Jaarverslag, met daarin opgenomen de jaarrekening 2011 Toonaangevend in belastingen Datum 15 maart 2012 Versie concept jaarverslag 2011 inclusief jaarrekening versie db-def (12 maart 2012).doc
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...- 2 - Kerngegevens...- 3 - Voorwoord...- 4 - Hoofdstuk 1 Perspectief...- 5-1.1 Leiderschap...- 5-1.2 Beleid en strategie...- 5 - Hoofdstuk 2 Bedrijfsvoering...- 8-2.1 Management van processen...- 8-2.2 Management van middelen...- 9-2.3 Management van medewerkers...- 10 - Hoofdstuk 3 Output (resultaten)...- 11-3.1 Bestuur en financiers...- 11-3.2 Opdrachtgevers...- 13-3.3 Maatschappij...- 13 - Hoofdstuk 4 Verplichte paragrafen...- 15-4.1 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar...- 15-4.2 Incidentele baten en lasten...- 15-4.3 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen...- 15-4.4 Waterschapsbelastingen...- 15-4.5 Weerstandsvermogen...- 15-4.6 Financiering...- 16-4.7 Verbonden partijen...- 17-4.8 Bedrijfsvoering...- 17-4.9 EMU-saldo...- 17-4.10 Topinkomens...- 17 - Jaarrekening 2011Hoofdstuk 5 De balans...- 19 - Hoofdstuk 5 De balans...- 20-5.1 Algemeen...- 20-5.2 Toelichting op de activa...- 21-5.3 Toelichting op de passiva...- 23 - Hoofdstuk 6 De exploitatierekening...- 25-6.1 De exploitatierekening in het kort...- 25-6.2 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten...- 26-6.3 Exploitatierekening naar kostendragers...- 30-6.4 Exploitatierekening naar programma s...- 31 - Hoofdstuk 7 Bijdrage deelnemers...- 32 - Hoofdstuk 8 Besluit tot vaststelling van de jaarrekening...- 33 - Hoofdstuk 9 Controleverklaring...- 34 - Hoofdstuk 10 Bijlagen...- 35-10.1 Staat van activa...- 35-10.2 Staat van vaste schulden...- 35-10.3 Staat van personeelslasten...- 35 - - 2 -
Kerngegevens Deelnemende waterschappen Provincies Groot Salland Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en IJssel Vallei en Eem Veluwe Velt en Vecht Zuiderzeeland Drenthe Flevoland Gelderland Overijssel Utrecht Aantal gemeenten in het verzorgingsgebied 90 Grootte van het verzorgingsgebied Aantal inwoners in het verzorgingsgebied Aantal aanslagbiljetten op jaarbasis Aantal aanslagregels op jaarbasis Totaal begroot aanslagbedrag deelnemers 1,175 mln. hectare 3,8 mln. 2,7 mln. 5,3 mln. 470 mln. Aantal verzonden aanmaningen op jaarbasis 196.600 Aantal dwangbevelen op jaarbasis 73.600 Aantal hernieuwde bevelen tot betaling 29.500-3 -
Voorwoord Het verheugt ons u het eerste jaarverslag, inclusief de eerste jaarrekening, te presenteren van de per 1 januari 2011 opgerichte Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). In het jaarverslag legt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur van GBLT verantwoording af over het in 2011 gevoerde beleid, de bereikte resultaten en de kosten van het beleid. De jaarrekening afsluit met een positief resultaat van 1.540.304,--. Doordat in 2011 een project werd afgerond dat feitelijk alleen wordt gefinancierd door de voormalig Lococensus waterschappen, maar wel in de exploitatierekening van het GBLT tot uitdrukking komt is er feitelijk sprake van een exploitatieresultaat van 1.422.764,--. Hierdoor daalt de bijdrage van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling van 21,471 mln. naar een bedrag van 20,048 mln. In 2011 hebben veel gebeurtenissen plaatsgevonden die passen bij de dynamiek van een sterk ontwikkelende organisatie. Zo heeft dit jaar in het teken gestaan van de start van vormgeving van de nieuwe organisatie in lijn met de vastgestelde missie, visie en strategie. Het bedrijfsbureau, dat ondersteunend is voor het primaire proces, is ingericht en fase 2 van de ontwikkeling van de interne organisatie van het primaire proces is onder de naam GBLT NeXt in gang gezet. Er zijn ook contacten gelegd met organisaties waarmee wij in de toekomst een mogelijk mee kunnen samenwerken, is een nieuwe belastingapplicatie Europees aanbesteed en is de implementatie daarvan gestart. De belastingapplicatie voorziet in de behoefte om taken voor Waterschappen en Gemeenten te kunnen uitvoeren. Verder is een nieuwe telefonie oplossing geïmplementeerd mede ten behoeve van het eind 2011 nieuw ingerichte klantcontactcentrum. De voorbereidingen voor de integratie van de belastingafdelingen van de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden zijn in eveneens in 2011 gestart en worden in 2012 afgerond om per 1 januari 2013 klaar te zijn om de belastingheffing, de inning en het uitvoeren van de WOZ voor deze gemeenten uit te voeren. Verder zijn dit jaar de meeliftactiviteiten met waterbedrijf Vitens beëindigd om met ingang van 2012 voor ca. 1,1 mln. aanslagen de inning in eigen beheer te verzorgen. Al met al kan worden teruggekeken op een succesvol 1 e jaar van de nieuwe GBLT-organisatie dat ook in financiële zin met een positief operationeel resultaat kan worden afgesloten. Zwolle, 26 maart 2012 Namens het dagelijks bestuur, De directeur, De voorzitter, B.S.C. Groeneveld J.P.M. Moons - 4 -
Hoofdstuk 1 Perspectief 1.1 Leiderschap Leiderschap laat zich samenvatten door het vermogen van het management om de organisatie te kunnen richten, in te richten en die taken te verrichten, die passen binnen de missie en visie van onze organisatie. Essentiële begrippen daarbij zijn bedrijfszekerheid, efficiency, toekomstgerichtheid en dienstverlening. Dé kracht van het management is het actief uitdragen van die missie en visie in woord en gedrag met een op samenwerking, resultaat- en klantgerichte houding. Naar zowel de opdrachtgevers als de belastingbetalers als medewerkers zijn we innovatief en proactief in het signaleren van problemen en het leveren van oplossingen. Daarbij zijn we responsief in ons gedrag en acties en we laten ons daar ook op aanspreken. De missie, de visie en strategie zijn voor de organisatie als volgt vastgesteld. Missie Visie Wij heffen en innen belastingen en geven uitvoering aan de wet WOZ voor lagere overheden, tegen zo laag mogelijke kosten. Lococensus-Tricijn: Toonaangevend in Belastingen. Toonaangevend betekent voor ons: Richtinggevend, onderscheidend, origineel en wij tonen lef, trots en passie. Wij hebben een goede prijs/kwaliteitverhouding in onze primaire taken, producten en diensten; Wij zijn continu op zoek zijn naar inhoudelijke verbetering en vernieuwing van (werk-) processen; Wij zijn klantgericht; Wij optimaliseren de schaalvoordelen van de organisatie door samenwerking met andere overheden; Wij zijn een lerende organisatie waarbij medewerkers kansen krijgen om zich te ontwikkelen in het kader van persoonlijke en organisatorische groei. Strategie Onze hoofddoelstellingen en strategie tot 2015 zijn: 1. Onze processen zijn zodanig ingericht dat wij maximaal heffen, optimaal innen en de wet WOZ uitvoeren tegen minimale kosten (Operational Excellence). 2. De contacten met de burgers zijn daarbij betrouwbaar en respectvol. 3. Wij hebben samenwerkingsovereenkomsten met minimaal 8 gemeenten en/of met andere overheden/samenwerkingsverbanden, waarvan één 100.000+ gemeente. 1.2 Beleid en strategie INK als sturingsinstrument Een belangrijke kenmerk van het GBLT is dat de organisatie een platte vorm heeft en houdt. De organisatie is transparant en de sturing op de bedrijfsprocessen vindt plaats via korte communicatielijnen. De organisatie is er één waar openheid, zeggen wat we doen en doen wat we zeggen belangrijke leidende beginselen zijn, in zowel de relatie met de opdrachtgevers, de belastingbetalers, als binnen de organisatie zelf. Voor het GBLT is er voor gekozen om de organisatie door middel van het INK managementmodel aan te sturen. Het INK managementmodel is een model dat organisaties de mogelijkheid biedt zogenaamde zelfevaluaties over het functioneren uit te voeren. Het model maakt gebruik van tien aandachtsgebieden die bepalend zijn voor het succes van een organisatie. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de onderdelen organisatie, resultaat en het aandachtsgebied leren, verbeteren en vernieuwen. - 5 -
Door zelfevaluatie uit te voeren, dit gebeurt op basis van een positiebepaling, kan ervaren worden hoe de stand van zaken is met betrekking tot de ontwikkeling van de organisatie en op welke onderdelen de organisatie moet veranderen, verbeteren of vernieuwen. Half mei 2011 heeft de eerste INK positiebepaling voor het GBLT plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze positiebepaling zijn vervolgacties ontwikkeld die er op gericht zijn de organisatie te verbeteren, te versterken. Het INK management model ziet er schematisch als volgt uit. Richten Inrichten Verrichten Missie/visie Procesmanagement Prestatiemanagement Investeren in mensen Personeelsmanagement do Investeren in mensen Medewerkers plan check Leiderschap aan mensen koppelen Strategie en beleid Klanten Procesmanagement Ondernemingsresultaten (bestuur/financiers) Coachend Situationeel Management van middelen Maatschappij Rendement Organisatie Resultaat berichten Informatiemanagement Leren, verbeteren en vernieuwen act Her(in)richten Verbetermanagement Strategische groei In de strategie van de organisatie ligt besloten dat in 2015 de samenwerking op het gebied van belastingen is uitgebreid met 8 andere overheden, waaronder één gemeente met meer dan 100.000 inwoners. Dronten, Leusden en Nijkerk In het kader van de samenwerking per 1 januari 2013 met de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk is in februari van dit jaar een projectorganisatie ingericht. Deze bestaat uit een stuurgroep, die verantwoording aflegt aan de besturen van de betrokken organisaties, een projectgroep en een vijftal werkgroepen. De werkgroepen zijn inmiddels met de aan hen toegewezen thema s aan de slag. Het project en de samenwerking tussen de diverse actoren verloopt voorspoedig. De uitvoering verloopt zowel operationeel, als financieel conform planning. De verwachting is dat de samenwerking per 1 januari 2013 een feit zal zijn. Gemeente Zwolle In 2009 is een quick scan uitgevoerd om de mogelijkheden te onderzoeken van samenwerking op het gebied van belastingheffing, belastinginning voor beide organisatie en het uitvoeren van taken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken ten behoeve van de gemeente Zwolle. De algemene conclusie was dat er positieve indicaties zijn om samen te werken. De ambtelijke besluitvorming bij de gemeente Zwolle bevindt zich in een eindstadium. Doorontwikkeling van de organisatie In de afgelopen maanden hebben directie en MT uitgangspunten en kaders vastgesteld voor de doorontwikkeling van het GBLT naar 2015 en verdere jaren. Om de realisatie hiervan vorm te geven is een project gestart dat de volgende uitgangspunten en kaders kent: 1. Er wordt fysiek (overwegend) vanuit één locatie gewerkt. 2. Vorm en inhoud van de organisatie worden volgens de principes van lean management bepaald door: - efficiëntie en kwaliteit van processen; - het denken in termen van toegevoegde waarde 3. De organisatie kent een platte structuur met korte communicatielijnen; 4. De focus ligt op de klantoriëntatie. 5. Daar waar mogelijk wordt Het Nieuwe Werken in het werkgebied ingevoerd. - 6 -
Verandertraject Om zorg te dragen voor stabiliteit in de uitvoering van de core-business is voor de doorontwikkeling van de organisatie gekozen voor een aparte veranderorganisatie naast de staande organisatie. Het project dat de naam GBLT NeXt heeft gekregen wordt begeleid door het bureau Rijnconsult. Een veranderteam is eind september van start gegaan met de opdracht een concreet transitieplan op te stellen, waarmee een eigentijdse, efficiënte en kwalitatief hoogwaardige frontoffice-backofficeorganisatie kan worden gerealiseerd, die vanaf januari 2013 operationeel is. De medewerkers worden bij de uitwerking zoveel mogelijk betrokken. Klantenteams Als eerste stap naar de beoogde nieuwe organisatie zijn op beide locaties klantenteams ingericht samen vormen zij een nieuwe afdeling die voorlopig Klantcontacten wordt genoemd. Voor de dienstverlening aan burgers betekent dit onder andere dat de telefonische openingstijden op beide locaties per 1 januari 2012 van 9.00 tot 17.00 uur zullen zijn. Om professioneel te kunnen werken zal aan kanaalsturing worden gedaan: burgers zullen zoveel mogelijk naar de efficiëntere en goedkopere digitale kanalen worden verwezen (e-dienstverlening). 0900- belastingtelefoonnummers Het invoeren van gratis belastingtelefoonnummers werkt deze ontwikkeling tegen en is tegelijk duur, zowel in telefoniekosten, als in afhandelingskosten. Daarom wordt niet hiervoor gekozen. Tegelijkertijd wil de organisatie niet verdienen aan een belastingnummer. Daarom zijn per 1 januari 2012 de belastingtelefoonnummers van het GBLT voor belastingbetalers bereikbaar zijn tegen lokaal tarief. ICT visie Onder meer onder invloed van de vele ontwikkelingen binnen de organisatie die op het vlak van ICT momenteel plaatsvinden is besloten meer tijd te nemen voor de lange termijn ICT visie. In de tweede helft van 2011 zijn de onderzoeksvragen geformuleerd en door de directie vastgesteld. Begin 2012 vindt een aanbesteding plaats aan een externe partij die de onderzoeksvragen kan uitwerken tot oplossingrichtingen, waarna in de tweede helft van 2012 de lange termijn visie bestuurlijk kan worden vastgesteld. Belastingapplicatie Wegens stagnatie van het project TAX-i is intern gezocht naar alternatieve oplossingen. Deze zoektocht heeft op 28 maart 2011 geleid tot het besluit van het algemeen bestuur van het GBLT om zelfstandig een Europese aanbestedingsprocedure te starten ten behoeve van een geïntegreerde belastingapplicatie voor zowel gemeenten als waterschappen. De Europese aanbestedingsprocedure is in juli afgerond en de opdracht is aan Centric gegund. De eerste implementatieactiviteiten zijn in augustus gestart en lopen door tot het najaar van 2013. Op 1 januari 2013 is een stabiel en functionerend belastingpakket in gebruik, dat naast de waterschapsbelastingen ook de gemeentelijke belastingen op een geïntegreerde wijze uitvoert. Leren verbeteren - vernieuwen Verbetering en vernieuwing zijn op basis van het INK managementmodel belangrijke kernbegrippen in het continu (bij)sturen van de organisatie. Verbetering van de werkprocessen, maar daarnaast ook het gebruik maken van innovatieve mogelijkheden biedt perspectieven voor de organisatie. Het afgelopen jaar heeft een 0 meting in het kader van het INK plaatsgevonden. De leer-, verbeter- en vernieuwingsacties die daaruit voortvloeien zijn voor een groot deel het afgelopen jaar opgestart. Denk daarbij vooral aan het project GBLT NeXt, de aanschaf en de implementatie van het nieuwe belastingpakket en de aanschaf van een nieuwe telefooncentrale. - 7 -
Hoofdstuk 2 Bedrijfsvoering 2.1 Management van processen Meeliftaanslagen Als gevolg van een besluit van het algemeen bestuur zullen de aanslagen zuiveringsheffing voor woonruimten en watersysteemheffing ingezetenen, die in het verleden werden geproduceerd met het automatiseringssysteem van Vitens, vanaf 2012 vanuit het eigen automatiseringssysteem worden opgelegd. De hiervoor noodzakelijke activiteiten zijn in 2011 tijdig afgerond. Kwijtschelding De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen waarin aan decentrale overheden de mogelijkheid wordt geboden om eigen regels vast te stellen met betrekking tot de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen bij de kwijtschelding. Van de mogelijkheid om in ruimere mate kwijtschelding te verlenen, kan pas gebruik worden gemaakt nadat daarvoor door de Minister van Financiën nadere regels daarvoor zijn vastgesteld en gepubliceerd. Deze nadere regels zijn tot op heden nog steeds onderwerp van overleg tussen de verschillende ministeries. Er kon tot op heden nog geen uitspraak worden gedaan over het moment waarop de regels nu worden verwacht, noch over de inhoud van deze regels. De Unie van waterschappen zal de waterschappen en de daaraan gelieerde belastingorganisaties op de hoogte houden van de ontwikkelingen. De verwachting is, dat pas in april 2012 hier meer duidelijkheid over wordt gegeven. Het huidige kwijtscheldingsbeleid wordt daarom in 2012 gecontinueerd. Zodra in de loop van 2012 duidelijkheid wordt gegeven zal een voorstel door GBLT worden opgesteld richting waterschappen hoe om te gaan met: - verruiming van het vermogen; - kwijtschelding aan ondernemers; - netto kosten kinderopvang. Administratieve organisatie en interne beheersing Er wordt hard gewerkt aan het vormgeven en uniformeren van de verschillende werkwijzen binnen het primaire proces. De werkprocessen worden, en zijn voor een deel al, beschreven en daar waar mogelijk bijgesteld. Daarbij worden de risico s in de processen vastgesteld, controlemomenten en methoden ingebouwd en worden per proces objectieve normen vastgesteld. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Naar aanleiding van een uitspraak in beroep door het Gerechtshof heeft het GBLT éénmaal een dwangsom ter hoogte van 1.260,-- moeten uitkeren voor een niet tijdig afgehandeld bezwaarschrift tegen de watersysteemheffing 2010. In de bezwaarprocedure is de termijn van 14 dagen voor het nog tijdig afhandelen van het bezwaar na ontvangst van de ingebrekestelling, opgeschort voor de op verzoek van de belastingplichtige te houden hoorzitting. In de beroepsprocedure heeft de rechter echter beslist dat deze opschorting wettelijk niet mogelijk is. Het GBLT heeft daardoor het besluit niet tijdig genomen en daardoor werd de dwangsom verschuldigd. In 2011 zijn tot nog toe vier ingebrekestellingen ontvangen. De bezwaarschriften zijn vervolgens binnen de gestelde termijn van 14 dagen afgehandeld. Er zijn geen dwangsommen meer uitgekeerd. Afhandeling van de klachten De visie van het GBLT is om toonaangevend in belastingen te zijn. Eén van de hoofddoelstellingen is om in de contacten naar de burger betrouwbaar en respectvol te handelen. Om die reden is ook een klachtenregeling opgezet, waarin is afgesproken dat de klachten periodiek worden geëvalueerd, zodat de dienstverlening kan worden verbeterd. Per 1 juli is er formeel één klachtcoördinator werkzaam voor beide locaties. In 2011 werden in totaal 47 klachten ontvangen. In 8 gevallen betrof het zogenaamde bejegeningsklachten. In totaliteit werden 16 klachten, waaronder de 4 bejegeningsklachten, (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Ultimo januari waren nog 4 klachten in behandeling. - 8 -
Uit de klachten die in 2011 zijn beoordeeld twee aanbevelingen naar voren gekomen die worden uitgewerkt en geïmplementeerd in het werkproces. Dit zijn het trainen van de medewerkers die de telefoontjes afhandelen en het prominenter op de website (van de locatie Zwolle) plaatsen van een vragenformulier. Op beide punten is al actie op ondernomen door de vorming van de klantenteams waarbinnen bij de training veel aandacht aan dit aspect zal worden gegeven. Bij de nieuwe website(s) is daarnaast veel aandacht voor de belastingbetaler en de wijze waarop deze zijn vragen aan het GBLT kan stellen. Bezwaren natuur De afhandeling van de zo genaamde natuurbezwaren is medio februari 2011 gestart. Bij een aantal grote terreinbeheerders is het verzoek neergelegd tot nadere motivering van de ingediende bezwaarschriften. Bij de particulieren blijkt dat vaak nadere informatie van belastingplichtige of het waterschap noodzakelijk is, dan wel controles van de situatie ter plekke. Er worden op landelijk niveau proefprocedures gevoerd. In afwachting van de uitkomsten van deze procedures ligt de afhandeling van deze bezwaren stil. Op dit moment zijn er een aantal particulieren die de proefprocedures niet willen afwachten en aan de rechter hebben verzocht hun beroep inhoudelijk te behandelen. De uitkomsten van de procedures laten zich moeilijk voorspellen. Verwerking kwijtschelding 2010 waterschap Regge en Dinkel Met ingang van 2010 moeten belastingplichtigen in het gebied van waterschap Regge en Dinkel die in aanmerking willen komen voor kwijtschelding dit rechtstreeks aanvragen bij GBLT. Dit in tegenstelling tot 2009, waar werd meegelift met gemeenten binnen het verzorgingsgebied van Regge en Dinkel. Deze procedurele wijziging heeft tot gevolg gehad dat in 2010 slechts een kleine deel van de geraamde kwijtscheldingen zijn toegekend. Het dagelijks bestuur van het waterschap heeft daarom aan het GBLT verzocht aan diegenen die in 2009 kwijtschelding ontvingen een brief te sturen waarin zij worden gewezen op de gewijzigde procedure. Deze brieven, waarin de betrokkenen bovendien met nadruk is gewezen op de mogelijkheid om voor het belastingjaar 2010 kwijtschelding te vragen, zijn verzonden Het toenmalige bestuur heeft besloten de extra te maken kosten voor dit project te financieren uit het positieve rekeningresultaat van Lococensus over 2010. Het project is afgerond en aan extra inhuur voor de beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken is een bedrag van ongeveer 96.000,-- uitgegeven. 2.2 Management van middelen Investeringen in ICT Invoering van TAX-i is jarenlang een absolute voorwaarde geweest voor het toetreden van gemeenten. Na het stilvallen van het project TAX-i heeft het algemeen bestuur besloten, vanuit strategisch oogpunt, een Europese aanbesteding te starten om de aanschaf van een tijdelijk belastingpakket dat op 1 januari 2013 wel de mogelijkheden bezit om gemeentelijke heffingen te realiseren. Dit heeft geleid tot investeringen in infrastructuur en software. Ook zijn investeringen gedaan in het aansluiten van de locatie Harderwijk op het E-loket en het Document Management Systeem. Exploitatieresultaat Het jaar 2011 sluit af met een operationeel resultaat van 1.540.304,--, het feitelijke voordeel is echter 1.422.764,-- en wordt in de jaarrekening geanalyseerd. Een voorstel tot verdeling van het exploitatieresultaat wordt eveneens gedaan in de jaarrekening. Benchmark Het GBLT wil graag op basis van een aantal objectieve kengetallen inhoudelijke vergelijkingen maken ( benchmarken ) met andere en soortgelijke belastingorganisaties. Inmiddels is het GBLT aangesloten bij het belastingoverleg grote gemeenten (BOG) en beginnen de contouren van de inhoudelijk benchmarks langzaam maar zeker vorm aan te nemen. - 9 -
2.3 Management van medewerkers Hierna wordt de stand van zaken geschetst van de wijze waarop de organisatie vanuit de missie en visie, de kennis, kwaliteiten en energie van de medewerkers maximaal benut en hen inspireert en in de gelegenheid stelt tot het maximaal ontwikkelen en benutten van hun competenties. Ontwikkeling bedrijfsbureau Het bedrijfsbureau heeft in 2011 definitief gestalte gekregen. De functies en de daarvoor benodigde competenties zijn beschreven en vastgesteld. Begin 2012 ontvangen de betrokken medewerkers een aanstellingsbrief in hun nieuwe functie. Inzetbaarheid Het GBLT beschikt over goed gekwalificeerde medewerkers die over een brede kennis beschikken van de fiscale vakgebieden. De organisatie is thans overeenkomstig de huidige werkprocessen ingericht waardoor die brede inzetbaarheid slechts gedeeltelijk wordt benut. In 2012 worden de eerste stappen gezet binnen het eerder genoemde project GBLT NeXt voor de herinrichting van het primaire proces. De focus zal daarbij onder meer liggen op het beter benutten van de kennis en vaardigheden van de medewerkers volgens het lean principe. Ziekteverzuim en verzuimbeheersing Het cijfer over het ziekteverzuim over 2011 is 4,2% en blijft daarmee onder de gestelde norm (5%) en geeft daardoor geen aanleiding om extra beheersmaatregelen in te zetten. Het streven van het management is vooral gericht op het omlaag brengen van de meldingsfrequentie tot onder de 1,5 per persoon. Dit laatste vraagt de voortdurende aandacht en begeleiding van het management. - 10 -
Hoofdstuk 3 Output (resultaten) 3.1 Bestuur en financiers Het GBLT heeft als doelstelling zorg te dragen voor een efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen,waarvan de deelnemers elk voor hun verzorgingsgebied, belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld. Het is de ambitie van het GBLT om de belastingopbrengsten te maximaliseren. Tussen de waterschappen als opdrachtgever en het GBLT als opdrachtnemer zijn in een Servicelevel Agreement (SLA) afspraken gemaakt over de wijze van dienstverlening. Daarnaast heeft het GBLT voor het jaar 2011 een aantal prestatie-indicatoren vastgesteld waarover periodiek (in de bestuursrapportages en de jaarrekening) wordt gerapporteerd. Hierna is een overzicht opgenomen van de vastgestelde resultaatvelden, indicatoren en normen van het GBLT. De verantwoording is in kleur vermeld. Haalbaar/gehaald Niet (meer) haalbaar Nog niet gestart/doorlopend/nog niet meetbaar Stakeholder SBF PI NORM Uitgevoerde controles op volledigheid en juistheid van de bestanden 100% Bestuur en financiers Dienstverlenend Bedrijfszeker Efficiënt Toekomstgericht Mogelijkheden tot (loopbaan) ontwikkeling Mate van betrokkenheid en zeggenschap Aantal metingen en controles bij bedrijven Conform planning Verzending aanslagen conform productieplanning Conform planning Tijdige rapportages (bestuursrapportage en PI rapportage) Conform P&C cyclus Beleidsregels, verordeningen en aankondigingen gepubliceerd conform wettelijke norm Processen vastgelegd in en uitgevoerd conform procesbeschrijvingen 100% Jaarlijkse positiebepaling & INK model wordt ingezet als sturingmodel verbetering Aantal gemeenten waarmee een SWO of DVO is Conform strategie Percentage onbestelbaar retour < 0,2% Percentage gegronde bezwaar en beroepschriften < 0,5% Percentage verzoekschriften (excl. kwijtschelding) < 1,0% Tijdige afhandeling verzoeken Tijdige afhandeling bezwaarschriften Tijdige afhandeling van klachten Tijdige afhandeling van de invordering Wettelijke termijn Wettelijke termijn < 6 weken Openstaand bedrag 6 maanden na laatste vervaldag < 0,5% Deelname aan verbetergroepen Conform jaarplan Gemiddeld percentage perceptiekosten voor de deelnemers 4,90 % Uitgevoerde KTO Nulmeting in 2011 Uitgevoerde MTO Nulmeting in 2011 Aantal uitgevoerde PVB gesprekken per medewerker Conform planning Realisatie uitputting opleidingsbudget > 90% en < 100% Aantal interne verplaatsingen / promoties Deelname aan verbetergroepen Frequentie werkoverleg Functionerende OR nulmeting Conform jaarplan Minimaal maandelijks min 6x per jaar overleg met directie Functionerende OR Wettelijke norm art. 24 overleg Vragen naar de tevredenheid Resultaten uitgevoerd MTO Nulmeting in 2011-11 -
In verband met de fusie per 1 januari van het verslagjaar is een proces van herijking en synchronisatie van de processen gestart. Dit proces is nog niet afgerond. Het percentage onbestelbaar retour gekomen aanslagen werd dit jaar niet gemeten. Het percentage gegronde bezwaar en beroepschriften werd op de locatie Harderwijk wel gemeten, op de locatie Zwolle niet. Er zijn in 2011 formeel geen verbetergroepen aan het werk geweest. Verbeteringmogelijkheden in de processen hebben natuurlijk altijd de aandacht. - 12 -
3.2 Opdrachtgevers Discrepantieonderzoeken Door de waterschappen Vallei en Eem, Veluwe en Zuiderzeeland worden in 2011 toenemende mate discrepantieonderzoeken uitgevoerd. Bij de uitvoering van deze discrepantieonderzoeken worden ook medewerkers van de locatie Harderwijk (team Heffingstechnologie) betrokken. Door de toename van het aantal onderzoeken en de wijze waarop de onderzoeken worden uitgevoerd is het aantal door het GBLT te leveren uren voor die onderzoeken sterk toegenomen. De kosten van deze onderzoeken worden aan de hierbij betrokken waterschappen doorbelast. Met betrekking tot discrepantieonderzoeken worden veel gegevens uitgewisseld tussen de locatie Harderwijk en de waterschappen. Om te borgen dat de waterschappen kunnen beschikken over adequate en reproduceerbare gegevens is een projectgroep opgericht die de opdracht heeft gekregen om hierover eenduidige afspraken te maken. Deze afspraken zijn inmiddels gemaakt en in een specificering van de dienstverleningsovereenkomst tussen de drie waterschappen en GBLT vastgelegd. Belastingheffing Onderstaand de stand van zaken met betrekking tot de aanslagoplegging over het belastingjaar 2011 ten behoeve van de acht deelnemende waterschappen weergegeven. Bedragen in x 1.000 Belastingopbrengsten belastingjaar 2011 Jaarrekening Begroting Jaarrekening Prognose 2010 2011 2011 2011 zuiveringsheffing woonruimten 162.452,1 168.723,3 166.491,3 166.491,3 zuiveringsheffing bedrijfsruimten 65.412,8 64.316,0 63.924,6 65.006,6 totaal zuiveringsheffing 227.864,9 233.039,3 230.415,9 231.497,9 verontreinigingsheffing woonruimten 478,4 544,2 508,6 508,6 verontreinigingsheffing bedrijfsruimten 496,4 476,5 518,4 538,4 watersysteemheffing ingezetenen 66.931,0 69.623,9 69.622,1 69.622,1 watersysteemheffing gebouwd/ongebouwd/natuur 157.715,4 159.692,0 160.421,5 161.012,5 totaal watersysteemheffing 225.621,2 230.336,7 231.070,6 231.681,6 totaal belastingopbrengsten 453.486,1 463.376,0 461.486,6 463.179,6 Het resultaat is ruim 8 mln. hoger dan het resultaat over 2010, maar ongeveer 1,9 mln. lager dan de begrotingen van de waterschappen. De komende jaren zullen echter nog aanslagen worden opgelegd voor het belastingjaar 2011 waardoor, per einde belastingjaar, het verschil tussen de begrotingen en de realisatie zal zijn gereduceerd tot een bedrag van ongeveer 200.000,--. De per waterschap eventueel optredende verschillen worden in separate documenten toegelicht en door de accountant gecontroleerd. 3.3 Maatschappij Hierna is een overzicht opgenomen van de voor het onderdeel maatschappij in de begroting 2011 vastgestelde resultaatvelden, indicatoren en normen: De verantwoording is in de volgende kleuren vermeld. Haalbaar/gehaald Niet gehaald/ niet meer haalbaar Nog niet gestart/doorlopend/nog niet meetbaar Stakeholder SBF PI NORM Belasting Goede telefonische < 20 seconden >= 80% betaler bereikbaarheid Servicelevel telefoon beantwoord Goede Voor iedere bulkrun staat actuele informatie op de 100% - 13 -
informatievoorziening homepage Correcte bejegening Aantal bejegeningsklachten 0 Juiste en volledige aanslag Percentage onbestelbaar retour < 0,2% Percentage gegronde bezwaar en beroepschriften (gegevens) < 0,5% Percentage gegronde bezwaar en beroepschriften (overig) nulmeting Percentage verzoekschriften (excl. kwijtschelding) < 1,0% Uitgevoerde controles op volledigheid en juistheid 100% Percentage uitgevoerde afvalwateronderzoeken Verzending aanslagen conform productieplanning Tijdige afhandeling aanvragen van 3 naar 1 VE Conform jaarplan Conform planning Wettelijke termijn Tijdige afhandeling Tijdige afhandeling bezwaarschriften Wettelijke termijn Tijdige afhandeling van klachten < 6 weken Tijdige afhandeling van de invordering Openstaand bedrag 6 maanden na laatste vervaldag < 0,5% Vragen naar de tevredenheid Resultaten uitgevoerd KTO Nulmeting in 2011 Stakeholder SBF PI NORM Beleidsregels, verordeningen en aankondigingen gepubliceerd Wettelijke norm Transparante organisatie Voor iedere bulkrun staat actuele informatie op de homepage 100% Resultaten uitgevoerde KTO terugkoppelen via de website binnen 2 maanden na uitvoering Maatschappij Goedkeurende verklaring inclusief verklaring Controle jaarrekening door accountant rechtmatigheid Betrouwbare organisatie Uitgevoerde controles op volledigheid en juistheid Conform interne controleplan Aantal gemeenten waarmee een SWO of DVO is Conform strategie Aantal gegronde klachten via de Nationale Ombudsman 0 Toelichting op de niet gehaalde/niet meer haalbaar geachte prestatie-indicatoren In de rapportageperiode komt het servicelevel telefonie lager uit dan de gestelde norm. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat in de zogenaamde piektijden een bijzonder hoog aanbod aan inkomende gesprekken werd ontvangen en door een aantal forse storingen in de telefooncentrale op de locatie Harderwijk. De telefooncentrale is inmiddels vervangen. Doordat met twee verschillende telefooncentrales werd gewerkt werden ook het servicelevel op beide locaties verschillend gemeten en waren daardoor niet te vergelijken. Met het in gebruik nemen van de nieuwe telefooncentrale en het ontstaan van de klantenteams verdwijnen deze verschillen en kan de performance tussen beide locaties vergeleken worden. Het GBLT stelt zich ten doel de belastingbetaler op een correcte wijze tegemoet te treden. Het aantal (deels) gegronde bejegeningsklachten is 4 en dus boven de norm. - 14 -
Hoofdstuk 4 Verplichte paragrafen Het waterschap besluit schrift in artikel 4.30 voor dat de jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. In het jaarverslag dienen de paragrafen verplicht te worden opgenomen, tenzij het evident is dat een paragraaf niet aan de orde is. Het gaat daarbij om paragrafen over: ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar incidentele baten en lasten onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen waterschapsbelastingen weerstandsvermogen financiering verbonden partijen bedrijfsvoering EMU-saldo topinkomens 4.1 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar In 2010 is de oprichting voorbereid van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn. De gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 2011 opgericht. Het jaar 2011 is dus formeel het eerste begrotings- en boekjaar. 4.2 Incidentele baten en lasten Een overzicht over de incidentele baten en lasten worden in hoofdstuk 5 bij de toelichting op de jaarrekening gepresenteerd. Daarbij is een ondergrens van 20.000,-- gehanteerd. Deze incidentele baten en lasten betreffen de afwijking ten opzichte van de begroting 2011. 4.3 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen De voorzieningen zijn, ten opzichte van de balanswaarde per 31-12-2010, gedaald met een bedrag van ongeveer 95.000,--. De oorzaak hiervan is voornamelijk gelegen in het vervallen van een personele voorziening voor een vertrokken personeelslid ad ruim 70.000,--. 4.4 Waterschapsbelastingen Onder deze post wordt de opbrengst aan in rekening gebrachte invorderkosten verantwoord. Deze opbrengsten invorderkosten vertonen een aanzienlijke overschrijding ten aanzien van zwel de primaire al de gewijzigde Deze opbrengsten zijn aanzienlijk hoger door het hanteren van een stringenter invorderbeleid en het afschaffen van de kostenloze betalingsherinnering op de vestiging Harderwijk. Het doel van dit stringente invorderbeleid is het verbeteren van de betalingsmoraal van belastingplichtigen. Omdat de verbetering van de betalingsmoraal zich moeilijk laat inschatten is bij het opstellen van de begroting 2012 eveneens voorzichtig omgegaan met de ramingen van deze opbrengst. 4.5 Weerstandsvermogen Het GBLT kent geen (algemene) reserves en slechts een beperkte voorziening. De organisatie heeft daarom vrijwel geen weerstandsvermogen, omdat de gevormde voorziening een afdekking is van een reëel in te schatten last. De deelnemers van de gemeenschappelijke regeling zijn op basis van gemaakte afspraken volledig aansprakelijk voor niet afgedekte risico s. In de risicoparagraaf wordt ingegaan op mogelijke risico s. - 15 -
4.6 Financiering Het GBLT is een gemeenschappelijke regeling van een 8-tal waterschappen. Als overheidsorganisatie conformeert Lococensus zich aan de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW). Bij het aantrekken van vreemd vermogen moet Lococensus zich houden aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de wet financiering decentrale overheden (wet Fido). De wet Fido heeft als doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking: de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met kort geld (< 1 jaar); de renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met lang geld (> 1 jaar). Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met kort geld mogen financieren. Voor gemeenschappelijke regelingen is deze limiet bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal. Voor het GBLT betekent dit, dat in 2011 de kasgeldlimiet 2.005.457,-- (8,2% van 24.457 mln.) bedraagt. Het GBLT heeft zodoende juridisch de mogelijkheid dit bedrag te lenen in een zogenaamde kortgeld constructie. Van deze mogelijkheid werd echter geen gebruik gemaakt. Renterisiconorm Uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van de looptijden van lang lopende leningen met als doel een beperking van renterisico s. Het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag, dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor gemeenschappelijke regelingen is de renterisiconorm bepaald op 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm voor 2011 bedraagt op basis van het voorgaande 4.891.357,--. In 2007 heeft rechtsvoorganger Lococensus, om de vaste activa te financieren, een bedrag geleend van 2 miljoen. De lening is aflossingsvrij en kent een rentepercentage van 4,29. Aangezien het GBLT geen andere leningen heeft, die in 2011 in aanmerking kwamen voor renteherziening, wordt voldaan aan de renterisiconorm. Voor wat betreft de externe toetsing van renterisico s geldt dat het GBLT te allen tijde zal voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet en renterisiconorm. Wordt hiervan afgeweken dan zal dit met redenen onderbouwd worden gerapporteerd aan bestuur. Liquiditeitspositie Ten aanzien van de liquiditeitspositie geldt dat met de deelnemende waterschappen is overeengekomen dat er voorafgaand per kwartaal, 25% van het begrote jaaraandeel van de jaarkosten wordt gestort. Dit is noodzakelijk om de externe kosten in die aan het GBLT in rekening worden gebracht tijdig te kunnen voldoen. Risicobeheer Het GBLT zal alleen gelden aantrekken voor haar uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld zal worden aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten (derivaten, opties en dergelijke). Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden. - 16 -
Risicoparagraaf Het GBLT loopt bij het uitoefenen van zijn taken financiële risico s. Onder risico wordt hier bedoeld de kans dat een onverwachte en onzekere gebeurtenis plaatsvindt, waarbij gevolgen ontstaan waarvan de financiële omvang nog niet is vast te stellen. Hierbij valt te denken aan claims van derden, rechtsgedingen en onzekerheden in investeringen. Het doel van de risicoparagraaf is een overzicht te geven van de voorzienbare risico s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die tot een afwaardering van de activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Loon-, prijs- en rentestijgingen De CAO heeft een looptijd tot 1 januari 2012. Prijs- en rentestijgingen vertegenwoordigen een beperkt risico waarbinnen de begroting rekening wordt gehouden. 4.7 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin een overheidsorganisatie zoals het GBLT een bestuurlijk en financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan, een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de overheidsorganisatie gelden ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is ingeval van faillissement van de verbonden partij(en) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij(en) kunnen worden verhaald op de overheidsorganisatie. Het GBLT participeert in het samenwerkingsverband van het waterlaboratorium Groot Salland te Zwolle, echter niet als verbonden partij. Het GBLT kent geen verbonden partijen zoals bedoeld in het waterschapsbesluit en het BBVW. 4.8 Bedrijfsvoering De burger en de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende waterschappen verwachten dat de gelden waarover het GBLT het beheer voert, rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden besteed en dat de organisatie een betrouwbare partner is. Daarnaast wordt transparantie van de organisatie verwacht. Deze verwachtingen zijn criteria voor de bedrijfsvoering van het GBLT. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van het programma heffen en invorderen. Het welslagen van dit programma s is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering heeft zicht in het eerste jaar van het bestaan van de organisatie voornamelijk gericht op: De vormgeving en de ontwikkeling van het bedrijfsbureau. Het onbelemmerd doorgang laten vinden van het primaire proces, teneinde de inkomsten van de deelnemende waterschappen veilig te stellen. Daarnaast zijn activiteiten ontplooid met het oog op het in de nabije toekomst herinrichten van het primaire proces, zijn er, in verband met de strategisch gewenste groei,contacten gelegd met mogelijke toekomstige deelnemers in de gemeenschappelijke regeling. Voor een gedetaileerde beschrijving van de bedrijfsvoering wordt verwezen naar de eerste drie hoofdstukken van dit jaarverslag. 4.9 EMU-saldo De opname van het EMU-saldo in de jaarrekening is niet van toepassing voor het GBLT, omdat het rekeningresultaat van het GBLT volledig door de deelnemers in hun respectievelijke jaarrekeningen wordt opgenomen. 4.10 Topinkomens Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in het jaarverslag een paragraaf moet worden opgenomen die informatie bevat over topinkomen, zoals bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt). De Wopt is sinds 1 maart 2006 officieel van kracht. Het grensbedrag, dat gebaseerd is op gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers - 17 -
bedraagt voor het jaar 2011 ongeveer 187.000,--. Bij het GBLT zijn in 2011 geen functies of dienstverbanden en uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband geweest, waarvan publicatie in dit verslag verplicht is. - 18 -
Jaarrekening 2011-19 -
Hoofdstuk 5 De balans De balans per 31 december 2011 ziet er in vergelijking met de balans per 1 januari 2011als volgt uit. Balans per 31 december 2011 voor resultaatbestemming bedragen x 1.000 31 december 2011 1 januari 2011 Activa Vaste activa immateriële vaste activa 536 898 materiële vaste activa 1.355 2.807 Totaal vaste activa 1.891 3.705 Vlottende activa uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar 110 26 overlopende activa 1.907 1 liquide middelen 2.750 3.187 Totaal vlottende activa 4.767 3.214 Totaal activa 6.658 6.919 31 december 2011 1 januari 2011 Passiva Vaste passiva eigen vermogen 0 0 nog te bestemmen resultaat 2010 118 het nog te bestemmen resultaat volgend uit de resultatenrekening naar kostendragers 1.422 1.656 voorzieningen 74 170 Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer 2.000 2.000 Totaal vaste passiva 3.614 3.826 Vlottende passiva netto-vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar 3.044 3.093 Totaal vlottende passiva 3.044 3.093 Totaal passiva 6.658 6.919 5.1 Algemeen Op de jaarrekening is naast het gestelde in het waterschapsbesluit de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW) van toepassing. Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor de investeringen en de nieuwe investeringen gelden de afschrijvingstermijnen zoals vermeld in de begroting 2011. Er wordt lineair afgeschreven. Tevens wordt als uitgangspunt gehanteerd dat pas na ingebruikname van de investering, de exploitatie wordt belast rente en afschrijving. Tijdens de realisatie van de investering wordt geen (bouw)rente en/of eigen uren aan de investering toegerekend. Activering vindt plaats op het moment van ingebruikname. Kosten van eigen personeel worden niet geactiveerd. Omdat dit de eerste jaarrekening is van het GBLT, start de beginbalans op 1 januari 2011. - 20 -
De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: Gebouw/verbouwingskosten 6 jaar Inventaris 10 jaar Hardware 5 jaar Infrastructuur 5 jaar Software, licenties e.d.. 5 jaar Dienstauto's 6 jaar Afkoopsom BTW voor de huur van het pand in Zwolle 6 jaar De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs onder aftrek van afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur en duurzame waardeverminderingen. De uitzettingen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De liquide middelen betreffen direct opeisbare tegoeden. Alle posten opgenomen onder de passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.2 Toelichting op de activa Immateriële vaste activa In de staat van vaste activa is een nadere specificatie opgenomen van de immateriële vaste activa, zoal software, licenties en de afkoopsom BTW voor de huur van het pand in Zwolle. Deze staat is als bijlage in deze jaarrekening opgenomen en bevat tevens een overzicht van de investeringen in 2011. De immateriële activa worden allen,gecategoriseerd onder de overige immateriële vaste activa. Materiële vaste activa In de staat van vaste activa is tevens een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen, vervoermiddelen, onder handen werk en overige materiële vaste activa. Deze staat is als bijlage bij deze jaarrekening opgenomen en bevat tevens een overzicht van de investeringen in 2011. Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x 1.000 bedrijfs gebouwen vervoermi ddelen Inventaris overige materiële vaste activa onderhanden werk Totaal Stand per 1 januari 2011 Historische aanschafwaarde 429 107 576 1.070 2.385 4.567 Cummulatieve afschrijvingen -245-49 -208-778 -480-1.760 Boekwaarde 184 58 368 292 1.905 2.807 Mutaties 2011 Investeringen 60 227 657 944 Desinvesteringen -78-1.905-1.983 afschrijvingen -71-19 -64-259 -413 Saldo 2011 113 39 364 182 657 1.355 Stand per 31 december 2011 Historische aanschafwaarde 429 107 636 1.297 3.041 5.510 Cummulatieve afschrijvingen -316-68 -272-1.115-2.384-4.155 Boekwaarde 113 39 364 182 657 1.355 Afschrijvingspercentage 17% 17% 10% 20% - 21 -
In 2011 is in de afschrijvingen een belangrijke wijziging opgetreden ten opzichte van de voorgaande jaren. Het project TAX-i is tijdelijk stilgelegd. Naar afstemming met de huisaccountant is op grond van het voorzichtigheidsbeginsel en om bedrijfseconomische redenen de activa per 1-1-2011 afgewaardeerd. De financiële gevolgen die de afwaardering heeft worden toegerekend aan de 5 waterschappen die voormalig Lococensus vormden conform de gemaakte afspraken inzake het project TAX-i die gemaakt zijn door de deelnemers bij de vorming van GBLT en de liquidatie van de toenmalige gemeenschappelijke regelingen Lococensus en Tricijn. Bij het (later) in gebruik nemen van TAX-i wordt TAX-i opnieuw geactiveerd en komen de kosten voor rekening van de 8 waterschappen die GBLT vormen. Extracomptabel loopt de afschrijving op de reeds gedane investeringen in Tax-i door. Hieronder worden de financiële consequenties, die het gevolg zijn van het herwaarderen van TAX-i, in beeld gebracht. De boekwaarde van het project TAX-1 bedroeg ultimo 2010 1.904.513. In 2011 hebben er geen activiteiten in het kader van dit project plaatsgevonden. Voor de vijf deelnemende waterschappen die de toenmalige Gemeenschappelijke regeling Lococensus vormde heeft dit per waterschap het volgende effect: Groot Salland 18,21% 346.812 Reest en Wieden 11,14% 212.163 Regge en Dinkel 29,41% 560.117 Rijn en IJssel 31,12% 592.684 Velt en Vecht 10,12% 192.737 1.904.513 conform boekwaarde 01-01-2011 Het in de balans opgenomen bedrag onderhanden werk heeft betrekking op de aanschaf en implementatie van de (tijdelijk) belastingapplicatie Key2 Geïntegreerd Heffen. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huurverplichtingen Het geheel aan verplichtingen ingevolge de totale looptijd van de huurovereenkomsten voor beide locaties bedraagt op de balansdatum 1.925.000,--. Voor het jaar 2012 bedraagt de verplichting 641.000,--. Beide huurcontracten lopen tot en met 31 december 2014. Leaseverplichtingen Het totaal aan verplichtingen over de totale looptijd van de leaseovereenkomsten bedraagt op balansdatum 129.000,--. De verplichtingen zijn als volgt opgebouwd. Product Looptijd Tot Verplichting Totale per jaar verplichting x 1.000 x 1.000 Kopieer/print machines 3 jaar 01-01-15 16 48 Lease auto 4 jaar 01-08-14 6 16 Lease auto 3 jaar 01-01-14 9 18 Koffie automaten 5 jaar 01-10-16 10 47 Totaal 41 129 Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar Hier is het debiteurensaldo per 31 december 2011 weergegeven. Bedragen x 1.000 31-12-2011 1-1-2011 Handelsdebiteuren 110 26 Af: Voorziening dubieuze debiteuren Totaal 110 26. In de voorzieningen per 1 januari 2011 was in de jaarrekening van voormalig Lococensus een vordering van ruim 2,7 mln. op het Waterschapshuis opgenomen, die werd ingediend in verband - 22 -
met de stagnatie binnen het project TAX-i. Deze vordering was in diezelfde jaarrekening geheel voorzien. Hierdoor werd het balanstotaal aan beide zijden verhoogd. Hoewel duidelijk gesteld kan worden dat de claim op het waterschaphuis door GBLT namens de 5 waterschappen die deelnamen in de voormalige GR Lococensus gehandhaafd blijft, wordt deze niet meer expliciet in de balans van het GBLT opgenomen. Het aan beide zijden verhogen van het balanstotaal leidt tot een zogenaamde balansverlenging en is in strijd met het BBVW. Overlopende activa Het bedrag dat hier is opgenomen bestaat nagenoeg geheel uit de nog van de (voormalig Lococensus) waterschappen te ontvangen bedragen in verband met het herwaarderen van het project TAX-i. Liquide middelen Dit bedrag betreft de saldi op de bankrekeningen en de kleine kas van Harderwijk. 5.3 Toelichting op de passiva Eigen vermogen Het GBLT is een uitvoeringsorganisatie van de acht deelnemende waterschappen en bouwt feitelijk geen eigen vermogen op. Het eigen vermogen op de balans bestaat geheel uit het nog onder de deelnemers te verdelen resultaat kent het volgende verloop. Verloopoverzicht eigen vermogen: mutaties 1-1-2011 2011 31-12-2011 Saldo eigen vermogen (nog te bestemmen resultaat ) aan het begin van het begrotingsjaar 1.656.552 interne vermeerderingen interne verminderingen -1.539.013 voorstel voor de toevoeging/onttrekking via de resultaatbestemming 1.422.764 Saldo eigen vermogen (nog te bestemmen resultaat ) aan het einde van het begrotingsjaar 1.540.303 Het nog te bestemmen resultaat 2010 zal met de deelnemers in het voormalige Lococensus worden verrekend. Dit resultaat is ultimo 2010 gereserveerd ten behoeve van een projectfinanciering van de afdeling invordering ten behoeve van het waterschap Regge en Dinkel. De kosten van dit project bedroegen 96.513,--, waarmee het te verrekenen resultaat 2010 dat ten goede komt aan de waterschappen die de toenmalige gemeenschappelijke regeling Lococensus vormden 117.540,-- bedraagt. Het resultaat 2010 ad 1.442.499,-- van Tricijn is aan de deelnemers uitbetaald. Het resultaat 2011 zal met de acht deelnemende waterschappen in het GBLT worden verrekend. Hierbij wordt rekening gehouden met de gevolgen van de afwaardering van TAX-i voor de 5 waterschappen die in de het voormalig Lococensus deelnamen. Voorzieningen De arbeidsgerelateerde voorzieningen zijn, ten opzichte van de balanswaarde per 31-12-2010, gedaald met een bedrag van ongeveer 95.000,--. De oorzaak hiervan is voornamelijk gelegen in het vervallen van een personele voorziening voor een vertrokken personeelslid ad ruim 70.000,-- De voorzieningen kenden het volgende verloop. Saldo aan het begin van het begrotingsjaar 170.305 mutaties 1-1-2011 2011 31-12-2011 vermeerderingen als gevolg van rente toevoegingen overige interne vermeerderingen 34.300 interne verminderingen 25.548- externe verminderingen 105.057- Saldo aan het einde van het begrotingsjaar 74.000-23 -