3. EVOLUTIE VAN DE ENERGIE-INTENSITEIT IN HET BRUSSELS



Vergelijkbare documenten
3. EVOLUTIE VAN DE ENERGIE-INTENSITEIT IN HET BRUSSELS

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1. ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (JAAR 2009)

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

2. OPMAAK VAN DE ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: METHODOLOGISCHE ASPECTEN

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

Nieuwe Energiepremies «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!»

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

31. ATMOSFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

CO 2 -uitstootrapportage 2011

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2002

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2003

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

Perscommuniqué van 16/11/2015

- ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2006

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2004

29. ATMOSFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

Welzijnsbarometer 2015

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2008

De honden en katten van de Belgen

Emissielekken in België

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

VR MED.0081/1

Regionale economische vooruitzichten

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Persconferentie «Ecobouw stimuleren» 8 februari 2007 Toespraak van Evelyne Huytebroeck

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

De honden en katten van de Belgen

Enquête essenscia over de elektriciteits- en aardgasprijzen in 2010 Samenvatting van de resultaten

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03)

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

OBSERVATORIUM VAN DE GAS- EN ELEKTRICITEITSPRIJZEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ENERGIEBALANS VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING 2015

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2007

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2001

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting

Kerncijfers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen

1. ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (JAAR 2013)

emissie broeikasgassen

Westvoorne CO 2 - uitstoot

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 2005

Energieverbruik door de industrie,


De Belg en zijn spaargedrag (2/2): het budget

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

Energieprijs en energiearmoede

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Energie beoordelingsverslag februari 2017

PERSBERICHT Brussel, 17 november 2015

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Energie beoordelingsverslag januari 2016 (definitief)

Kernenergie in de Belgische energiemix

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Energieverbruik per sector,

Praktijkgids Energieboekhouding en monitoring & targeting

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Transcriptie:

3. EVOLUTIE VAN DE ENERGIE-INTENSITEIT IN HET BRUSSELS GEWEST 1. Inleiding 1.1. De gewestelijke energiebalans: een kostbare bron van informatie Een energiebalans beschrijft de energiehoeveelheden die worden ingevoerd, geproduceerd, getransformeerd en verbruikt in het Gewest in de loop van een gegeven jaar. Deze balans levert niet alleen kennis over de energiesituatie in het Gewest, maar bevat ook de basisinformatie die nodig is voor het berekenen van de emissies van luchtvervuilende stoffen (NOx, SO 2, fijne deeltjes,...) en broeikasgassen (CO 2, CH 4,...) die verband houden met het energieverbruik van de verschillende sectoren. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt over dergelijke balansen sinds 199. Voor hun realisatie wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de verbruiksinventarissen aangeleverd door de distributiemaatschappijen en de beroepsfederaties voor gas en elektriciteit en van enquêtes gevoerd bij de bevolking en de ondernemingen. Voor verder informatie over de methodologie verwijzen we naar de fiche Energie nr 2. De analyse van de energiebalans en zijn historische evolutie kan worden geraadpleegd in de fiche Energie nr 1. PAGINA 1 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.1: Evolutie voor de periode 199-29: o van het totale energieverbruik van het Brussels Gewest, reëel (d.i. zonder klimaatcorrectie) en bij constant klimaat (basis = 199 1 ), o van de klimaatomstandigheden (graaddagen 15/15 2 ). Bron: energiebalansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 199-29 25 25 25 Totaal energieverbruik (ktoe) 15 1 5 15 1 5 GD 15/15 ( C) 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Zonder klimaatcorrectie Met klimaatcorrectie GD 15/15 De bovenstaande grafiek geeft de evolutie weer van het totale gewestelijke energieverbruik volgens de opeenvolgende gewestelijke energiebalansen en toont eveneens de evolutie van de weersomstandigheden. De algemene trend van de evolutie van het totale energieverbruik met klimaatcorrectie en de vergelijking met de trend van de kromme zonder klimaatcorrectie tonen aan dat, hoewel het totale energieverbruik duidelijk wordt beïnvloed door de meteorologische kenmerken van het betrokken jaar, dit verbruik sinds 24 toch in dalende lijn lijkt te gaan. 1.2. Het begrip energie-intensiteit De energie-intensiteit is de verhouding tussen de hoeveelheid energie die een sector verbruikt en een variabele die representatief is voor deze sector (aantal inwoners, aantal werknemers, aantal of oppervlakte van de woningen of kantoren, toegevoegde waarde,...). Een hogere energie-intensiteit komt dus overeen met een hoger energieverbruik per eenheid van de in aanmerking genomen variabele. In de huidige context van klimaatveranderingen en het behoud van de hulpbronnen wordt gestreefd naar een daling van de energie-intensiteit. Op nationaal of internationaal niveau wordt de energie-intensiteit van een land vaak berekend in verhouding tot het BBP of het aantal inwoners (zie bijvoorbeeld de publicaties van het Europees 1 Verbruik dat wordt geraamd in de veronderstelling dat de omstandigheden voor de verwarming van de gebouwen in het beschouwde jaar dezelfde zijn als in het overeengekomen referentiejaar, in dit geval 199 2 Hoe hoger de graaddagen, hoe kouder het jaar was PAGINA 2 VAN 12 FEBRUARI 212

Milieuagentschap, o.a. de indicatoren CSI 28 of ENER 17). Deze indicatoren worden overigens algemeen gebruikt voor vergelijkingen tussen gewesten of landen. Figuur 3.2: Evolutie van de Brusselse bevolking en van het totale energieverbruik in het Brussels Gewest (met en zonder klimaatcorrectie) Bron: Gewestelijke energiebalans en BISA volgens de gegevens van ADSEI (bevolking op 1 januari zonder de personen ingeschreven in het wachtregister), berekeningen van Leefmilieu Brussel 25 125 1 Totaal energieverbruik (ktoe) 15 1 5 Zonder klimaatcorrectie 75 5 25 Aantal inwoners Met klimaatcorrectie Aantal inwoners 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 In Brussel daalt het totale energieverbruik sinds 24, terwijl de Brusselse bevolking geleidelijk toeneemt sinds. De totale energie-intensiteit per inwoner is de voorbije jaren dus geleidelijk verbeterd. Tabel 3.3 3 Totale energie-intensiteit in het Brussels Gewest Bron : Gewestelijke energiebalans en BISA naar de gegevens van ADSEI (bevolking op 1/1 van het jaar), berekeningen door Leefmilieu Brussel toe / inw. MWh / inw. Jaar 199 25 26 27 28 29 Zonder klimaatcorrectie 1,9 2,13 2,5 1,9 1,93 1,84 Met klimaatcorrectie 1,9 2,9 2,3 1,93 1,9 1,81 Zonder klimaatcorrectie 22,1 24,8 23,8 22,1 22,5 21,3 Met klimaatcorrectie 22,1 24,3 23,6 22,4 22,1 21, De sociaal-economische kenmerken van de ruimtelijke entiteit die het voorwerp uitmaakt van een dergelijke berekening zullen onvermijdelijk de indicator sterk beïnvloeden. In het geval dat ons interesseert, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hebben wij te maken met een stadsgewest dat wordt gekenmerkt door: een groot aantal pendelaars (~375. volgens de laatste ramingen van de enquête naar de arbeidskrachten van Statbel), wat inhoudt dat een deel van het energieverbruik voor het vervoer 3 Gebruikte omzettingsfactor: 1 toe = 11628 kwh of 11,628 MWh PAGINA 3 VAN 12 FEBRUARI 212

of voor de economische activiteiten te maken heeft met de activiteit van personen die buiten het Gewest wonen; een overwegend tertiaire activiteit en een beperkt industrieel weefsel. De Belgische energie-intensiteit wordt daarentegen beïnvloed door een zeer energie-intensief industrieel weefsel dat vooral op uitvoer steunt. Bovendien kan een bevolkingsgroei leiden tot een verbetering van de energie-intensiteit, los van eventuele evoluties van het sociaal-economische weefsel. Een aanvullende, meer gedetailleerde analyse (per energieverbruikende sector) is bijgevolg aangewezen. 2. Analyse van de energie-intensiteit per sector 2.1. Economische activiteiten: secundaire en tertiaire sectoren Twee benaderingen worden gehanteerd om de energie-intensiteit van de economische activiteiten te ramen: het aantal werknemers of de productie (toegevoegde waarde). Aangezien de secundaire sector (de industrie) gekenmerkt wordt door een sterke mechanisering van het werk, gaat de voorkeur naar de tweede benadering. Dit staat in tegenstelling met de tertiaire sector die diensten voortbrengt en in het Brussels Gewest een belangrijke bron van tewerkstelling vertegenwoordigt. Figuur 3.4: Periode -29, Brussels Gewest: evolutie van de energie-intensiteit van de secundaire sector, met en zonder klimaatcorrectie (t.o.v. de toegevoegde waarde in volume uitgedrukt in miljoenen kettingeuro s - basisjaar 28) Bron: Gewestelijke energiebalans en BISA.3 Energieverbruik van de industrie / toegevoegde waarde (GWh / miljoen euro).25.2.15.1.5 Zonder klimaatcorrectie Met klimaatcorrectie 21 22 23 24 25 26 27 28 29 PAGINA 4 VAN 12 FEBRUARI 212

De energie-intensiteit van de secundaire sector 4 werd berekend op basis van de toegevoegde waarde in volume. Deze waarden zijn meer representatief voor de geproduceerde hoeveelheden dan deze van de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen, die onderhevig zijn aan de inflatie. De aldus berekende energie-intensiteit van de industrie bereikte een piek in 22 en daalde sindsdien vrij regelmatig en sterk: tussen 22 en 29 bedroeg de daling 33%. Figuur 3.5: Periode -29, Brussels Gewest: evolutie van de energie-intensiteit van de tertiaire sector met en zonder klimaatcorrectie (t.o.v. het aantal banen in de dienstensector 5 ) Bron: Gewestelijke energiebalans en Nationale Bank van België, volgens INR, berekeningen van Leefmilieu Brussel.16.14 Energieverbruik van de tertiaire sector / baan (GWh / baan).12.1.8.6.4.2 Zonder klimaatcorrectie Met klimaatcorrectie 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Ook op het niveau van de tertiaire sector vertoont de energie-intensiteit (in dit geval berekend in functie van de tewerkstelling) een neerwaartse trend die evenwel minder uitgesproken is: een daling met 7% werd waargenomen tussen 24 (jaar met maximaal energieverbruik) en 29. In de laatste drie jaar treedt er evenwel een stabilisering op. 4 Te verstaan in de zin van de energiebalans: de secundaire sector behelst de activiteiten met een NACE-code (Rev.1) tussen 1 en 45, behalve de codes 23, 37, 4 en 41. 5 De tertiaire sector omvat de activiteiten waarvan de codes NACE 23 begrepen zijn tussen 5 en 95 PAGINA 5 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.6: Periode -29, Brussels Gewest: evolutie van de energie-intensiteit van de tertiaire sector per energiedrager (t.o.v. de tewerkstelling in de dienstensector waarbij jaar = 1) Bron: Gewestelijke energiebalans en Nationale Bank van België, volgens INR, berekeningen van Leefmilieu Brussel 135 13 125 Energieverbruik van de tertiaire sector / baan ( = 1) 12 115 11 15 1 95 9 85 8 75 7 65 Totaal zonder klimaatcorrectie Brandstoffen zonder klimaatcorrectie Elektriciteit zonder klimaatcorrectie 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Deze algemene trend kan nader worden verklaard door de energie-intensiteit van de tertiaire sector te analyseren per energiedrager: de recente daling van de totale intensiteit is toe te schrijven aan een duidelijke daling van de verwarmingsbehoeften (of van het brandstofverbruik) per baan. Een sterke stijging van het elektriciteitsverbruik per baan werd dan weer waargenomen tot in 26, gevolgd door een daling in 27 en een stabilisering sindsdien. 2.2. Huisvesting In de huisvestingssector komt de verbruikseenheid overeen met één huishouden. De energieintensiteit van de huisvesting wordt dus bepaald in verhouding tot het aantal gezinnen. PAGINA 6 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.7: Evolutie over de periode 199-29 van de energie-intensiteit van de huisvesting in het Brussels Gewest, met en zonder klimaatcorrectie (t.o.v. het aantal gezinnen) Bron: Gewestelijke energiebalans en BISA volgens de gegevens van ADSEI, berekeningen van Leefmilieu Brussel Energieverbruik door de huisvesting / aantal gezinnen (GWh / gezin).3.25.2.15.1.5 Zonder klimaatcorrectie Met klimaatcorrectie 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Hoewel de energie-intensiteit van de gezinnen duidelijk wordt beïnvloed door de weersomstandigheden van het betrokken jaar (cf. de verschillen tussen de twee krommen op de grafiek), is een dalende trend van de energie-intensiteit merkbaar sinds, het jaar waarin een maximum werd opgetekend (met klimaatcorrectie). Tussen en 29 daalde de energie-intensiteit met 17%. PAGINA 7 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.8: Periode 199-29, Brussels Gewest: evolutie van de energie-intensiteit van de huisvesting per energiedrager (het energieverbruik per gezin van het jaar 199 werd gelijkgesteld aan 1) Bron: Gewestelijke energiebalans en BISA volgens de gegevens van ADSEI, berekeningen van Leefmilieu Brussel 15 145 14 Energieverbruik door de huisvesting / gezin (199 = 1) 135 13 125 12 115 11 15 1 95 9 85 Totaal zonder klimaatcorrectie Brandstoffen zonder klimaatcorrectie Elektriciteit zonder klimaatcorrectie 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Ook hier kan de globale trend worden verduidelijkt door de evolutie van de intensiteit te analyseren per energiedrager 6 : de recente daling van de totale intensiteit is ook voor deze sector toe te schrijven aan een duidelijke daling van de verwarmingsbehoeften (of van het brandstofverbruik) per gezin. Tot in 25 werd immers een sterke stijging van het elektriciteitsverbruik waargenomen, sindsdien gevolgd door een daling. 6 Het elektriciteitsverbruik wordt beïnvloed door de gezinssamenstelling. De intensiteit voor de drager elektriciteit zou in het ideale geval dus moeten worden berekend in functie van de totale bevolking, eerder dan het aantal gezinnen. Deze tweede benadering werd evenwel behouden om de resultaten te kunnen vergelijken. PAGINA 8 VAN 12 FEBRUARI 212

3. Vergelijking met andere factoren 3.1. Prijs van de energiedragers Gelet op de gegevens die op dit moment beschikbaar zijn, ligt een berekening van de energieintensiteit van het vervoer niet voor de hand. Een vergelijking van de in het Brussels Gewest afgelegde afstanden over de weg met de benzine- en dieselprijzen is evenwel leerzaam. Figuur 3.9: Periode 199-29, Brussels Gewest: evolutie van de over de weg afgelegde afstanden door motorvoertuigen, en van de brandstofprijzen aan de pomp Bron: Planbureau, volgens de FOD Mobiliteit en vervoer en STATBEL 45 1.8 Afstanden over de weg afgelegd door de motorvoertuigen (miljoen voertuig-km) 4 35 3 25 15 1 5 Afgelegde afstanden over de weg Euro 95 Diesel 1.6 1.4 1.2 1.8.6.4.2 199 1991 1992 1993 1994 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Jaarlijkse gemiddelde maximale prijs (euro/l) Sinds 26 treedt een stabilisering op van de afstanden die door motorvoertuigen worden afgelegd over de weg in het Brussels Gewest. Anderzijds begonnen de benzine- en dieselprijzen vrij sterk te stijgen in 23. De evolutie van de brandstofprijzen zou bijgevolg een van de verklarende factoren kunnen zijn voor de stabilisering van de afgelegde voertuig-kilometers. Een gelijkaardige vaststelling kan worden gedaan voor het brandstofverbruik van de woningen (gas vertegenwoordigt 62% van het totale huishoudelijke verbruik in 29, tegen stookolie 2%) en de prijs van aardgas en huisbrandolie: tussen 24 en 29 werd een daling van het verbruik waargenomen terwijl over dezelfde periode de prijs van deze brandstoffen is gestegen. PAGINA 9 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.1: Periode -29, Brussels Gewest: evolutie van het brandstofverbruik voor huisvesting, van de aardgasprijzen (voor de mediane Brusselse huishoudelijke afnemer) en van de gemiddelde maximumprijs van huisbrandolie Bron: Gewestelijke energiebalans, STATBEL/Eurostat en STATBEL 9 9,9 Brandstofverbruik voor huisvesting (ktep) 8 7 6 5 4 3 2 1 Huisvesting zonder klimaatcorrectie Huisvesting met klimaatcorrectie Prijs van huisbrandolie Prijs van gas 8 7 6 5 4 3 2 1 Prijs van aardgas voor mediane huishoudelijke verbruiker (eurocent/kwh),8,7,6,5,4,3,2,1 Gemiddelde maximale prijs van huisbrandolie ( /l) 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.2. Evolutie van sociaal-economische situatie van de Brusselse bevolking Analyse van de fiscale gegevens (gerealiseerd door o.a. Statbel en BISA) brachten volgende sociaaleconomische kenmerken aan het licht voor het Brussels Gewest: De voorbije tien jaar is het verschil tussen het inkomen van de Brusselaar en dat van de gemiddelde Belg gestegen met 14%. De minst welstellende gemeente van België is Sint-Joost-ten-Node. Het inkomen per inwoner van deze gemeente bedraagt de helft van het nationale gemiddelde en is 65% lager dan het inkomen van een inwoner van Sint-Martens-Latem (de meest welstellende gemeente van België). Het Gewest telt overigens nog drie gemeenten met een gemiddeld inkomen per inwoner dat minstens 3% lager is dan het nationale gemiddelde, namelijk Sint-Jans-Molenbeek, Sint- Gillis en Schaarbeek. In vergelijking met de andere Gewesten kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de meest ongelijke inkomensverdeling. Het mediane inkomen per aangifte is gedaald in 24 en stagneerde sindsdien, dit in tegenstelling tot de situatie in de andere Gewesten waar een geleidelijk stijging optrad. PAGINA 1 VAN 12 FEBRUARI 212

Figuur 3.11: Mediaan totaal netto belastbaar inkomen van de aangiften en welvaartsindex volgens Gewest van verblijf: evolutie van de begrotingsjaren t.o.v. de inkomsten van het voorgaande jaar Bron: BISA, volgens FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (StatBel) 25 14 Mediaan inkomen per aangifte (duizenden ) 2 15 1 5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Waals Gewest Vlaams Gewest Belgie Welvaartsindex (België = 1) 13 12 11 1 9 8 7 6 21 22 23 24 25 26 27 28 21 22 23 24 25 26 27 28 Tussen en 29 is het aantal individuele begunstigden van een sociaal integratie-inkomen met 68% gestegen in het Brussels Gewest. Ter vergelijking: in dezelfde periode is dit aantal gestegen met 12% in het Waals Gewest en gedaald met 1% in het Vlaams Gewest (BISA, volgens POD Maatschappelijke integratie). Er is dus een geleidelijke verarming opgetreden van (een deel van) de Brusselse bevolking, dit is vooral opvallend sinds 24. Dit fenomeen kan leiden tot een energiebesparend gedrag met de bedoeling de kosten te drukken. Op basis van de beschikbare gegevens kan evenwel niet worden vastgesteld of het energiebesparend gedrag vrijwillig of opgelegd is. Dergelijk gedrag kan eveneens worden verklaard door een geleidelijke bewustmaking van de bevolking voor milieuproblemen. 4. Synthese en verklarende factoren In de voorbije jaren kon een verbetering van de energie-intensiteit worden waargenomen voor de verschillende sectoren. Naargelang de beschouwde variabelen was deze verbetering meer of minder belangrijk. De verklarende factoren verschillen wellicht voor de verschillende sectoren maar de balans is op dit moment eerder bemoedigend. De daling van de energie-intensiteit van de verschillende sectoren vindt allicht haar verklaring in meer dan één aspect. Wij denken hierbij aan: De evolutie van de sociaal-economische kenmerken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: bevolking (groei, samenstelling van de gezinnen, levensstandaard, ) en economische activiteiten (type, productiviteit, aantal banen); De evolutie van de uitrusting van de gezinnen en van de ondernemingen (type en comfortniveau van het vastgoedpark, wagenpark, elektrische en elektronische uitrustingen, ); De verbetering van de energetische kwaliteit van het gebouwenpark waaronder woningen en kantoren (met o.a. isolatie van de gebouwen, nieuwe constructies die op dit vlak beter presteren); De verbetering van de energie-efficiëntie van de gebruikte uitrustingen, die m.a.w. voor dezelfde prestatie minder verbruiken (machines, wagens, elektrische apparatuur,...); PAGINA 11 VAN 12 FEBRUARI 212

Het effect van energiebesparende gedragingen, verplicht (bijvoorbeeld door de stijgende energieprijzen) of vrijwillig (ten gevolge van een bewustwording van de bevolking voor milieuproblemen en een besparing op natuurlijke rijkdommen): verlaging van de verwarmingstemperatuur in gebouwen, zuiniger rijstijl, gebruik van openbaar vervoer of de fiets,... Bronnen 1. INSTITUT DE CONSEIL ET D ETUDES EN DÉVELOPPEMENT DURABLE, Energiebalansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Eindrapporten, Studies uitgevoerd in opdracht van het BIM. Deze kunnen worden geraadpleegd via http://www.leefmilieubrussel.be/templates/etat/informer.aspx?id=322&langtype=267&detail=tab3 2. SPF ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE (STATBEL), communiqué de presse, 7 décembre 211, "Les revenus évoluent différemment selon les régions", 4 pages. Geraadpleegd in december 211: http://statbel.fgov.be/fr/binaries/persbericht%2fiscale%2inkomens%229_fr_def_tcm326-155359.pdf 3. SPF ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE (STATBEL), "Evolution de l'inégalité de revenu avant et après impôts en Belgique". Geraadpleegd in december 211: http://statbel.fgov.be/fr/modules/publications/statistiques/marche_du_travail_et_conditions_de_vie/evolution _inegal_revenu.jsp 4. INSTITUT BRUXELLOIS DE STATISTIQUE ET D'ANALYSE, Indice de richesse par rapport à la Belgique et revenu médian par déclaration, tableau Statistiques fiscales des revenus Geraadpleegd in december 211: http://www.bruxelles.irisnet.be/a-propos-de-la-region/etudes-et-statistiques/donnees-statistiques-parthemes/revenus-et-depenses-des-menages/#statistiques-fiscales-de-revenus Andere fiches in verband hiermee Thema Energie 1. Energiebalans van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (jaar 29) 2. Opmaak van de energiebalans van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: methodologische aspecten Auteurs van de fiche VERBEKE Véronique Nagelezen door MEURRENS Annick, GOOR François, SQUILBIN Marianne, CLERFAYT Grégoire, DEBROCK Katrien Update : februari 212. PAGINA 12 VAN 12 FEBRUARI 212