EINDRAPPORTAGE KWARTIERMAKER PROFESSIONALISERING

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Datum Bevoegdheden beroepsgerichte vakken vmbo. Geachte heer/mevrouw,

Informatie per profiel

Datum 5 juli 2016 Bevoegdheden van leraren in de beroepsgerichte vakken in het vmbo

2 maart Nieuwsbrief 22

Jacqueline Kerkhoffs December 2016

Netwerkbijeenkomsten Platform VMBO Zorg & Welzijn. Bijeenkomsten oktober/november 2014

Docentennetwerkbijeenkomst Mobiliteit en Transport

Gelet op artikel 33, achtste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 80, twaalfde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES;

Structuur beroepsgericht vmbo Jacqueline Kerkhoffs, Rob Abbenhuis April 2017

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Het invullen neemt ongeveer 20 minuten in beslag. U kunt de vragenlijst invullen tot 29 april 2016.

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014

REGISTERLERAAR.NL. Bepalingen en procedures voor aanbieders van professionaliseringsactiviteiten (versie 4.0)

Het register. van, voor en door de leraar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (1) Rob Abbenhuis

Het register. van, voor en door de leraar

REGISTERLERAAR.NL. Reglement van Registratie en Herregistratie Ingangsdatum: 25 augustus 2015 versie 3.0

20 juni 2016 Nieuwsbrief 25

REGISTERLERAAR.NL. Algemene bepalingen voor de ontwikkeling van de professie en het bekwaamheidsonderhoud

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet.

Type activiteiten Registerleraar.nl onderscheidt zeven typen activiteiten in het kader van de professionele ontwikkeling van de leraar:

Stichting Platform VMBO Zorg & Welzijn. Verantwoording schooljaar

REGISTERLERAAR.NL. Algemene bepalingen voor het bekwaamheidsonderhoud (versie 5.0)

Roler Academie. Roler maakt werk van professionaliteit

Wat moet en wat mag in het voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Docentennetwerkbijeenkomst Mobiliteit en Transport

10 oktober 2016 Nieuwsbrief 28

Het nieuwe examenprogramma Z&W algemene informatie project en informatie over Z&W. December 2013

Onderwijs- en arbeidsmarktdata: wat is beschikbaar en hoe gebruikt u het voor de regiovisie?

Overstap VSV Noord-Kennemerland en West-Friesland 6 maart 2014, Hoorn Rob Abbenhuis Projectleiding

REGISTERLERAAR.NL. Reglement van registratie vrijwillige lerarenregister Ingangsdatum: 4 april 2017 versie 4.0

Sportieve bb- en kbleerlingen

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Stappenplan invoering vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Nieuwjaarsontbijt Vernieuwing VMBO G/T

Samenwerkingsovereenkomst Toptechniek in Bedrijf Noordoost-Brabant

Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Vmbo. Wat je als professional moet weten over kunst en cultuur in het vmbo.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Spreektekst Leraar register

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Voordat begonnen kan worden met de praktische voorbereiding voor de lessen moet er eerst een schoolvisie op het nieuwe programma zijn

Wijziging van de sectorvakken in het vmbo

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (2) Rob Abbenhuis

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onderwijs- en arbeidsmarktdata: wat is beschikbaar en hoe gebruikt u het voor de regiovisie?

Protocol PDG en educatieve minor

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

LEERJAAR 2 KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG

Ouderavond klas 2BK. 8 oktober 2018

10 mei 2016 Nieuwsbrief 24

SCHOOLPLAN

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Kennismiddag 22 juni 2017

Regeling vaststelling examenprogramma s v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en v.b.o.

Netwerkbijeenkomsten Platform VMBO Zorg & Welzijn. Bijeenkomsten februari/maart 2015

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Stichting Empowerment centre EVC

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Locatieplan Onstwedde ( ) Onderwerp: Vernieuwing VMBO

Nieuwsbrief regio februari 2016

januari Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

REGISTERLERAAR.NL. Factsheet. Datum: 14 februari 2012 Versie: 1.0 Status: definitief Auteur: Frank Jansma

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwijscijfers 2016: specificatie instroom 3e leerjaar voortgezet onderwijs

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

PROFIELVAK-CSPE S 2019

REGISTERLERAAR.NL. Factsheet. Datum: 14 februari 2012 Versie: extern Status: definitief Auteur: Frank Jansma

Strategische noodzaak om te differentieren

STAATSCOURANT. Nr

Platform voor vmbo scholen. Bouwen Wonen Interieur

examenprogramma s vo AANVULLING BEROEPSGERICHTE VAKKEN VOORTGEZET ONDERWIJS vmbo

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

VMBO VOORLICHTING 2016 WELKOM

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEROEPSGERICHTE VAKKEN. Met de nieuwe examenprogramma's kunnen leerlingen zich gerichter voorbereiden op het mbo of juist breder oriënteren.

Exameninformatie vmbo - basisberoepsgerichte leerweg - kaderberoepsgerichte leerweg - gemengde leerweg

Monitor vernieuwing vmbo Meting

Regiobijeenkomsten januari/februari

Zij-instromers als directe link naar de beroepspraktijk

VOORLICHTING - BOVENBOUW. De Potskampstraat: daar kun je een beroep op doen!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ten behoeve van uw Algemeen Overleg over het vmbo op 15 april a.s. willen VNO-NCW en MKB-Nederland een aantal punten onder uw aandacht brengen.

Plan 2018 Regio Rijnmond

Onderwijscijfers 2015: specificatie instroom 3e leerjaar voortgezet onderwijs

Transcriptie:

EINDRAPPORTAGE KWARTIERMAKER PROFESSIONALISERING In opdracht van de VO-raad en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap November 2015, Michaela Zwaan, zelfstandig onderwijsadviseur

INHOUDSOPGAVE Samenvatting 3 1. Inleiding 5 1.1 Context 5 1.1 Werkwijze 6 1.3 Leeswijzer 7 2. Achtergrond 8 2.2 Inleiding 8 2.2 Een passend scholingsaanbod 8 2.3 Bevoegd en bekwaam: wettelijke eisen 9 2.4 Initiële lerarenopleidingen 9 2.5 Validering van scholingsactiviteiten 10 3. Scholingsvraag en aanbod 12 3.1 Zicht op de scholingsbehoefte 12 3.1.1 Bronnen 12 3.1.2 De scholingsmatrix 12 3.1.3 De platforms over de scholingsbehoefte 12 3.1.4 De scholingsbehoefte van de pilotscholen 13 3.1.5 Scholingsbehoefte op het gebied van LOB 13 3.2 De ontwikkeling, organisatie en uitvoering van het scholingsaanbod 14 3.2.1 Het scholingsaanbod 14 3.2.2 De rol van de platforms 15 3.2.3 Het gezamenlijke of collectieve scholingsaanbod 15 3.3 De vindplaats van het scholingsaanbod 16 3.3.1 De website 16 3.3.2 Het vullen van de website 16 3.3.3 Technisch en inhoudelijk beheer van de website 16 3.4 Raakvlakken met andere trajecten 17 4. Validering van het scholingsaanbod 18 4.1 De stand van zaken 18 4.2 Validering en bevoegdheid 18 4.3 Adviezen over validering 18 5. Conclusies en aanbevelingen 19 5.1 Conclusies 19 5.1.1 Aanpak 19 5.1.2 Samenwerking 19 5.1.3 Beroeps- en bekwaamheidseisen 20 5.2 Aanbevelingen 21 Bijlage Overzicht scholingsbehoefte per profielvak en huidig scholingsaanbod vanuit de platforms 22 2

SAMENVATTING De invoering van de nieuwe beroepsgerichte profiel- en keuzevakken heeft tot gevolg dat er op twee manieren nagedacht moet worden over de professionaliseringsbehoefte van de beroepsgerichte docenten in het vmbo. Aan de ene kant is er de noodzaak om ervoor te zorgen dat docenten op 1 augustus 2016 voldoende toegerust zijn om les te geven in de nieuwe profielvakken. Aan de andere kant hebben de nieuwe examenprogramma s consequenties voor de bevoegd- en bekwaamheidseisen aan de zittende en toekomstige beroepsgerichte docenten. In het in 2014 afgesloten Sectorakkoord tussen de VO-raad en het kabinet zijn afspraken gemaakt over de professionalisering van de beroepsgerichte vmbo-docenten. De ontwikkeling van een scholingsaanbod waarvan zoveel mogelijk docenten gebruik kunnen maken is een van de onderdelen waarmee uitvoering wordt gegeven aan deze afspraken. Hiervoor zal een projectplan worden opgesteld. Ten behoeve daarvan is in een voorfase onderzocht wat de stand van zaken is op het gebied van scholing voor de beroepsgroep van beroepsgerichte docenten vmbo. In de voorliggende rapportage staan de bevindingen uit deze verkenning. Zij vormen bouwstenen voor het genoemde projectplan. De beroepsgerichte platforms spelen een belangrijke rol in de professionalisering van docenten door op de nieuwe profielvakken scholingsactiviteiten te organiseren. Tegelijkertijd werkt het ministerie van OCW aan een vertaalslag van de consequenties van de invoering van profielen voor de bevoegdheden van huidige docenten en aan duidelijkheid over welk bekwaamheidsonderhoud als minimaal noodzakelijk wordt gezien. Daarbij zullen tevens afspraken worden gemaakt met de beroepsgroep over het valideren van het na- en bijscholingsaanbod. Geconstateerd wordt dat docenten en scholen zich voorbereiden op de nieuwe profielen en hierbij duidelijk een plek zien voor professionalisering. Er zijn veel positieve ontwikkelingen op dit gebied, tegelijkertijd is er een aantal punten dat aandacht behoeft. Deze punten hebben betrekking op de aanpak, de samenwerking en afstemming, de validering van het scholingsaanbod en de rol van de initiële lerarenopleidingen. De volgende aanbevelingen worden gedaan: Voor de platforms Pak de ontwikkeling en uitvoering van het scholingsaanbod planmatig aan, met een (middel)lange termijnplanning waarin rekening wordt gehouden met aantallen scholingsdeelnemers, de doorlooptijd van trainingen en cursussen en de frequentie van het aanbod, en koppel daaraan systematisch voor alle profielen welke inzet (financieel en in menskracht) hiervoor nodig is. Stel vast wat een realistische ambitie is en waar mogelijke knelpunten kunnen ontstaan. Peil de scholingsbehoefte regelmatig, deze kan veranderen naarmate het invoeringstraject vordert. Pak de ontwikkeling en uitvoering van het scholingsaanbod voor de sector gezamenlijk op als platforms. Ontwikkel eenduidige beelden over het scholingsaanbod en bepaal in hoeverre het gewenst is om een verbinding te leggen met andere projecten of trajecten waar een relatie is met scholing voor vmbo-docenten. Maak gezamenlijke afspraken over: 3

de inhoud, de borging van de toegankelijkheid van het scholingsaanbod voor alle beroepsgerichte vmbo-docenten, de organisatie, de uitvoering, de rol van de platforms, de validering van het scholingsaanbod. Vertrekpunt kunnen de vragen zijn die in de gesprekken met de kwartiermaker naar voren kwamen en die in dit rapport beschreven staan in paragraaf 3.2.3. Voor OCW / VO-raad Schep helderheid over financiële middelen en voorwaarden voor de ontwikkeling van een scholingsaanbod voor de beroepsgroep van beroepsgerichte vmbo-docenten. Voor SPV en de Onderwijscoöperatie Maak afspraken over de werkwijze van de validatie van het toekomstig scholingsaanbod en over de validatie van de scholingsactiviteiten die al zijn verzorgd door de platforms. Voor OCW, de Onderwijscoöperatie en de lerarenopleidingen Werk toe naar een gezamenlijke oplossing voor de gebrekkige aansluiting tussen de inhoud en het aanbod van lerarenopleidingen en de onderwijspraktijk in het (v)mbo. 4

1. Inleiding 1.1 Context De landelijke invoering van de nieuwe examenprogramma s in het vmbo betekent voor de beroepsgerichte docenten dat hun vak verandert. De professionalisering van docenten is dan ook een belangrijk vraagstuk van het invoeringstraject. Voor de korte termijn gaat de aandacht uit naar bij- en nascholing. Parallel worden trajecten gestart om ervoor zorg te dragen dat curricula van lerarenopleidingen en beroepsgerichte vmbo-profielen daar waar mogelijk aansluiten. Beide trajecten moeten resulteren in passende bevoegdheden voor docenten. De aanpak om te komen tot dekkende bevoegdheidsmogelijkheden voor beroepsgerichte vakken maakt deel uit van de bredere bevoegdheden aanpak voortgezet onderwijs. In het in 2014 afgesloten Sectorakkoord tussen de VO-raad en het kabinet zijn afspraken gemaakt over de professionalisering van vmbo-docenten. In het Sectorakkoord is daarnaast de ambitie uitgesproken dat de lessen in het voortgezet onderwijs - en dus ook het vmbo - worden gegeven door bevoegde leraren. De VO-raad en de staatssecretaris zijn overeen gekomen om de zogenaamde cao-bonus van 5,5 miljoen te reserveren voor de professionalisering van scholen en docenten in de nieuwe vmbo profielen. Het beschikbaar stellen van deze middelen is aangekondigd in de brief over de ontwikkelingen in het vmbo aan de Tweede Kamer van december 2014 (kst- 30079-52). De VO-raad heeft na overleg met OCW - besloten om de eenmalige middelen van 5,5 miljoen op de volgende wijze in te zetten: 1. Een bedrag van 3 miljoen voor vmbo-locaties met een aanbod van BB, KB en/of GL voor de professionalisering van docenten. Per beroepsgerichte vmbo-locatie gaat het om een financiële bijdrage van 5000. De doelgroep bestaat uit docenten die werkzaam zijn in de leerjaren 3 en 4 van de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg van het vmbo of van een agrarisch opleidingscentrum (aoc). 2. Een bedrag van 1.5 miljoen voor de ontwikkeling en uitvoering (in de vorm van cofinanciering) van een collectief nascholingsaanbod, gericht op onderwerpen die relevant zijn voor de invoering van de nieuwe examenprogramma s in het vmbo. 3. Een bedrag van 1 miljoen voor de initiële ontwikkeling van een toetsitembank voor schoolexamens en de ondersteuning/professionalisering van docenten op het terrein van de ontwikkeling van toetsen en schoolexamens. Voor de projecten 2 en 3 worden onder regie van OCW en de VO-raad projectplannen opgesteld. Ten behoeve van de projectplannen is een voorfase ingelast, waarin door kwartiermakers onderzocht is wat de stand van zaken en de mening in het veld is over beide thema s. De uitkomsten van de voorfase vormen bouwstenen voor de respectievelijke projecten. In de voorliggende rapportage staan de bevindingen ten aanzien van een collectief scholingsaanbod in het vmbo. 5

1.2 Werkwijze De opdracht voor de kwartiermaker Professionalisering was om zoveel mogelijk bouwstenen voor een projectplan voor de ontwikkeling en uitvoering van een collectief scholingsaanbod voor de beroepsgerichte docenten in het vmbo aan te leveren. Dit moet bijdragen aan de inrichting van een adequate scholingsinfrastructuur die docenten de mogelijkheid biedt om bevoegd en bekwaam les te geven in de nieuwe beroepsgerichte profielen en in beroepsgerichte keuzevakken (zie ook Programmaplan vmbo verbeteren, verbinden, voorbereiden, concept juni 2015). Daarbij zijn 3 aspecten van belang: a. De content of inhoud van een collectief nascholingsaanbod, te weten Een scholingsaanbod op de nieuwe profielvakken Een scholingsaanbod op de nieuwe beroepsgerichte keuzevakken Een scholingsaanbod op het gebied van LOB b. De validering van de na- en bijscholing met het oog op (her)registratie in het lerarenregister c. Een digitale tool (website) voor de ontsluiting van het nascholingsaanbod. Zoals hierboven genoemd, is er nog een vierde aspect in het professionaliseringsvraagstuk, namelijk het zelfstandig kunnen samenstellen, normeren en beoordelen van toetsen. Dit wordt meegenomen bij de eerder genoemde ontwikkeling van een toetsitembank voor schoolexamens en valt dan ook buiten de scope van de kwartiermaker Professionalisering. Naast documentenonderzoek, zijn er in de periode juli - september gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de verschillende betrokken organisaties: de afzonderlijke platforms beroepsgerichte programma s, de Stichting platforms vmbo (SPV) waarin de platforms samenwerken en een contactpersoon van programmalijn D (Regionale samenwerking onderwijs-bedrijfsleven) uit het programmaplan Vernieuwd vmbo 1. De keuze van de gesprekspartners is tot stand gekomen in overleg met de VO-raad en SPV. De gesprekken waren gericht op: a. het verkrijgen van inzicht in de specifieke behoeften vanuit het veld; b. het inventariseren van de bestaande initiatieven; c. het destilleren van de belangrijkste ingrediënten voor een plan van aanpak; d. het aanleveren van (zoveel mogelijk) bouwstenen voor het projectplan. Van elk gesprek is een gespreksverslag gemaakt, dat ter accordering is voorgelegd aan de desbetreffende gesprekspartner. Naast de gesprekken is documentenonderzoek uitgevoerd. De gesprekken en het documentenonderzoek hebben een beeld opgeleverd van de stand van zaken ten aanzien van de verschillende aspecten die belangrijk zijn in het professionaliseringstraject voor de beroepsgerichte docenten in het vmbo. 1 Ter ondersteuning van de invoering van de nieuwe profielen is een programmaplan Vernieuwd vmbo opgesteld door OCW in samenwerking met betrokken organisaties. Programmalijn D (regionale) samenwerking onderwijs-bedrijfsleven levert een bijdrage aan professionalisering van docenten in m.n. nascholing op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. 6

Een eerste conceptversie is besproken met vertegenwoordigers van de VO-raad en OCW, waarna de bevindingen zijn gedeeld met de platforms tijdens een bijeenkomst van SPV. Op basis van deze besprekingen zijn de conclusies in het rapport aangescherpt. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat achtergrondinformatie en beschrijft hoe het collectief scholingsaanbod past in de bredere context van de invoering van de nieuwe examenprogramma s in het vmbo. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op de scholingsbehoefte. Ook wordt hier de ontwikkeling, organisatie en uitvoering van het scholingsaanbod besproken zoals dat op dit moment plaatsvindt. Hoofdstuk 4 gaat in op de validering van scholingsactiviteiten, een belangrijk onderwerp in het kader van het lerarenregister. Hoofdstuk 5 tenslotte beschrijft de conclusies die getrokken zijn naar aanleiding van de resultaten van het verkennende onderzoek. Op basis daarvan worden aanbevelingen voor de betrokken partijen gedaan. 7

2. Achtergrond 2.1 Inleiding In zijn brief van 2 oktober 2015 beschrijft de staatssecretaris de aanpak van de professionalisering van de rond 4500 beroepsgerichte docenten in de nieuwe profielen vmbo. De door de staatssecretaris geschetste aanpak richt op zich verschillende elementen: Het ontwikkelen en uitvoeren van een passend scholingsaanbod om de beroepsgerichte docenten vmbo toe te rusten voor het lesgeven in de profiel- en keuzevakken vanaf 1 augustus 2016. Het geven van invulling aan een passend aanbod voor de nieuwe profiel- en keuzevakken door de initiële lerarenopleidingen. De vaststelling van bevoegd- en bekwaamheidseisen voor de nieuwe profiel- en keuzevakken door OCW in samenwerking met de Onderwijscoöperatie. De validering van na- en bijscholingsaanbod voor de nieuwe profiel- en keuzevakken. De pilotscholen in het vernieuwingsproject hebben, net als bij andere implementatievraagstukken, een voortrekkersrol op het gebied van professionalisering. Docenten van deze scholen worden in het kader van de ondersteuning van pilotscholen bijgeschoold, waarmee ervaring wordt opgedaan met deze bijscholing. In de implementatiefase, als alle vmbo-scholen gaan werken met de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s wordt de bijscholing van docenten verzorgd door de platforms beroepsgerichte programma s in samenwerking met het bedrijfsleven, nascholingsinstellingen en mbo-instellingen. 2.2 Een passend scholingsaanbod De invoering van de nieuwe profielen betekent voor de beroepsgerichte docenten in het vmbo dat hun vak verandert en veelal verbreedt. Vrijwel alle docenten zullen op korte termijn behoefte aan bij- of nascholing hebben op specifieke onderwerpen uit de profiel- en keuzevakken. Deze behoefte is sterk afhankelijk van het programma dat een docent nu geeft, zo blijkt uit de ervaringen van pilotscholen. In de Tussenevaluatie Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo (juli 2015) wordt als voorbeeld het nieuwe profielvak PIE (Produceren, Installeren en Energie; ±400 docenten) aangehaald: Docenten metaaltechniek moeten bijgeschoold worden op installatie- en elektrotechniek, niet alleen vakvaardigheden, maar ook veilig werken en het leren overbrengen van vaardigheden Docenten elektrotechniek moeten bijgeschoold worden op metaal- en installatietechniek Docenten installatietechniek moeten bijgeschoold worden op metaal- en elektrotechniek. Voor elk profiel is een vergelijkbaar overzicht beschikbaar. Om er voor te zorgen dat docenten op 1 augustus 2016 voldoende toegerust zijn om les te geven in de nieuwe profielvakken, wordt op korte termijn een gerichte scholingsinzet gevraagd. Enerzijds gaat het daarbij om de ontwikkeling en uitvoering van een passend na- 8

en bijscholingsaanbod, dat toegankelijk is voor alle beroepsgerichte docenten. Voor alle profielen worden op dit moment meerdere keren per jaar scholingsactiviteiten georganiseerd door de platforms. Dit gebeurt in de vorm van landelijke en/of regionale platformbijeenkomsten, trainingen en workshops. Anderzijds gaat het om faciliteren van docenten voor het volgen van scholing. In de inleiding werd reeds genoemd dat de vmbolocaties voor dit laatste een financiële bijdrage ontvangen vanuit de eerder genoemde middelen. 2.3 Bevoegd en bekwaam: wettelijke eisen De invoering van de beroepsgerichte profiel- en keuzevakken brengt een nieuw vraagstuk met zich mee op het gebied van de bevoegd- en bekwaamheid van de beroepsgerichte docenten in het vmbo. Omdat profielvakken zijn samengesteld uit verschillende inhoudsgebieden, zullen veel docenten bekwaam zijn voor een deel van de profielmodulen van hun profielvak, maar niet voor alle. Het voorbeeld van het nieuwe profielvak PIE uit de vorige paragraaf illustreert dit. Daarmee dient de vraag zich aan of de docenten die nu bevoegd zijn voor de huidige beroepsgerichte vakken, ook bevoegd verklaard kunnen worden voor de nieuwe profielvakken. In de Tussenevaluatie vernieuwing beroepsgerichte programma s (juli 2015) wordt aangegeven dat er veel vragen leven bij scholen en docenten over de bevoegdheden in relatie tot de nieuwe profielvakken. Scholen willen weten wie wanneer bevoegd is en of onderliggende bevoegdheden bij de invoering van de profielen een bevoegdheid geven om het hele profielvak te geven of dat bijscholing noodzakelijk is. Dezelfde vraag speelt bij de keuzevakken: is hier een bevoegdheid voor nodig of kan een school zelf bepalen of een docent hier voldoende bekwaam voor is? In zijn brief geeft de staatssecretaris aan dat het bevoegdheidsvraagstuk voor de beroepsgroep beroepsgerichte docenten in het vmbo goed geregeld moet worden. en dat de Onderwijscoöperatie, als representant van de beroepsgroep, daarin een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft. Op dit moment werkt OCW aan een herziening van de huidige Regeling conversietabel getuigschriften en vakken VO, waarin een overzicht zal worden opgenomen van bestaande getuigschriften die, al dan niet in combinatie met op de nieuwe profielen gerichte professionalisering via bij- en nascholing, een bevoegdheid opleveren voor de verschillende beroepsgerichte vakken. Dit gebeurt in overleg met de beroepsgroep van leraren, de Onderwijscoöperatie. Ook worden afspraken gemaakt met de beroepsgroep over het valideren van het na- en bijscholingsaanbod. Dat betekent dat een leraar die gevalideerd aanbod volgt, hiermee kan aantonen dat hij zijn bekwaamheid onderhoudt en dit kan registreren in het lerarenregister. De herziene conversietabel wordt begin 2016 gepubliceerd. Omdat het aanbod aan na- en bijscholing momenteel op gang komt en nog niet geheel dekkend of gevalideerd is, zal relatief kort na publicatie een volgende conversietabel gepubliceerd worden. 2.4 Initiële lerarenopleidingen De bevoegd- en bekwaamheidseisen geven richting aan de invulling van een dekkend (initieel en postinitieel) scholingsaanbod door de lerarenopleidingen. In zijn brief geeft de staatssecretaris aan dat er momenteel geen dekkend aanbod aan 9

lerarenopleidingen voor de beroepsgerichte vmbo-vakken bestaat, maar dat de verwachting is dat het in de nieuwe structuur met een overzichtelijk aantal profielvakken voor lerarenopleidingen eenvoudiger wordt om afspraken te maken met het afnemende veld en de beroepsgroep over een passend aanbod. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat het, gezien de omvang van sommige profielvakken, niet realistisch lijkt voor alle tien profielvakken een volledige initiële opleiding te verwachten. 2 In de Tussenevaluatie vernieuwing beroepsgerichte programma s wordt geconstateerd dat er een onoverbrugbare tegenstelling lijkt te bestaan tussen de vraag van vmbo-scholen en het aanbod van lerarenopleidingen. De inhoud van lerarenopleidingen wordt steeds breder, terwijl de scholen voor de beroepsgerichte vakken juist vragen om gespecialiseerde docenten met op het profiel toegesneden vakkennis en vaardigheden, en daarnaast kennis van de arbeidsmarkt. Daarnaast vraagt het veld meer maatwerk voor zij-instromers: een meester-kok die overstapt naar het onderwijs, zou vrijstellingen moeten krijgen voor de vakvaardigheden die hij beheerst. Lerarenopleidingen geven aan dat ze niet in staat zijn toekomstige docenten de gevraagde vakvaardigheden aan te leren en verwijzen het vmbo voor zowel de initiële scholing als de bijscholing naar het mbo (Tussenevaluatie vernieuwing beroepsgerichte programma s, juli 2015). 2.5 Validering van scholingsactiviteiten In het lerarenregister kunnen docenten sinds 2012 bijhouden welke scholings- en professionaliseringsactiviteiten ze ondernemen om hun vakbekwaamheid te onderhouden. Zij kunnen hiertoe zelf een activiteit toevoegen óf een activiteit kiezen uit een lijst van gevalideerde activiteiten. Deze lijst bestaat uit activiteiten die door aanbieders ter validatie aan registerleraar.nl zijn aangeboden en waarvan een registercommissie heeft vastgesteld dat ze voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Professionaliseringsactiviteiten van scholingsaanbieders die door registerleraar.nl gevalideerd zijn, kunnen met een certificaat als bewijsstuk in het registerdossier gezet worden. Bij professionaliseringsactiviteiten die niet gevalideerd of erkend zijn, moet de docent zelf de relevantie aangeven, bijvoorbeeld met een op naam gesteld diploma, (deel)certificaat, toets- of examenresultaat of een bewijs van deelname/participatie. Ook bij professionele zelfstudie zal de docent met documentatie moeten aantonen dat hij dit heeft uitgevoerd en wat de relevantie er van is. 3 Registerleraar.nl erkent zowel formele als informele vormen van professionaliseren. Opleidingen, cursussen, studiedagen en conferenties worden als formele scholing beschouwd, overige activiteiten binnen en buiten de school en zelfstudie als informele scholing. Van alle opgevoerde scholingsactiviteiten moet de docent aantonen dat hij deze daadwerkelijk gevolgd en afgesloten heeft en dat het relevantie bezit. De exacte criteria voor herregistratie en het kwaliteitsdeel van het register zijn overigens nog in ontwikkeling. 2 3 Bijzondere aandacht verdient het profielvak Dienstverlening en producten (D&P), dat is voortgekomen uit de intersectorale programma s waarvoor in de afgelopen jaren geen lerarenopleidingen bestonden. De staatsecretaris vindt het wenselijk dat hogescholen samen met vmbo-scholen alsnog een passend aanbod ontwikkelen. De Hogeschool van Amsterdam en Fontys PTH zetten, gesteund door het platform Dienstverlening en producten, stappen in de ontwikkeling van een minor in dit profielvak. Het streven is deze minor aan het eind van dit schooljaar gereed te hebben. Op termijn kan dit uitgroeien tot een nieuwe opleiding. Voor meer informatie: zie Beoordelingskader professionalisering leraren (versie 4.0) (Bijlage bij het Reglement van Registratie en Herregistratie 2015, versie 3.0) 10

In 2014 heeft een werkgroep van SPV op verzoek van de Onderwijscoöperatie een zogenaamde registerpilot uitgevoerd. Dit heeft onder meer geresulteerd in een advies over de eisen die gesteld moeten worden aan de validering van scholing (algemeen en profielspecifiek). De werkgroep heeft voorgesteld dat de (in het kader van de registerpilot ontwikkelde) scholingsmatrix wordt gebruikt om een overzicht te geven van de formele scholing (zie paragraaf 3.1.2 voor een toelichting op deze scholingsmatrix). Aanbieders bieden de scholing aan, zijn verantwoordelijk voor de informatie en voor de kwaliteitsborging. Een registercommissie beoordeelt of zij voldoen aan de gestelde criteria. De validatie zou na enkele jaren automatisch moeten vervallen tenzij er opnieuw een validatie wordt aangevraagd. In het betreffende advies wordt tevens ingegaan op de samenstelling van de registercommissie, die verantwoordelijk is voor de validering van het aanbod. Voorgesteld wordt dat de platforms vmbo bij de samenstelling van de registercommissies een aantoonbare rol spelen. Daarnaast zou onderzocht moeten worden hoe de samenwerking met het mbo en het bedrijfsleven een plek kan krijgen in de registercommissie. 11

3. Scholingsvraag en -aanbod 3.1 Zicht op de scholingsbehoefte 3.1.1 Bronnen Voor het ontwikkelen en uitvoeren van een passend scholingsaanbod is het noodzakelijk om een goed zicht te hebben op de actuele en verwachte scholingsbehoefte van de beroepsgerichte docenten in het vmbo. Hiervoor zijn verschillende bronnen beschikbaar: de platforms, een inventarisatie naar scholingsbehoefte en aanbod uit 2014 (zie 3.1.2) en de pilotscholen. Naar aanleiding van de presentatie van de bevindingen in dit rapport tijdens een bijeenkomst van SPV (zie ook bij inleiding), hebben de platforms daarnaast een actueel overzicht van de scholingsbehoefte opgesteld. De bijlage achterin dit rapport bevat een overzicht van de scholingsbehoefte van de beroepsgerichte docenten (versie november 2015). Het overzicht is gebaseerd op de genoemde bronnen, behalve de scholingsmatrix. In de volgende paragraaf wordt toegelicht waarom de scholingsmatrix voor dit overzicht in deze rapportage buiten beschouwing is gelaten. 3.1.2 De scholingsmatrix De scholingsmatrix is in 2014 door SPV in opdracht van de Onderwijscooperatie ontwikkeld ter voorbereiding op de invoering van de nieuwe examenprogramma s. Met een enquete onder docenten is onderzocht welke scholingsvragen naar de mening van de beroepsgroep zouden ontstaan bij de invoering van nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s. Daarnaast is geinventariseerd welke organisaties de gevraagde na- en bijscholing kunnen verzorgen. Deze inventarisatie heeft geleid tot een zogenaamde scholingsmatrix voor de profielen BWI, PIE, MT, Z&W, E&O, HBR en MVI. Omdat de ontwikkeling van de profielen Dienstverlening en producten, Groen en Maritiem en Techniek later is gestart, zijn deze niet meegenomen in de matrix. Tijdens de gesprekken met de platformvertegenwoordigers is verkend of de matrix het uitgangspunt zou kunnen vormen voor de inhoud van een collectief nascholingsaanbod. Hieruit komt naar voren dat de scholingsmatrix voor een aantal platforms het overzicht van de scholingsbehoefte van docenten vormt, maar dat andere platforms hiervoor eigen inventarisaties gebruiken en bij het invullen vooral hebben gekeken naar de aanbieders van scholing. Daarnaast is de scholingsmatrix niet compleet en actueel omdat niet alle platforms het document uitvoerig invulden of ten tijde van het invullen niet over alle informatie beschikten. Bovendien is er zo n anderhalf jaar verstreken en is het scholingsaanbod rond de nieuwe profielen erg in ontwikkeling. Het lijkt er sterk op dat de scholingsmatrix op zichzelf onvoldoende zicht biedt op de scholingsbehoefte van docenten. 3.1.3 De platforms over de scholingsbehoefte Op het Netwerk VMBO van de AOC Raad (Groen) en het Platform Allround vmbo (voorheen SDV) na geven de platforms aan dat ze goed zicht hebben op de scholingsbehoefte van hun docenten, vooral als het gaat om het profielvak. Voor de keuzevakken geldt dat niet alle 12

scholen al een definitieve keuze voor het aanbod gemaakt hebben. Daardoor is ook niet duidelijk waar de scholingsbehoefte zal liggen. Sommige platforms gaan er van uit dat scholen alleen de keuzevakken aanbieden waarvoor docenten beschikbaar zijn, en verwachten daarom geen of een beperkte scholingsvraag. De directe scholingsvraag is op dit moment bij de meeste platforms vooral gericht op onderwerpen in de profielvakken die voorheen geen deel uitmaakten van het examenprogramma. Een aantal platforms houdt er rekening mee dat er in de tweede helft van dit schooljaar een grotere scholingsvraag gaat ontstaan. Scholen zullen dan weten welke keuzevakken ze gaan aanbieden en de nieuwe methodes zijn dan klaar. Daarnaast is de verwachting dat een (beperkt) aantal scholen een versnelling in hun invoeringstraject zullen moeten maken. Ook hieruit kunnen scholingsvragen voortkomen. 3.1.4 De scholingsbehoefte van de pilotscholen Het is aannemelijk dat de meest urgente scholingsbehoefte van docenten van de pilotscholen, die al bezig zijn met de uitvoering van de vernieuwde examenprogramma s, representatief is voor de totale beroepsgroep. In de Tussenevaluatie vernieuwing beroepsgerichte programma s staat een overzicht van de bijscholing die op verzoek van de pilotdocenten is verzorgd in de eerste twee pilotjaren (schooljaren 2013-14 en 2014-15). Het betreft de volgende onderwerpen: Profiel Groen: Beoordelen en bemonsteren van water; innovatie rond water Profiel D&P: Werken met ICT Profiel M&T: Transport: Een laadplan maken, aslast berekeningen maken, het laden van een voertuig Profiel PIE: 3D tekenen: Stabi-CAD, Sketch-up en Solidworks Profiel BWI: idem Profiel E&O: Webshop; Logistiek Profiel Z&W: EHBO Profiel MVI: Werken met en aan hardware In een van de gesprekken werd daarnaast naar voren gebracht dat de pilotscholen ervaren dat de scholing veel tijd vraagt. Voor kleine scholen is het lastig deze tijd te organiseren. 3.1.5 Scholingsbehoefte op het gebied van LOB Ter afsluiting van deze paragraaf wordt kort ingegaan op de scholingsbehoefte op het terrein van loopbaanoriëntatie en begeleiding als onderdeel van de nieuwe examenprogramma s. SPV constateert in Op weg naar een nieuw VMBO (concept versie 2, 30 maart 2015) dat docenten veel behoefte hebben aan professionalisering en ondersteuning op dit gebied, naast antwoord op vragen als: hoe organiseer ik LOB in de school, hoe maak ik voldoende tijd vrij voor loopbaangesprekken en hoe kom ik van op zichzelf staande LOB-activiteiten tot gericht LOB-beleid? LOB is niet expliciet meegenomen in de eerder genoemde inventarisaties, maar tijdens de gesprekken met platformvertegenwoordigers is aangeven dat er bij de scholen duidelijk veel behoefte is aan scholing op dit onderwerp. Voorbeelden van scholingsvragen zijn op dit moment de implementatie van LOB en het voeren van loopbaangesprekken. 13

3.2 De ontwikkeling, organisatie en uitvoering van het scholingsaanbod 3.2.1 Het scholingsaanbod Zoals eerder werd aangegeven, wordt de scholing in het kader van de nieuwe examenprogramma s verzorgd door de platforms beroepsgerichte programma s in samenwerking met het bedrijfsleven, nascholingsinstellingen en mbo-instellingen. Er moet een gezamenlijk scholingsaanbod ontstaan dat toegankelijk is voor alle beroepsgerichte docenten en waarmee deze zich kunnen toerusten op de uitvoering van de nieuwe examenprogramma s. Voor alle profielen worden op dit moment meerdere keren per jaar scholingsactiviteiten georganiseerd door de platforms. Dit gebeurt in de vorm van landelijke en/of regionale platformbijeenkomsten, trainingen en workshops. Externe aanbieders In de gesprekken is door enkele platforms aangegeven dat het scholingsaanbod van externe aanbieders inhoudelijk vaak te diep gaat voor de kennis die vmbo-docenten nodig hebben om het profielvak aan te kunnen bieden. Delen uit een bestaande cursus of training zijn interessant, maar niet de complete training. Soms is er veel overleg met externe scholingsaanbieders nodig om te komen tot een aanbod dat goed aansluit bij de scholingsbehoefte. Lerarenopleidingen Vanuit de initiële lerarenopleidingen wordt momenteel niet of nauwelijks na- of bijscholing aangeboden die aansluit bij de hiervoor beschreven scholingsbehoefte van de beroepsgerichte docenten in het vmbo. Zo geeft: het platform PIE aan een aantal lerarenopleidingen benaderd te hebben om bij- of nascholing te verzorgen, maar deze bleken geen passend aanbod te hebben. Uiteindelijk hebben de brancheorganisaties een voorfinanciering aan het platform gegeven voor het ontwikkelen en organiseren van de scholing voor docenten. In de Tussenevaluatie vernieuwing vmbo wordt opgemerkt dat de relatief geringe omvang er voor zorgt dat de beroepsgroep niet echt interessant is voor scholingsinstellingen, zowel voor de initiële scholing als voor na- en bijscholing. LOB Voor LOB worden, behalve door het platform Techniek, geen aparte scholingsactiviteiten door de platforms georganiseerd. De scholen organiseren zelf hun scholing op dit onderwerp. Wel staat LOB bij alle platforms op de agenda en vindt er kennisuitwisseling plaats, zo worden tijdens de bijeenkomsten bijvoorbeeld good practices gedeeld. Voor een overzicht van de huidige scholingsactiviteiten van de platforms naast de reguliere platformbijeenkomsten, wordt verwezen naar de bijlage. 14

3.2.2 De rol van de platforms De platforms hebben verschillende opvattingen over hun rol bij het organiseren van scholing voor hun leden. Dit varieert van het zelf ontwikken en aanbieden van trainingen tot het vervullen van een soort makelaarsrol richting externe scholingsaanbieders. Daarbij gaat het om de afstemming van de inhoud van trainingen op de behoefte van docenten, het maken van prijsafspraken en het onder de aandacht brengen van scholingsaanbod. Ook zijn er enkele platforms die voor zichzelf geen rol zien weggelegd in het organiseren van scholingsactiviteiten. Tijdens de gesprekken brachten meerdere platforms naar voren dat de afstemming met scholingsaanbieders intensief overleg vraagt en veel tijd kost. Ook het zelf ontwikkelen van trainingen en cursussen is arbeidsintensief. Sommige platforms voelen zich vanwege de gevraagde tijdsinvestering genoodzaakt om hun ambities ten aanzien van het organiseren van scholingsactiviteiten voor profiel- en keuzevakken bij te stellen. De meeste platforms werken direct of indirect samen met het (regionale) werkveld en/of brancheorganisaties bij het organiseren van scholingsactiviteiten, die worden uitgevoerd door externe scholingsaanbieders, (regionale) bedrijven, mbo-instellingen of de platformleden zelf. Vanuit het bedrijfsleven, met name in de sector Techniek, is belangstelling om na- en bijscholing van docenten te verzorgen. Het gaat dan vooral om vakinhoudelijke bijscholing (Tussenevaluatie vernieuwing vmbo). Een aantal platforms organiseert bewust scholingsactiviteiten in de regio, met regionale scholingsaanbieders of bedrijven, of is van plan om dit te doen. Enkele platforms zien een verschil tussen hun rol bij de scholing op het gebied van het profielvak en scholing op het gebied van keuzevakken: bij het profielvak is het platform initiatiefnemer, bij de keuzevakken is de rol van het platform meer faciliterend. In deze visie is de taak van een platform gelegen in het ondersteunen van docenten bij het realiseren van een bekwaamheid in het profielvak. Bekwaamheid op het gebied van keuzevakken is primair de taak van de scholen, die hierbij zelf het voortouw moeten nemen. Het platform is weliswaar dan niet de initiatiefnemer, maar kan in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als de brancheorganisatie of meerdere scholen daar om vragen, een ondersteunende rol spelen. Van onderlinge samenwerking tussen de platforms is bij de ontwikkeling en/of uitvoering van scholingsactiviteiten nog geen sprake, hoewel een aantal platforms graag een kruisbestuiving op bepaalde scholingsonderwerpen zou zien. 3.2.3 Het gezamenlijke scholingsaanbod Uit de gesprekken komt het beeld naar voren dat de platforms (nog) geen eenduidige beelden van een gezamenlijk scholingsaanbod hebben. Er zijn nog verschillende vragen te beantwoorden, zoals bijvoorbeeld: Wat houdt een gezamenlijk of collectief aanbod in? Betekent een dergelijk scholingsaanbod ook dat er samengewerkt wordt tussen 2 of meer platforms bij het ontwikkelen van een scholingsaanbod op keuzevakken met een wat algemener karakter? Kan een docent straks gebruik maken van scholingsactiviteiten die door een ander platform aangeboden worden en zo ja, tegen welke prijs? 15

Waaruit bestaat een gezamenlijk scholingsaanbod straks? Gaat het alleen om vakgerichte scholing, of behoren LOB en pedagogisch-didactische onderwerpen ook tot de inhoud? Hoort professionalisering van leidinggevenden ook in een scholingsaanbod thuis? Welk type scholingsactiviteiten hoort hierbij? Betreft het alleen trainingen en cursussen, of horen activiteiten als netwerkbijeenkomsten en docentstages ook bij het aanbod? Bestaat het collectief scholingsaanbod straks alleen uit gevalideerde scholingsactiviteiten of krijgen niet-gevalideerde scholingactiviteiten ook een plek? Welke kwaliteitseisen worden gesteld aan de inhoud van dit scholingsaanbod? Bieden de valideringseisen voldoende waarborgen, of is het wenselijk om aanvullende eisen te formuleren? Hoe willen de gezamenlijke platforms het gebruik van het gezamenlijke scholingsaanbod stimuleren? Is een uniforme uitstraling in de presentatie van het gezamenlijke scholingsaanbod wenselijk? Welke rol krijgen de secretarissen van de platforms bij de uitvoering van een collectief scholingsaanbod? 3.3 De vindplaats van het scholingsaanbod 3.3.1 De website Er is afgesproken om het gezamenlijke scholingsaanbod vooralsnog te plaatsen op de website www.vernieuwingvmbo.nl. Op de websites van de verschillende platforms komt een link naar het aanbod. Op termijn is het de bedoeling om het scholingsaanbod over te zetten naar de website van de Onderwijscoöperatie (www.onderwijscooperatie.nl). Het collectief scholingsaanbod wordt in de loop van het schooljaar 2015-2016 digitaal ontsloten voor de scholen. 3.3.2 Het vullen van de website De in 2014 ontwikkelde scholingsmatrix vormt de basis voor het vullen van de website. Zoals eerder gezegd (zie 3.1.2), is de scholingsmatrix echter niet compleet en actueel. Ook moet er rekening mee worden gehouden dat niet alle aanbod van de in de matrix genoemde scholingsaanbieders goed is afgestemd op de scholingsbehoefte van vmbo-docenten In de gesprekken met vertegenwoordigers bleek dat het scholingsaanbod van externe aanbieders inhoudelijk vaak te diep gaat voor de kennis die vmbo-docenten nodig hebben om het profielvak aan te kunnen bieden. Soms is er veel overleg met externe scholingsaanbieders nodig om te komen tot een aanbod dat goed aansluit bij de scholingsbehoefte (zie ook 3.2.1). Beide constateringen roepen de vraag op of de huidige scholingsmatrix op zichzelf voldoende basis biedt voor de presentatie van een passend scholingsaanbod. 3.3.3 Technisch en inhoudelijk beheer van de website Een website vereist inhoudelijk en technisch beheer, denk bijvoorbeeld aan het vullen van de website, het actueel houden ervan, het bewaken of de content voldoet aan de eisen, het monitoren van de resultaten enzovoorts. Over de organisatie van de backoffice, het 16

inhoudelijk en technisch beheer (ook op de langere termijn) en de financiële aspecten zijn, voor zover bekend, nog geen afspraken gemaakt in de driehoek SPV - OCW - Onderwijscoöperatie. 3.4 Raakvlakken met andere trajecten Het programmaplan Vernieuwd vmbo kent een specifieke programmalijn professionalisering. Daarnaast komt professionalisering ook aan bod in andere programmalijnen, zoals programmalijn D regionale samenwerking onderwijs-bedrijfsleven. Juist ook het vervolgonderwijs en (regionale) arbeidsmarktpartijen kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van een vakgericht na- en bijscholingsaanbod voor docenten in het vmbo. Vanuit het bedrijfsleven ligt hier, onder andere vanuit Techniekpact in eerste instantie het accent op techniek, maar de bedoeling is om dit zo snel mogelijk te verbreden naar alle sectoren. Ook binnen het traject rond een digitale toetsitembank zal scholing van docenten een onderdeel zijn. 17

4. Validering van het scholingsaanbod 4.1 De stand van zaken Zoals in hoofdstuk 2 is toegelicht, is het voor de (her)registratie van de beroepsgerichte docenten vmbo in het lerarenregister van belang dat zij kunnen aantonen dat scholingsactiviteiten daadwerkelijk zijn gevolgd en afgesloten en dat het relevantie bezit. Gevalideerde scholingsactiviteiten met een certificaat als bewijsstuk kunnen in het registerdossier gezet worden. Bij niet-gevalideerde scholingsactiviteiten moet eveneens een bewijsstuk worden overhandigd, bijvoorbeeld een op naam gesteld diploma, (deel)certificaat, toets- of examenresultaat of een bewijs van deelname/participatie. Tevens moet de docent aangeven waarom de gevolgde scholing relevant is voor zijn beroepsuitoefening. Uit de gesprekken blijkt dat de meeste platforms hun (huidige) scholingsaanbod (nog) niet ter validering hebben aangeboden aan registerleraren.nl, hoewel bij iedereen de intentie aanwezig is om dit wel te doen. Onduidelijk is of de cursisten bij de reeds afgesloten scholingsactiviteiten een bewijs van deelname of een ander bewijsstuk hebben gekregen. 4.2 Validering en bevoegdheid Een bevoegdheid vormt een basisvoorwaarde voor registratie in het lerarenregister. De conversietabel biedt duidelijkheid over welk getuigschrift tot welke bevoegdheid leidt in het licht van de invoering van de nieuwe profielvakken; daarmee laat een conversietabel ook zien waar nog eventuele leemtes zitten. Over de wijze waarop deze docenten alsnog volledig bevoegd kunnen raken, dienen nadere afspraken gemaakt te worden tussen OCW, SPV en de VO-raad. Het professionaliseringstraject heeft primair tot doel om de bekwaamheid van docenten te onderhouden en ervoor zorg te dragen dat docenten de juiste bagage hebben om het nieuwe profielvak te kunnen geven. Het volgen van gevalideerde scholingsonderdelen uit het scholingsaanbod stelt de docent in de gelegenheid te laten zien dat hij gericht aan het onderhoud van zijn bekwaamheid werkt. Voorkomen moet worden dat docenten nu enthousiast scholingsactiviteiten volgen om later te ontdekken dat deze niet passen bij de bevoegd- en bekwaamheideisen. 4.3 Adviezen over validering Zoals in hoofdstuk werd aangegeven, heeft SPV in het kader van de registerpilot in 2014 een advies opgesteld over de eisen die gesteld kunnen worden aan de validering van scholingsactiviteiten voor de beroepsgroep. Hierin wordt ingegaan op het gebruik van de scholingsmatrix, de rol van de aanbieders, de geldigheidsduur van de validering en de samenstelling van de registercommissie, die het scholingsaanbod valideert. Dit advies heeft, voor zover bekend, nog niet geleid tot concrete vervolgstappen of afspraken. 18

5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies 5.1.1 Aanpak De platforms hebben, op eigen initiatief, de acute scholingsvraag van docenten opgepakt. Door de ervaringen van de pilotscholen en diverse inventarisaties onder hun leden, is er zicht op de scholingsbehoeften van docenten in de vernieuwde examenprogramma s. Dit geldt vooral voor de profielvakken. De latere inventarisaties zijn daarbij een waardevolle aanvulling op de eerste inventarisatie, die geleid heeft tot de scholingsmatrix. Deze scholingsmatrix is inmiddels niet meer actueel en compleet, waardoor hij niet geschikt is om als enige bron voor een nascholingsaanbod te fungeren. De platforms organiseren sinds vorig schooljaar verschillende scholingsactiviteiten specifiek gericht op de nieuwe profielen. In het kader van deze rapportage is niet onderzocht of deze scholingsactiviteiten voldoende dekkend zijn om er voor te zorgen dat alle huidige docenten voldoende bagage hebben om zelf de profielvakken met alle bijbehorende modules vanaf 1 augustus a.s. uit te kunnen voeren. Onduidelijk is ook of er inzicht is in het aantal docenten dat met de scholingsactiviteiten in de afgelopen tijd en in de resterende maanden van dit schooljaar kan worden bereikt, en hoe dit doorloopt in het schooljaar 2016-2017 en eventueel daarna. Het is aan te bevelen om als platforms dit complexe project planmatig aan te pakken en een (middel)lange termijnplanning op te stellen waarin rekening wordt gehouden met aantallen scholingsdeelnemers, de doorlooptijd van trainingen en cursussen en de frequentie waarin deze (kunnen) worden aangeboden. Het neerzetten van een kwalitatief goed inhoudelijk scholingsaanbod gaat verder dan het zoeken en vinden van de juiste scholingsaanbieders. De ervaring is dat het de nodige afstemming met externe scholingsaanbieders vergt om tot een passend aanbod te komen. Platforms investeren hierin, maar lopen tegen hun grenzen met de huidige financiële middelen die zij hiervoor hebben. Geadviseerd wordt om, gekoppeld aan de eerder genoemde planning, systematisch voor alle profielen in kaart te brengen welke inzet (financieel en in menskracht) nodig is om het gewenste scholingsaanbod te ontwikkelen. Alleen zo kan de bandbreedte van de ambitie worden vastgesteld en kan zicht worden verkregen op de onderdelen waar mogelijke knelpunten ontstaan. Hier kunnen vervolgens in de driehoek OCW Onderwijscoöperatie - SPV gerichte afspraken over gemaakt worden als dat nodig is. 5.1.2 Samenwerking Als de sector een gezamenlijk scholingsaanbod wil realiseren dat toegankelijk is voor alle beroepsgerichte docenten en waarmee deze zich kunnen toerusten op de uitvoering van de nieuwe examenprogramma s, vraagt dat van de platforms meer samenwerking en afspraken dan tot dusver het geval is. Op dit moment is er van onderlinge samenwerking bij de ontwikkeling en/of uitvoering van scholingsactiviteiten nog geen sprake en eenduidige beelden hierover ontbreken. Geadviseerd wordt om de vragen die hierover tijdens de gesprekken naar voren kwamen (zie 3.2.3), als vertrekpunt te nemen voor de uitwisseling. Een van de onderwerpen in dit gesprek is de rol die een platform speelt in het organiseren van scholingsactiviteiten, zowel voor de profiel- als de keuzevakken als profieloverstijgende 19

thema s als LOB en de organisatie van de nieuwe programma s. Als autonome organisaties geven de platforms hier momenteel hun eigen inkleuring aan. Met elkaar zal moeten worden afgetast of de huidige diversiteit in rolinvulling aansluit bij het streven naar het realiseren van een gezamenlijk scholingsaanbod. Als laatste punt wordt hier genoemd dat het ook van belang is om met elkaar vast te stellen in hoeverre het gewenst is om een verbinding te leggen met andere projecten of trajecten waar een relatie is met scholing voor vmbo-docenten zoals het project rond een examenbank en programmalijn D uit het programmaplan Vernieuwd vmbo (Regionale samenwerking onderwijs - bedrijfsleven). Docenten wensen een gebruikersvriendelijke vindplaats waar alle relevante informatie over scholing bij elkaar staat, ongeacht de bron. 5.1.3 Beroeps- en bekwaamheidseisen Een gemeenschappelijk scholingsaanbod, met de huidige scholingsactiviteiten als onderdeel daarvan, staat niet los van het voldoen aan beroeps- en bekwaamheidseisen door docenten. Het is goed dat hierover binnen afzienbare termijn duidelijkheid komt in de herziene Regeling conversietabel getuigschriften en vakken VO. De beroeps- en bekwaamheidseisen bieden daarnaast een formele basis voor de inrichting van scholingsaanbod, en daarmee voor de validering (van een deel) ervan. Over dit laatste moeten afspraken gemaakt worden. Enerzijds gaat het daarbij om de werkwijze die gevolgd wordt bij de validering. Het advies dat SPV in 2014 hierover opstelde in het kader van de registerpilot, kan daarbij als vertrekpunt dienen. Anderzijds gaat het om de scholingsactiviteiten die de platforms in de afgelopen tijd hebben georganiseerd, en waarvan de meeste nog niet gevalideerd zijn. Voorkomen moet worden dat er op een later tijdstip frustraties bij docenten en scholen ontstaan, bijvoorbeeld omdat de gevolgde scholing toch niet aan de eisen blijkt te voldoen. De validatie van de scholingsactiviteiten moet daarnaast een van de onderwerpen zijn in het gesprek van de platforms over het scholingsaanbod. In relatie tot de beroeps- en bekwaamheidseisen is het een zorgwekkende constatering dat er vanuit de initiële lerarenopleidingen, om op zichzelf legitieme redenen, geen dekkend aanbod aan lerarenopleidingen in beroepsgerichte vmbo-vakken bestaat, en dat er vanuit die kant daarnaast weinig animo lijkt te zijn om een dekkend na- of bijscholingsaanbod voor de beroepsgroep te ontwikkelen. Er zijn in het verleden al diverse (onderzoeks)rapporten geschreven over de aansluiting van de lerarenopleidingen en de onderwijspraktijk in het (v)mbo, maar tot concrete veranderingen lijkt dit nog niet te hebben geleid. Gesprekken tussen SPV en de lerarenopleidingen leiden evenmin tot resultaten. Omdat deze kwestie al langere tijd speelt, is het in het belang van alle betrokkenen beroepsgerichte docenten vmbo, scholen, de Onderwijscoöperatie als vertegenwoordiger van de beroepsgroep, OCW en de lerarenopleidingen dat er binnen afzienbare tijd een doorbraak wordt bereikt. 20

5.2 Aanbevelingen Naar aanleiding van de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: Voor de platforms Pak de ontwikkeling en uitvoering van scholingsaanbod planmatig aan, met een (middel)lange termijnplanning waarin rekening wordt gehouden met aantallen scholingsdeelnemers, de doorlooptijd van trainingen en cursussen en de frequentie van het aanbod, en maak per profiel inzichtelijk welke inzet (financieel en in menskracht) nodig is. Stel vast wat een realistische ambitie is en waar mogelijke knelpunten kunnen ontstaan. Peil de scholingsbehoefte regelmatig, deze kan veranderen naarmate het invoeringstraject vordert. Pak de ontwikkeling en uitvoering van het scholingsaanbod voor de sector gezamenlijk op als platforms. Ontwikkel eenduidige beelden bij het scholingsaanbod en maak gezamenlijke afspraken over de inhoud, de borging van de toegankelijkheid van het scholingsaanbod voor alle beroepsgerichte vmbo-docenten, de organisatie, de uitvoering, de rol van de platforms, de validering van het scholingsaanbod. Vertrekpunt kunnen de vragen zijn die in de gesprekken met de kwartiermaker naar voren kwamen en die in dit rapport beschreven staan in paragraaf 3.2.3. Stel ook met elkaar vast in hoeverre het gewenst is om een verbinding te leggen met andere projecten of trajecten waar een relatie is met scholing voor vmbo-docenten. Voor OCW / VO-raad Schep helderheid over financiële middelen en voorwaarden voor de ontwikkeling van het scholingsaanbod voor de beroepsgroep van beroepsgerichte vmbo-docenten. Voor SPV en de Onderwijscoöperatie Maak afspraken over de werkwijze van de validatie van het toekomstig scholingsaanbod en over de validatie van de scholingsactiviteiten die al zijn verzorgd door de platforms. Voor OCW, de Onderwijscoöperatie en de lerarenopleidingen Werk toe naar een gezamenlijke oplossing voor de gebrekkige aansluiting tussen de inhoud en het aanbod van lerarenopleidingen en de onderwijspraktijk in het (v)mbo. 21

Bijlage Overzicht scholingsbehoefte per profielvak en huidig scholingsaanbod vanuit de platforms Toelichting Dit overzicht is tot stand gekomen op basis van de gevoerde gesprekken met vertegenwoordigers van de beroepsgerichte platforms vmbo, het overzicht van de eerste naen bijscholing voor de pilotscholen uit de Tussenevaluatie vernieuwing beroepsgerichte programma s (juli 2015) en een overzicht van de scholingsbehoefte dat in oktober 2015 is opgesteld door de platforms. Het geeft de stand van zaken in de periode september oktober 2015 weer. Het profiel Maritiem en Techniek is daarbij niet meegenomen. De kolom Scholingsbehoefte profielvak is ingevuld op basis van deze drie bronnen. De informatie in de kolommen Scholingsbehoefte keuzevak, Overige scholingsbehoefte en Huidig scholingsaanbod vanuit platform is gebaseerd op de gesprekken tussen de kwartiermaker en de vertegenwoordigers van de platforms. De eventuele opmerkingen zijn gebaseerd op informatie uit de gesprekken en/of het overzicht van de platforms uit oktober.. 22