Het algemene bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân.

Nr: 3 Burgemeester en wethouders van de gemeente Menameradiel;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum;

Regeling Werktijden en Verlof

Gelet op artikel 27 lid 1, aanhef en sub b van de Wet op de ondernemingsraden (instemmingsrecht);

Bijlage gemeente Houten: IS

gelet op de artikelen 4:1, 4:2, 4:3, 4:4, 4:5 en 4:6 van de CAR-UWO, zoals die per 1 januari 2014 luiden;

REGELING WERKTIJDEN EN VERLOF GEMEENTE MARUM 2015

vast te stellen de 19e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Zundertse Regelgeving

CVDR. Nr. CVDR348407_1. Regeling werktijden 2014 gemeente Dronten. Artikel 1. Begripsbepalingen a. CAR-UWO: de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

GEMEENTEBLAD. Nr Werktijdenregeling gemeente Lingewaal 2016

Burgemeester en wethouders van Coevorden en de werkgeverscommissie van Coevorden; gelet artikel 4:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

Regeling werktijden gemeente Loon op Zand Het college van burgemeester en wethouders / werkgeverscommissie

Werktijdenregeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2014

Werktijdenregeling 2014 Gemeente Hellevoetsluis. Het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Werktijdenregeling

CVDR. Nr. CVDR417372_1. Werktijden en vakantieverlof

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014

Zundertse Regelgeving

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Assen, besluit:

LOKALE WERKTIJDENREGELING 2014

CVDR. Nr. CVDR424088_1. Werktijdenregeling gemeente Dongen 2016

Wijziging Werktijden- en verlofregeling Gemeente Leudal

Regeling arbeidsduur en werktijden gemeente Waddinxveen 2014

Werktijdenregeling Gemeenschappelijke Regeling MijnGemeenteDichtbij

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren; gelet op de instemming van de Ondernemingsraad;

Schiedarn. Werktijdenregeling gemeente Schiedam. Artikel 1 Begripsbepaling Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: gemeente

De tijd waarin medewerkers op kantoor werkzaamheden kunnen verrichten.

Verlofregeling. doc.: pz_alle/regelingen/verlofregeling

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

GEMEENTEBLAD. Nr Werktijdenregeling 2015 e.v. gemeente Best

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Toelichting artikel 1.1, onder n en p

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Gemeente Den Haag. - mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

voor de vergadering van het algemeen bestuur RUD-Drenthe Vaststellen werktijdenregeling

Regeling werktijden en verlof gemeente Brummen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen,

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage 1 bij U Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

WERKTIJDENREGELING GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF Het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Werktijdenregeling provincie Gelderland

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

gelezen het voorstel d.d. 15 maart 2018 met dossiernummer 1833;

Werktijdenregeling Gemeente Gooise Meren 2016

Gemeente Borger-Odoorn, Werktijdenregeling gemeente Borger-Odoorn 2015 vastgesteld

CVDR. Nr. CVDR150539_4. Werktijden regeling

Werktijdenregeling gemeente Horst aan de Maas

Provinciaal blad. vast te stellen de Algemene werktijdenregeling provincie Noord-Holland 2008

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

WERKT IJD ENR EG ELING

Gemeente Leidschendam-Voorburg - Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling Griffie gemeente Leidschendam-Voorburg

GEMEENTEBLAD. tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand gemeente Scherpenzeel 2015

Gelet op Hoofdstuk 6 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO);

Wijziging CAR-UWO nieuwe werktijdenregeling gemeente Zoetermeer

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant

Werktijdenregeling Drechtsteden/ Zuid Holland Zuid Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

Zundertse Regelgeving

Wijziging CAR/UWO, verandering regeling werktijden. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

4 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN/ 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

Gemeente Heusden - Wijziging Besluit werktijdenregeling 2014

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling Werktijden juni Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Technische wijzigingen Cao SW 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1. Kader en uitgangspunten De CAO-VO is van toepassing. Deze regeling is een nadere uitwerking hiervan.

CVDR. Nr. CVDR464547_1. Werktijdenregeling. Werktijdenregeling

Werktijden 2 Vaststelling van werkroosters geschiedt voor voltijders met inachtneming van de volgende voorwaarden:

Gelet op de OR brief d.d. 9 september 2014 met kenmerk inzake instemming aan de Werktijdenregeling

Regeling Werktijden gemeente Oldambt 2010

Jaarurensystematiek CAO-Sport

Regeling Buitengewoon verlof 2007

Gemeente Veghel - Regeling Flexibel werken Gemeente Veghel - 5 november

Dordrecht. Gemeentesecretaris

Werktijden- en verlofregeling 2016 Omgevingsdienst IJmond. 25 mei 2016

Regeling werktijden, vakantie en verlof OOP Pontes Scholengroep

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

Generatiepact Rijswijk

Algemene werktijdenregeling gemeente Nieuwkoop 2015

Regeling verlof en werktijden Kempengemeenten 2016

Toelichting arbeidsvoorwaarden

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

In deze brochure vindt u een uitleg van de belangrijkste bepalingen van de cao Groothandel in Bloemen en Planten.

Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

Artikel 4 Consulten en dergelijke Bezoek aan huisarts, tandarts, therapeut, specialist en het gebruik maken van bedrijfszorgpakket is geen werktijd.

Het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

Toelichting op de jaarurensystematiek

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

Regeling Flexibele Werktijden gemeente Schouwen-Duiveland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,

Transcriptie:

Het algemene bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân; Overwegende dat het bestuur nadere regels kan opstellen ter uitwerking van het daartoe bepaalde in hoofdstuk 3, 4, 4a en 6 van de CAR-UWO; gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 6 november 2018; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende REGELING VARIABELE WERKTIJDEN en VERLOF Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. werkgever de directeur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân, dan wel de daartoe (onder)gemandateerde leidinggevende; b. medewerker de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân, conform artikel 1:1 CAR-UWO; c. formele arbeidsduur formele arbeidsduur waarvoor de medewerker is aangesteld, conform artikel 1:1 lid1e CAR-UWO; d. feitelijke arbeidsduur werkrooster (een- of tweewekelijks) met de arbeidsduur zoals die met de medewerker is afgesproken; e. jaarlijkse arbeidsduur de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, te corrigeren met lokale feestdagen en toegewezen leeftijdsverlof; f. volledige betrekking een betrekking waarbij de jaarlijkse arbeidsduur ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt, e.e.a. conform artikel 1:1j CAR-UWO; g. dagvenster de tijd waarbinnen de feitelijke arbeidsduur plaatsvindt van 07.00-22.00 uur. h. standaard regeling werktijdenregeling waarbinnen de feitelijke arbeidsduur binnen het dagvenster met de medewerker wordt afgesproken. i. overwerk werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten het dagvenster (standaardregeling) dan wel volgens de bepalingen in paragraaf 2 van hoofdstuk 4 CAR-UWO (bijzondere regeling); j. werkdag een dag waarop volgens werkrooster de medewerker arbeid verricht, al dan niet op een werkplek op de werklocatie of het thuisadres; k. uurvergoeding Het bruto-uurbedrag ter hoogte van 1/156 van het voor de werknemer geldende schaalbedrag zodra aanspraak op die uurvergoeding bestaat.

Artikel 2 Algemene bepalingen 1. Elke medewerker valt onder de standaardregeling, tenzij er geen overeenstemming bereikt kan worden over de feitelijke arbeidsduur. In dat geval geldt de bijzondere regeling. 2. Een door de werkgever verleende verlofdag bestaat uit 7,2 uren, gebaseerd op een gemiddelde werkweek voor een medewerker met een volledige betrekking van 36 uren per week. Voor medewerkers die geen volledige betrekking hebben, worden de verlofdagen bepaald naar rato van de formele arbeidsduur. 3. Voor elke medewerker worden de werktijden aan de hand van een werkrooster afgesproken op basis van de bereikbaarheid voor en de dienstverlening aan collega s, clienten, en samenwerkingspartners. Het werkrooster wordt zoveel mogelijk in overleg met de medewerker opgesteld. Afhankelijk van onder meer het werkaanbod en de minimale benodigde bezetting wordt het werkrooster aangepast. 4. Tweemaal per jaar bespreken leidinggevende en medewerker het werkrooster in relatie tot de planning van zijn werkzaamheden. 5. Elke medewerker is mede verantwoordelijk voor de ongestoorde voortgang van het werk en de dienstverlening aan burgers. 6. Om invulling te geven aan het in het derde lid gestelde, is de leidinggevende bevoegd per medewerker of groep van medewerkers om bepalingen uit deze regeling niet (geheel) van toepassing te laten zijn. Artikel 3 Zon- en feestdagen 1. Geen arbeid wordt verricht op zaterdagen en zondagen, tenzij afwijken van deze regel noodzakelijk is vanwege het dienstbelang. 2. Geen werk wordt verricht op nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemel-vaartsdag, de tweede Pinksterdag, beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd. 3. Tevens wordt geen werk verricht op 5 mei (Bevrijdingsdag) en Goede Vrijdag. Artikel 4 Vakantieverlof 1. Het jaarlijkse toegekende vakantieverlof voor elke medewerker met een volledige betrekking bedraagt 144 uren. 2. Aan elke medewerker met een volledige betrekking worden 14,4 uren toegekend, waarvan 7,2 uren wegens mogelijkheid tot deelname aan een voor hem betreffende lokale feestdag. 3. Het vakantieverlof wordt verhoogd, afhankelijk van de leeftijd die de medewerker in het desbetreffende kalenderjaar bereikt, overeenkomstig de hierna volgende tabel. Leeftijd 18 jaar en jonger 19 jaar 20 jaar van 30 tot en met 39 jaar van 40 tot en met 44 jaar van 45 tot en met 49 jaar van 50 tot en met 54 jaar van 55 tot en met 59 jaar van 60 jaar en ouder Verhoging 21,6 uur 14,4 uur 7,2 uur 7,2 uur 14,4 uur 21,6 uur 28,8 uur 36 uur 43,2 uur

4. De medewerker mag voor 1 november verzoeken extra te werken in een daaropvolgend kalenderjaar voor extra vakantie tot een maximum van 50,4 uren per jaar voor een medewerker met een volledige betrekking. 5. De medewerker mag jaarlijks verlof kopen en verkopen. Voor de uitvoering hiervan wordt verwezen naar de regeling Individueel Keuze Budget en Verkoop Verlof. Artikel 4a Vervallen en verjaren van verlof 1. Het jaarlijkse wettelijk verlof, 144 uren voor een medewerker met een volledige betrekking, heeft een vervaltermijn van 12 maanden na afloop van dat kalenderjaar, tenzij de medewerker dit verlof niet heeft kunnen opnemen wegens medische redenen of dienstbelang. 2. Het jaarlijkse bovenwettelijke verlof, ofwel al het verlof dat boven 144 uur aan een medewerker met een volledige betrekking wordt toegekend, kent een verjaringstermijn van 60 maanden na afloop van dat kalenderjaar. 3. Het bovenwettelijk verlof bestaat uit het verlof dat is toegekend op basis van artikel 4 van deze regeling in lid 2 (14,4 uren w.o. lokale feestdag) en lid 3 (verlof o.b.v. leeftijd). 4. Bij de vastlegging en registratie van verlof wordt alleen onderscheid gemaakt tussen wettelijk verlof en bovenwettelijk verlof. 5. Ter uitwerking van de artikelen 6:2a en 6:2b CAR-UWO is afgesproken dat alle verlof dat resteert uit 2014 wordt beschouwd als bovenwettelijk verlof. Leidinggevende en medewerker maken afspraken om dit saldo verlof zo snel mogelijk op te nemen en betrekken dit bij de werkplanning. 6. Studieverlof wordt jaarlijks toegekend en vervalt indien niet is opgenomen, tenzij de medewerker gegronde reden aanvoert en leidinggevende met het opschuiven van de vervaltermijn akkoord gaat. 7. Bij afboeking van een verlofaanvraag wordt het oudste wettelijke verlof als eerste afgeboekt en voorts het oudste bovenwettelijke verlof, tenzij medewerker en leidinggevende anders overeenkomen. 8. Voor 1 oktober wordt aan leidinggevenden een overzicht verstrekt met het saldo verlof van de medewerkers. Leidinggevende en medewerker kunnen (aanvullende) afspraken maken voor opname van dit verlof. Artikel 5 Verplicht verlof/brugdagen 1. De werkgever kan dagen vaststellen waarop de medewerker wegens bedrijfssluiting verplicht is verlof op te nemen (brugdagen). 2. De werkgever kan maximaal 2 brugdagen per kalenderjaar aanwijzen. 3. Aanwijzing van brugdagen vindt pas plaats na overleg met de Ondernemingsraad. Artikel 6 Opname vakantieverlof 1. Elke medewerker dient het aan hem toegekende vakantieverlof jaarlijks op te nemen zoals de werkgever elke medewerker in staat moet stellen de vakantie ook daadwerkelijk op te nemen. 1 Indien de medewerker niet tijdig verlof opneemt kan de leidinggevende verlof toewijzen. 2. Opname van het vakantieverlof is mogelijk na toestemming van de werkgever. 1 Voortvloeiend uit bepaling over minimum vakantie (artikel 4a:1 lid 2 CAR UWO) die bedoeld is voor recuperatie.

3. De medewerker dient per kalenderjaar de vakantie voor 1 februari aan te vragen bij de leidinggevende. Indien de medewerker de vakantie aanvraagt na 1 februari, dan wordt de toestemming mede gebaseerd op de reeds aan collega s toegekende vakantie. 4. Opname van kortdurende vakantie (snipperuren of -dagen) is mogelijk na overleg met de leidinggevende en op basis van het in deze regeling bepaalde. 5. Voor het einde van het dienstverband kan de medewerker door de leidinggevende worden verplicht om zijn resterend vakantiesaldo (deels) op te nemen. Voldoet hij niet aan deze verplichting, dan vervalt het recht op vakantie en heeft hij geen recht op uitbetaling van dit verlof bij einde dienstverband. 6. Indien bij het einde van het dienstverband met de leidinggevende is overeengekomen dat niet alle verlof is opgenomen, wordt elk wettelijk vakantie-uur uitbetaald tegen het uurloon en eventuele toelagen, het IKB en het werkgeversdeel pensioenpremie. Resterende bovenwettelijke verlofuren worden tegen het kale uurloon uitbetaald conform artikel 6:2:3 lid 5 CAR-UWO Artikel 7 Overige vormen van verlof 1. Ziek geworden in de vakantie Indien de medewerker in de vakantie ziek is geworden, worden vakantiedagen als niet verleend beschouwd, indien de medewerker: a. zich ziek heeft gemeld bij zijn leidinggevende en b. aannemelijk kan maken middels een verklaring van een arts ter plaatse, dat hij, indien hem geen vakantie was verleend, op die dag verhinderd zou zijn geweest zijn werk te verrichten. 2. Opname vakantie tijdens ziekte 2 Bij een verzoek voor opname van vakantie terwijl de medewerker ziek is dient toestemming van de leidinggevende en de bedrijfsarts te worden verkregen. De vakantie dient in het belang van het herstel te zijn, dan wel het herstel niet in de weg te staan. Indien geen toestemming wordt gegeven, wordt geen vakantie verleend. 3. Bezoek artsen en medisch specialisten Bezoek aan (huis)arts, tandarts of specialist e.d. komt in principe voor eigen rekening van de medewerker. De medewerker dient het bezoek zo veel mogelijk te regelen in eigen tijd. Hierbij is het toegestaan af te wijken van het werkrooster en/of gebruik te maken van variabele werktijden. Alleen in het geval hiervan geen gebruik kan worden gemaakt, kan na toestemming van de leidinggevende een afwijkende afspraak worden gemaakt. 4. Huwelijk/geregistreerd partnerschap 3 De medewerker krijgt op de dag dat zijn of haar huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt voltrokken een dag buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging, conform artikel 6:4:1 CAR-UWO. 5. Calamiteiten- en kort verzuimverlof, kortdurend zorgverlof, langdurend zorgverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, ouderschapsverlof en adoptieverlof Voor opname van dergelijk verlof wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van CAR-UWO. Voor wat betreft kort verzuimverlof bij overlijden van huisgenoten, bloed- en aanverwanten gelden de volgende aantal verlofdagen. Onder de eerste graad vallen de echtgenoot/geregistreerd partner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoon-ouders, 2 Afschrijving van vakantiedagen is geregeld in CAR-UWO en het Ziekteverzuimprotocol. 3 Voor ondertrouw geldt geen bijzonder verlof.

kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen. Hiervoor staan vier werkdagen. Onder de tweede graad vallen bloed- en aanverwanten. Namelijk de grootouders, broer/zuster/zwager schoonzuster en kleinkinderen. Hiervoor staan twee werkdagen. Wanneer de werknemer belast is met de regeling van de begrafenis en/of nalatenschap, wordt hier vier werkdagen verlof voor verleend. Dit verlof dient binnen een periode van zeven kalenderdagen te worden opgenomen. 6. Levensloopverlof en onbetaald verlof Voor opname van levensloopverlof wordt verwezen naar de bepalingen omtrent deelname aan deze regeling alsmede hoofdstuk 6a van CAR-UWO. Voor opname van onbetaald verlof wordt verwezen naar artikel 6:9 CAR-UWO. Artikel 8 Arbeidsduur en werkrooster 1. In overleg wordt tussen leidinggevende en medewerker het werkrooster afgesproken op basis van de planning zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 en 4 van deze regeling. 2. Een medewerker met een salarisschaal beneden schaal 10 mag op een (werk)dag waarop cursus of scholing wordt gevolgd maximaal 9 uren registreren, niet zijnde overwerk, conform het bepaalde in de regeling Studiefaciliteiten. 3. De medewerker heeft recht op pauze na maximaal 5,5 uren arbeid. De minimumduur van de pauze is dertig minuten. 4. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld zijn middagpauze variabel op te nemen. 5. De medewerker is verantwoordelijk voor de juiste invoer van gewerkte uren (urenverantwoording), ziekte en verlof in het daarvoor aangewezen systeem. Artikel 9 Variabele werktijden 1. Met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, is het mogelijk om op variabele tijden te beginnen en te eindigen met het werk. 2. De mogelijkheid tot variabel werken mag niet worden gebruikt om structureel af te wijken van de tussen medewerker en leidinggevende gemaakte afspraken. 3. Werktijden zijn mede afhankelijk van de openstelling van het gebouw waarin de medewerker zijn werkzaamheden verricht. 4. Alleen in incidentele gevallen mag per dag maximaal 11 uren worden gewerkt en per week maximaal 50 uren. Artikel 10a Registratie bijzondere werktijden 1. Personeelsdag (PV-dag) De medewerker die lid is van de personeelsvereniging en deelneemt aan de jaarlijkse dagactiviteit, mag alléén in het geval het voor hem een reguliere werkdag betreft, hiervoor maximaal de roostertijd van die werkdag registreren. 2. Dienstactiviteiten 4 Hieronder worden alle activiteiten verstaan die door de Dienst of team worden georganiseerd. De tijd van de activiteit wordt beschouwd als werktijd. Op de dag van de activiteit mag echter maximaal de roostertijd van die werkdag worden geregistreerd. 4 Dienstactiviteiten zijn activiteiten t.b.v. alle medewerkers: communicatiedagen, nieuwjaarsbijeenkomst en eindejaarsbijeenkomst. Voorbeeld: eindejaarsbijeenkomst die tot 21.30 uur duurt. Is men die dag normaliter ingeroosterd tot 17.30, mag tot uiterlijk die tijd worden geschreven. Daarna is het eigen tijd.

3. Teamactiviteit/teamuitje 5 Hieronder worden activiteiten ten behoeve van de bevordering van teambuilding verstaan. De tijd van de activiteit betreft geen werktijd. Uitsluitend medewerkers die volgens rooster op die dag werkzaam zijn, schrijven maximaal de roostertijd van die werkdag. Artikel 11 Overwerk/ Buitendagvenstervergoeding 1. Van overwerk is sprake indien hiertoe van tevoren door de leidinggevende expliciet opdracht is gegeven, het overwerk een incidenteel karakter heeft en het overwerk buiten het dagvenster valt (standaardregeling). 2. Indien wegens dienstbelang de medewerker van de leidinggevende de opdracht krijgt om werk te verrichten buiten het dagvenster, dan ontvangt hij daarvoor naast compensatie in verlof (per gewerkt uur geldt een uur verlof) een financiële vergoeding. Deze financiële vergoeding, de buitendagvenstervergoeding, is een percentage van het uurloon zoals omschreven in CAR-UWO artikel 3:8 lid 2 en dient uiterlijk in de daaropvolgende maand gedeclareerd te worden door de medewerker via het daartoe bestemde formulier. 3. Dit artikel is niet van toepassing op medewerkers met schaal 11 of hoger. Artikel 12 Overschrijding van de arbeidsduur 1. Van overschrijding van de arbeidsduur is alleen sprake als dit op voorhand bij de planning van de werkzaamheden is afgesproken tussen medewerker en leidinggevende of wanneer dit vooraf door de medewerker is verzocht. Indien blijkt dat de planning van de werkzaamheden (zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 en 4 van deze regeling) leidt tot een onvermijdelijke overschrijding van de arbeidsduur, dan wordt de overschrijding en voorts de omvang daarvan door de leidinggevende vastgesteld. Alleen indien de overschrijding door de leidinggevende is vastgesteld ontvangt de medewerker per overschreden uur een uurvergoeding of een uur vakantieverlof, overeenkomstig het bepaalde in art 4:2 lid 7 CAR-UWO. 2. De medewerker kan voor 1 november voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar verzoeken tot een overschrijding van de arbeidsduur in een kalenderjaar tot een maximum van 50,4 uren per jaar voor een medewerker met een volledige betrekking. Per overschreden uur ontvangt de medewerker een uurvergoeding of een uur vakantieverlof, overeenkomstig het bepaalde in art. 6:2 lid 2 CAR-UWO. Artikel 13 Evaluatie en handhaving 1. De controle op de juiste naleving van deze regeling berust bij de leidinggevende. 2. Het bevoegd gezag kan een medewerker die bewust en in strijd handelt met het bepaalde in deze regeling een sanctie opleggen in de vorm van een disciplinaire straf, zoals bepaald in artikel 16:1:2 CAR-UWO. 3. Jaarlijks evalueren de werkgever en de OR de regels en afspraken over werktijden. Hiertoe kan de OR verbetervoorstellen aan werkgever doen. Artikel 14 Hardheidsclausule In gevallen waarin deze regeling dan wel het daarover bepaalde in de hoofdstukken 3, 4, 6 en 7 van CAR-UWO niet of niet in redelijkheid voorziet, kan naar oordeel van 5 Dit zijn activiteiten die vaak op de middag beginnen en doorgaan na werktijd. Het deel op de middag mag worden geregistreerd tot het maximum van de roostertijd die dag. Daarna is het eigen tijd.

het bevoegde gezag in individuele gevallen of ten aanzien van een aan te wijzen groep van medewerkers afgeweken worden van deze regeling. Artikel 15 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als de Regeling variabele werktijden en verlof en treedt in werking op 1 december 2018. De Regeling variabele werktijden en verlof uit 2015 wordt ingetrokken. Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 28 november 2018 van het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân, De secretaris, De voorzitter, Drs. M.J. Jellema J. Hoekstra-Sikkema