Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5

Vergelijkbare documenten
Omgevingsdienst Midden-Holland. Regionaal Verkeersmodel (RVMH) 2.4. Technische rapportage

Verkeerseffecten stedelijke vernieuwing Jan van Riebeeck

Omgevingsdienst Midden-Holland. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 3.1 Technische rapportage

Uitgangspunten Verkeersmodel N34

AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND audit RVMK Holland Rijnland

Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/

Verkeersmodel Oldebroek. Aanvullend onderzoek verleggen aansluiting 17 Wezep A28

Oplegnotitie RVMK Holland Rijnland 3.0. Ter voorbereiding van het Ambtelijk Overleg 17 december 2013

1 Inleiding. 2 Werkwijze modelsysteem. Technisch document projectmodel N279 Herijking Veghel. Provincie Noord-Brabant. Technische rapportage

Gemeente Leiderdorp. Bijdrage IKEA-vestiging aan het verkeersbeeld in Leiderdorp; doorrekening met de RVMK 2007

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

1 Inleiding. Effecten openstelling Overdiemerweg. Gemeente Gooise Meren. 26 augustus 2016 Gim003/Sls 26 augustus 2016

N33 Assen - Zuidbroek

MER Waterfront. Opdrachtgever. Documentatie Verkeersprognoses. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK

Bijlage. 3 Verkeer. Verkeersmodel

Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten.

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Klankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid

1 Uitgangssituatie 2020 autonoom

Verkeersgegevens Recreatieverdeelweg 3e fase: technische specificatie

1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 15 februari 2018 TYN007/Ksg/

1 Inleiding. Verkeersmodel metropoolregio (V-MRDH) 1.0. Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Handleiding toepassing modelsysteem

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008

Gemeente Gaasterlân-Sleat. Actualisatie verkeersmodel

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel vast te stellen en het model voor gebruik beschikbaar stellen aan de MRDH-gemeenten.

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Verkeersmodel. Van SRE 2.0 naar SRE 3.0. Juni Carlo Bernards

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

1 Inleiding. Effecten aansluiten Ter Borch op A7. Gemeente Tynaarlo. 4 december 2015 TYN002/Ksg/

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontwikkeling Spaklerweg. Leeswijzer. Kroonenberg Groep. 9 augustus 2012 KBG002/Bkd/0008

Flevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC

STAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel

Informatieavond Verkeer 20 september 2012 De planstudie Ring Utrecht bevindt zich in de tweede fase van het onderzoeksproces. In de tweede fase wordt

Verkeerseffecten brugverbinding Eendragtspolder

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

Verkeersmodel Regio Kempen 2013

Verkeerseffect aanpassing bestemmingsplan 'De Driehoek', vier scenario s

1 Verkeermodel. Bestemmingsplan Larserknoop (reparatie) Gemeente Lelystad. Uitgangspunten notitie modelberekeningen. 6 januari 2016 LLS120/Bqt/0877.

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum

Toelichting verkeersmodellen

Bestemmingsplan Makado. Onderdeel verkeer

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 december Betreft Simulatie Herenweg Nollenweg

Onderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. de Monitoringstool NSL 2015

: Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen (P.J.M.G. Blanksma) : Actualisatie SRE verkeersmodel

Gemeente Geldrop-Mierlo. Modelberekeningen centrum Geldrop Verkeerskundige effecten van de centrumontwikkelingen volgens het Masterplan Centrum

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Ontwikkeling Winthonlaan te Utrecht. 2.1 Toelichting programma. BJZ.nu bestemmingsplannen

Van Riezen & Partners Eindrapportage. Transformatie ING panden Haarlemmerweg Verkeerskundige onderbouwing bestemmingsplan

Gemeente Gaasterlân-Sleat. Actualisatie verkeersmodel

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen

Zalmhaventoren. Technische. informatiebijeenkomst. verkeer en parkeren. Roel van Rijthoven Verkeersmodelspecialist Verkeer en Vervoer

Memo RVMK Holland Rijnland v3.1

Regio Twente. Opstellen multimodaal verkeersmodel

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase september 2015 MDL013/Fdf/0074.

Klankbordgroep. Presentatie verkeersmodel effect alternatieven Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid

1 Ontwikkeling hoofdwegennet

Inleiding: een nieuw verkeersmodel t.b.v. prognoses provinciale wegennet

1 Aanleiding en vraagstelling

Verkeersonderzoek Rossum Noord - t.b.v. realisatie 24 woningen in Rossum Noord - Gemeente Dinkelland

Verkeersmodellen. I-room RHDHV Amersfoort. Peter Nijhout en Jan Algra 12 juli 2018

Herstelmodelberekeningen t.b.v. bestemmingsplan IJsseldelta

Verkeersmodel op maat: sneller en beter

1 Inleiding. Verkeersonderzoek Marickenzijde. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: locatie nieuwbouwproject Marickenzijde. Gemeente De Ronde Venen

Big Data toegepast in verkeersmodel regio Rotterdam

Regionale afstemming en verkeersmodellen

1 Inleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting effect knip Klaaswaal. 29 juni 2018 ZHA355/Mes/

RAPPORT. Actualisatie verkeersmodel Beter Bereikbaar Wageningen. Technische rapportage. Provincie Gelderland

Verkeersanalyse PHS Boxtel Samenvatting

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Gemeente Amersfoort Definitief. Akoestische analyse Bestemmingsplan geluidswal Vathorst en Bergpas (west)

Tauw BV. Verkeersonderzoek Groeve Boudewijn

Bogermanschool Houten

Rapportage verkeerscijfers CO2-monitor

RAADSIN FORMATIE BRIE F 12R.00433

Gemeente Heusden. Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport

Verkeersontwikkeling plan Nieuwe Oostdijk in Goedereede

Verkeersonderzoek Ter Aar

StreamLine (Showcase Model Amsterdam)

memo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

- effecten uitbreiding transferium -

Acceptatieverslag. Verkeer en Vervoer. Datum: 30 oktober 2013 Project naam: Acceptatieverslag VRU 3.1u

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.

Wateringse Veld Noord. Verkeerskundig effect i.r.t. de A4

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Toelichting op vragen over het MER

Onderzoek verkeerseffecten bouwprogramma Dieperhout e.o.

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

Gemeente Enschede. Verkeersafwikkelingsstudie Zuiderval Resultaten aanvullende simulaties

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg

Verkeersmodel Regio Utrecht VRU3.3u

Transcriptie:

Omgevingsdienst Midden-Holland Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 Technische rapportage

Omgevingsdienst Midden-Holland Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 Technische rapportage Datum 8 september 2016 Kenmerk IMH01610/Sls/0116.01 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl

Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Omgevingsdienst Midden-Holland Titel rapport Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 Technische rapportage Kenmerk IMH01610/ Sls/0116.01 Datum publicatie 8 september 2016 Projectteam opdrachtgever(s) Anne-Marie Boere Projectteam Goudappel Coffeng Sander Schoorlemmer, Frans de Vries www.goudappel.nl

Inhoud Pagina 1 Inleiding 1 2 Achtergrond verkeersmodellering 2 2.1 De algemene werking van een verkeersmodel 2 2.2 Toepassingsmogelijkheden 4 2.3 Interpretatie resultaten 5 3 Opzet verkeersmodel Midden-Holland 6 3.1 Opzet actualiseringen 6 3.2 Dimensies 7 3.3 Studiegebied 8 3.4 Gebiedsindeling 9 3.5 Infrastructuur 10 3.6 Toedelingstechnieken 12 4 Basisjaar 2015 14 4.1 Input sociaal-economische gegevens 14 4.2 Matrixschatting 15 4.2.1 Toetsing matrices 16 4.2.2 Greenportcorrectie 18 4.2.3 Toetsing wegvakintensiteiten 18 4.3 Toedelingsresultaten 21 5 Prognosejaar 2025 22 5.1 Infrastructuur 22 5.2 Sociaal-economische gegevens 24 5.3 Overige beleidsuitgangspunten 2025 26 5.4 Toedelingsresultaten 2025 27 Bijlagen 1 Ruimtelijke ontwikkelingen prognosejaar 2 Greenportcorrectie Boskoop 3 Belangrijkste aanpassingen in RVMH 2.5

1 Inleiding De Omgevingsdienst Midden-Holland en het grootste deel van de wegbeheerders in de regio Midden-Holland maken voor ruimtelijk en milieukundig beleid gebruik van het Regionale Verkeers- en Milieumodel Midden-Holland (RVMH). Dit modelsysteem is gericht op het berekenen van verkeersintensiteiten en de milieueffecten daarvan en bestaat uit twee gekoppelde componenten: Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland. Regionaal Milieumodel Midden-Holland. Het verkeersmodel berekent wegvakintensiteiten voor een huidige en toekomstige situatie die vervolgens door het milieumodel worden vertaald naar effecten in lucht- en geluidsbelasting voor de directe omgeving. Het verkeersmodel wordt daarnaast veelvuldig ingezet voor allerlei mobiliteitsvraagstukken van operationeel tot strategisch niveau. In 2011 is een traject afgerond waarin het merendeel van de inliggende wegbeheerders hebben geparticipeerd om tot een nieuw regionaal gedragen modelsysteem 2.0 te komen. Deze versie 2.0 is destijds volledig opnieuw opgebouwd en van recente uitgangspunten voorzien. Om het modelsysteem ook actueel te houden, is besloten tot periodiek onderhoud van het model met de volgende actualiseringsmomenten: beperkte actualisering van alleen de uitgangspunten (jaarlijks); uitgebreide actualisering, inclusief het herijken van het gemodelleerde verplaatsingsgedrag (eens in de drie jaar). In 2012 en 2013 zijn twee beperkte actualiseringen uitgevoerd. In 2014 is een uitgebreide actualisering uitgevoerd naar versie 2.3, waarbij alle uitgangspunten en modelinstellingen opnieuw tegen het licht zijn gehouden. In 2015 en 2016 zijn weer twee beperkte actualiseringen uitgevoerd. Deze rapportage beschrijft de actualisering in 2016 naar versie 2.5, waarbij een update van de netwerken en ruimtelijke ontwikkelingen is doorgevoerd. Leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit rapport wordt kort ingegaan op de achtergrond van verkeersmodellen en de toepassingsmogelijkheden. In hoofdstuk 3 worden de kenmerken van het model Midden-Holland besproken. In de hoofdstukken 4 en 5 worden vervolgens de totstandkomingen van het 2015 basisjaar en 2025 prognosejaar besproken. www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 1

2 Achtergrond verkeersmodellering Een verkeersmodel is een instrument voor het ontwikkelen en toetsen van het verkeersen vervoersbeleid. Naast de rijksoverheid gebruiken vrijwel alle provincies, regio s en gemeenten een verkeersmodel. Dit hoofdstuk geeft een globaal overzicht van de algemene werking en toepasbaarheid van een verkeersmodel. Achtereenvolgens wordt beknopt de werking van het model, de toepassingsmogelijkheden en de interpretatie van de resultaten besproken. 2.1 De algemene werking van een verkeersmodel Verkeer ontstaat omdat mensen activiteiten verrichten op verschillende locaties, zoals wonen, werken, winkelen en recreëren. Hoe, wanneer en waar mensen zich naartoe verplaatsen, hangt van vele factoren af, zoals onder andere de geografische ligging van functies, persoonsgebonden kenmerken en de kwaliteit van de beschikbare infrastructuur. Een verkeersmodel probeert het proces dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van verkeer op een analytische manier te simuleren en dit is dan ook een (sterk) vereenvoudigde weergave van de complexe werkelijkheid. Feitelijk is het gebaseerd op de verschillende keuzes van mensen (hoe vaak wordt een verplaatsing gemaakt, waar gaat men naartoe, welke route etc.). In een verkeersmodel vindt dan ook een afstemming tussen vraag en aanbod plaats. Het aanbod omvat de beschikbare infrastructuur, de vraag bestaat uit het verkeer dat gebruik zal maken van de infrastructurele voorzieningen. Vraag- en aanbodzijde Voor het opstellen van een verkeersmodel is in de eerste plaats een beschrijving van het wegennet nodig. Aan elk wegvak wordt een weerstand toegekend. In de meeste gevallen is dat de reistijd, een combinatie van afstand en snelheid. Afhankelijk van de fijnmazigheid van het model wordt besloten welke wegen beschouwd worden. De wegen van lagere orde worden meestal niet in een model opgenomen. Met algemene rekenregels die aan een model ten grondslag liggen, zijn dergelijke kleine verkeersstromen namelijk niet nauwkeurig in te schatten. In de tweede plaats is de hoeveelheid verkeer die van de infrastructuur gebruik maakt, benodigd. Dit wordt opgeslagen in zogenoemde www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 2

herkomst-bestemmingsmatrices (HB-matrices). Deze matrices bevatten het aantal ritten tussen herkomst en bestemming. Om modeltechnische redenen is het niet mogelijk elke ritten tussen afzonderlijke plaatsen van herkomst en bestemming te beschouwen. Daarom worden verzamelingen van adressen gecombineerd en ontstaan zogenoemde verkeersgebieden (zones). De zwaartepunten van deze zones worden vervolgens aangesloten op het wegennet. De matrices worden berekend op basis van de sociaaleconomische data per zone (aantal inwoners, arbeidsplaatsen etc.) en de weerstand tussen de zones (kwaliteit infrastructuur). Nadat de HB-matrix is gegenereerd worden de ritten toegedeeld aan de infrastructuur. De routekeuze in combinatie met het aantal ritten resulteert in wegvakbelastingen. De initiële routekeuze is gebaseerd op de kortste reistijd, maar is bij toenemende wegvakbelastingen ook afhankelijk van de capaciteit van de infrastructuur. Modeljaren en toetsing Met een verkeersmodel zijn effecten op de verkeersintensiteiten door toekomstige veranderingen in de wegenstructuur of ruimtelijke functies in te schatten. Om de betrouwbaarheid van dergelijke studies zo goed mogelijk te maken, is het noodzakelijk om eerst de modelparameters te kalibreren. Dit vindt plaats door het opstellen van een model voor de huidige situatie. Dit is doorgaans een jaar in het recente verleden waarvoor meetgegevens beschikbaar zijn. Op deze wijze kunnen de parameters van het model zodanig ingesteld worden dat het model voor de huidige situatie een juiste beschrijving van de werkelijkheid geeft. Vervolgens wordt door de wijziging in invoergegevens (infrastructuur en ruimtelijke ordening) het model voor een prognosejaar geschat. De uitkomsten van het model voor de huidige situatie worden getoetst aan de huidige waarnemingen. Gegevens met betrekking tot de HB-matrices (het aantal ritten en de gemiddelde ritlengte van verschillende verplaatsingsmotieven) worden per verplaatsingsmotief vergeleken met het OViN (Mobiliteitsonderzoek Nederland). De parameters die aan de hand van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen het aantal ritten berekenen en de distributiefuncties die het verkeer tussen de zones en over afstandsklassen verdelen, worden door deze vergelijking ingesteld. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd dat het aantal ritten en het verplaatsingsgedrag van die ritten in het studiegebied overeenkomen met de waarden uit de steekproef van het OViN. Als met de ingestelde parameters de HB-matrices zijn geschat en deze zijn toegedeeld aan de infrastructuur, worden de uiteindelijke wegvakintensiteiten per tijdsperiode voor de verschillende vervoerswijzen vergeleken met verkeerstellingen. Het model wordt vervolgens op de verkeerstellingen gekalibreerd. Waar nodig wordt de hoeveelheid verkeer op bepaalde relaties dan opgehoogd of verlaagd om de wegvakintensiteiten beter te benaderen. Het model voor de huidige situatie wordt doorvertaald naar de toekomst door de ingestelde parameters ongemoeid te laten, maar alleen veranderingen in het aantal inwoners en arbeidsplaatsen, de toekomstige infrastructuur en de autonome mobiliteitsgroei door te voeren. De toekomstige situatie is meestal een referentievariant, waarin alleen de vastgestelde ruimtelijke en infrastructurele plannen zijn opgenomen. Op basis van die referentievariant kunnen verschillende maatregelen voor de toekomstige situatie in aparte varianten worden doorgerekend.

2.2 Toepassingsmogelijkheden Bij het ontwikkelen van verkeers-, milieu- en ruimtelijkeordeningsbeleid is een verkeersmodel een belangrijk beleidsondersteunend instrument. Met een verkeersmodel kan bijvoorbeeld inzicht worden verkregen in de effecten van varianten voor de hoofdwegenstructuur. De daarbij behorende verkeersmaatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het instellen van eenrichtingsverkeer, het afsluiten van wegvakken, de aanleg van nieuwe wegen of het veranderen van de vormgeving van de weg (bijvoorbeeld 30 km/hgebieden), waardoor een verbeterde of juist een minder goede doorstroming van het autoverkeer ontstaat. Bovendien kan het verkeersmodel gebruikt worden voor het inzichtelijk maken van de effecten op verkeersintensiteiten als gevolg van de ontwikkeling van woningbouw- en bedrijvenlocaties wat voor bestemmingsplanprocedures vaak benodigd is. Door in een nieuwe variant het aantal woningen in een bepaald gebied te verhogen, zijn bijvoorbeeld de effecten hiervan op de verkeersintensiteiten inzichtelijk te maken. Het verkeersmodel wordt ook veel gebruikt als databron. Voor wegvakken waarvoor geen telinformatie beschikbaar is, kan op die manier een indicatie van de huidige verkeersintensiteiten worden geraadpleegd. Ook zaken als het percentage vrachtverkeer, de hoeveelheid doorgaand verkeer en kruispuntstromen kunnen vrij eenvoudig worden afgeleid. Een andere veel gebruikte toepassing van verkeersmodellen is de koppeling met een milieumodel. Hiermee is het mogelijk om verkregen intensiteiten uit het verkeersmodel ook op de effecten voor lucht en geluid door te rekenen. Zo kunnen kaarten met luchten geluidsbelastingen worden gegenereerd en kan bijvoorbeeld het aantal gehinderde panden als gevolg van wegverkeer in verschillende varianten bepaald worden. Het Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland is een statisch verkeersmodel en is voornamelijk geschikt voor het berekenen van de verkeersvraag. Vragen als Hoeveel verkeer maakt van een bepaalde weg gebruik? of Hoeveel verkeer genereert een nieuwe woonwijk? zijn typische vragen die een statisch verkeersmodel goed kan beantwoorden. Vragen over de verkeersafwikkeling zoals Hoe groot is de vertraging op een bepaalde verbinding of Hoe is de doorstroming van het verkeer na aanleg van een rondweg? zijn moeilijker concreet te beantwoorden. Deze vragen hebben meer betrekking op de aanbodzijde van het verkeerssysteem. Hiervoor is een dynamisch verkeersmodel vereist. Een dergelijk model is eigenlijk een andere toedelingstechniek, gebaseerd op de HBmatrices van een statisch verkeersmodel. Een dynamisch verkeersmodel kan gezien worden als een verdere detaillering van een statisch verkeersmodel. Het RVMH voorziet hier standaard niet in en in deze rapportage wordt daar verder ook niet op ingegaan.

2.3 Interpretatie resultaten Een verkeersmodel is gebaseerd op een aantal ingestelde parameters. Deze parameters bepalen het uiteindelijke aantal vertrekken en aankomsten per zone, de verdeling van het in- en externe verkeer en de gemiddelde ritlengte per verplaatsingsmotief. De parameters zijn bepaald aan de hand van data afkomstig uit het OViN. Deze data is verkregen door onderzoek onder een bepaalde steekproef, waarna deze data is opgehoogd naar de totale populatie. De data bevat daarom een bepaalde onzekerheid of marge die vooral in kleine verplaatsingsmotieven en het aantal korte ritten optreedt. Een verkeersmodel wordt daarnaast getoetst aan verkeerstellingen. Hoewel doorgaans veel tellingen in het model worden opgenomen, bevat ook de vergelijking aan telcijfers een zekere marge. De tellingen zijn immers vaak uitgevoerd op verschillende dagen of maanden in het jaar of onder verschillende omstandigheden (weer, wegwerkzaamheden etc.). Dit maakt de onderlinge vergelijkbaarheid van de beschikbare verkeerstellingen in sommige gevallen lastig. Bij de interpretaties van modelresultaten dient dan ook te worden beseft op welke basis de resultaten tot stand zijn gekomen. De intensiteiten van het basisjaarmodel geven een weerspiegeling van de gemiddelde werkdagintensiteiten die goed overeenkomen met de waargenomen verkeerstellingen op de weg en de data afkomstig uit het OViN. Het prognosejaar is een doorvertaling van deze resultaten en geeft een indicatie van de toekomstige intensiteiten op wegvakniveau, waarbij rekening is gehouden met algemene mobiliteitsgroei, veranderingen in aantallen inwoners en arbeidsplaatsen, evenals de toekomstige infrastructuur. De uitkomsten kunnen echter niet als de absolute waarheid worden gezien, omdat de intensiteiten over een aantal jaren afhangen van vele complexe factoren. Dit neemt echter niet weg dat een verkeersmodel een prima instrument is om het verkeersbeeld in de regio voor een toekomstige situatie in te schatten en om bepaalde ontwikkelingsvarianten onderling te vergelijken.

3 Opzet verkeersmodel Midden-Holland Het vorige hoofdstuk heeft een kort algemeen overzicht van de werkwijze en mogelijkheden van een verkeersmodel gegeven. Dit hoofdstuk gaat in op de specifieke kenmerken van het verkeersmodel RVMH2.5. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de dimensies (grootheden), het studiegebied en de gebruikte toedelingstechniek. 3.1 Opzet actualiseringen Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, bestaat een verkeersmodel uit een basisen prognosejaar. Een basisjaar wordt gebruikt om de modelparameters te stellen en de uitkomsten van het model te toetsen aan de werkelijkheid. Het prognosejaar wordt verkregen door de verwachte ontwikkelingen in de infrastructuur en ruimtelijke ordening in te voeren om zodoende inzicht in de toekomstige verkeers- en milieubelasting te krijgen. De berekende verkeersintensiteiten in een prognosejaar worden voor een belangrijk deel bepaald door de veronderstelde ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen in de komende jaren (de uitgangspunten). Om die reden is het belangrijk de uitgangspunten van een verkeersmodel periodiek te controleren en te wijzigen. In het RVMH2.0 was het basisjaar 2010 en het prognosejaar 2021. Bij de actualisering naar versie 2.1 zijn beide jaren geactualiseerd naar respectievelijk 2011 en 2022. In versie 2.2 is uitgegaan van de jaren 2012 en 2025. Tijdens de grootschalige actualisering van 2014 zijn de modeljaren naar 2013 en 2025 gebracht. De gemeente Alphen aan den Rijn is tijdens de actualisatie van 2015 verfijnd, daarbij zijn de modeljaren 2014 en 2025 opgesteld. Binnen de meest recente actualisering (versie 2.5) zijn de modeljaren 2015 en 2025 berekend. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de stamboom van de RVMH. model basisjaar prognosejaar jaar van oplevering softwareversie RVMH2.0 2010 2021 2011 OmniTRANS 5.1.34 RVMH2.1 2011 2022 2012 OmniTRANS 6.0.12 RVMH2.2 2012 2025 2013 OmniTRANS 6.0.22 RVMH2.3 2013 2025 2014 OmniTRANS 6.1.4 RVMH2.4 2014 2025 2015 OmniTRANS 6.1.14 RVMH2.5 2015 2025 2016 OmniTRANS 6.1.16 Tabel 3.1: Stamboom van de RVMH www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 6

3.2 Dimensies Het verkeersmodel RVMH2.5 is een statisch unimodaal verkeersmodel. Een unimodaal model is een beschrijvend verkeersmodel dat er volledig op gericht is een goede beschrijving van het auto- en vrachtverkeer te geven. In tabel 3.2 is een overzicht opgenomen van de modelaspecten voor het verkeersmodel. modelaspect invulling modelopzet unimodaal schattingsmodel voor personenauto- en vrachtverkeer modeljaren 2015 en 2025 (trendscenario*) studiegebied regio Midden-Holland bestaande uit de gemeenten Bodegraven- Reeuwijk, Alphen aan den Rijn**, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas verfijnd invloedsgebied delen van Nesselande & Capelle aan den IJssel invloedsgebied schil rondom het studiegebied, grotendeels bestaande uit de rest van de provincie Zuid-Holland op NRM-niveau*** buitengebied rest Nederland en buitenland op LMS-niveau**** gebiedsindeling vervoerswijzen motieven tijdsperioden toedeling studiegebied op meest fijnmazige niveau verfijnd invloedsgebied conform het verkeersmodel Alphen aan den Rijn en aggregatie Verkeersmodel Rotterdam invloedsgebied op basis van NRM buitengebied op basis van LMS personenauto, middelzwaar vrachtverkeer, zwaar vrachtverkeer woon-werk, zakelijk, winkel en overig. ochtendspits (07.00-09.00 uur) avondspits (16.00-18.00 uur) restdag (09.00-16.00, 18.00-07.00 uur) etmaal (sommatie van ochtend-, avondspits en restdag) vrachtverkeer alles-of-niets (AON) voor alle dagdelen personenautoverkeer volume averaging (VA) inclusief kruispuntmodellering en initiële vrachttoedeling voor alle dagdelen * Er is in de versies 2.4 en 2.5 van de RVMH niet uitgegaan van een directe koppeling met het GE-scenario van het CPB, maar van een lager gematigder scenario. Zie verder paragraaf 5.3. ** De voormalige gemeenten Boskoop en Rijnwoude maken inmiddels deel uit van de fusiegemeente Alphen aan den Rijn. *** Het NRM (Nationaal Regionaal Model) is het door de Rijksoverheid gebruikte verkeersmodelsysteem voor regionale planstudies voor de Nederlandse hoofdwegenstructuur. Er zijn vier modellen voor de landsdelen Noord, Oost, Zuid en West. De NRM s zijn onlangs uitvoerig geactualiseerd naar een nieuw basisjaar 2010 en gelden als leidend voor verkeersprognoses. **** Het LMS (Landelijke Modelsysteem) is een verkeersmodel van de rijksoverheid dat overkoepelend boven de NRM s functioneert. Met het LMS worden voornamelijk ruimtelijkeeconomische trends doorgerekend die als input voor de regionale NRM s worden gebruikt. Tabel 3.2: Dimensies verkeersmodel RVMH2.5 Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 7

3.3 Studiegebied Het studiegebied van het verkeersmodel is de regio Midden-Holland. De actualisering van het model heeft zich dan ook vooral op de uitgangspunten ten aanzien van netwerk en gebiedsindeling in die regio gericht. De indeling in verkeersgebieden en het wegennet van het verkeersmodel Midden-Holland zijn het meest fijnmazig in het studiegebied. Verder naar buiten worden zowel netwerk als gebiedsindeling grover. In figuur 3.1 is een afbeelding van de gebiedsindeling in de categorieën studie-, invloeds- en buitengebied opgenomen. De gebiedsindelingen en netwerken in het invloeds- en buitengebied zijn door Goudappel Coffeng samengesteld. Voor een ruime schil rondom het studiegebied, bestaande uit de rest van de provincie Zuid-Holland exclusief Goeree-Overflakkee, maar inclusief Utrecht en Amsterdam, is zowel het netwerk als de gebiedsindeling afkomstig uit het NRM West (Nationaal Regionaal Model). Dit noemen we het invloedsgebied van het model. Vanaf versie 2.3 is dat een verfijnd invloedsgebied dat is opgenomen aan de noord- en zuidwestzijde. Voor deze gebieden is uit studies gebleken dat het model Midden-Holland geen goede routekeuze kon berekenen, wat gevolgen heeft voor de toepasbaarheid in Boskoop en Zuidplas. Door een fijnmaziger gebiedsindeling en netwerk op te nemen, is de beschrijvende kwaliteit in die gebieden toegenomen. Voor het gebied daarbuiten, de rest van Nederland en het buitenland, wordt een kleinere relatie met het studiegebied verondersteld. Voor dit zogenaamde buitengebied zijn zowel de netwerken als de gebiedsindelingen van het LMS (Landelijk Modelsysteem) overgenomen. Het wordt dus vrij grof gemodelleerd, maar blijft wel in de modelsystematiek aanwezig om zodoende de hoeveelheid verkeer van en naar deze gebieden in te schatten. Figuur 3.1 : Gebiedsindeling Verkeersmodel Midden-Holland Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 8

3.4 Gebiedsindeling Een gebiedsindeling wordt gebruikt, omdat het niet mogelijk is om elke afzonderlijke herkomst en bestemming te beschouwen. Elke gemeente wordt daarom ingedeeld in meerdere kleine gebieden die de zones in het model vertegenwoordigen. Door de digitale gebiedsindeling te matchen met een kaart met postcodegebieden, is een koppeling tussen de modelzones en postcode 6-gebieden (vier cijfers en twee letters) gemaakt. Deze koppeling is gebruikt voor het verzamelen van de sociaal-economische gegevens, waarvan de informatie vaak op postcode beschikbaar is. Per zone wordt uiteindelijk aan de hand van de sociaal-economische gegevens de ritproductie in het verkeersmodel bepaald. Van het in modelversie 2.3 verfijnde invloedsgebied zijn de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude in modelversie 2.5, net als in modelversie 2.4, aangemerkt als studiegebied. De aan de zuidoostzijde verfijnde gemeenten Nesselande en Capelle aan den IJssel zijn onaangepast. In figuur 3.2 is een afbeelding opgenomen met de nieuwste gebiedsindeling voor het studiegebied. Figuur 3.2: Gebiedsindeling studiegebied RVMH 2.5 (kleuren geven gemeenten aan) Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 9

Figuur 3.3 geeft een overzicht van de eerdere gebiedsindeling (links) en de nieuwe gebiedsindeling (rechts). In lichtblauw zijn de verfijnde delen van het invloedsgebied weergegeven. Figuur 3.3: Gebiedsindeling 2.3 (links) en RVMH 2.5 (rechts) - groen = studiegebied 3.5 Infrastructuur Voor de infrastructuur geldt dat ook elk jaar tijdens de actualisering wordt voortgebouwd op de netwerken van de vorige versie van het RVMH. Figuur 3.4 is een weergave van de opgenomen wegen per gemeente in het basisjaar. Aan ieder wegvak is een wegtype gekoppeld variërend van een autosnelweg tot aan een erftoegangsweg. Per wegvak zijn maximumsnelheden, capaciteiten en modelsnelheden toegevoegd. De modelsnelheden dienen om de routekeuze in het verkeersmodel te optimaliseren, en komen voor het grootste gedeelte overeen met de maximumsnelheden. Ten opzichte van de voorgaande versies is nu net als bij de gebiedsindeling ook het netwerk in de verfijnde invloedsgebieden gedetailleerd opgenomen, om zodoende de routekeuze te verbeteren. Daarbij zijn de kruispuntconfiguraties in het gebied rondom Nieuwkoop ingevoerd en is het wegennet in de omgeving Nesselande verfijnd. Het netwerk van 2015 staat op figuur 3.4 weergegeven. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 10

Figuur 3.4: Netwerk basisjaar 2015 (kleuren geven gemeenten aan) Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 11

3.6 Toedelingstechnieken De toedeling van de HB-matrices aan de infrastructuur is van grote invloed op de uiteindelijke wegvakbelastingen. De toedelingstechnieken zijn feitelijk wiskundige processen die de wijze beschrijven waarop verkeer de beschikbare infrastructuur gebruikt. Alles-of-niets voor congestievrije situaties De routekeuze komt in de praktijk vooral tot stand op basis van vergelijking van reistijden. In congestievrije situaties nemen automobilisten met eenzelfde herkomst en bestemming voor een groot deel ook dezelfde (snelste) route. De alles-of-niets-toedelingstechniek (AON) gaat uit van dit principe en deelt alle ritten tussen een herkomst en bestemming toe aan één snelste route. Deze toedelingstechniek is snel en eenduidig, maar heeft als nadeel dat slechts een beperkte mate van spreiding over de infrastructuur wordt bewerkstelligd. In het verkeersmodel wordt deze techniek om die reden alleen voor vrachtverkeer gebruikt. De veronderstelling is dat vrachtverkeer (ook in de spitsen) geen uitwijkgedrag vertoont naar onderliggende wegen. De routekeuze van het personenautoverkeer is echter wel afhankelijk van de optredende congestie. Capaciteitsafhankelijk toedelen Een beperkte capaciteit op een bepaald deel in het netwerk heeft als gevolg dat automobilisten andere (op dat moment snellere) routes gaan zoeken. Om dit effect te beschrijven, wordt het personenautoverkeer toegedeeld met een capaciteitsafhankelijke techniek (Volume Averaging - VA) in combinatie met kruispuntmodellering. De VA-methode deelt het autoverkeer toe in een iteratief proces. Het algoritme houdt rekening met congestie op wegvakken en past op basis van de intensiteit/capaciteitsverhouding (I/C-verhouding) in vorige iteraties de reistijden aan van individuele wegvakken. Op basis van deze nieuwe reistijden worden vervolgens nieuwe routes gezocht en wordt opnieuw toegedeeld in een volgende iteratie tot een evenwicht ontstaat en niemand meer een snellere route kan vinden. In deze methode wordt het verkeer afhankelijk van de congestie, dus (en in tegenstelling tot de AON-techniek) over verschillende routes toegedeeld. Ook in de restdagperiode wordt gebruik gemaakt van de VA-techniek met als doel ook in de dalperiode enige spreiding van het verkeer over meerdere routes te krijgen. In het verkeersmodel worden wegvakcapaciteiten per 2 uur gehanteerd, terwijl de HB-matrix voor de restdagperiode het aantal ritten voor de 20-uursdalperiode bevat. Er is dus een correctie op de capaciteiten nodig. Omdat de intensiteiten ook in de dalperiode een bepaald piekverloop vertonen, kunnen de 2-uurscapaciteiten niet zomaar met een factor 10.0 naar 20-uurswaarden worden geschaald, maar is een lagere waarde vereist. In het RVMH is een restdagfactor van 6.0 gebruikt. Deze factor is deels afgeleid van het NRM en getoetst op plausibele effecten in het RVMH. Om een volledig evenwicht in de toedeling te bereiken is binnen de actualisering naar RVMH 2.4 het aantal iteraties binnen alle dagdelen opgeschroefd naar 25. Deze werkwijze is binnen het RVMH 2.5 ook gehanteerd. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 12

Kruispuntmodellering Een nadere verfijning van de capaciteitsafhankelijke toedeling is kruispuntmodellering. Op het moment dat de intensiteit op een wegvak de capaciteit nadert, zal alternatieve routevorming in het netwerk gaan ontstaan. In stedelijke netwerken is naast de wegcapaciteit ook de capaciteit van kruispunten belangrijk. Om dit in een verkeersmiddel te kunnen modelleren, is het noodzakelijk dat bij de routevorming rekening wordt gehouden met de zogenaamde kruispuntweerstanden. De kruispuntweerstand is afhankelijk van de hoeveelheid verkeer dat gebruik maakt van het kruispunt en is mede afhankelijk van de vormgeving van het kruispunt (zie figuur 3.5). Figuur 3.5: Vormgeving van kruispunten Voor de vormgeving is het noodzakelijk om een aantal basisgegevens van de kruispunten in te voeren wat betreft de voorrangsregeling, de lay-out (rotonde, VRI inclusief opstelstroken) en de aanwezigheid van langzaam verkeer. Theoretisch gezien geeft kruispuntmodellering in belaste netwerken een duidelijke verbetering van het routekeuzeproces. De vertragingen op het onderliggende wegennet ontstaan immers ook op de kruispunten en niet alleen op de wegvakken. Naast een meer nauwkeurige routekeuze leidt kruispuntmodellering ook tot betere reistijden. In het uiteindelijke toedelingsresultaat zijn bovendien voor elk kruispunt de intensiteiten per afslagbeweging beschikbaar. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 13

4 Basisjaar 2015 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de afzonderlijke elementen bij de totstandkoming van het basisjaar voor het RVMH 2.5. Omdat in de meeste analyses ook een vergelijking wordt gemaakt met eerdere versies van het RVMH is ervoor gekozen om voor de uitsplitsing per gemeente uit te gaan van de oude gemeentelijke indeling. 4.1 Input sociaal-economische gegevens Voor het studiegebied zijn de sociaal-economische gegevens (SEG s) opnieuw gekoppeld aan de modelzones op basis van postcodepunten. De SEG s met betrekking tot aantallen woningen en inwoners zijn afkomstig uit CBS-databestanden voor het jaar 2015. De aantallen arbeidsplaatsen zijn aangeleverd door de provincie Zuid-Holland. De SEG s van het invloeds- en buitengebied zijn ontleend aan het NRM2014. Met betrekking tot de arbeidsplaatsen is onderscheid gemaakt tussen de hiernavolgende categorieën: detail/food; detail/non-food; brandstofverkooppunten; warenhuizen; horeca; kantoren; industrie; onderwijs; groothandel; diensten; overig. www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 14

In tabel 4.1 zijn de gebruikte aantallen inwoners en arbeidsplaatsen per gemeente weergegeven in het basisjaar 2015. Tevens is hierin een vergelijking opgenomen met de gebruikte aantallen in het vorige basisjaar 2014. Opvallend is de toename van aantal arbeidsplaatsen in Waddinxveen, dit komt door het nieuwe centrum waarin meer bedrijvigheid is ten opzichte van modelversie 2.4 met het basisjaar 2014. inwoners inwoners arbeidsplaatsen arbeidsplaatsen verschil verschil gemeente 2014 2015 2014 2015 inwoners arbeidsplaatsen Gouda 70.828 71.089 32.529 32.529 261 0 Zuidplas 40.699 40.643 12.806 12.806-56 0 Waddinxveen 25.469 25.672 10.638 11.516 203 878 Boskoop 15.136 15.313 3.562 3.562 177 0 Bodegraven-Reeuwijk 32.887 33.226 13.318 13.318 339 0 Schoonhoven 11.985 12.018 3.412 3.412 33 0 Nederlek 14.072 14.161 3.885 3.885 89 0 Ouderkerk 8.219 8.260 2.022 2.022 41 0 Bergambacht 9.985 10.103 3.669 3.669 118 0 Vlist 9.597 9.671 2.841 2.841 74 0 Alphen aan den Rijn 91.492 92.014 31.792 31.792 522 0 totaal 330.369 332.170 120.474 121.352 1.801 878 Tabel 4.1: Inwoners en arbeidsplaatsen per gemeente in 2014 (RVMH 2.4) en 2015 (RVMH2.5) 4.2 Matrixschatting Aan de hand van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen per zone is de zogenoemde riteindberekening uitgevoerd, waarbij met behulp van parameters per verplaatsingsmotief het aantal vertrekken en aankomsten op etmaalbasis wordt bepaald. De berekende ritten zijn vergeleken met de aantallen verplaatsingen in het Mobiliteitsonderzoek Nederland. Na het berekenen van het aantal vertrekken en aankomsten per zone bestaat de volgende stap uit het bepalen van de hoeveelheid verplaatsingen tussen de zones onderling. Dit patroon wordt gepresenteerd in een matrix, de herkomst-bestemmingsmatrix (HB-matrix). De HB-matrix beschrijft voor elke modelzone hoeveel verplaatsingen naar een andere zone worden gemaakt in de gemodelleerde periode. Er zijn matrices voor zowel het auto- als vrachtverkeer in de etmaalperiode geschat. Vervolgens zijn via spitsfactoren per motief de matrices voor de beide spitsperioden afgeleid. Bij het bepalen van de HB-matrix wordt gebruik gemaakt van het zwaartekrachtprincipe: hoe verder twee punten van elkaar vandaan liggen, des te kleiner is de aantrekkingskracht tussen de zones oftewel hoe kleiner de kans is dat een verplaatsing tussen deze punten zal plaatsvinden. Daarbij zijn zowel de grootte van de verkeersgebieden als de weerstand ertussen van belang. Om een juiste schatting van het totale personenverkeer Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 15

te doen, worden HB-matrices per verplaatsingsmotief geschat. De onderscheiden verplaatsingsmotieven woon-werk, winkel, zakelijk en overig vertonen namelijk een duidelijk ander verplaatsingspatroon. De distributiefuncties zijn dan ook verschillend per motief. Zo is de gemiddelde ritlengte van een woon-werkverplaatsing bijvoorbeeld groter dan een woon-winkelverplaatsing. Uiteindelijk worden de motieven opgeteld tot het totale personenautoverkeer en toegedeeld aan het netwerk. 4.2.1 Toetsing matrices De meest voor de hand liggende check in een verkeersmodel is de vergelijking tussen de verkeersintensiteiten en wegvaktellingen. De structuur van de HB-matrices is echter in belangrijke mate van invloed op de intensiteiten. Is er bijvoorbeeld veel uit- of ingaande pendel? De kwaliteit van de geschatte matrices is getoetst aan het OViN 1. Er is gekeken naar het absolute mobiliteitsniveau en de ritlengte van de verplaatsingen. Absoluut mobiliteitsniveau In de eerste plaats is het van belang dat op basis van de ingevoerde SEG s een hoeveelheid verplaatsingen wordt berekend die overeenkomt met de werkelijke situatie. Het aantal ritten wordt geschat door ritproductiefactoren per motief te vermenigvuldigen met het aantal inwoners en arbeidsplaatsen. Het absolute mobiliteitsniveau is gemeten aan de hand van het aantal vertrekken vanuit en aankomsten in het studiegebied. Figuur 4.1 geeft een overzicht van het aantal studiegebied gerelateerde ritten per motief in de etmaalperiode. 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 Ritten per motief 0 Werk Zakelijk Detail Overig Figuur 4.1: Mobiliteitsniveau per motief (etmaal) in het studiegebied 1 Onderzoek Verplaatsingen in Nederland. Statisch onderzoek van de Nederlandse overheid om mobiliteitspatronen inzichtelijk te maken. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 16

Het aantal ritten in het model is hoger dan het OViN. Vooral voor het motief overig is dit het geval. Omdat uit ervaring blijkt dat het mobiliteitsniveau in het OViN meestal tot een onderschatting op wegvakniveau leidt, is hier bewust voor gekozen. De onderschatting in het motief overig is veel voorkomend in het OViN. De reden is dat de waarnemingen in het OViN door enquêtes geschieden, waarbij aan mensen wordt gevraagd om gedurende een week hun verplaatsingen bij te houden. Korte niet-dagelijkse verplaatsingen worden daarbij vaak vergeten en daar moet voor worden gecorrigeerd. Ritlengteverdelingen Naast de hoeveelheid ritten is in de tweede plaats de lengte van de ritten van belang. Dit heeft een grote invloed op het model. Een model met gemiddeld langere ritten leidt tot hogere wegvakintensiteiten, omdat de verplaatsingen meer wegvakken passeren. In tabel 4.2 zijn de gemiddelde ritlengten vergeleken met het OViN (voor auto) en het NRM (voor vracht). verkeersmodel OViN/NRM werk 22,4 23,5 zakelijk 30,3 36,3 winkel 6,0 6,5 overig 11,2 15,4 vracht 33,8 34,9 Tabel 4.2: Gemiddelde ritlengte per motief in kilometers Het is belangrijk dat het distributiepatroon door het verkeersmodel correct wordt beschreven. Indien de modelparameters juist zijn ingesteld, zal de toevoeging van bijvoorbeeld een winkelcentrum in het verkeersmodel dan ook vooral verkeer uit de directe omgeving trekken (aangezien het motief winkel uit relatief veel korte ritten bestaat). De ritlengteverdelingen die uit het model volgen, zijn een uitkomst van de modelberekening, waarin met de distributiefuncties gestuurd kan worden. Voor verreweg de meeste motieven is te zien dat het distributiepatroon van het verkeersmodel goed overeenkomt met de gemeten waarden uit het OViN. De motieven zakelijk en overig vertonen een gemiddeld wat kortere ritlengte. Hier is bewust voor gekozen om het model ook vooral de interne verplaatsingen binnen de gemeente goed te laten beschrijven. Teveel sturen op de gemiddelde ritlengte zou voor deze motieven een te grote onderschatting van de korte verplaatsingen laten zien. Gemiddeld voldoen de geschatte matrices voor het basisjaar dan ook goed aan de ritlengteverdeling in de regio. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 17

4.2.2 Greenportcorrectie Na afloop van de matrixschatting worden de matrices toegedeeld aan de infrastructuur (zie paragraaf 4.2.3). Over het geheel genomen dienen de intensiteiten dan goed overeen te komen met de tellingen. Op details kan de routekeuze voorafgaand aan de kalibratie vervolgens worden aangepast om een verbeterslag te maken. Specifiek voor Boskoop was zichtbaar dat op basis van de standaard matrixschatting een grote onderschatting ten opzichte van de verkeerstellingen optrad, met name voor vrachtverkeer. Omdat dit gebied het centrumpunt vormt van de MER naar de N207-zuid was het van belang hieraan extra aandacht te geven. Daarom is reeds in RVMH 2.3 een Greenportcorrectie uitgevoerd, die ook in RVMH 2.5 onveranderd wordt toegepast. De gehanteerde werkwijze en een toelichting hierop zijn nogmaals uiteengezet in bijlage 2. 4.2.3 Toetsing wegvakintensiteiten Nadat de matrices zijn getoetst aan gegevens uit het OViN, worden deze toegedeeld aan de infrastructuur, waarbij de feitelijke wegvakbelastingen zichtbaar worden. Hier vindt een volgende toetsing plaats, aangezien het naast de toetsing van matrices ook van belang is dat de berekende intensiteiten op wegvakniveau overeenkomen met de gemeten c.q. waargenomen intensiteiten. Voor de toetsing van het model Midden- Holland zijn 1.246 verkeerstellingen gebruikt van Rijkswaterstaat, de provincie Zuid- Holland, de gemeenten in het studiegebied en het hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard. Tijdens de modelactualisatie naar versie 2.5 is dezelfde telset gehanteerd zoals die tijdens de actualisatie van modelversie 2.4 is gebruikt. Dit houdt in dat de provinciale tellingen van het jaar 2014 zijn gebruikt en er ruim 300 tellingen in en rond Alphen aan den Rijn zijn opgenomen. De tellocaties in en rondom Alphen aan den Rijn, die in het verkeersmodel zijn ingevoerd, staan weergegeven in figuur 4.2. Verder is de database met verkeerstellingen opgebouwd uit meerdere jaren. Op de hogere orde wegen zijn zoveel mogelijk alleen recente verkeerstellingen van 2014 en 2013 opgenomen. Op gemeentelijk niveau is voor zover niet recenter beschikbaar teruggevallen tot verkeerstellingen van 2012 of 2011. Ook zijn er in enkele gemeenten verkeerstellingen van 2010, 2009 en 2008 gebruikt. Deze zijn alleen op de laagste orde wegen (binnen woonwijken) toegepast. Vergelijking op enkele punten met beschikbare recente gegevens tonen aan dat de automobiliteit in bestaande woonwijken nauwelijks is toegenomen. Het weglaten van deze tellingen zou in de kalibratie een te grote afwijking ten opzichte van het voorgaande model betekenen. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 18

Figuur 4.2: Tellingen kern Alphen aan den Rijn Een eerste stap in het toetsen van de verkregen wegvakbelasting is een visuele controle aan de telpunten. Waar nodig worden de snelheden op de wegvakken in het verkeersmodel aangepast om de routekeuze van het verkeer aan te passen, indien blijkt dat deze in het model op bepaalde punten afwijkt van het beeld dat is af te leiden uit de verkeerstellingen. Om de afwijking tussen de model- en telwaarden zo klein mogelijk te krijgen, zijn de matrices gekalibreerd aan de hand van de tellingen. De kalibratieprocedure gaat per dagdeel, per vervoerswijze en per telpunt na hoeveel ritten een wegvak passeren, waarvoor een telpunt beschikbaar is. Vervolgens is getracht om per telpunt het totale aantal passerende ritten te verhogen dan wel te verlagen om de telwaarde zo dicht mogelijk te benaderen. Vanwege het grote aantal tellingen in het model is een aanpassing van de modelintensiteit bij een telpunt vrijwel altijd van invloed op de modelintensiteiten bij andere telpunten. Het is daarom rekenkundig niet mogelijk om elke telling exact te benaderen. Na afloop van de kalibratieprocedure is getoetst hoe het model scoort op alle tellingen. Omdat de betrouwbaarheid van telgegevens sterk wisselend is en omdat vooral in de spitsmodellen relatief lage waarden met elkaar worden vergeleken, is het niet juist alleen het relatieve verschil tussen de tel- en modelwaarde te beschouwen. Door het bepalen van een zogenaamde T-waarde kan rekening worden gehouden met zowel een absolute als relatieve afwijking. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 19

In deze methodiek is vastgelegd dat bij een lage telwaarde een relatief hoge afwijking wordt toegestaan en tevens dat bij een hoge telwaarde een relatieve lage afwijking is toegestaan. Deze waarden zijn al veelvuldig gehanteerd in NRM s en gemeentelijke modellen. De T-waarde wordt als volgt bepaald: T = ln ( X X ) b X waarin: T = afwijking; Xw = het waargenomen aantal; Xb = het berekende aantal. w w 2 Een statistische T-waarde kleiner dan 3,5 geeft aan dat er geen significante afwijking is tussen het model en de telling. Een T-waarde tussen de 3,5 en 4,5 is een grensgebied, boven de 4,5 is sprake van een significante afwijking. Als criterium is gesteld dat minimaal 80% geen significante afwijking mag vertonen en dat maximaal 5% een significante afwijking mag vertonen. In tabel 4.3 is te zien dat voor alle vervoerswijzen zowel de ochtend- als avondspits ruimschoots aan deze normering voldoet. Voor de etmaalperiode is het doorgaans eenvoudiger om aan de voorwaarden te voldoen, aangezien het verkeer over de gehele etmaalperiode een meer symmetrisch beeld vertoont. norm mvt auto vracht ochtend totaal aantal tellingen 1.237 941 912 geen afwijking > 80% 92,6% 93,1% 98,2% grensgebied 5,4% 4,8% 0,9% significante afwijking < 5% 2,0% 2,1% 0,9% avond totaal aantal tellingen 1.235 941 913 geen afwijking > 80% 89,7% 90,3% 97,3% grensgebied 8,1% 7,3% 1,9% significante afwijking < 5% 2,2% 2,3% 0,9% etmaal totaal aantal tellingen 1.246 950 947 geen afwijking > 80% 98,2% 98,8% 98,4% grensgebied 1,4% 0,7% 1,1% significante afwijking < 5% 0,4% 0,4% 0,5% Tabel 4.3: T-waarden na kalibratie basisjaar 2015 Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 20

4.3 Toedelingsresultaten Het verkeersmodel voor het basisjaar 2015 voldoet zowel aan de toetsingscriteria voor de matrices als de wegvaktellingen. Het uiteindelijke toedelingsresultaat is aan de werkgroep (de Milieudienst en de gemeente Alphen aan den Rijn) voorgelegd. De Milieudienst heeft de resultaten vervolgens door de gemeenten laten controleren. De SEG s, de absolute wegvakintensiteiten, de routering van het verkeer, de vergelijking met tellingen en de verkeerskundige knelpunten op wegvak- en kruispuntniveau zijn daarbij aan bod gekomen. Na een optimalisatieronde in september hebben de Milieudienst en de gemeente Alphen aan den Rijn vertrouwen uitgesproken in het basisjaar 2015 en is het in september geaccordeerd. Digitaal zijn de toedelingsresultaten van het verkeersmodel voor elke gemeente afzonderlijk te bekijken. Ze zijn niet als bijlage bij deze rapportage gevoegd. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 21

5 Prognosejaar 2025 Naast een model voor de huidige situatie is het belangrijkste product van een verkeersmodel het prognosemodel. Met het prognosejaar worden doorgaans de feitelijke variantberekeningen en verkeerskundige studies uitgevoerd. Het toekomstige gebruik van de infrastructuur in de regio is afhankelijk van: de aanwezige infrastructuur; de sociaal-economische invulling; de mobiliteitsgroei tussen 2015-2025. De toekomstige wegenstructuur bepaalt de toekomstige routevorming van het verkeer, terwijl de gewijzigde sociaal-economische gegevens (SEG s) en de mobiliteitsgroei het toekomstige aantal ritten tussen de onderscheiden verkeersgebieden (de HB-matrix) bepalen. Per onderdeel zal in de hiernavolgende paragrafen de totstandkoming van het model voor de referentiesituatie 2025 worden toegelicht. 5.1 Infrastructuur Als basis voor het wegennet van de referentiesituatie 2025 in het studiegebied geldt het netwerk van het prognosejaar 2025 versie 2.4. De afgelopen jaren is het prognosenetwerk elk jaar geactualiseerd aan de dan geldende inzichten. Ook dit jaar heeft de Milieudienst Midden-Holland als projectcoördinator bij alle betrokken partijen de geplande infrastructurele wijzigingen geïnventariseerd die vervolgens in het verkeersmodel voor de prognosesituatie verwerkt zijn. Daarbij is geconcentreerd op projecten die vastgesteld beleid zijn en/of waarvan met grote zekerheid kan worden gesteld dat ze in 2025 zijn uitgevoerd. Eventuele wijzigingen in kruispuntvormen zijn ook meegenomen in de prognose. Voor het netwerk in het invloeds- en buitengebied zijn de netwerken uit het NRM Randstad West met planjaar 2020 overgenomen. Op deze wijze zijn alle infrastructurele wijzigingen buiten de regio (zoals A4DS en A13/A16) ook in het model opgenomen. www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 22

De belangrijkste infrastructurele wijzigingen in het studiegebied tussen 2015 en 2025 zijn: Verbreding A12 - Gouda - Woerden; Parallelstructuur A12 Gouda; Oostelijke randweg Boskoop; Bentwoudlaan Waddinxveen; Verlengde Beethovenlaan Waddinxveen; Vredenburghlaan Waddinxveen; Moordrechtboog Zuidplas; Randweg Reeuwijk. De nieuwe of gewijzigde infrastructuur ten opzichte van modelversie 2.4: Rijnlandroute; Verlengde Bentwoudlaan Waddinxveen; Maximabrug Alphen aan den Rijn (2x2 uitvoering i.p.v. 2x1); Ongelijkvloerse aansluiting Zoeterwoude Rijndijk op N11. In de meeste gemeenten zijn daarnaast lokale infrastructuurprojecten opgenomen, vaak om nieuwe woonwijken te ontsluiten. De grote infrastructuurprojecten concentreren zich aan het noordelijk deel van de regio bij Gouda, Waddinxveen en Zuidplas. Figuur 5.1 laat met rode kleuren de aangepaste wegvakken tussen 2015 en 2025 zien. Figuur 5.1: Infrastructurele wijzigingen tussen 2015 en 2025 (rood is uitbreiding) Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 23

5.2 Sociaal-economische gegevens Om het gebruik van het wegennet voor de situatie 2025 te bepalen, is gelijk aan het model voor de huidige situatie een HB-matrix geschat. Een bepalende factor voor deze matrix is de toekomstige sociaal-economische inhoud (inwoners en arbeidsplaatsen) van de verkeersgebieden. De veranderingen die ten opzichte van de huidige situatie ontstaan, betreffen nieuwe woon- en werkgebieden en uitbreiding van bestaande woon- en werkgebieden. De Milieudienst Midden-Holland heeft als projectcoördinator voor het studiegebied de ruimtelijke ontwikkelingen geïnventariseerd. Ook hierbij is vooral geconcentreerd op vastgestelde bestemmingsplannen en/of plannen waarvan met grote zekerheid kan worden gesteld dat ze in 2025 zijn uitgevoerd. Omdat het model een bepaalde fijnmazigheid heeft, zijn kleine ontwikkelingen die geen significante bijdrage leveren aan de verkeersproductie, niet meegenomen. Voor aantallen woningen is een grens van minimaal tien woningen per project aangehouden. Voor bedrijvigheid/voorzieningen is een soortgelijke vuistregel gehanteerd en beoordeeld op de aard en omvang van de arbeidslocatie of voorziening. De ontwikkelingen zijn door Goudappel Coffeng vertaald naar de modelinvoer in aantallen inwoners en arbeidsplaatsen. Daarbij zijn standaardfactoren gehanteerd. Tabel 5.1 geeft een overzicht van de belangrijkste gehanteerde factoren. inwoners industrie diensten kantoor detailhandel woningen 2,2 appartementen 2,0 per m 2 bvo 0,008 0,015 0,025 0,020 Tabel 5.1: Omrekenfactoren aantallen woningen en vierkante meters werklocaties naar inwoners en arbeidsplaatsen Bij vorenstaande richtwaarden dient te worden opgemerkt dat er grote verschillen kunnen zijn voor met name de invulling voor industrie, groothandel, diensten en detailhandel. Zeker voor grote of specifieke ontwikkelingen kan niet altijd van standaardfactoren worden uitgegaan en is in specifieke gevallen gebruik gemaakt van aanvullende ritproductie-informatie. Voor de uitleg van grote bedrijventerreinen (zoals Glasparel+) is gekeken naar de verdeling van arbeidsplaatsen over de verschillende categorieën. Op basis van de aangeleverde ontwikkelingen en vorenstaande factoren is het totale ruimtelijke programma vastgesteld. Een overzicht is opgenomen in tabel 5.2. In tabel 5.3 is een vergelijking met de SEG s van de prognosejaren in eerdere versies van de RVMH gemaakt. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 24

2015 2025 verschil inwoners inwoners inwoners arbeidsplaatsen arbeidsplaatsen arbeidsplaatsen Gouda 71.089 32.529 77.951 32.490 6.862-39 Zuidplas 40.643 12.806 47.767 14.744 7.124 1.938 Waddinxveen 25.672 11.516 31.258 15.512 5.586 3.997 Boskoop 15.313 3.562 17.495 3.562 2.182 0 Bodegraven-Reeuwijk 33.226 13.318 35.126 14.553 1.900 1.235 Schoonhoven 12.018 3.412 13.492 4.539 1.474 1.127 Nederlek 14.161 3.885 15.103 3.885 942 0 Ouderkerk 8.260 2.022 8.398 2.022 138 0 Bergambacht 10.103 3.669 10.479 4.777 376 1.108 Vlist 9.671 2.841 9.986 2.753 315-88 Alphen aan den Rijn 92.014 31.792 101.404 35.107 9.390 3.315 totaal 332.170 121.352 368.457 133.944 36.287 12.592 Tabel 5.2: Inwoners en arbeidsplaatsen in 2015 en 2025 De grootste verschillen tussen basis- en prognosejaar vinden plaats in de gemeenten Gouda, Zuidplas, Waddinxveen en Alphen aan den Rijn. In die gebieden zijn de grote ontwikkellocaties zoals Westergouwe I, II en III binnen de regio opgenomen. Ook in Boskoop, Bodegraven-Reeuwijk en Schoonhoven zijn enkele grote ontwikkellocaties in het model opgenomen. In elke gemeente zijn ook kleine ruimtelijke ontwikkelingen zoals inbreidingen opgenomen. inwoners arbeidsplaatsen 2025 v2.4 2025 v2.5 index 2025 v2.4 2025 v2.5 index Gouda 77.368 77.951 101 32.592 32.490 100 Zuidplas 47.823 47.767 100 15.773 14.744 93 Waddinxveen 31.578 31.258 99 15.027 15.512 103 Boskoop 17.048 17.495 103 3.562 3.562 100 Bodegraven - Reeuwijk 35.260 35.126 100 14.407 14.553 101 Schoonhoven 13.459 13.492 100 4.539 4.539 100 Nederlek 14.605 15.103 103 3.885 3.885 100 Ouderkerk 8.500 8.398 99 2.022 2.022 100 Bergambacht 10.490 10.479 100 4.777 4.777 100 Vlist 9.969 9.986 100 2.753 2.753 100 Alphen aan den Rijn 101.049 101.404 100 36.171 35.107 97 totaal 367.149 368.457 100 135.508 133.944 99 Tabel 5.3: Vergelijking SEG prognosejaren RVMH versie 2.4 en 2.5 Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 25

Tabel 5.3 laat zien dat het totale ruimtelijke programma in de gehele regio nagenoeg ongewijzigd is ten opzichte van de inschatting van vorig jaar. Het verschil in arbeidsplaatsen in Zuidplas valt grotendeels te wijten aan het niet langer opnemen van bedrijventerrein A20-Zuid waardoor 880 arbeidsplaatsen komen te vervallen. Figuur 5.2 geeft een overzicht van de groeilocaties in aantallen inwoners en arbeidsplaatsen. De grote ontwikkellocaties qua woningbouw en arbeidsplaatsen in de regio zijn goed zichtbaar in de figuur. In bijlage 1 is een totaaloverzicht opgenomen van alle ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2015 en 2025. Figuur 5.2: Ontwikkeling absoluut aantal woningen (links) en arbeidsplaatsen (rechts) tussen 2015 en 2025 in het verkeersmodel 5.3 Overige beleidsuitgangspunten 2025 De HB-matrix voor 2025 is grotendeels op dezelfde wijze geschat als de matrix voor 2015. Als input zijn de besproken gewijzigde infrastructuurnetwerken en sociaal-economische gegevens gebruikt. De modelparameters zijn gehandhaafd zoals die voor het basismodel 2015 zijn ingesteld. Met die parameters is immers voor de huidige situatie een goede weergave van de werkelijkheid verkregen. Omdat het verkeersmodel RVMH een unimodaal automodel betreft zijn er geen economische parameters, zoals de ontwikkeling van het autobezit, autokosten, inkomensniveaus et cetera opgenomen. Hierdoor kan alleen de mobiliteitsgroei als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen worden bepaald, en niet de groei als gevolg van economische groei en maatschappelijke veranderingen. Om deze groei-effecten wel te kunnen meenemen, is dit effect overgenomen uit het NRM West 2014. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 26

Uit het NRM zijn de SEG s voor het prognosejaar 2025 ontleend door te interpoleren tussen 2020 en 2030. Tevens is de autonome mobiliteitsgroei in de vorm van groeipercentages per afstandsklassen ontleend uit het NRM. Er is voor gekozen niet het absolute niveau uit het GE-scenario (hoge groeiscenario) over te nemen. Analyse van de geïnventariseerde groei op het gebied van inwoners en arbeidsplaatsen binnen de regio toont aan dat de ontwikkelingen in Midden-Holland zich verhouden tot 75% van het GE-scenario (zie figuur 5.3). Er is om die reden voor gekozen om een trendscenario op te stellen, waarbij de groei tussen het basisjaar en 2025 op zowel het gebied van SEG s als autonome mobiliteitsgroei op 75% is vastgesteld. Figuur 5.3: Ontwikkeling inwoners en arbeidsplaatsen in het RC- en GE-scenario van het NRM, model Midden-Holland (IMH) en de trendlijn 75% groei van GE (GE-corr) 5.4 Toedelingsresultaten 2025 De resulterende matrices zijn voor het prognosejaar 2025 toegedeeld aan de infrastructuur en vervolgens ter controle aan de werkgroep (de Milieudienst en de gemeente Alphen aan den Rijn) voorgelegd. De Milieudienst heeft de resultaten vervolgens door de gemeenten laten controleren. De SEG s, de absolute wegvakintensiteiten, de routering van het verkeer, de vergelijking met tellingen en de verkeerskundige knelpunten op wegvak- en kruispuntniveau zijn daarbij aan bod gekomen. In september 2016 hebben de Milieudienst en de gemeente Alphen aan den Rijn het prognosejaar geaccordeerd. Digitaal zijn de toedelingsresultaten van het verkeersmodel voor elke gemeente afzonderlijk te bekijken. Ze zijn niet als bijlage bij deze rapportage gevoegd. Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 27

Bijlage 1 Ruimtelijke ontwikkelingen prognosejaar www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 B1-1

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Zuidplas Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totale 3.246 7.124 49 50 1.197 629 Modelzone Projectnr Naam 240 P13.001 Bedrijvenpark Kleine Vink 0 0 0 0 400 0 353 P12.005 Brede School Moerkapelle 0 0 0 0 0 70 400 P09.020 Brede School Moordrecht 0 0 0 0 0 70 341 ZPP Glastuinbouw driehoek spoor - Swanla 0 0 0 0 50 0 368 P09.018 Glastuinbouwgebied Knibbelweg Oost 20 44 0 0 300 0 317 particulier Gouwepark (deel 1) 0 0 10 6 119 122 318 particulier Gouwepark (deel 2) 0 0 10 6 119 122 319 particulier Gouwepark (deel 3) 0 0 10 6 119 122 320 particulier Gouwepark (deel 4) 0 0 10 6 119 122 324 P13.005 Groene Waterparel 0 0 0 0 0 0 361 P09.010 Herontwikkeling gemeentekantoor Zevenhuizen 30 66 8 5 0 0 362 P09.009 Herontwikkeling 't Land Kanaän 8 18 0 0 0 0 338 P12.001 Herontwikkeling woningbouw Burgemeester Klinkhamerweg 8 18 0 0 0 0 340 P12.001 Herontwikkeling woningbouw Schoolstraat 0 0 0 0 0 0 292 P09.007 Herontwikkeling zelling Onderneming 69 147 0 0 0 0 394 P09.012 Herontwikkeling zelling Ver Hitland 35 75 0 0 0 0 331 ZPP Het Nieuwe Midden 0 0 0 0 0 0 381 P11.003 Lidl J.A. Beijerinkstraat 0 0 0 21 0 0 369 ZPP Nieuwerkerk-Noord 0 0 0 0 0 0 352 P09.014 RDM Moerkapelse Zijde - Dorpsstraat 9 18 0 0 0 0 350 P09.014 RDM Schapenweide Moerkapelle 10 22 0 0 0 0 391 P13.006 Rode Waterparel middendeel 0 0 0 0 0 0 382 P13.006 Rode Waterparel oostlob 0 0 0 0 0 0 328 P13.006 Rode Waterparel westlob 167 367 0 0 0 0 325 P09.019 Uitbreiding Truckcentrum Van Vliet 0 0 0 0 0 0 253 P09.005 Woningbouw De Tweemaster 40 80 0 0 0 0 348 P09.015 Woningbouw NAM-locatie 11 24 0 0 0 0 284 particulier Woningbouw Villapark Essesteijn 12 26 0 0 0 0 341 P13.004 Woonlint Knibbelweg 20 44 0 0 0 0 365 P10.004 Woonlocatie buitengebied Eendragtspolder 32 70 0 0-30 0 400 P09.003 Woonwijk De Brinkhorst 350 770 0 0 0 0 353 P09.017 Woonwijk De Jonge Veenen (fase 1) 140 308 0 0 0 0 384 P09.017 Woonwijk De Jonge Veenen (fase 2) 210 462 0 0 0 0 329 P09.017 Woonwijk De Jonge Veenen (fase 3) 150 330 0 0 0 0 398 P09.002 Woonwijk Essezoom Laag 551 1212 0 0 0 0 393 P09.008 Woonwijk Groot Swanla 27 59 0 0 0 0 395 P09.004 Woonwijk Prinsessenkwartier 13 29 0 0 0 0 330 P10.003 Woonwijk Zevenhuizen-Zuid (fase 1) 104 229 0 0 0 0 336 P10.003 Woonwijk Zevenhuizen-Zuid (fase 2) 730 1606 0 0 0 0 376 P10.003 Woonwijk Zevenhuizen-Zuid (fase 3) 500 1100 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Waddinxveen Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 2.549 5.586 1.004 45 2.731 217 Modelzone Projectnr Naam 401 17+42 SB-gebied Roskam, Aldi, raadhuis 40 84-110 0 0 0 407 11 Alblas 84 185 0 0 0 0 426 0 SB-gebied noordelijke Passage, Souburgh 40 88 0 0 0 0 446 1 Essengaarde 0 0 0 0 0 0 453 14 Nooitgedacht 25 55 0 0 0 0 465 10 Zuidplashof 26 52 0 0 0 0 488 26 Triangel (1/5) 485 1067 0 0 0 0 497 26 Triangel (1/5) 535 1177 0 0 0 0 507 0 Noordpunt Triangel 75 165 0 0 0 0 478 0 Glasparel+, Agribusiness 7,0 ha fase (1/1) 0 0 93 0 301 0 480 0 Glasparel+, Logistiek 28,9 ha fase 1 (1/1) 0 0 250 0 1243 0 484 30 Distripark A12 2e fase (1/4) 0 0 94 0 180 56 486 30 Distripark A12 2e fase (3/4) 0 0 31 0 60 19 488 26 Triangel (1/5) 0 0 125 0 0 26 489 26 Triangel (1/5) 0 0 125 0 0 26 493 13 Centrumplan 349 755 100 45 0 25 494 15 t Suyt 119 262 0 0 0 0 501 0 Plasweg 6 2 4 0 0 0 0 495 20 Noordpark 32 70 0 0 0 0 498 33 Bedrijventerrein Coenecoop 3 0 0 75 0 144 45 500 26 Triangel (1/5) 535 1177 0 0 0 0 501 0 Glasparel+, 88,4 ha glastuinbouw (1/2) 0 0 0 0 221 0 502 0 Glasparel+, 88,4 ha glastuinbouw (1/2) 0 0 0 0 221 0 504 0 Glasparel+, 112 woningen Plasweg + 9 woningen Bredeweg (woonwerkkavels)(1/1) + 9 woningen fase 2 130 286 0 0 0 20 505 0 Glasparel+, fase 24,9 ha logistiek 0 0 148 0 211 0 505 0 Glasparel+, fase 23,5 ha bedrijsgerelateerde functies (1/1) 0 0 26 0 151 0 402 0 SB-gebied Beukenhof, Rabo/Hema 20 44 48 0 0 0 403 0 SB-gebied zuidelijke Passage, TNT 40 88 0 0 0 0 424 0 SB-gebied Nesse, Oranjelaan 8 18 0 0 0 0 425 0 SB-gebied Boonstoppel Kerkweg-Oost noordzijde 4 9 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Vlist Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 143 315 0 0-88 0 Modelzone Projectnr Naam 955 2 Bos en water 65 143 0 0 0 0 917 3 Bovenkerk 4e kwadrant 33 73 0 0 0 0 913 4 Poort van Stolwijk 45 99 0 0 0 0 950 5 Kruiswijk 0 0 0 0-88 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Schoonhoven Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 680 1.474 553 0 354 221 Modelzone Projectnr Naam Woningen 715 6 Koestraat 11 24 0 0 0 0 734 7 bestemmingsplan Thiendenland II Schoonhoven noord 271 596 0 0 0 0 738 7 bestemmingsplan Thiendenland II Schoonhoven midden 124 268 0 0 0 0 739 7 bestemmingsplan Thiendenland II Schoonhoven zuid 109 240 0 0 0 0 746 8 Zevender deelgebied 1 0 0 92 0 59 37 747 8 Zevender deelgebied 4 0 0 156 0 100 62 753 5 Bol - locatie 76 160 0 0 0 0 754 9 Hooijkaas 27 59 0 0 0 0 755 8 Zevender deelgebied 2 0 0 220 0 141 88 756 8 Zevender deelgebied 3 0 0 84 0 54 34 757 8 Zevender woningen 10 22 0 0 0 0 758 nw act 2013 Zilverstadlocatie 52 104 0 0 0 0 Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Ouderkerk Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 64 138 0 0 0 0 Modelzone Projectnr Naam 840 8 Verstoep 14 31 0 0 0 0 823 9 Goudriaan 28 62 0 0 0 0 824 10 Wilhelminaschool 22 45 0 0 0 0 835 13 Steven Bos Ijssellaan 0 0 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Nederlek Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 435 942 0 0 0 0 Modelzone Projectnr Naam 779 13B Centrum krimpen aan de lek, Molenweide 63 139 0 0 0 0 780 13B+26 Centrum krimpen aan de lek, Centrum en ontwikkeling Rijsdijk 75 150 0 0 0 0 798 8 Bestemmingsplan parkwijk deel zuid (56%) 27 59 0 0 0 0 812 22 TIENDHOEK II 62 136 0 0 0 0 814 13A Centrum krimpen aan de lek 2 55 121 0 0 0 0 797 0 Parkwijk Noord 32 70 0 0 0 0 797 0 IJsbaan Noord en IJsbaan Zuid 30 66 0 0 0 0 769 0 Tussen Dijk en Bakwetering 11 24 0 0 0 0 776 0 IHC terrein 40 88 0 0 0 0 809 0 IHC terrein 40 88 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Gouda Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totale 3.210 6.862-225 51 0-33 Modelzone Projectnr Naam 210 1 Achter Bodegraafsestraatweg (Bunderhof II) 14 31 0 0 0 0 125 4+5 Achterwillenseweg 96 (4) 15 30 0 0 0 0 127 7 Bernadottelaan (Oostvogel) 32 64 0 0 0 0 21 12 Bolwerk (Zeldzaam Gouda) 5 11 0 0 0 0 21 0 Bolwerk (Zeldzaam Gouda) 13 26 0 0 0 0 27 0 Bosboom Toussaintkade (vml zwembad De Trefkuil) 11 24 0 0 0 0 129 16 De Rijkestraat eo (vml Centrum Oost) 22 48 0 0 0 0 129 0 Eendrachtsweg -12-26 0 0 0 0 8 19 Fluwelensingel eo (Jan verswollezone Zuid Fase 1&2) 21 44 0 0 0 0 8 0 Fluwelensingel eo (Jan verswollezone Zuid Fase 1&2) 11 22 0 0 0 0 130 21 Gedenklaan - Voorwillenseweg (vml Anne de Vriesschool) 22 48 0 0 0 0 27 22 Herenstraat e.o. (voorheen Gerard Leeustraat eo, centrumontwikkeling KA, fase 2) 30 62 0 0 0 0 88 25 Graaf Florisweg 63 (vml LTS) 67 135 0 0 0 0 60 29 Heuvellaan 38 38 0 0 0 0 21 0 Hoge Gouwe 181-183-185-187 11 22 0 0 0 0 1 30 Houtmansgracht (vml Politiebureau) 13 29 0 0 0-33 92 31 Jan van Beaumontstraat (Sint Jozeflocatie) 136 272-375 0 0 0 20 35 Kattensingel (Drie Notenboomen) 25 55 0 0 0 0 31 40 Koningin Wilhelminaweg + Magrietplein (KA Entree) 52 111 0 0 0 0 197 41 Middenwillens 44 97 0 0 0 0 197 0 Middenwillens 55 121 0 0 0 0 125 0 Middenwillens 41 90 0 0 0 0 197 0 Middenwillens 29 64 0 0 0 0 125 0 Middenwillens 39 86 0 0 0 0 125 0 Middenwillens 30 66 0 0 0 0 21 46 Raam 41, Hoge Gouwe 119-121 0 0 0 0 0 0 21 48 Raam eo (Koningshof) 28 62 0 0 0 0 21 0 Raam eo (Koningshof) 40 80 0 0 0 0 21 0 Raam eo (Koningshof, Blok E) 32 64 0 0 0 0 198 51 Ridder van Catsweg (Prinsenhof, De Riethoek) 130 260 0 0 0 0 164 52 Roerdompstraat 15 33 0 0 0 0 87 55 Ronsseweg (Ronsseveld, Ronssegaerde I&II, Gebouw en X1 en X2) 76 152 0 0 0 0 22 57 Snoystraat (vml Jan Ligthartschool & Spidilocatie) 15 33 0 0 0 0 147 59 Sportlaan (vml sporthal De Springers, centrumontwikkeling oost) 39 78 0 0 0 0 15 60 Stationsplein / Bouwmeesterplein (De Goudse) 37 74 0 0 0 0 129 0 Telderstraat e.o. (Zuidelijk Stempel Oost, voorheen Midden fase 2) -37-68 0 0 0 0 129 0 Telderstraat e.o. (Zuidelijk Stempel West-Oost, voorheen Midden fase 1) -18-31 0 0 0 0 32 63 Tesselschadestraat (KA Entree, vml Gunningmavo) 50 100 0 0 0 0 22 65 Turfsingel 70 12 24 0 0 0 0 126 0 Van heuven Goedhartsingel -10-20 0 0 0 0 129 73 Verzetslaan eo (Zuidelijk Stempel Oost Fase 2) -17-25 0 0 0 0 22 0 Wachtelstraat (De Producent, Kaaspakhuis) 52 104 0 0 0 0 208 0 Westergouwe-III (Tuinen 2+Grachten 1 + Centrum) 1000 2200 0 0 0 0 44 0 Westergouwe-II (Tuinen 2) 400 880 0 0 0 0 205 0 Westergouwe-I (Tuinen 3 en Eilanden B1 en B2) 473 1027 0 0 0 0 45 0 Westergouwe-IV (Grachten 2 en Landelijk wonen) 0 0 0 0 0 0 206 0 Westergouwe-V (Landelijk wonen, Water wonen, Eilanden B2 en B3) 0 0 0 0 0 0 129 93 Wiarda Beckmanstraat eo (Zuidelijk Stempel West) 129 266 0 0 0 0 199 A2 Noordelijk stationsgebied C1 West 0 0 150 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

17 A3 Spoorzone Lombok Locatie 0 0 0 0 0 0 128 0 verplaatsing Lidl 0 0 0 12 0 0 147 0 nieuwe locatie Lidl 0 0 0 26 0 0 133 0 Nieuwbouw complementaire supermarkt 0 0 0 14 0 0 56 0 Nieuwe Gouwe Oostzijde, Engelvaartlocatie (kadaster: M4491) 0 0 0 0 0 0 41 0 Sluiseiland 0 0 0 0 0 0

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Boskoop Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 992 2.182 0 0 0 0 Modelzone Projectnr Naam 528 71 Parklaan Oost 35 77 0 0 0 0 529 73 Laag Boskoop nabij 3 1 2 0 0 0 0 548 74 Torenpad West 100 220 0 0 0 0 548 75 Torenpad Oost 2013 104 229 0 0 0 0 554 76 Connexxion terrein 0 0 0 0 0 0 523 77 Snijdelwijk 45 99 0 0 0 0 555 78 Waterrijk west gebied 1 222 488 0 0 0 0 556 78 Waterrijk west gebied 2 222 488 0 0 0 0 550 78 Waterrijk west gebied 3 0 0 0 0 0 0 549 79 Centrum zuid 26 57 0 0 0 0 705 80 Gouwe Oever 0 0 0 0 0 0 516 81 Rivieroever, Stuive Omtzigt 0 0 0 0 0 0 517 82 Voorofsche zoom 65 143 0 0 0 0 540 83 Rozenburcht/Rozenlaan 0 0 0 0 0 0 537 84 Rabo Reijerskoop 20 44 0 0 0 0 535 89 Voorkade Boskoop 2 4 0 0 0 0 544 99 Voormalige locatie Ravestein 4 9 0 0 0 0 519 100 Glascentrale 16 35 0 0 0 0 545 101 Azalealaan 100 220 0 0 0 0 525 102 Kalverdans 10 22 0 0 0 0 549 103 Voormalige locatie Rabobank 20 44 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totale 885 1.900 475 53 456 251 Modelzone Projectnr Naam 637 1 Graafse Waarde 22 48 0 0 0 0 635 2 Rijnhoek 16 35 250 0 240 50 594 3 Weideveld fase 1 en 2 78 172 0 0 0 0 595 4 Weideveld fase 3 60 132 0 0 0 0 593 5 Weideveld fase 4 43 95 0 0 0 0 593 6 Weideveld fase 5 0 0 0 0 0 0 630 7 Weideveld fase 6 0 0 0 0 0 0 966 8 Weideveld fase 7 21 46 0 0 0 0 966 9 Weideveld fase 8 0 0 0 0 0 0 965 10 Weideveld fase 9 0 0 0 0 0 0 568 11 Markstraat 11 22 0 0 0 0 614 12 Rijngaarde 43 86 0 0 0 0 618 13 Dronenhoek 0 0 0 0 0 0 561 14 Burggraaff 0 0 0 0 0 0 582 15 Van der Oudenrijn 0 0 0 0 0 0 577 16 Jaarsveld 17 34 0 0 0 0 576 17 Vierkom 26 52 0 0 0 0 580 18 Julianastraat 25 50 0 0 0 0 569 19 Overtocht 5 10 0 0 0 0 576 20 Van Tolstraat 11 22 0 0 0 0 574 21 Welkoop 29 64 0 0 0 0 574 22 Formido 0 0 0 0 0 0 565 23 Terrein brandweerkarzerne 21 42 0 0 0 0 629 24 Locatie Boer, vrijstaand 0 0 0 0 0 0 628 25 Locatie Van Schaik 0 0 0 0 0 0 624 26 Locatie Bunnik 0 0 0 0 0 0 647 27 De Wijde Wiericke (deelplannen 1, 2 &3) 120 264 0 30 0 10 624 28 Zorgeenheden 16 35 0 0 0 0 653 29 Oude Tol III, fase 2 40 88 0 0 0 0 658 30 Venen Oost 30 66 0 0 0 0 664 31 Westveen / Venen West 22 48 0 0 0 0 699 32 De Steupel 10 22 0 0 0 0 651 33 Miereakker 0 0 0 0 0 0 660 34 Notaris D'Amurielaan 7 15 0 0 0 0 654 35 vml Zwembad De Fuut 0 0 0 0 0 0 678 36 Locatie Van Eijk 22 44 0 0 0 0 692 37 Groendijck Oost 66 145 0 0 0 0 686 38 Kromme Kamp 0 0 0 0 0 0 687 39 Maximalocatie Deelplan 2 0 0 0 0 0 0 687 40 Maximalocatie Deelplan 3 0 0 0 0 0 0 575 41 uitbreiding AH en komst Aldi op zelfde locatie in bodegraven Oude Bodegraafseweg 0 0 0 23 0 0 574 42 Speelparadijs Kindereiland (2300m2) is opgeheven. Nieuwe bestemming nog niet hard 0 0 0 0 0 0 675 43 Reesvelt (Vosplan en Vergeer) 69 152 0 0 0 0 706 44 Bunderhof I 0 0 0 0 0 0 631 45 Groote Weteringh II 0 0 225 0 216 45 618 46 Van Welzen 55 110 0 0 0 0 633 47 Broekvelden 0 0 0 0 0 16 633 48 Broekvelden 0 0 0 0 0 4 599 49 Broekvelden 0 0 0 0 0 6 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

609 50 AC-driehoek 0 0 0 0 0 120

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Bergambacht Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 178 376 543 0 348 217 Modelzone Projectnr Naam 878 1 Dijklaan West II 124 265 0 0 0 0 863 2 Secr Schipperstraat 19 34 0 0 0 0 864 3 Centrumplan Oost -20-44 0 0 0 0 907 4 Kromme Draai 35 77 0 0 0 0 890 5 Kerkweg Oost en West 20 44 0 0 0 0 876 6 Nieuwe Wetering I en II 0 0 543 0 348 217 878 7 Dijklaan 83-87 0 0 0 0 0 0 861 8 Arendshoeve 0 0 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

Standaard Invulsjabloon Prognose RVMH - Gemeente Alphen aan den Rijn Ontwikkelingen 2015-2030 Modelinvoer 2025 In dit tabblad niets wijzigen, deze data is automatisch gegenereerd op basis van stap 1 tot en met 3. Wijziging SEG's 2015-2025 Resultaat: automatisch gegenereerde modelinvoer totalen: 4.268 9.390 313 482 2.084 436 Modelzone Projectnr Naam 1112 1 Bos Beton 200 440 0 0 0 0 1094 2 Herenhof 0 0 0 8 0 0 1101 3 Wonen Centraal 15 33 0 0 0 0 1084 4 Henri Dunantweg 0 0 0 0 0 0 1083 5 Vestastraat 11 24 0 0 0 0 1078 6 Kop Sterrenlaan 25 55 0 0 0 25 1204 7 landgoed Verboom 25 55 0 0 0 0 1033 8 Prinses Irenelaan, SoW school 67 147 0 0 0 0 1035 9 Dillenburg sporthal 25 55 0 0 0 0 1032 10 Scala Boskpark 26 57 0 0 0 0 1032 11 Bospark Rijnzate 110 242 0 0 0 0 1211 12 Baronie 102 224 275 131 0 0 1126 13 Rijnhaven Oost, Harmonie 300 660 0 0 0 0 1124 14a Rijnhaven Oost, Praxis (aanwezig 2015) 0 0 0 57 0 0 1124 14a Rijnhaven Oost, Energieweg 105 231 0 105 0 0 1210 14c Rijnhaven Oost, Rijnhavenkade 100 220 0 6 0 5 1038 15 Tolstraat scholen Scope 0 0 0 0 0 0 1032 16 Woningbouw Scala college Burg. Visserpark 32 70 0 0 0 0 1028 17 Stationsomgeving, Nuon locatie 75 165 0 0 0 0 1028 18 Stationsomgeving, Toor locatie blok 4 145 319 38 0 0 0 1020 19 Drossaardstraat 21 46 0 0 0 0 1020 20 Gouwsluisseweg Krol 17 37 0 0 0 0 1045 21a Nieuwe Sloot (50%) 133 293 0 0 0 0 1046 21b Nieuwe Sloot (50%) 133 293 0 0 0 0 0 22 Koningin Julianabrug vervanging 0 0 0 0 0 0 1003 23 Reigerstraat 10 22 0 0 0 0 1001 24a Stadshart blok 9a-9b-9e-10a 193 425 0 34 0 0 1002 24b Stadshart blok 3&6 40 88 0 0 0 0 1010 24c stadshart blok 7A&7B 45 99 0 0 0 0 1012 24d stadshart blok 1 63 139 0 0 0 0 1048 25 Zegersloot, boathouse gebied 2 0 0 0 0 0 10 1152 26 Euromarkt, Tauro-locatie 0 0 0 24 0 0 1165 27 Stationsomgeving, Blok 23, 27 t/m 32 376 827 0 0 0 0 1145 28 deelgebied KLOP gebied 1 220 484 0 0 0 0 1146 28 deelgebied KLOP gebied 2 90 198 0 0 0 0 1158 29 Burggooi (zuid van Archeon) 200 440 0 0 0 0 1174 30 De Schans II, bedrijven 0 0 0 0 360 0 1132 31 Hoorn West, oostzijde Leidse Schouw 0 0 0 0 264 0 1131 32 Hoorn West, noordwest Leidse Schouw spoor 0 0 0 0 240 0 1142 33 Hoorn West, zuidwest Leidse Schouw spoor 0 0 0 0 60 0 1143 34a Molenwetering hotel 0 0 0 0 0 36 1143 34b Molenwetering bedrijfsterrein 0 0 0 0 150 0 0 36 Rijnhaven bedrijfsterrein 0 0 0 0 0 0 980 38 bestemmingsplan Steekterpoort I gebied 1 0 0 0 0 132 0 1180 38 bestemmingsplan Steekterpoort I gebied 2 0 0 0 0 186 0 981 38 bestemmingsplan Steekterpoort I gebied 3 0 0 0 0 78 0 982 38 bestemmingsplan Steekterpoort I gebied 4 0 0 0 0 42 0 983 39 bestemmingsplan Limes (Steekterpoort II/ van uden) 0 0 0 0 200 0 1184 40 Steekterweg 208/210 33 73 0 0 0 0 Woningen Inwoners Kantoor Detail Industrie Overig Arbeid

1187 41 Steekterweg 92 kantoor naar won. 18 40 0 0 0 0 1188 42 Steekterweg 27 Vlasman uitbr. Bedrijf+ enkele woningen 2 4 0 0 0 0 1193 43 Molenstraat 27 12 26 0 0 0 0 1261 44 Zuidwijk fase 1 23 51 0 0 0 0 1261 45 Dorpsstraat 49/51 (Bijkerk) 26 57 0 0 0 0 1261 46 Dorpsstraat 55 t/m 59 pastorie 24 53 0 0 0 0 1252 47 Rijnpark 1 (op locatie Rijnpark 1.2) gebied 1 253 557 0 0 0 0 1253 47 Rijnpark 1 (op locatie Rijnpark 1.2) gebied 2 0 0 0 0 0 0 1250 48 Voetbalvelden (op locatie Rijnpark 1.1) gebied 1 0 0 0 0 0 0 1251 48 Voetbalvelden (op locatie Rijnpark 1.1) gebied 2 0 0 0 0 0 0 1254 48 Hoogewaard gebied 1 0 0 0 0 0 0 1255 48 Hoogewaard gebied 2 0 0 0 0 0 0 1256 48 Hoogewaard gebied 3 0 0 0 0 42 0 1257 48 Hoogewaard gebied 4 0 0 0 0 150 0 1258 49 Hoogewaard gebied 5 0 0 0 0 180 0 1329 50 Rijndijk 108 14 31 0 0 0 0 1329 51 Groenendijk Barrepolder 0 0 0 0 0 0 1330 52 De Nieuwe Hoop Tyssen 12 26 0 0 0 0 1264 53 Westvaartpark 285 627 0 0 0 0 1212 54 Gemeentehuis herbestemmen 0 0 0 0 0 0 1224 55 Hoogvliet 0 0 0 0 0 0 1223 56 Potgieterslaan (Rhijnveste) 30 66 0 0 0 0 0 57 bp. Tussen Rijn en rijksweg 0 0 0 0 0 0 1273 58 Tuincentrum de Bosrand gebied 2 0 0 0 111 0 0 1290 59 Dorpsstraat 203-211 Veenweyde 10 22 0 0 0 0 1287 60 D.A. van den Boschstraat 30 66 0 0 0 0 1300 61 "Valkenrouw" 10 22 0 0 0 0 1299 62 Weidelanden aansluiten op N207 (zie tabblad) 209 460 0 0 0 0 1303 63 P.C.T. Terrein gebied 1 0 0 0 0 0 170 1304 63 P.C.T. Terrein gebied 2 0 0 0 0 0 170 1317 64 Winkelcentrum, "De Korf"vergroten 0 0 0 8 0 0 1318 65 Bentwoudpark 77 169 0 0 0 0 1312 66 Bentlanden 2 178 392 0 0 0 0 1302 67 Hogeveenseweg 57/59 Landgoed Bentwoud 0 0 0 0 0 0 1302 68 Hogeveenseweg 71, Langoed Bentwoud 0 0 0 0 0 20 1302 69 Hogeveenseweg 87, kleine camping 10 pl. 0 0 0 0 0 0 1308 70 Bentwoud bezoekers 0 0 0 0 0 0 984 70 Bentwoud bezoekers 0 0 0 0 0 0 1202 85 Noordeinde 62 oosterman 0 0 0 0 0 0 1202 86 Dorpsstraat 25-29 13 29 0 0 0 0 1202 87 Nieuwkoopseweg nabij 11, Aarlanderveen 3 7 0 0 0 0 1199 88 Hoge Dijk Bedrijfsverplaatsing Kamer 1 2 0 0 0 0 1201 89 Dorpsstraat 94 4 9 0 0 0 0 1199 90 Noordeinde 50 15 33 0 0 0 0 1029 91 Stadshart; Nieuwbouw Bonifacius 10 22 0 0 0 0 1028 92 Stationsomgeving (havenstraat, molenvlietkwartier) 36 79 0 0 0 0 1056 93 Lupinehof 26 57 0 0 0 0 1215 94 Rijndijk 191 (hof van Oostvaert) 8 18 0 0 0 0 1216 95 Orionhof Hazerswoude 2 4 0 0 0 0 1199 96 Locatie Rozenkwekerij 0 0 0 0 0 0 1135 97 Herontwikkeling Beatrixlaan 0 0 0 0 0 0 1273 98 Prinsenschouw 0 0 0 0 0 0 1123 99 Gnephoek 0 0 0 0 0 0

Bijlage 2 Greenportcorrectie Boskoop Uit onderzoek 2 blijkt dat de Boomsierteeltsector rondom Boskoop een sterke interne verkeersstroom veroorzaakt. Een groot deel van de telers in de regio vervult ook de functie van groothandel. Het komt op regelmatige basis voor dat in grote aantallen deelleveringen tussen telers en groothandelaren in Boskoop plaatsvindt. Dit veroorzaakt een grote interne verkeersstroom, die niet door het verkeersmodel wordt berekend. De volgende stappen zijn gevolgd om het verkeersmodel RVMH 2.3 hierop aan te passen: Op basis van SBI-codering zijn alle zones gedefinieerd met de beroepsgroepen Boomsierteelt en/of Groothandel in bloemen en planten. Afhankelijk van het aantal arbeidsplaatsen is per zone een extra ritproductie voor vrachtverkeer toegekend om zodoende de totale vrachtritproductie in het model op te hogen. Uit het onderzoek blijkt dat 55% van de vrachtritten gerelateerd aan de Greenport intern is, 45% gaat extern. In het verkeersmodel blijkt de verdeling 7% intern en 93% extern te zijn. Vanwege de gemiddeld lange ritlengte voor vrachtverkeer is dat modelmatig te verklaren, maar het geeft specifiek voor dit gebied geen goed effect. Om tot de juiste aantallen te komen zijn de interne ritten in de Greenport modelmatig verhoogd, de externe ritten verlaagd. De interne vrachtritten zijn verdeeld naar aanvullende vrachtritten (60%) en zakelijke autoritten (40% -> bestelbusjes, auto met aanhanger). Op basis van het onderzoek is vastgesteld hoe de relatieve verplaatsingen tussen de deelgebieden Oost, West en ICT/PCT-terrein zich binnen de Greenport verhouden, waarop vervolgens de resulterende interne ritten in het model zijn gecorrigeerd. Binnen het verkeersmodel RVMH 2.4 en 2.5 is wederom uitgegaan van vorenstaande systematiek. Figuur B2.1 geeft in donkerpaars de gebieden weer waar Boomsierteelt plaatsvindt. De scheiding oost/west is gedefinieerd door de Gouwe. In lichtpaars is het ICT/PCT-terrein weergegeven, dat als apart gebied is gedefinieerd. 2 Rapportage Duurzame Agrologistiek Greenport regio Boskoop, DLV Plant, d.d. 30 december 2013. www.goudappel.nl Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 B2-1

Figuur B2.1: Overzicht Greenport Figuur B2.2 geeft het resultaat van de correctie. In de linker figuur is zichtbaar dat de externe vrachtritten op de N207 en N455 dalen (groen) en dat de interne verplaatsingen op met name de Zijde flink toenemen (rood). De rechterafbeelding geeft hetzelfde weer, maar dan voor het totale aantal motorvoertuigen. Vanwege het beperkte aandeel vrachtverkeer ten opzichte van de totale hoeveelheid verkeer is het effect daar beperkter. Na toepassing van de correctie werden de wegvaktellingen op de Zijde en omliggende wegen aanmerkelijk beter benaderd, en is dat resultaat als input voor de kalibratie gebruikt. Figuur B2.2: Effect Greenportcorrectie op etmaalbasis voor vracht (links) en motorvoertuigen (rechts) Regionaal Verkeersmodel Midden-Holland (RVMH) 2.5 B2-2