de maatwerkovereenkomsten is een plan van aanpak voor het wegwerken van achterstallig (bagger)onderhoud opgenomen. Na het wegwerken van de achterstanden is het waterschap verantwoordelijk voor het regulier onderhoud. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het nautisch en vaarwegbeheer binnen de bebouwde kom. Er vindt geen verrekening plaats van reguliere kosten die het waterschap moet maken in het kader van waterbeheer, welke ook in het kader van vaarwegbeheer door de gemeente gemaakt zouden worden. Op het moment dat er substantiële meerkosten in het kader van vaarwegbeheer gemaakt moeten worden dan komen die voor rekening van de gemeente. 3.3.5. Zwerf-, zink- en drijfvuil De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het verwijderen van zwerf-, zink- en drijfvuil en bewaakt het kwaliteitsniveau hiervan. Het waterschap heeft hierin geen verantwoordelijkheid. Wel neemt het waterschap het verwijderen van zwerf-, zink- en drijfvuil mee tijdens reguliere onderhoudswerkzaamheden. 10

3.3.6. Kadavers herziening na 2 e evaluatie In de maatwerkovereenkomsten is opgenomen dat het waterschap verantwoordelijk is voor het verwijderen van kadavers in de watergangen die het beheert. De gemeente is verantwoordelijk voor het ontvangen en vernietigen van de kadavers. 3.3.7. Constructies duikers, botenhellingen, helofytenfilters Gemeenten zijn verantwoordelijk voor: Botenhellingen ten behoeve van de recreatievaart en veiligheid; Goede technische staat van de duikers; Helofytenfilters die primair bedoeld zijn voor het zuiveren van afstromend hemelwater; Fonteinen die niet primair zijn aangelegd voor de verbetering van de waterkwaliteit. Waterschap is verantwoordelijk voor: Botenhellingen indien deze alleen ten behoeve van beheeractiviteiten van stedelijk water in beheer bij het waterschap zijn bestemd; Doorstroming van de duikers. 3.3.8. Nieuw water In de maatwerkovereenkomsten zijn 2 artikelen opgenomen over de overname van nieuw stedelijk water. Het waterschap neemt het actief beheer over van water dat: behoort tot het watersysteem en een functie heeft t.b.v. het waterhuishoudkundig belang en een rol heeft in de aan- en afvoer, de berging, ecologie, altijd watervoerend is en waar het waterpeil ook het streefpeil is. Daarnaast moet het nieuw stedelijk water voldoen aan de randvoorwaarden uit de watertoetsprocedure, die meegegeven zijn aan de ontwerpen en de technische voorwaarden uit de vergunningverlening. Het nieuw stedelijk water wordt pas overgenomen als het in zodanige staat is dat er geen extra onderhoud nodig is t.g.v. bouwwerkzaamheden. Om te bepalen of nieuw stedelijk water voldoet aan de voorwaarden wordt er een gezamenlijke opleveringsschouw georganiseerd. Het eigendom van de watergangen is/wordt niet overgedragen aan het waterschap, het eigendom van peilregulerende kunstwerken is/wordt wel overgedragen aan het waterschap. Als er nieuw stedelijk water wordt overgedragen wordt dit opgenomen in (een volgende versie van) het MJOP. 3.3.9. Communicatie gezamenlijk Er is afgesproken dat gemeenten en waterschap gezamenlijk communiceren over het beheer en onderhoud van stedelijk water. De regie over de communicatie ligt bij de partij die de werkzaamheden uitvoert, in overleg met de andere partij. Voor bewoners zijn de gemeenten eerste aanspreekpunt (loketfunctie). Waterschap en gemeenten zorgen samen voor adequate informatie en structuren voor de loketfunctie en stemmen de behandeling van klachten onderling af. De behandeling van vragen, wensen en melding geschiedt volgens de informatie die de beide organisaties krijgen. 3.4. Maatwerkovereenkomsten uitzonderingen per gemeente 3.4.1. Almere Uitvoering maaibeheer Uitzondering in de maatwerkovereenkomst met de gemeente Almere is dat de gemeente het maaibeheer van de watergangen onder verantwoordelijkheid van het waterschap uitvoert. Het waterschap betaalt de kosten voor het maaibeheer aan de gemeente en is betrokken bij de besteksvoorbereiding en uitvoering. Aanleiding hiervoor is de wens van gemeente Almere om het maaibeheer in nauwe relatie met de rest van het beheer van de openbare ruimte uit te voeren en de gedetailleerde manier van rietbeheer die de gemeente wenst te voeren. Plassen De oevers en de vaarroutes van de recreatieplassen Weerwater, Noorderplassen en de Leeghwaterplas zijn in beheer en onderhoud bij de gemeente. De plassen kennen verschillende functies (KRW-lichaam, wateraan- en afvoer, berging, recreatie, zwemwater en beleving). Waterhuishoudkundig is maaien en baggeren in deze plassen niet nodig. Voor recreatie zal er wel gemaaid moeten worden, daarvoor is de gemeente verantwoordelijk. 11

3.4.2. Dronten Ecologisch beheerde oevers Er zijn specifieke afspraken gemaakt over het ecologisch beheer van (natuurvriendelijke oevers). Dit is verwerkt op kaarten 6a tm 6d van de maatwerkovereenkomst. 3.4.3. Lelystad Bovenwater De gemeente is verantwoordelijk voor het maaibeheer van het Bovenwater. Dit maaibeheer heeft hoofdzakelijk een functie heeft ten behoeve van de recreatie. Vanuit waterhuishoudkundig belang hoeft er niet gemaaid te worden. De extra kosten die worden gemaakt bij het maaibeheer van de plas het Bovenwater ten behoeve van het waterkwaliteit worden onder een aantal voorwaarden door het waterschap bekostigd. 3.4.4. Noordoostpolder Beeldkwaliteitsplan Vooruitlopend op de maatwerkovereenkomst heeft de gemeente afspraken met bewoners gemaakt over de na te streven beeldkwaliteit. Deze zijn vastgelegd in een beeldkwaliteitsplan. Schanskorven In de maatwerkovereenkomst is afgesproken dat de schanskorven op kosten van de gemeente verwijderd zullen worden en dat het waterschap de kosten voor het plaatsen van nieuwe beschoeiingen (indien nodig) zal financieren. In 2015 zal onder regie van de gemeente het eerste deel uitgevoerd worden. Voor de schanskorven die nog niet aan verwijdering toe zijn zal de gemeente een afkoopsom aan het waterschap betalen. Daarmee kan in de toekomst en onder regie van het waterschap het resterende deel uitgevoerd worden. 3.4.5. Zeewolde Nieuw stedelijk water Ook het beheer en onderhoud van nieuw stedelijk water, wat nog niet formeel aan het waterschap is overgedragen voert het waterschap voor de gemeente uit. Voorwaarden zijn: De uitvoeringstaken ten behoeve van het beheer en onderhoud van nieuwe watergangen worden per kalenderjaar aangeboden. Gedurende het lopende kalenderjaar zal geen uitvoering van beheer en onderhoud van nieuwe watergangen worden overgenomen; De nieuwe watergangen dienen uiterlijk 1 september van het voorafgaande kalenderjaar schriftelijk aan het waterschap gemeld te worden, om in het opvolgende kalenderjaar door het waterschap in beheer en onderhoud meegenomen te kunnen worden De kosten voor het beheer- en onderhoud worden in rekening gebracht bij de gemeente, zolang het nieuw stedelijk water nog niet naar het waterschap is overgedragen. 3.5. Particulieren De maatwerkovereenkomsten hebben betrekking op het water in eigendom van de gemeenten. In het stedelijk gebied komt ook water en/of beschoeiing in eigendom van particulieren voor. Dit onderhoud is niet overgenomen van de gemeenten danwel de particulieren. In GeoWeb is op basis van kadastrale gegevens en representatieve koopaktes raadpleegbaar hoe de eigendomssituatie per watergang is. Het waterschap kan particulieren adviseren en ondersteunen bij het uitvoeren van hun onderhoudsplicht (DenH 22 mei 2014 Resultaten pilot). 3.5.1. Principes beschoeiing particuliere percelen DenH heeft op 8 mei 2014 n.a.v. een voorbeeldcasus een aantal principes vastgesteld m.b.t. de beschoeiing bij particuliere percelen: a. Als een particulier volgens zijn koopovereenkomst onderhoudsplichtig is voor een beschoeiing, dan is dat dezelfde onderhoudsplicht als gedefinieerd in de Keur en Legger; b. Als de kadastrale gegevens geen uitsluitsel geven over het eigendom, er niets in een koopovereenkomst is overeengekomen over de onderhoudsplicht, en het werk betreft wat hetzelfde is als de waterschapstaken in stedelijk gebied, dan neemt het waterschap de onderhoudsplicht op zich (NB: deze moeten worden dus opgenomen worden in het MJOP) c. Dit wordt geformaliseerd in een herziening van de legger door een wijziging van de onderhoudsplicht voor de beschoeiing; d. Het waterschap acht zich niet verantwoordelijk voor particuliere constructies die bij aanleg ondeugdelijk blijken te zijn geweest. 12

3.6. Uitgangspunt beschoeiing Een beschoeiing wordt in principe in zijn geheel verwijderd voordat er een nieuwe beschoeiing wordt geplaatst. Op verzoek van derden kan hier een uitzondering op worden gemaakt en kan een nieuwe beschoeiing voor een oude beschoeiing worden geplaatst, mocht dit hydrologisch geen bezwaar opleveren. Met andere woorden; de watergang moet voldoende capaciteit behouden om piekafvoeren te kunnen waarborgen. Na berekening van het doorstroomprofiel en benodigde afvoercapaciteit door een hydroloog mag er eenmalig toestemming worden verleend voor het plaatsen van een nieuwe beschoeiing vóór een oude beschoeiing. 13

4. Omgaan met onzekerheden 4.1 Onzekerheden 4.1.1. Onderhoudscyclus en onzekerheid Het MJOP Watergangen stedelijk gebied werkt net als in het landelijk gebied met een zevenjarige onderhoudscyclus. Het gehele stedelijk gebied is onderverdeeld in onderhoudsvakken en aan ieder vak is een jaar van onderhoud toegekend. Hoe verder dit jaar van onderhoud in de toekomst ligt, hoe groter de onzekerheid is over hoeveel van welk type onderhoud er te zijner tijd in dat vak nodig is en wat de kosten van dat onderhoud op dat moment zullen zijn. Hieronder is aangeven hoe met deze onzekerheden wordt omgegaan en wat dat betekent voor het onderhoudsbudget op de Meerjarenbegroting. 4.1.2. Uitgangspunten Benodigd budget Het benodigde budget wordt berekend als: de hoeveelheid van een maatregel maal het kental voor de des betreffende maatregel. De kentallen zijn opgebouwd uit ervaringscijfers van werkelijk gemaakte kosten. Voor dit MJOP is gebruik gemaakt van de uitgevoerde bestekken in de jaren 2011, 2012 en 2013). Baggeren: Voor het baggeren zijn inventarisaties van slibhoeveelheden uitgevoerd. De vakken die in de jaren 2015 en 2016 gebaggerd worden zijn in detail geïnventariseerd. De vakken die voor 2017 en 2018 op de planning staan zijn globaal geïnventariseerd. Maaien: Het maaionderhoud wordt geraamd op basis van de lopende bestekken. De hoeveelheden zijn hier ieder jaar ongeveer gelijk omdat ieder jaar het gehele areaal gemaaid wordt. Klein oeveronderhoud: De hoeveelheden klein oeveronderhoud zijn bepaald op basis van inventarisaties, gebiedskennis en totale lengtes te onderhouden watergang. Groot oeveronderhoud en inrichting natuurvriendelijke oevers: zoals bij klein oeveronderhoud. Calamiteiten Calamiteiten kunnen resulteren in extra kosten voor het onderhoud van het watersysteem. Omdat het optreden van calamiteiten per definitie onvoorspelbaar is maken deze geen onderdeel uit van het MJOP. Dit neemt niet weg dat ze op kunnen treden en kosten met zich mee brengen. Hiervoor is in de beheerbegroting separaat budget opgenomen. Verontreinigde baggerspecie Dit MJOP houdt geen rekening met het voorkomen van verontreinigde baggerspecie. Bekende locaties met verontreinigde specie zijn in het verleden al aangepakt. Het is echter niet uit te sluiten dat er in de toekomst nog op verontreinigde locaties zullen opduiken. Mocht dat het geval zijn dan betekent dat waarschijnlijk dat er extra financiële middelen nodig zullen zijn om deze verontreinigingen aan te pakken. Uiteraard zal er in die gevallen wel gekeken worden of de kosten eventueel op een aanwijsbare veroorzaker te verhalen zijn. Dit zijn echter lastige juridische trajecten waarbij het verkrijgen van een goede bewijslast vaak het probleem is. Op basis van de waterbodemkwaliteitskaart worden de meeste waterbodems in het stedelijk gebied ingedeeld in verspreidbaar als het gaat om verspreiden op aangrenzende percelen of klasse industrie bij toepassingen op landbodem niet zijnde een aangrenzend perceel. Veranderingen in het verspreidingsbeleid, te verwachten eind 2014 of begin 2015, zullen waarschijnlijk het begrip aangrenzend verder oprekken. 4.1.3. Werkwijze jaarlijkse actualisatie MJOP en aansluiting bij de Voorjaarsnota Inventarisatie onderhoudsstatus Twee jaar voorafgaand aan het feitelijk onderhoud wordt van een vak de onderhoudstatus van de oevers geïnventariseerd. Van onderhoudsjaren waarvoor nog geen inventarisaties 14

zijn uitgevoerd is het dus niet precies bekend hoeveel kilometer watergang er ook daadwerkelijk aan onderhoud toe is. In dit MJOP is het aantal kilometer te onderhouden watergang voor de jaren 2016, 2017 en 2018 bepaald op basis van gebiedskennis en totale lengte van het areaal. Voor de komende jaren zal er gebruikgemaakt worden van op GIS-gebaseerde onderhoudsoftware (Gisratio). Daarmee zullen de gegevens op basis van levensduur gegenereerd worden. Vaststellen onderhoudshoeveelheden Op het moment dat de inventarisatie voor een onderhoudsjaar is uitgevoerd kunnen de exacte hoeveelheden onderhoudsmaatregelen vastgesteld worden voor het bestek. Op dat moment kan er ook met de dan geldende kostenkentallen een nauwkeurige raming van het onderhoud voor dat specifieke jaar gemaakt worden. Mocht de raming substantieel afwijken van het beschikbare budget voor dat jaar dan zal dat in een notitie voorafgaand aan de Voorjaarsnota aan het bestuur worden voorgelegd. Bij instemming door het bestuur kan het in de Voorjaarsnota verwerkt worden (zie ook 1.3). Jaarlijks bijwerken kostenkentallen De ramingen zijn gebaseerd op kentallen die berekend zijn als het voortschrijdend gemiddelde van daadwerkelijke kosten van uitgevoerde werken in de afgelopen drie jaar (2011, 2012 en 2013). Door jaarlijks de kentallen te actualiseren wordt gelijke tred gehouden met de marktontwikkeling waarbij uitschieters bijvoorbeeld ten gevolge van een bijzonder gunstig aanbestedingsresultaat worden afgevlakt. De ramingen van het meerjaren onderhoudsprogramma zullen met deze kentallen jaarlijks worden bijgewerkt. Hierdoor zal de raming in enig jaar van onderhoud steeds nauwkeuriger worden naar mate het jaar van onderhoud dichterbij komt. Nadat de inventarisaties zijn uitgevoerd en met de onderhoudshoeveelheden en de geactualiseerde kentallen de kosten zijn bepaald, volgt de jaarlijkse actualisatie van het MJOP. Hierbij schuift de doorlooptijd van het MJOP steeds één jaar op. Inflatie In de ramingen van het MJOP is geen rekening gehouden met prijseffecten omdat volgens staand financieel beleid hier separaat en organisatiebreed een inflatiebudget voor is. Veranderend areaal Door verdergaande verstedelijking neemt het areaal watergangen stedelijk gebied toe. Dit heeft zijn effect op zowel het MJOP watergangen landelijk gebied als op het MJOP watergangen stedelijk gebied. Onderhoud in stedelijk gebied is in het algemeen duurder dan onderhoud in het landelijk gebied. Door jaarlijks de MJOP s te actualiseren en deze areaalwijzigingen daarin mee te nemen, zal dat niet leiden tot plotseling grote verschuivingen, maar kan de stijging van kosten geleidelijk in de meerjarenbegroting worden opgenomen. Deze veranderingen aan het watersysteem zullen goed in het beheerregister verwerkt moeten worden om vervolgens een plek te kunnen krijgen in de jaarlijkse actualisatie van het MJOP. Beeldbestekken Voor het maaibeheer gaat het waterschap steeds meer met beeldbestekken werken. De verwachting is dat een positief effect zal hebben op de kosten van het maaien. Vooralsnog zijn de kostenkentallen voor het maaien gebaseerd op de huidige praktijk. Bij de jaarlijkse actualisatie zullen deze effecten meegenomen worden. Verandering in wet en regelgeving en beleid waterschap Veranderingen in wet- en regelgeving kunnen als resultaat hebben dat onderhoud duurder wordt. Het is goed mogelijk dat bijvoorbeeld nieuwe milieuwetgeving resulteert in nieuwe uitvoeringsmethoden die duurder uitvallen dan de huidige methoden die aannemers gebruiken. Veranderend aanbestedingsbeleid (bijvoorbeeld EMVI) kan ook resulteren in hogere kosten voor onderhoud. Er zitten veranderingen in het verspreidingsbeleid voor baggerspecie aan te komen. Dit kan mogelijk resulteren in kostenbesparingen. Hiermee is in dit MJOP nog geen rekening gehouden. 15

Mochten zich verandering voor doen die tot substantiële kostenverhoging of kostenverlaging van het onderhoud leiden dan zal dat in de jaarlijkse actualisatie meegenomen worden en kunnen ze doorvertaald worden naar de meerjarenbegroting van het waterschap. Maaien stedelijk In afwijking met het maaibeheer in landelijk gebied, waar rietoevers slechts eens in de twee jaar gemaaid worden, maaien we in het stedelijk gebied aan het eind van het groeiseizoen de gehele rietoever. Uitzondering hierop zijn de zogenaamde riethorsten. Dit zijn rietstroken variërend in lengte van 10 tot 50 meter, waar we het riet een jaar laten staan. De ligging van de riethorsten varieert van jaar tot jaar. Daarnaast zijn er plekken waar vanuit de belevingswaarde een wat hoger kwaliteitsbeeld wenselijk is dan wat strikt genomen is afgesproken in de MWO s. Bijvoorbeeld bij rietoevers langs vijverpartijen wordt er, om zicht op het water te houden, nog wel eens een deel een keer extra gemaaid. Dit gebeurd ook op plekken waar behoefte is om vanaf de oever te vissen. Grote kostenposten zijn dit niet, maar het Waterschap wordt er wel op aangesproken als we hier niet in mee gaan. 16

5. Werkprocessen 5.1. Doel van het beschrijven van de werkprocessen Voor het beheer en onderhoud (en het actueel houden van het MJOP) watergangen stedelijk gebied is een aantal werkprocessen van belang. Door de werkprocessen te beschrijven en het werk volgens die beschrijving uit te voeren worden een aantal doelen gediend: Er wordt een homogene werkwijze voor alle gebieden geborgd; Er is een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende teams en afdelingen die bij het beheer en onderhoud betrokken zijn; Er is sturing op prestaties mogelijk en de uitvoering wordt transparanter; Er wordt een betere jaarplanning verkregen en de koppeling tussen planning en uitvoering is helder; De uitvoering van het onderhoud kan goed afgestemd worden op de planning- en control-cyclus; Er wordt geborgd dat het gegevensbeheer een plaats krijgt in het primaire proces. De werkprocessen die beschreven worden zijn: Baggeren; Maaien en ; Oeveronderhoud. 17

Werkproces baggeren stedelijk gebied Opstarten projecten Voorbereidende onderzoeken Bestek en aanbesteding Uitvoering Afronding project Resultaat Jaar v uitv. - 1 Jaar v uitv. - 1 Jaar v uitv. Jaar v uitv. Jaar v uitv. Jaar v uitv. + 1 Opstarten projecten: Meerjaren cyclus (7-jaar) is de trigger voor de start van werkzaamheden; PWB initieert het proces, levert kaarten van het gebied aan TWN en TWZ. Voorbereidende onderzoeken: Initiatief voor onderzoeken ligt bij TWN en TWZ. Waar mogelijk worden de onderzoeken in een gezamenlijke opdracht uitgevoerd, met deels uitbesteding aan WI, WP en extern; Kwaliteit baggerspecie obv WBKK en vooronderzoek (WI); Kwantiteit baggerspecie dmv peilingen in dwarsraaien, (extern, ivm onafhankelijke hoeveelheidbepaling). Invent. afzetmogelijkheden incl. oevers waar verspreid II kan worden (TWN en TWZ ev. ism. gemeenten); Inventarisatie Flora- en Faunawet (WI); Definitieve raming voor dat jaar (PWB); Locatiekaart (PWB). I Bestek en aanbesteding: Opstellen bestek, concept en definitief (PWB ism TWN en TWZ, ev. uitbesteding aan WP); Overleg met gemeenten over uitvoeringsperiode, transportroutes locale toepassing baggerspecie, communicatie met bewoners, etc. (TWN en TWZ); Aanbesteding en gunningprocedure doorlopen (PWB). III Uitvoering: Directievoering en toezicht (TWN en TWZ); Meldingen en vergunningen (TWN en TWZ, met deels uitbesteding aan de aannemer); Voortgangsrapportage (weekrapporten, IV termijnstaten) (TWN en TWZ). Afronding project: Formeel afronden bestek (TWN en TWZ ism PWB); Aanleveren beheerinformatie (TWN en TWZ via PWB aan WI); Verwerken projectinformatie in beheerregister (WI iov PWB). = Sturing- en monitoringsmomenten I = Opdrachtverlening (wel/niet uitvoeren van onderhoud) II = Omvang opdracht na inspectie (aanpassing budget of omvang werk) III = Daadwerkelijke aanbesteding (wel/niet tot gunning overgaan) IV = Monitoring werkelijke voortgang + toets op budget (monitoring uitgaven) V = Afronding en evaluatie project (bijstellen planning en budget volgende jaren) Resultaat: Watergang op diepte (TWN en TWZ); Beheerregister bijgewerkt (WI); Actualiseren planning en budget komende jaren (PWB). V 18

Werkproces Maaien Opstarten projecten Voorbereidende onderzoeken Bestek en aanbesteding Uitvoering Afronding project Resultaat Jaar v uitv. - 1 Jaar v uitv. - 1 Jaar v uitv. 2 mnd Jaar v uitv. Jaar v uitv. Jaar v uitv. + 1 Opstarten projecten: Vaste en jaarlijks terugkerende taak; PWB initieert het proces, levert na de zomer de lijst met te maken of te verlengen bestekken incl kaarten aan TWN en TWZ; Bij verlenging tekent de Teammanager; Watergangen het bestek (TWN en TWZ). Voorbereidende onderzoeken: Locatie controle/wijzigingen tov vorig jaar (TWN en TWZ); Controle op wijziging in wetgeving/beleid (PWB) in afstemming met ecoloog; Kaart maken met bijzondere locaties (TWN en TWZ); F&F-wet inventarisaties (WI). II I Bestek en aanbesteding: Opstellen bestek, concept en definitief (PWB ism TWN en TWZ); Aanbesteding en gunningprocedure doorlopen (PWB). Uitvoering: Directievoering en toezicht (TWN en TWZ). Afronding project: Formeel afronden bestek (TWN en TWZ ism PWB); Aanleveren beheerinformatie (TWN en TWZ), ervaringen gedurende het jaar worden meegenomen in bestek volgend jaar; Verwerken informatie in beheerregister (WI iov PWB). III Resultaat: Goed peilbeheer door uitgevoerd onderhoud (TWN en TWZ); Goede waterkwaliteit voor zowel landbouw als ecologie in en rond watersysteem (TWN en TWZ). = Sturing- en monitoringsmomenten I II III = Opdrachtverlening, mn rondom verlenging bestek = Omvang opdracht nav inventarisaties = Daadwerkelijke aanbesteding 19

Werkproces oeveronderhoud watergangen stedelijk gebied Opstarten projecten Voorbereidende onderzoeken Bestek en aanbesteding Uitvoering Afronding project Resultaat Jaar v uit v. - 2 Jaar v uitv. - 2 en -1 Jaar v uitv. -2 mnd Jaar v uitv. Jaar v uitv. Jaar v uitv. + 1 Opstarten projecten: Meerjaren cyclus (7-jaar) is de trigger voor de start van werkzaamheden; PWB initieert het proces, levert kaarten van het gebied aan TWN en TWZ. Voorbereidende onderzoeken: TWN en TWZ: Inspectie watergangen per gebied, incl. kunstwerken (vastlegging en rapport obv vast format) en veldwaarnemingen gedurende het jaar; Verwerken inspecties tot definitieve planning met km oever die vervangen moet worden (TWN en TWZ); Definitieve raming voor dat jaar (PWB); Flora- en Faunawet-inventarisatie (WI); II Onderzoek evt. bodemverontreiniging door gecreosoteerde oevers (WI); Locatiekaart (PWB). = Sturing- en monitoringsmomenten I = Opdrachtverlening (wel/niet uitvoeren van onderhoud) II = Omvang opdracht na inspectie (aanpassing budget of omvang werk) III = Daadwerkelijke aanbesteding (wel/niet tot gunning overgaan) IV = Monitoring werkelijke voortgang + toets op budget (monitoring uitgaven) V = Afronding en evaluatie project (bijstellen planning en budget volgende jaren) I Bestek en aanbesteding: Opstellen bestek, concept en definitief (PWB ism TWN en TWZ); III Overleg met gemeenten over uitvoeringsperiode, verkeersmaatregelen en transportroutes, communicatie met bewoners, etc. (TWN en TWZ); Aanbesteding en gunningprocedure doorlopen (PWB). Uitvoering: Directievoering en toezicht (TWN en TWZ); Meldingen en vergunningen (TWN en TWZ, met deels uitbesteding aan de aannemer); Voortgangsrapportage (weekrapporten, IV termijnstaten) (TWN en TWZ). Afronding project: Formeel afronden bestek (TWN en TWZ ism PWB); Aanleveren beheerinformatie (TWN en TWZ via PWB aan WI); Fin. Afwikkeling baggervergoedingen (TWN en TWZ) Verwerken projectinformatie in beheerregister (WI iov PWB). Resultaat: Oever watergang op orde (TWN en TWZ); Beheerregister bijgewerkt (WI); Actualiseren planning en budget komende jaren (PWB). V 20

Aandachtspunten bij werkprocessen: Voor de verschillende onderdelen van het werkproces zijn met afkortingen de verantwoordelijke teams aangegeven. Een belangrijk moment voor koppeling van het proces aan de P&C-cyclus is de voorjaarnota. Indien op basis van de inventarisaties in de definitieve raming een te grote afwijking van het beschikbare budget wordt geconstateerd kan dat in de Voorjaarsnota nog worden aangegeven. Het team PWB is verantwoordelijk voor de planning binnen het proces en heeft de belangrijkste taak bij het maken van de bestekken en de aanbesteding. Aan de voorkant zorgt PWB voor de planning en het ingang zetten van het proces. Aan de achterkant zorgt PWB dat het proces goed wordt afgerond en dat planning en budget voor het volgende jaar worden geactualiseerd. Dit is het tweede belangrijke moment waar input in de P&C-cyclus gegeven kan worden. Tot op heden was het Team Waterprojecten verantwoordelijk voor zowel de voorbereiding, de aanbesteding en de uitvoering van de baggerbestekken in het stedelijk gebied. Hoewel deze taken nu binnen de afdeling waterbeheer zijn belegd kunnen zij alsnog gedelegeerd worden aan het Team waterprojecten. De Teammanager van TWN en TWZ is budgethouder en verantwoordelijk voor de aansturing van het proces voor zover dat binnen zijn team plaats vindt. De Opzichter Watergangen heeft een belangrijke rol bij het uitvoeren van de inventarisatie en levert input aan het bestek zodat deze kan voldoen aan de specifieke situatie in het des betreffende onderhoudsvak. De toepassing van baggerspecie elders dan op de aangrenzende percelen zal gemeld moeten worden bij het Meldpunt Bodemkwaliteit. Maaien vindt ieder jaar plaats. Er is dus geen sprake van cyclisch onderhoud zoals bij onderhoud tochten. Maaibestekken worden in het algemeen op de markt gezet met de mogelijkheid deze jaarlijks te verlengen. Het werkproces voor een nieuw bestek en een verlengingsbestek wijken enigszins van elkaar af (de laatste kent vooral een kortere opstart- en voorbereidingsfase. 21

6. Areaal en planning van onderhoudswerkzaamheden 6.1. Areaal per jaar van onderhoud Per beheerproduct van de MJB zijn tabellen opgenomen met hoeveelheden per maatregel (tabel 6.1a: Beheerproduct 225: maaien, klein onderhoud en overige en tabel 6.1b: Beheerproduct 223: Baggeren). De eenheden verschillen per type maatregel. Tabel 6.1a: Hoeveelheden per maatregel per jaar (maaien, klein onderhoud en overig) Beheerproduct 225 Hoeveelheden (m) Gemeente Maatregel Eenheid / eenheid 2015 2016 2017 2018 Almere Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 107031 107031 107031 107031 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 107031 107031 107031 107031 Klein onderhoud Meter 0,82 17335 40698 0 23473 Maaien Almere Meter 2,75 107031 107031 107031 107031 Dronten Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 23620 23620 23620 23620 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 23620 23620 23620 23620 Klein onderhoud Meter 0,82 0 0 11128 0 Maaien Dronten Meter 1,56 23620 23620 23620 23620 Gem NOP Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 36561 36561 36561 36561 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 36509 36509 36509 36509 Klein onderhoud Meter 0,82 0 0 7862 11424 Maaien Gemeente NOP Meter 6,23 36509 36509 36509 36509 Lelystad Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 135058 135058 135058 135058 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 135058 135058 135058 135058 Klein onderhoud Meter 0,82 0 23664 28819 0 Kroos verwijderen Meter 2,778 17924 17924 17924 17924 Maaien Lelystad Meter 2,19 135058 135058 135058 135058 Lemmer Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 1379 1379 1379 1379 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 1379 1379 1379 1379 Maaien Urk en Friesemeren Meter 5,89 1379 1379 1379 1379 Urk Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 18000 18000 18000 18000 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 18000 18000 18000 18000 Klein onderhoud Meter 0,82 9638 0 0 0 Maaien Urk en Friesemeren Meter 5,89 18000 18000 18000 18000 Zeewolde Actualiseren MJOP Stedelijk Kilometer 0,005 21932 21932 21932 21932 Budget TBS onderhoudsbestek Meter 0,5 21932 21932 21932 21932 Klein onderhoud Meter 0,82 0 9464 0 0 Maaien Zeewolde Meter 2,84 21932 21932 21932 21932 22

Tabel 6.1b: Hoeveelheden per maatregel per jaar (baggeren) Beheerproduct 223 Hoeveelheden (m3) Gemeente Maatregel eenheid / eenheid 2015 2016 2017 2018 Almere Baggeren, specie naar vaartplas m3 21,69 32860 32754 0 6483 Dronten Baggeren, specie op de kant m3 6,21 0 0 696 0 Baggeren, specie vervalt aannemer m3 14,9 0 0 7803 0 Gem NOP Baggeren, specie op de kant m3 6,21 0 0 0 1978 Baggeren, specie vervalt aannemer m3 14,9 0 0 5630 2987 Lelystad Baggeren, specie naar vaartplas m3 21,69 0 0 25401 0 Zeewolde Baggeren, specie vervalt aannemer m3 14,9 0 12080 0 0 23

6.2. Planning van de werkzaamheden Op de kaart in figuur 6.1 is de planning van het onderhoud voor de periode 2015 2018 weergegeven. Deze planning volgt de 7-jaarlijkse onderhoudscyclus waarvoor het stedelijk gebied van het waterschap in onderhoudsvakken is opgedeeld. Voor het stedelijk gebied is 2015 het eerste jaar van de 7-jarige onderhoudscyclus. Tot die tijd, en voor het baggeren tot en met die tijd, heeft de focus gelegen op het (gezamenlijk met de gemeenten, wegwerken van achterstanden in het onderhoud. Het is de verwachting dat er de komende jaren areaalwijzigingen in het stedelijk gebied op gaan treden (zie ook 4.1.3). In de jaarlijkse actualisatie zullen de financiële consequenties hiervan doorgerekend worden welke vervolgens verwerkt kunnen worden in de Meerjarenbegroting. Figuur 6.1: Kaart met onderhoudsvakken stedelijk gebied en jaar van onderhoud Bij figuur 6.1: In blauw is het stedelijk water weergegeven waar in de planperiode geen baggerwerk of klein onderhoud plaats zal vinden. Zie bijlage 1 voor detailkaarten per gemeente. 24

7. Meerjarenbegroting 7.1. Voorstel voor de MJB In tabel 7.1a en 7.1b is het de begroting op maatregelniveau per jaar weergegeven. Voor het onderhoud, niet zijnde baggeren (tabel 7.1a), is te zien dat maaien in deze periode verre weg de belangrijkste maatregel is. Omdat maaien ieder jaar volgens een vast patroon over het gehele areaal plaats vind zijn de fluctuatie in kosten over deze periode ook beperkt. De maatregel groot onderhoud komt in deze periode nog niet voor. De oeverbescherming in het stedelijk gebied is nog in een goede staat. Mede omdat bij de overdracht stedelijk water nog veel achterstallig onderhoud in het stedelijk gebied is weggewerkt. Het verwijderen van kroos is voor het eerst opgenomen in het beheer en onderhoudsbudget stedelijk water. De afgelopen jaren is het verwijderen van kroos in het stedelijk gebied vooral uitgevoerd als noodmaatregel om zuurstofloosheid en vissterfte te voorkomen. Zeker in Lelystad begint het echter structurele vormen aan te nemen en om die reden is het nu als maatregel opgenomen in het MJOP. Het komend jaar zal ook gebruikt worden om te kijken hoe andere waterschappen met dit probleem omgaan en of er systeemmaatregelen mogelijk zijn die tot structurele vermindering van dit probleem kunnen leiden. In tabel 7.1.b zijn de kosten voor het baggeren in het stedelijk gebied weergegeven voor de planperiode. Met name de daling van de uitgaven voor het baggeren in stedelijk gebied in 2018 is opmerkelijk. De verklaring hiervoor is dat in dit onderhoudsvak nog relatief recent baggerachterstanden zijn weggewerkt. De nu uitgevoerde peilingen geven aan dat er in 2018 grote delen van dit vak nog niet gebaggerd hoeven te worden. 25

Tabel 7.1a: Kosten per jaar voor het onderhoud van watergangen in het stedelijk gebied (maaien, klein onderhoud en overig). Beheerprodukt 225 Stedelijk Water Kosten per jaar Gemeente Maatregel 2015 2016 2017 2018 Almere Actualiseren MJOP Stedelijk 535 535 535 535 Budget TBS onderhoudsbestek 53.515 53.515 53.515 53.515 Klein onderhoud 14.214 33.372 0 19.248 Maaien Almere 294.335 294.335 294.335 294.335 Totaal Almere 362.600 381.758 348.386 367.634 Dronten Actualiseren MJOP Stedelijk 118 118 118 118 Budget TBS onderhoudsbestek 11.810 11.810 11.810 11.810 Klein onderhoud 0 0 9.125 0 Maaien Dronten 36.848 36.848 36.848 36.848 Totaal Dronten 48.776 48.776 57.901 48.776 Gem NOP Actualiseren MJOP Stedelijk 183 183 183 183 Budget TBS onderhoudsbestek 18.255 18.255 18.255 18.255 Klein onderhoud 0 0 6.447 9.368 Maaien Gemeente NOP 227.454 227.454 227.454 227.454 Totaal Gem NOP 245.891 245.891 252.338 255.259 Lelystad Actualiseren MJOP Stedelijk 675 675 675 675 Budget TBS onderhoudsbestek 67.529 67.529 67.529 67.529 Klein onderhoud 0 19.404 23.632 0 Kroos verwijderen 49.793 49.793 49.793 49.793 Maaien Lelystad 295.776 295.776 295.776 295.776 Totaal Lelystad 413.773 433.177 437.405 413.773 Lemmer Actualiseren MJOP Stedelijk 7 7 7 7 Budget TBS onderhoudsbestek 689 689 689 689 Maaien De Friesemeren 8.120 8.120 8.120 8.120 Totaal Lemmer 8.816 8.816 8.816 8.816 Urk Actualiseren MJOP Stedelijk 90 90 90 90 Budget TBS onderhoudsbestek 9.000 9.000 9.000 9.000 Klein onderhoud 7.903 0 0 0 Maaien Urk 106.020 106.020 106.020 106.020 Totaal Urk 123.013 115.110 115.110 115.110 Zeewolde Actualiseren MJOP Stedelijk 110 110 110 110 Budget TBS onderhoudsbestek 10.966 10.966 10.966 10.966 Klein onderhoud 0 7.760 0 0 Maaien Zeewolde 62.288 62.288 62.288 62.288 Totaal Zeewolde 73.364 81.124 73.364 73.364 Eindtotaal 1.276.234 1.314.653 1.293.320 1.282.732 26

Tabel 7.1b: Kosten per jaar voor het onderhoud van watergangen in het stedelijk gebied (baggeren). Beheerprodukt 223 Baggeren stedelijk water Kosten per jaar Gemeente Maatregel 2015 2016 2017 2018 Almere Baggeren, specie naar vaartplas 712.733 710.434 0 140.616 Totaal Almere 712.733 710.434 0 140.616 Dronten Baggeren, specie op de kant 0 0 4.322 0 Baggeren, specie vervalt aannemer 0 0 116.367 0 Totaal Dronten 0 0 120.689 0 Gem NOP Baggeren, specie op de kant 0 0 0 12.283 Baggeren, specie vervalt aannemer 0 0 83.887 44.506 Totaal Gem NOP 0 0 83.887 56.789 Lelystad Baggeren, specie naar vaartplas 0 0 550.948 0 Totaal Lelystad 0 0 550.948 0 Zeewolde Baggeren, specie vervalt aannemer 0 179.992 0 0 Totaal Zeewolde 0 179.992 0 0 Eindtotaal 712.733* 890.426 755.524 197.405 *Er wordt 198.935 van deze kosten onttrokken aan de Bestemmingsreserve Baggeren Almere aangezien dit nog achterstallig baggeronderhoud betreft. In tabel 7.2 is weergegeven wat de consequenties van dit MJOP zijn voor de Meerjaren Begroting Waterschap Zuiderzeeland 2015 2018 (beheerbegroting WBH) voor het beheerproduct 225, Beheer en onderhoud stedelijk gebied. Voor het beheerproduct 223, Baggeren stedelijk water, verwijzen we naar het AV-stuk de Stand van zaken baggeren, 2014. Hierin worden de financiële consequenties van het baggeren in landelijk gebied, het stedelijk gebied en de provinciale vaarten in samenhang met de Voorziening baggeren bekeken voor de periode 2014 2018. Tabel 7.2 Aansluiting van het MJOP 2015-2018 watergangen stedelijk gebied op de beheerbegroting WBH. Beheerproduct 225 Kosten per jaar verschil tussen MJOP en MJB 2015 2016 2017 2018 Eindtotaal (225) 1.276.234 1.314.653 1.293.320 1.282.732 Huidig MJB (225) 1.293.000 1.293.000 1.293.000 1.293.000 Totaal verschil -16.766 21.653 320-10.268 Verschil over totale periode -5.060 1) een positief verschil betekent een tekort (bijraming nodig), een negatief verschil betekent een overschot (aframing nodig). In de bovenstaande tabel is een financieel-technische aansluiting gemaakt tussen dit MJOP en de beheerbegroting van ons waterschap. Dit MJOP omvat volledig het beheerproduct 225 (Onderhoud watergangen stedelijk gebied). Op de onderste regel wordt het begrotingseffect weergegeven van dit MJOP op het totaal van het programma Voldoende water. Het benodigde budget fluctueert gedurende de jaren. Deze jaarlijkse fluctuaties worden verklaard door dat de verschillende onderhoudsvakken niet ieder jaar precies dezelfde onderhoudsarealen hebben. Het totaaleffect van dit MJOP in de begrotingsperiode 2015-2018 is relatief klein en bedraagt 5.060. Dit is de benodigde voorgestelde aframing over deze periode. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat in hoofdstuk 4 is beschreven hoe is omgegaan met onzekerheden. 27