Signaleringsprotocol Overgewicht
SIGNALERINGSPROTOCOL OVERGEWICHT in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Doel van het Signaleringsprotocol is het eenduidig signaleren van overgewicht en obesitas bij kinderen. Na signaleren kan een vervolgtraject voor begeleiding, verwijzing en behandeling worden opgestart. Het Signaleringsprotocol geeft duidelijkheid aan zorgverleners, ouders en kinderen over de diagnose. Het protocol omvat: meten van lengte en gewicht en deze gegevens noteren in het groeidiagram bepalen van BMI (uitrekenen dan wel aflezen uit nomogram) indien gewicht naar lengte boven SDS +1 (P8) zit afkapwaarden per tijdseenheid (jaar, halfjaar en kwartaal al naar gelang de leeftijd) en uitgesplitst naar geslacht klinische blik Aanpassing in kader van oriënterend onderzoek KCO en GGD Fryslân en Thuiszorginstellingen Friesland
Toelichting 1. Bij de oude groeidiagrammen staat de +1 SDS-lijn nog niet aangegeven. Tot het moment waarop de groeidiagrammen met de SDS-lijnen zal op het oog worden bepaald of kinderen op of boven de P8 zitten. Dit betreft het op het oog vaststellen van de diagnose ten opzichte van de P-lijn die op dit moment in de groeidiagrammen is aangegeven.. Gewicht naar lengte valt in groeidiagram onder de SDS +1: zo nodig of bij twijfel met behulp van de klinische blik de diagnose vaststellen. 3. De klinische blik wordt ook toegepast in het geval de BMI obesitas uitwijst, omdat er in sommige gevallen toch sprake is van overgewicht.. De klinische blik zal in alle gevallen de uiteindelijke diagnose opleveren. De klinische blik is voorbehouden aan de arts en verpleegkundige.. Het hanteren van het signaleringsprotocol zal per kind ca. minuten vragen. Het signaleringsprotocol wordt ingezet op het moment dat gewicht naar lengte boven de +1 SDS uitkomt (-1% van de kinderen) en bij twijfel bij kinderen met een SDS < 1.. De BMI kan worden bepaald m.b.v. het nomogram of kan worden uitgerekend m.b.v. de formule (gewicht gedeeld door lengte²). Welke methode wordt gekozen is voorbehouden aan de organisaties en wordt vastgelegd in de werkafspraken. 7. In het overzicht van de afkapwaarden wordt de leeftijd genomen van het kind dat hij/zij maximaal heeft. Dus een kind dat jaar en 11 maanden is, valt in de categorie jaar en 9 maanden. 8. Voor het schooljaar 0/07 geldt een overgangsregeling omdat % van de kinderen van groep 7 nog wordt gezien door de assistent. In die gevallen waarin de BMI hoger is dan de afkapwaarde voor overgewicht c.q. obesitas wordt een extra gesprek gepland met de verpleegkundige. Signaleringsprotocol Overgewicht 3
OVERGEWICHT BIJ KINDEREN Nomogram voor het bepalen van Body Mass Index (BMI) Lengte (cm) BMI (kg/m ) Gew icht (kg) 7 7 0 0 3 3 8 8 0 3 0 3 9 9 1 1 1 1 18 1 18 1 11 1 11 1 1 1 1 13 1 1 1 13 1 1 9 8 9 8 1 1 7 7 1 1 1 1 1 1 0 0 Plaats een liniaal op gemeten lengte (links) en gewicht (rechts). Lees in het midden de BMI af
Afkappunten matig overgewicht en obesitas voor jongens en meisjes op basis van de BMI jongens meisjes leeftijd afkappunt afkappunt afkappunt afkappunt overgewicht obesitas overgewicht obesitas jr. 18,,1 18,0 19,8 jr. mnd. 18, 19,8 17,8 19, 3 jr. 17,9 19, 17, 19, 3 jr. mnd. 17,7 19, 17, 19,3 jr. 17, 19,3 17,3 19, jr. mnd. 17, 19,3 17, 19, jr. 17, 19,3 17, 19, jr. mnd. 17, 19, 17,3 19, jr. 17, 19,8 17,3 19,7 jr. mnd. 17,7, 17,,1 7 jr. 17,9, 17,8, 7 jr. mnd. 18, 1,1 18,1 1,0 8 jr. 18, 1, 18, 1, 8 jr. mnd. 18,8, 18,7, 9 jr. 19,1,8 19,1,8 9 jr. mnd. 19, 3, 19, 3, jr. 19,8,0 19,9,1 jr. 3 mnd.,0,3,1, jr. mnd.,,,3,8 jr. 9 mnd.,,8,,1 11 jr.,,1,7, 11 jr. 3 mnd.,7,3 1,0,7 11 jr. mnd.,9, 1,,1 11 jr. 9 mnd. 1,1,8 1,, jr. 1,,0 1,7,7 jr. 3 mnd. 1,, 1,9,9 jr. mnd. 1,,,1 7, jr. 9 mnd. 1,7,, 7, 13 jr. 1,9,8, 7,8 13 jr. 3 mnd.,1 7,0,8 8,0 13 jr. mnd.,3 7, 3,0 8, 13 jr. 9 mnd., 7, 3, 8, 1 jr., 7, 3,3 8, 1 jr. 3 mnd.,8 7,8 3, 8,7 1 jr. mnd. 3,0 8,0 3, 8,8 1 jr. 9 mnd. 3,1 8,1 3,8 9,0 1 jr. 3,3 8,3 3,9 9,1 1 jr. 3 mnd. 3, 8,,1 9, 1 jr. mnd. 3, 8,, 9,3 1 jr. 9 mnd. 3,8 8,7,3 9, 1 jr. 3,9 8,9, 9, 1 jr. 3 mnd.,0 9,0, 9, 1jr. mnd., 9,, 9, 1 jr. 9 mnd.,3 9,3, 9, 17 jr., 9,,7 9,7 17 jr. 3 mnd., 9,,8 9,8 17 jr. mnd.,7 9,7,9 9,9 17 jr. 9 mnd.,9 9,9,9 9,9 18 jr.,0,0,0,0 www.overgewicht.org Signaleringsprotocol Overgewicht
Datum Gewicht Lengte groeidiagram 1-1 jaar jongens Naam Geboortedatum Reg. nr Vader (a/g) cm Moeder (a/g) cm TH cm 1 1 1 1 1 1 1 1 lengte in cm + 0 98 kg kg gewicht - lengte < 1 jaar > 1 jaar + +1 0-1 - +1 0-1 - p 0 0 3 3 8 18 1 1 1 1 lengte in cm 1 1 1 1 0 1 1 17 18 19 1 leeftijd in jaren 8 cm 9 8 7 7 8 1 9 1 11 1 13 +, + +1 0-1 - -, p 99, 0 98 8 1 1 1 1 0, 1 1 cm 1 3 lengte - leeftijd 1 1, Bohn Stafleu Van Loghum 9 0.000.38. P 0 00 1 1 puberteitskenmerken 3 P Genitalia P P 3 Pubes 8 Testis (ml) 1 leeftijd in jaren 1 3 7 8 9 11 13 1 1 1 17 18 19 1 1 1 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport O N D E R S T E U N T Signaleringsprotocol Overgewicht
Datum Gewicht Lengte groeidiagram 1-1 jaar meisjes Naam Geboortedatum Reg. nr Vader (a/g) cm Moeder (a/g) cm TH cm 1 1 1 1 1 1 1 1 0 lengte in cm 98 + kg kg gewicht - lengte < 1 jaar > 1 jaar +1 0-1 - p 0 0 3 3 8 18 1 lengte in cm 1 1 1 1 0 8 1 1 1 1 1 17 18 19 1 leeftijd in jaren cm 1 13 9 8 7 7 8 1 9 1 11 +, + +1 0-1 - -, 0 p 1 99, 98 1 8 1 1 1 0, 1 cm 1 3 lengte - leeftijd 1 1, Bohn Stafleu Van Loghum 9 0.000. 3 83. P 0 00 1 1 leeftijd in jaren 1 3 puberteitskenmerken 3 Mamma P P P Pubes 3 Menarche 7 8 9 11 13 1 1 1 17 18 19 1 1 1 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport O N D E R S T E U N T Signaleringsprotocol Overgewicht 7
Anamnese en eerste advies ( tot jarigen en groep ) Kinderen met overgewicht/obesitas op basis van signaleringsprotocol en overbruggingsplan Doel Handvatten geven voor het eerste gesprek nadat overgewicht c.q. obesitas is geconstateerd op basis van het thans gehanteerde signaleringsprotocol. Nadat overgewicht c.q. obesitas is geconstateerd volgt de stap van de anamnese en de daarop aansluitende interventie. De duur van de anamnese en het eerste advies zal tussen de - minuten liggen. Het gaat er niet om volledig en gedetailleerd te zijn, maar om de grote lijn en om eenvoudige aandachtspunten te kunnen meegeven aan de ouders en het kind. In de anamnese zijn zes stappen te onderscheiden. 1 Bespreken gesignaleerd overgewicht c.q. obesitas met ouders Wat vindt de ouder en/of het kind zelf van het gewicht? Kent de ouder de gevolgen van overgewicht? Gewoontes van het kind nalopen op basis van de aandachtspunten van het overbruggingsplan Ontbijt: zo ja, wat? Zo nee, dan aan het eind van het gesprek adviseren te ontbijten en enkele mogelijkheden benoemen Zoete dranken. Hoe vaak wordt drinken aangeboden? En wat? T.v.-kijken/computeren. Hoeveel tijd wordt hier dagelijks aan besteed? Is er een t.v. op de slaapkamer? Wordt er gesnoept onder het t.v.-kijken? Bewegen. Speelt het kind binnen en met wat? Speelt het kind ook buiten? Actief of rustig kind. Hoe wordt er omgegaan met buggy/fiets/auto. Opvoedingsaspecten. Vraag naar de structuur van de dag, troosten en belonen, regels en grenzen. 3 Ga na of ouders gemotiveerd zijn om veranderingen aan te brengen in een of meerdere van de genoemde aandachtspunten bij punt. Benoem de aandachtspunten die goed gaan. Stel het advies samen op basis van de aandachtspunten die minder goed gaan. Het bijgaande schema kan een hulpmiddel zijn. Indien een folder of ander schriftelijk materiaal wordt meegegeven, geef dan een toelichting over de aandachtspunten die voor het betreffende kind en de ouder belangrijk zijn. Plan een vervolgafspraak indien ouders/kind gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan en begeleiding daarbij wenselijk is. Plan de vervolgafspraak binnen drie maanden. of Verwijs desgewenst door naar: - de huisarts (voor verdere verwijzing naar diëtist of kinderarts) - het groepsaanbod van bijvoorbeeld Thuiszorg of GGD (bijvoorbeeld de cursus Vet lekker..lekker fit) - pedagoog voor individuele begeleiding of groepsbegeleiding 8 Signaleringsprotocol Overgewicht
Anamnese en eerste advies (groep 7 en klas 1 en vo) Jongeren met overgewicht/obesitas op basis van signaleringsprotocol en overbruggingsplan Doel Handvatten geven voor het eerste gesprek nadat overgewicht c.q. obesitas is geconstateerd op basis van het thans gehanteerde signaleringsprotocol. Nadat overgewicht c.q. obesitas is geconstateerd volgt de stap van de anamnese en de daarop aansluitende interventie. De duur van de anamnese en het eerste advies zal tussen de - minuten liggen. Het gaat er niet om volledig en gedetailleerd te zijn, maar om de grote lijn en om eenvoudige aandachtspunten te kunnen meegeven aan de puber en eventueel de ouders. In de anamnese zijn zes stappen te onderscheiden. 1 Bespreken gesignaleerd overgewicht c.q. obesitas met de puber Wat vindt de jongere en/of de ouder(s) zelf van het gewicht? Kent de jongere de gevolgen van overgewicht? Gewoontes van de jongere nalopen op basis van de aandachtspunten van het overbruggingsplan Ontbijt: zo ja wat? Zo nee, dan aan het eind van het gesprek adviseren te ontbijten en enkele mogelijkheden benoemen Zoete dranken. Hoe vaak drinkt de puber op een dag? En wat? School. Zijn er snoep en snacks verkrijgbaar op school: zo ja koopt de puber dit dan? Hoe vaak? T.v.-kijken/computeren. Hoeveel tijd wordt hier dagelijks aan besteed? Is er een t.v. op de kamer? Wordt er gesnoept/gesnackt onder het t.v.-kijken? Bewegen. Fietst de jongere? Doet de jongere, al dan niet in clubverband, aan sport? Binnen of buiten? Actieve of rustige jongere? Structuur. Hoe ziet de dagstructuur van de jongere eruit? Vaste snoep- en/of snackmomenten? Hoeveel tijd wordt er aan huiswerk besteed? Wordt er dan gesnoept/gesnackt? 3 Ga na of de jongere gemotiveerd is om veranderingen aan te brengen in een of meerdere van genoemde aandachtspunten bij punt. Benoem de aandachtspunten die goed gaan. Stel het advies op op basis van de aandachtspunten die minder goed gaan. Het bijgaand schema kan een hulpmiddel zijn. Indien een folder of ander schriftelijk materiaal wordt meegegeven, geef dan een toelichting over de aandachtspunten die voor de betreffende puber belangrijk zijn. Plan een vervolgafspraak indien jongere (en eventueel ouder(s)) gemotiveerd is (zijn) om aan de slag te gaan en begeleiding daarbij wenselijk is. Plan de vervolgafspraak binnen drie maanden of Verwijs desgewenst door naar de huisarts (voor verdere verwijzing naar diëtist of kinderarts) 7 Geef de uitslagbrief onderzoek klas 1 en vo mee aan het kind. Signaleringsprotocol Overgewicht 9
Adviezen op basis Overbruggingsplan per contactmoment Stimuleren van het geven van borstvoeding Beperken van het gebruik van zoete dranken* Beperken van tv-kijken en computeren Buitenspelen bevorderen Ontbijten bevorderen*** 0-1 jaar jaar jaar Groep Groep 7 en 8 Minimaal - maanden volledig borstvoeding geven. Voorlichting, begeleiding en ondersteuning. Evt. inzet van lactatiekundige, VBN en LLL Water, thee met melk/ water, sterk verdunde zoete dranken tussendoor. Kind niet de hele dag met een flesje drinken laten lopen. Met kind gaan fietsen of wandelen. Niet de hele dag in de maxicosi. Aan tafel ontbijten in gezinsverband. Water, thee zonder suiker (evt. met melk/water), sterk verdunde zoete dranken tussendoor. Kind niet de hele dag met een flesje drinken laten lopen. Voorlezen. Spelletje doen Zelf laten lopen, fietsen of wandelen. Water, thee zonder suiker (evt. met melk/ water), light dranken (max. glazen per dag), sterk verdunde zoete dranken. Voorlezen. Spelletje doen Naar speeltuin gaan, wandelen, naar zwembad, kleutergym, muziek op schoot. Water, thee zonder suiker, light dranken (max. glazen per dag), sterk verdunde zoete dranken. Geen tv op de slaapkamer. Max. uur per dag tv kijken en/of computeren. Lopend, fietsend naar school, minimaal 1 uur per dag buiten spelen of sporten. Water, thee zonder suiker, light dranken (max. glazen per dag), sterk verdunde zoete dranken. Geen tv op de slaapkamer. Max. uur per dag tv kijken en/of computeren. Lopend, fietsend naar school, minimaal 1 uur per dag of anders 1 uur per dag sporten**. vo klas 1 en idem idem idem idem idem Water, thee / koffie zonder suiker, light dranken (max. 3- glazen per dag). Ontmoedigen (zoete) alcoholhoudende dranken, energiedranken en sportdranken. Geen tv op de slaapkamer. Max. uur per dag tv kijken en/of computeren. Lopend, fietsend naar school, minimaal 1 uur per dag of anders 1 uur per dag sporten**. Signaleringsprotocol Overgewicht
en Opvoedingsaspecten Opgroeiaspecten (groep7/8 en vo) 0-1 jaar jaar jaar Groep Groep 7 en 8 Troosten en belonen. Structuur in de dag. Regels en grenzen. Invloed media/ reclame/ omgeving. Voorbeeldgedrag ouders. Troosten en belonen. Structuur. in de dag Regels en grenzen. Invloed media/ reclame/ omgeving. Voorbeeldgedrag ouders. Troosten en belonen. Structuur in de dag. Regels en grenzen. Invloed media/ reclame/ omgeving. Voorbeeldgedrag ouders. Gewoontevorming. Regels en grenzen. Invloed media/ reclame/ omgeving. Voorbeeldgedrag ouders. Gewoontevorming. Regels en grenzen. Invloed media/ reclame/ omgeving. Voorbeeldgedrag ouders: hoe gaan zij om met snoep, snacks. Gewoontevorming. Regels en grenzen: wat vind jij (on)gezond, wat vinden je vrienden vo klas 1 en Wat vind jij (on)gezond, wat vinden je vrienden, hoe gaan zij om met snoepen, snacks, drank, roken****, lijnen. Voornemens maken met vrienden. Invloed media/ reclame/ omgeving: schoonheidsideaal als gezond aangeduid. Snoep, voorbeeldgedrag ouders: hoe gaan zij om met snoep, snacks, drank? Gewoontevorming. * Sporten Hieronder vallen ook: joggen, straatvoetbal, skateboarden, dansen en andere, niet per se in clubverband gespeelde vormen van (buiten-)beweging. ** Zoete dranken Denk aan frisdrank (met en zonder koolzuur), vruchtensap, diksap, multivitaminesap, dubbeldrank, dubbelfriss, spa & fruit, ijsthee, ranja/limonade/roosvicee/siroop, melk/yoghurtdranken, enz. Allemaal bevatten ze rond de suikerklontjes per glas. Sportdranken bevatten tussen de 3 en 1 suikerklontjes per glas. Koffiedranken (bijvoorbeeld zakjes Wiener Melange, cappuccino e.d.) bevatten - suikerklontjes per zakje. Bovendien bevatten koffiedranken naast calorieën in de vorm van suiker ook vet. Energiedrankjes/ smartdrinks/ pepdranken (bijvoorbeeld Red Bull) bevatten per blikje (± ml.) ongeveer suikerklontjes. Alcoholische dranken (ook wel shooters genoemd) kunnen naast calorieën in de vorm van alcohol ook suiker bevatten (bier, breezers, wijn, bessenjenever, likeur, ed.): 1- suikerklontjes per consumptie. N.B.: Ook als op de verpakking light/ met minder suiker/ ongezoet/ mager/ halfvol staat, wil dat niet altijd zeggen, dat er geen suiker (calorieën) in zit. Bijvoorbeeld milk & fruit light bevat per glas (1 ml.) ½ suikerklontje en choq (= chocolademelk) halfvol bevat 3 suikerklontjes per glas. Signaleringsprotocol Overgewicht 11
*** Ontbijt Bij voorkeur volkorenbrood of bruinbrood, besmeerd met (dieet)halvarine en belegd met zowel hartig als zoet beleg (alleen gebruik van hartig beleg kan de voeding te vet maken!). Een halve tot een hele plak kaas en een plakje vleeswaren per dag is al voldoende. Een tot drie plakken kaas en een tot drie plakjes vleeswaren per dag is voor een puber voldoende. Kies vooral de minder vette soorten. Varieer daarnaast met zoet beleg, bij voorkeur (appel)stroop, jam, honing, vruchtenhagel, gestampte muisjes, bebogeen, maar ook bijvoorbeeld fruit (banaan, appel, aardbei). Sandwichspread, groentespread of rauwkost (tomaat, komkommer) is ook prima als beleg. Alternatieven voor brood: Een bord pap, muesli met halfvolle melk of magere/halfvolle yoghurt en eventueel een drinkontbijt. In principe maakt het niet uit wat iemand voor ontbijt gebruikt, als je maar een ontbijt gebruikt. Belangrijk is, dat een kind of een jongere dagelijks voeding gebruikt volgens de gemiddelde aanbevolen hoeveelheden. **** Roken Roken komt vaak in plaats van eten. Waar een paar stuks fruit per dag het risico op longkanker drastisch doen afnemen, vergroot roken datzelfde risico aanzienlijk. Roken bevordert de behoefte van het lichaam aan een kortstondige roes. Omdat snoep, vette snacks en frisdrank hetzelfde doen versterkt de ene slechte gewoonte de andere. Eventueel Wat betreft bevorderen van fruitgebruik : - 0 tot 1 jaar : 1 vrucht ( gram) - 1 tot jaar : 1½ vrucht (1 gram) - vanaf jaar : vruchten (0 gram) (Gevarieerd) fruit als pauzehap op school of als tussendoortje. Wat betreft beperken van het tussendoorgebruik : Vaste momenten met vaste hoeveelheden, maximaal vier keer per dag iets tussendoor. Het gaat om een tussendoortje, niet om een maaltijd. Tussendoortjes ook niet als compensatie of als voorafje. Iets te drinken hoort bij de tussendoortjes in verband met het risico op tanderosie/ tandcariës. Kies bij voorkeur fruit. Een boterham, een plak ontbijtkoek, een half pakje Evergreen/Sultana, Kapitein koek, Happers koekrepen en een rijstwafel zijn ook goed. Let op meeneemkoeken en/of speciale koeken voor kinderen. Doordat ze per twee (of meer) verpakt zijn leveren ze vrij veel calorieën. Bijvoorbeeld koeken als evergreen, sultana, milkbreak, mueslirepen, landoogst-koeken, fruitkick, vitalinea en zakjes bambix, teletubbie, smoeltjeskoekjes bevatten tenminste evenveel calorieën als een plak cake en in sommige gevallen ook veel vet. Op veel middelbare scholen staat tegenwoordig een snoepautomaat en/of zijn snacks (worstenbroodjes, tosti s) verkrijgbaar in de kantine. Vaak is er ook een tankstation of supermarkt in de buurt waar snoep wordt verkocht. Motiveer de jongere hier hooguit eenmaal per week gebruik van te maken. Signaleringsprotocol Overgewicht
Colofon Het signaleringsprotocol en overbruggingsplan is geïmplementeerd in opdracht van Integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar GGD Fryslân, Leeuwarden Thuiszorg Het Friese Land, Leeuwarden Thuiszorg Zuidwest Friesland, Sneek Thuiszorg De Friese Wouden, Drachten Inhoudelijke contactpersonen: Jan van Ulden, jeugdarts Ria Brouwer, stafarts