Assertiviteitsfasen Zelfvertrouwen Positief zelfbeeld Positieve intelligentie Communicatievaardigheden Gouden basisregels Conflicthantering



Vergelijkbare documenten
Assertiviteitsfasen Zelfvertrouwen Positief zelfbeeld Positieve intelligentie Communicatievaardigheden Gouden basisregels Conflicthantering

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

ASSERTIVITEITSTEST. Kunt in de meeste situaties kiezen welk gedrag u gaat vertonen?

Verbindingsactietraining

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Feedback geven en ontvangen

Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

Assertiviteitstest: kom jij op voor jezelf?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Vanjezelfhouden.nl 1

Wat wil jij? Wat wil ik?

Vrienden kun je leren

Informatie voor ouders

Secretary Management Master

1 Subassertiviteit. H et is december. Het nieuwe jaar staat voor de deur en Hans Verbeek,

Voormeting kandidaat

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Assertiviteit. e-book

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

WERKBOEK Loopbaanbegeleiding

Workshop overtuigingen

Cursusspel. GGNet Communicatie

GRONDHOUDINGEN IN HET OMGAAN MET (KANSARME) MENSEN

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Leonie Linssen

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

PeerEducatie Handboek voor Peers

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Assertief op het werk

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Soms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw

WAAROM DIT BOEKJE? RESPECT

Hoe haal ik het beste uit mijn medewerkers? 2016 Christine Bender Coaching & Consulting 1

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Succes: jouw eigen formule Oefeningen Opgedragen aan iedereen die bereid is om te groeien

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.

ASSERTIVITEIT

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Je doel behalen met NLP.

Gedragscode. Gewoon goed doen

glijden. Ik zie ze zachtjes wegstromen, oplossen en verdwijnen, om nooit meer terug te keren.

3 Hoogbegaafdheid op school

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Luisteren en samenvatten

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Nummer 1 December Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Werkboek Het is mijn leven

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

Bonus Rapport : Weg met die smoesjes!

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk

Dialogen website Motiveren tot rookstop

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

ADHD: je kunt t niet zien

ASSERTIVITEIT & ZELFVERTROUWEN

Workshop Telefonisch Afspraken Maken

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Colofon: Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, 2015.

Toetsopdracht. Methodische Praktijkbegeleiding (MPB) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

-1- Mijn geluk wordt niet veroorzaakt door iets van buiten het is mijn staat van Zijn

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

ZML SO Leerlijn Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag

Onderhandelen op basis van win win. Drs. Anna T. de Boer

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Transcriptie:

Inspiratietips om je assertiever en duurzaam te gedragen Assertiviteitsfasen Zelfvertrouwen Positief zelfbeeld Positieve intelligentie Communicatievaardigheden Gouden basisregels Conflicthantering Assertiviteitsfasen Assertief gedrag wordt vaak verward met subassertief of agressief gedrag. Onterecht, gezien de drie assertiviteitsfasen. Subassertief gedrag Agressief gedrag Assertief gedrag Je geeft snel toe. Je drijft je zin door. Je bent zelfverzekerd en ontspannen. Je vermijdt onenigheid. Je manipuleert. Je zegt wat je wilt, wat je voelt. Je denkt het één, maar zegt/doet het ander. Je negeert anderen. Je reageert welwillend op kritiek en waardering. Je geeft niet aan wat je Je overheerst anderen. Je spreekt duidelijk en niet wilt/wat je van iets vindt. Je spreekt op een timide, onzekere, verontschuldigende toon. Je kijkt verlegen, onzeker met gebogen hoofd, met neergeslagen ogen. Je maakt geen oogcontact. Je hand- en armbewegingen zijn nerveus, onrustig, met afhangende schouders. Je wilt niet opvallen, waardoor je met afhangende schouders in elkaar gedoken zit/staat. Je spreekt met bijtende spot, op aanmatigende toon. Je lichaamshouding is gespannen. Je toont een wijzende vinger. Je oogt bedreigend. binnensmonds. Je hebt een open, fiere houding. Je kijkt een ander aan. Je gezichtsuitdrukking is eerlijk, tevreden, glimlachend. Je handen en armen zijn ontspannen.

Zelfvertrouwen Assertief gedrag heeft óók met zelfvertrouwen te maken. Je vergroot je zelfvertrouwen door je zelfbeeld te verbeteren, door je mentale plaatje bij te stellen én door je irrationele gedachtegangen te transformeren naar meer rationele gedachtegangen. Positief zelfbeeld Je ziet jezelf als heel waardevol. Je ziet jezelf als uniek. Je vergelijkt jezelf niet met een ander. Je blijft altijd dicht bij jezelf. Je verloochent jezelf nooit. Je houdt vast aan je eigen normen en waarden. Je leidt je leven volgens je eigen maatstaven. Je weet wat je waard bent. Je hebt de goedkeuring van anderen niet nodig. Je stelt jezelf in een positief daglicht. Je bent gelukkig met jezelf. Je grossiert in complimenten over jezelf. Je geeft jezelf elke dag minstens één compliment. Je waardeert je eigen capaciteiten. Je hebt oog voor je successen. Je dreunt je successen keer op keer op. Je kijkt naar je sterke punten, naar alles wat je representeert, naar alles wat je zo goed kunt. Je bent niet al te kritisch over jezelf. Je herformuleert je zelfveroordelingen in positieve zin. Je hebt zelfwaardering en zelfrespect. Immers, als jij jezelf al niet respecteert, hoe kan een ander dan eerbied voor je hebben? Je praat positief over jezelf. Je spreekt jezelf met positieve affirmaties toe. Ik ben tevreden met mijzelf. Oké, ik heb mijn tekortkomingen maar wie heeft die niet? Alleen mijn eigen mening telt, wat anderen over mij zeggen, dát is minder relevant. Daarvan ben ík niet afhankelijk. Je erkent dat geen enkel mens volmaakt is. Je bent tevreden over de wijze waarop je iets doet: goed is goed genoeg. Je stelt jezelf geen onrealistische eisen. Je legt de lat niet (meer) zo hoog. Je moet niet meer van alles van jezelf. Je beoordeelt en veroordeelt jezelf niet. Je accepteert jezelf (je innerlijke criticus) zoals je bent, jij met jouw gebreken. Je gaat uit van JEZELF. Je wacht niet op de bevestiging van anderen. Je laat je zelfwaardering niet afhangen van die zaken waarover je geen controle hebt. Je concentreert je op het heden en op de toekomst, op alle mogelijkheden die je nog voor je hebt liggen. Je blijft niet hangen in het verleden, maar trekt je lessen daaruit. Je bent ervan overtuigd dat niet alles aan jou ligt.

Positieve intelligentie Je bent relaxed. Je relativeert. Je denkt meer in grijstinten. Je checkt of je gedachten juist zijn. Je bent je bewust van indoctrinerende gedachten, zoals ik word gemanipuleerd. Je richt je op de oplossingen van een probleem. Je denkt in uitdagingen, in kansen. Je maakt een positieve vertaalslag. Als ik nee zeg, dan zal ze wel boos worden. Maar ik wil geen ruzie met haar krijgen. Ik wil haar niet teleurstellen. Hoe zeker ben ik ervan dat ze boos zal worden. En mocht dat het geval zijn, hoe vervelend is dat dan? Bovendien, ik heb toch ook het recht om nee te zeggen. Dat mag ze op zijn minst toch wel respecteren. Ze zal mij wel een zeur vinden, als ik niets met haar ga drinken, alleen maar omdat ik morgen weer vroeg op moet. Als ik voor mijn belangen opkom, dan ben ik toch nog geen zeur. Mijn moeder zal mij wel een egoïst vinden, als ik.. Nee zeggen staat toch niet gelijk aan egoïsme! Dadelijk vragen mijn vriendinnen mij nooit meer om met hen samen te gaan eten. Angst is een slechte raadgever. Moet ik nu alleen maar ja zeggen uit angst dat ik nooit meer gevraagd word? Ik vind het zo zielig voor haar, nu zal ze dit weekend wel alleen zitten. In hoeverre ben ik verantwoordelijk voor het gegeven dat ze dit weekend mogelijk alleen zal zitten? En is dat wel zo? Zijn er geen andere vrienden met wie ze zal/kan afspreken? En wat als ik telkens ja zeg? In hoeverre maakt ze er dan nog wel werk van om nieuwe mensen te leren kennen? Je bekijkt je gedachten vanuit de empirische, pragmatische en filosofische invalshoek. Je verzamelt feiten om de juistheid van je gedachten te onderzoeken. Je gaat na of jouw ideeën jou helpen je doel te bereiken. Je beschouwt jouw oordeel over de wereld waarin wij leven. Je stelt je mentale plaatje bij en denkt aan al die rechten die je hebt. Rechten zoals Ik heb het recht om op een vraag/verzoek nee te zeggen. Ik heb het recht om voor mijn mening/wensen/gevoelens uit te komen. Ik heb het recht dat mijn mening/wensen/gevoelens worden gerespecteerd. Ik heb het recht anderen op hun voor mij vervelend gedrag aan te spreken.

Je hebt oog voor de verschillende vertaalslagen van jouw vastgenestelde overtuigingen. Subassertief gedrag Agressief gedrag Assertief gedrag Overtuigingen Ik kan dat niet. Ik wil dat dát doorgaat. Ik ga die uitdaging aan. Eens kijken hoe ze daarop reageert. Overtuigingen Ik ben inderdaad egoïstisch. Ze heeft gelijk. Zie je wel, ik heb gewoon gelijk. Ik heb recht op mijn mening. Zij heeft recht op haar mening. Dat neemt nog niet weg dat we geen vrienden meer kunnen en zullen zijn. Wie weet kunnen we elkaar dan wel weer op een ander vlak vinden. Overtuigingen Ik voel mij schuldig. Jij bent de schuldige. Ik vind het wijs als we de belangen van ons tweeën eens op een rij zetten. We kunnen beter samen tot een oplossing komen in plaats van een schuldige aan te wijzen. Overtuigingen Ik voel mij aangevallen, maar dat durf ik niet te zeggen. Nog even, en ik ontvlam in woede. Ik voel mij aangevallen. Graag wil ik met jou daarover praten.

Communicatievaardigheden Gouden basisregels Jezelf assertief opstellen betekent ook duidelijk communiceren, betekent een paar gouden basisregels in acht nemen. Gouden basisregels Je spreekt altijd in de ik-vorm en niet in de jij-vorm. Je geeft aan wat je voelt, denkt, wilt. Je beschrijft concreet het gedrag van de ander. Je maakt kenbaar hoe jij hét graag ziet. Voorbeeld Ik erger mij eraan, als je mij niet laat uitspreken. Ik wil graag dat je eerst naar mij luistert, voordat je mij je mening vertelt. Zullen we eens de proef op de som nemen. En kijken of het jou lukt om nee te zeggen? Oefening 1. Maak, ter voorbereiding, met het oog op het voeren van een paar assertiviteitsgesprekken de daarbij behorende assertiviteitsscripts (gespreksdraaiboek). Hanteer daarbij de woorden ik voel, ik vind, ik wil, zonder dat je je van smoesjes en/of excuses bedient. Houd tevens de volgende nee principes in gedachten. Hanteer de ik-vorm. Breng je gevoelens onder woorden. Houd het kort en algemeen. Geef geen gedetailleerde uitleg. Verdedig jezelf niet. Dit om onnodige discussies te vermijden. Kom met een alternatief/voorstel. 2. Maak na elk gesprek een kort verslag waarin je onder andere je gespreksvoering, je lichaamshouding en de daaruit sorterende effecten noteert. 3. Welke lering trek je nu daaruit? Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen? Conflicthantering Wil je er voor zorgen dat je nieuwe assertieve gedrag niet in een conflict uitmondt, maar dat eventuele tegenstrijdige gevoelens/wensen/belangen juist in goede banen worden geleid, breng dan de volgende tips in praktijk. Tips met als uitgangspunt dat je het conflict an sich scheidt van de persoon in kwestie met wie je in strijd bent. Verplaats je in de ander. Heb oog voor diens gevoelens. Begrijp zijn/haar emoties.

Luister actief. En recapituleer. Doe een symbolische handreiking. Spreek in de taal van de ander. Weet wat jezelf wilt vertellen. Heb aandacht voor de relatie, richt je op jullie probleem en niet op je gesprekspartner als tegenstander, als kwade genius. Samen moeten jullie er immers uitkomen. Kijk daarom vooruit en niet achteruit. Richt je op de gezamenlijke en verenigbare belangen, ook al lijkt het probleem op het eerste gezicht nog zo tegenstrijdig. Realiseer je dat beide partijen veelal meerdere belangen hebben. Geef daarom afwisselend een beschrijving van jullie belangen. Zoek naar een wederzijds voordeel. Stel de gezamenlijke belangen vast en bedenk middels brainstorming oplossingen die in beiderzijdse voordeel werken. Definieer daarvoor eerst het probleem, beschrijf de oorzaken, de symptomen, draag oplossingsideeën aan, onderhandel op basis van objectieve criteria en rond af met een beslissing over de te nemen stappen. Oordeel niet te voorbarig. Zoek niet naar die ene oplossing. En denk vooral niet de ander mag zijn probleem zelf oplossen. Volg concreet de volgende stappen. Je spreekt in de ik-vorm: ik voel/vind/wil (Ik vind het vervelend dat..). Je beschrijft het gedrag van de ander dat jou niet aanspreekt (Ik vind het onprettig dat je..). Je geeft aan hoe jij hét graag ziet (Ik zou graag willen dat..). Je formuleert eventueel een gemeenschappelijk voordeel.