Watertoets Het nieuwe sportpark Van den Wildenberg, Goirle

Vergelijkbare documenten
Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

Toelichting Watertoets

Toelichting watertoets

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Bestemmingsplan Lith Centrum bijlage 2 bij toelichting - watertoets centrumplan Lith jan 2011

Toelichting Watertoets Terreininrichtingsplan voormalige camping de Wolfsberg tot vakantievilla's Hoogcruts 14a te Noorbeek

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Toelichting Watertoets Terreininrichtingsplan voormalige camping de Wolfsberg tot vakantievilla's Hoogcruts 14a te Noorbeek

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Watertoets sporthal Geusselt Maastricht Gemeente Maastricht

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven.

Rapportage watertoets

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Bijlage B: Waterparagraaf Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 8 december 2016

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Toelichting watertoets Ontwikkelingslocatie Hultens End te Hulten

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Waterparagraaf Rietdijk te Vorstenbosch

Toetsing waterhuishouding

Watertoets Vivero, Langeraarseweg 12 en Landgoed Langeraar Gemeente Nieuwkoop

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

Van Hogendorpplein te Goirle

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

BIJLAGE 5. Waterparagraaf Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma Oranjewoud

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Bestemmingsplan Noord-West-Oss

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

1 Inleiding en projectinformatie

Toelichting watertoets. Verlengde Hofdreef te Zundert

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Colofon. Datum van uitgave: 19 juni Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

Waterparagraaf BIJLAGE 5

Team stedelijk water B

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Bouwplan Flinkert te Vessem

Apeldoornsestraat te Voorthuizen

Watertoets. Gemullehoekenweg 121 te Oisterwijk

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

Waterparagraaf Landgoed De Heihorsten te Someren

Watertoets Dorpshart Mijnsheerenland

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

: G. de Jong (Waterpas Civiel Adviesbureau B.V.) : Waterhuishouding Weerreys Park te Zundert

Ontwikkeling stadsvilla s op terrein Cellarius/de Hullu te Deventer-Colmschate

Watertoets bestemmingsplan wijziging Crematorium Haarlo

Memo waterplan De Kievit

Inpassingsplan Busbaan Wageningen Campus

Rouveen-West fase IV

Projectnummer: C /GF. Gecontroleerd door: ing. H.J. Veurink. Ons kenmerk: :0.5

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A


Waterparagraaf manege Hillegersberg

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Notitie watertoets 1 / 7

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

De heer J.M.J.M. van Abeelen Koestraat AR LIEMPDE

T.a.v. de heer W. Toet Datum 17 mei 2017 Distributie Projectnummer Watertoets herontwikkeling De Liesbosch (Ravenswade)

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Transcriptie:

Watertoets Het nieuwe sportpark Van den Wildenberg, Goirle projectnr. 196264 revisie 04 18 mei 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring vrijgave mei 2010 definitief M.L.M. Stabel J.A.A. van de Heijning

Inhoud Blz. 1 Inleiding 2 2 Ligging en gebruik 3 2.1 Ligging en gebruik 3 2.2 Bodem 3 2.3 Grondwater 4 2.4 Oppervlaktewater 6 2.5 Hemelwater- en vuilwaterafvoer 6 3 Resultaten infiltratieonderzoek 8 4 Beleid 9 5 Uitgangspunten/ randvoorwaarden waterbeheerders 10 5.1 Waterschap Brabantse Delta 10 5.2 Gemeente Goirle 10 5.3 Provincie Noord-Brabant 11 6 Toekomstige situatie 12 6.1 Voorgenomen ontwikkeling 12 6.2 Waterkwaliteit 12 6.3 Ontwatering en drooglegging 12 6.4 Grondwaterneutraal bouwen 13 6.5 Beregenen 13 6.6 Waterkwantiteit 13 7 Conclusie / aanbevelingen 15 Bijlage(n) 1. vlekkenplan toekomstig sportpark 2. onderzoek vuilwaterafvoer Witteveen en Bos 3. berekening wateropgave 4. Boorprofielen peilbuizen 5. voorlopig wateradvies Brabantse Delta blad 1 van 16

1 Inleiding In opdracht van gemeente Goirle heeft Oranjewoud B.V. een watertoets uitgevoerd voor "Het nieuwe sportpark Van den Wildenberg" in het Riels kwadrant. Voor de ontwikkeling van dit sportpark dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld. In het vigerende bestemmingsplan is de voorgenomen ontwikkeling niet toegestaan. In het kader van de ruimtelijke procedure dient het watertoetsproces doorlopen te worden. Deze waterparagraaf maakt onderdeel uit van het watertoetsproces. In deze waterparagraaf worden de huidige en toekomstige situatie beschreven. Voor de toekomstige situatie wordt beschreven welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van het watersysteem om te voldoen aan het landelijke en het waterschapsbeleid. blad 2 van 16

2 Ligging en gebruik 2.1 Ligging en gebruik Het plangebied is gelegen tussen kernen Riel en Goirle en is ook bekend als het Riels Kwadrant. In figuur 2.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Het plangebied grenst aan de noordkant tegen de Rillaersebaan, aan de westkant tegen de Oude Spoorbaan en aan de oostkant tegen de Turnhoutsebaan. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 280.000 m 2. De inrichting bestaat voornamelijk uit weiland en akkerpercelen. Het maaiveld aan de noordwestkant van het plangebied is 12,8 m+nap, en loopt op richting het zuidoosten naar 15,2 m+nap. 2.2 Bodem Figuur 2.1: globale ligging plangebied (bron: google.maps) Boringen Oranjewoud Door Oranjewoud zijn in september 2009 peilbuizen geplaatst, hierbij is tevens de bodemopbouw opgenomen. De boorprofielen zijn opgenomen in bijlage 4. De bodem bestaat voornamelijk uit matig fijn zand dat matig siltig is. Op circa 30 cm-mv zijn roestverschijnselen aangetroffen. blad 3 van 16

REGIS DINO-loket Met behulp van REGIS via DINO-loket, wordt een indicatie gegeven van de bodemopbouw van de diepe ondergrond. Hieruit blijkt dat er op circa 25 m -mv. een slecht doorlatende laag ligt, met een dikte van circa 17 meter. Grondboringen DINO-loket Langs de randen van het plangebied zijn in DINO-loket grondboringen weergegeven. Hieruit blijkt dat de eerste 2 m globaal uit matig grof zand bestaat, en bij een aantal boringen komt een veenlaag van 0,2 m dik op circa 2 m -mv. voor. 2.3 Grondwater Peilbuizen Oranjewoud Door Oranjewoud zijn op 7 september 2009 binnen het plangebied drie peilbuizen geplaatst voor de monitoring van het grondwater. De peilbuizen zullen tot april 2010 de grondwaterstand opnemen. Zo ontstaat een duidelijk beeld van het verloop en kan concreter de GHG en benodigde ontwateringsdiepte worden bepaald. In de boorprofielen zijn op circa 30 cm-mv roestverschijnselen aangetroffen. Dit betekent dat de hoogste grondwaterstand dit peil kan bereiken. In de onderstaande tabel zijn de reeds opgenomen grondwaterstanden weergegeven. Tabel 1: waarnemingen grondwaterstand Mv (m tov NAP) Gws (m-mv) 07-09-2009 Gws (m-mv) 18-09-2009 Gws (m tov NAP) 07-09-2009 Gws (m tov NAP) 18-09-2009 Pb 01 14,69 1,80 1,88 12,89 12,81 Pb 02 14,26 1,80 1,87 12,46 12,39 Pb 03 13,01 1,40-11,61 - Dino-loket In het DINO-loket en het gemeentelijke meetnet zijn geen representatieve peilbuizen aangetroffen voor het plangebied. Integrale Gebiedsanalyse (IGA) Boven Donge Het Waterschap Brabantse Delta beschikt over een IGA-model waarin de grondwaterstanden zijn berekend. Aangezien de IGA niet voor onderzoek op perceelsniveau is bestemd, zijn de grondwaterstanden niet met zekerheid bekend. Deze gegevens vormen echter voorlopig de meest betrouwbare bron voor de optredende grondwaterstanden. In figuur 2.2 is de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) uit de IGA weergegeven. Hieruit blijkt dat in het lage deel van het projectgebied de GHG dicht tot maaiveld kan komen, waarbij op de laagste delen zelfs inundatie op treedt. blad 4 van 16

Figuur 2.2: GHG in meters ten opzicht van maaiveld (Bron: IGA Boven Donge, WBD) Grondwateronttrekking In figuur 2.3 zijn de beschermde en attentie gebieden weergegeven. In deze gebieden zal de Provincie geen vergunning verlenen om permanent grondwater te onttrekken. Het grootste deel van het plangebied ligt buiten de beschermde en attentiegebieden. Ten westen van de blauwe lijn ligt een boringsvrije zone. Dit houdt in dat er eisen aan het afdichten van het boorgat worden gesteld. Hiervoor moet een ontheffing van de PMV (Provinciale Milieuverordening) worden verkregen. De gemeente heeft voor het huidige sportvelden Van den Wildenberg en De Krim een vergunning om maximaal 60 m 3 / uur te onttrekken ten behoev van de beregening. Uit telefonisch overleg met de provincie blijkt dat het mogelijk is om de vergunning te 'verplaatsen' naar het nieuwe sportpark. Op de agrarische percelen zijn geen geregistreerde onttrekkingen aanwezig. blad 5 van 16

Figuur 2.3: Grondwaterbeschermingsgebieden PMV (bron: Wateratlas Noord-Brabant) Natura 2000/ Natte Natuurparel Ten zuiden van het plangebied ligt de Regte Heide (Natura 2000)en het Riels Laag (Natte natuurparel). Rond de natuurgebieden ligt een buffer, die tot de zuidelijke punt in het plangebied reikt (zie figuur 2.3). Het waterschap stelt dat in deze buffer geen activiteiten mogen plaatsvinden die de grondwaterstand verlagen. 2.4 Oppervlaktewater In het plangebied is een waterloop gelegen die in beheer is van het waterschap Brabantse Delta. De lengte van de waterloop in het plangebied is ca. 700 m. Uit de legger van het waterschap volgt dat de bodembreedte ca. 1 m bedraagt, de taluds 1:1 zijn en de breedte op maaiveld /insteek ongeveer 6 m is. Op enkele honderden meters stroomafwaarts van het plangebied staat een stuw. Het zomerpeil van de stuw is NAP +12,0 m. Het winterpeil is NAP +11,8 m. De sloot staat in zomerse omstandigheden nagenoeg droog. Dit betekent dat het bodempeil hoger ligt dan NAP +12,0 meter. Uitgaande van een bodemligging van NAP +12 m en een globale maaiveldhoogte van NAP +14 m bij de waterloop is de breedte van de waterloop op zomerpeil circa 1 m. De wateroppervlakte binnen het plangebied is dus ongeveer 700 m 2. Na een veldinspectie lijkt het er niet op dat de percelen in de omgeving van de watergang gedraineerd worden. Lozingspunten zijn in het veld niet waargenomen. Ten westen van het plangebied, op ongeveer 300 meter afstand ligt de Leij. Dit is een bovenloop van De Donge. In het plangebied ligt een leggerwatergang van het Waterschap Brabantse Delta, waarop de omliggende sloten afwateren. Het waterpeil wordt in de winter opgestuwd door een stuw tot NAP + 11,8 m en in de zomer tot NAP +12,0 m. 2.5 Hemelwater- en vuilwaterafvoer Hemelwater Het terrein is in de huidige situatie nog in landbouwkundig gebruik. Het hemelwater infiltreert deels in de bodem en zal wellicht deels oppervlakkig tot afstroming komen. blad 6 van 16

Vuilwater Het gebouw aan de zuidwestkant van het plangebied is aangesloten op een drukriolering langs de Oude Spoorbaan. De dichtstbijzijnde vrij verval rioleringen liggen in de kernen Goirle en Riel. Afkoppelen woonwijk De Hellen De gemeente heeft de ambitie om de bestaande woonwijk De Hellen op termijn af te koppelen. Deze ingreep gaat gepaard met het creëren van retentieruimte. Voorheen was men voornemens om deze retentie in het Riels Kwadrant te realiseren (zie figuur 2.3). Gezien de ontwikkeling van het sportterrein wordt het lastig deze opgave te combineren. De voorkeur van de gemeente gaat er naar uit om in de groenstrook aan de oostzijde van de Turnhoutsebaan de retentievoorziening te creëren in de huidige groene zone. Het afkoppelen van woonwijk de Rivierenbuurt (onderdeel van De Hellen) is thans in uitvoering en is naar verwachting eind 2010 gereed. Een retentievoorziening aan de oostzijde van de Turnhoutsebaan voor het afgekoppelde hemelwater uit de Rivierenbuurt is eind 2009 gerealiseerd. Figuur 2.4: Inundatie bij extreme neerslaghoeveelheden berekend in de IGA (WBD) blad 7 van 16

3 Resultaten infiltratieonderzoek De metingen van de doorlatendheid (k-waarde) worden uitgevoerd d.m.v. een infiltratieproef. Aan een boring wordt een hoeveelheid water toegevoegd. Door het waterpeil in de boring te meten in relatie tot de tijd wordt bepaald hoe snel de grondwaterstand weer daalt. Deze daling is een maat voor de doorlatendheid. Met de falling head-methode (programma fallhead) wordt de doorlatendheid berekend. Invoerparameters zijn het gemeten verloop van de grondwaterstand, de afmetingen van de peilbuis (lengte filter en doorsnede) en de geschatte effectieve porositeit van de bodem. In de onderstaande figuur is een voorbeeld van de gemeten en de berekende doorlatendheid opgenomen. Doorlatendheidsmeting 80 70 Gemeten drukhoogte (cm) 60 50 40 30 20 10 gemeten berekend 0 0 20 40 60 80 100 Tijd (sec.) Figuur 2: voorbeeld curve gemeten en berekende doorlatendheid In de onderstaande tabel zijn de resultaten en de berekende k-waarden van de infiltratieproeven opgenomen. Tevens is per Boring een beknopte profielbeschrijving gegeven. Tabel 2: Resultaten infiltratieproeven in peilbuis Boring Diepte Boring (mmv) Profielbeschrijving (m-mv) Boring 01 0,5 Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus Boring 02 0,5 Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken leem Boring 03 0,5 Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend Doorlatendheid (m/d) 1,7 2,9 4,3 De doorlatendheid van de bodem is bij boringen 001, 002 en 003 op 0,5 m - mv. goed. Op basis van de gemeten k-waarde kan geconcludeerd worden dat de bodem ter plaatse van de boringen een goede doorlatendheid heeft. blad 8 van 16

4 Beleid Europees- en rijksbeleid water Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (WB21), is de zorg over het toenemende hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat water een medesturend aspect is binnen de ruimtelijke ordening en dat het watersysteem op orde moet worden gebracht. Dit betekent dat het watersysteem robuust en veerkrachtig moet zijn en moet voldoen aan de normen voor wateroverlast, nu en in de toekomst. In het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (2008) is wederom afgesproken om het watertoetsproces te doorlopen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten van rijk, provincies en gemeenten. Het watertoetsproces is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (2003). Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 ter vervanging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is de wettelijk verplichte werkingsfeer van het watertoetsproces beperkt tot bestemmingsplannen, inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Bij landelijke, provinciale en gemeentelijke structuurvisies is het watertoetsproces geen voorgeschreven onderdeel meer, maar in de praktijk zal daarbij ook de inbreng van de waterbeheerder gevraagd worden. Voor gemeenten en waterschappen geldt dat voor de eerste helft van 2006 het gemeentelijk waterplan (incl. de basisinspanning riolering, mogelijke optimalisaties en de grondwaterproblematiek) opgesteld moet zijn. Hierbij dienen de partijen rekening te houden met de ruimteclaims voortvloeiend uit de toepassing van de (werk)normen. Voor eind 2009 moeten de waterplannen van de waterbeheerders (waterkwaliteitsdoelen) opgesteld zijn. De watertoets vormt hierbij een waarborg voor de inbreng en kwaliteit van water in de ruimtelijke ordening. In de Nota Ruimte zijn de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid, zoals beschreven in de vierde Nota Waterhuishouding (NW4), meegenomen. Water en ruimtelijke ordening worden in deze nota nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De basisprincipes van bovengenoemd beleid zijn: meer ruimte voor water en het voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd. Dit is in WB21 geconcludeerd in de twee drietrapsstrategieën voor: Waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren) en Waterkwaliteit (schoonhouden, schoon en vuil scheiden, zuiveren). De Watertoets Onderdeel van het rijksbeleid is de invoering van de watertoets. De watertoets dient te worden toegepast op nieuwe ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, inpassingsplannen, projectbesluiten en buitentoepassingsverklaringen. Als een gemeente een ruimtelijk plan wil opstellen, stelt zij de waterbeheerder vroegtijdig op de hoogte van dit voornemen. De waterbeheerders stellen dan een zogenaamd wateradvies op. Het ruimtelijk plan geeft in de waterparagraaf aan hoe is omgegaan met dit wateradvies. blad 9 van 16

5 Uitgangspunten/ randvoorwaarden waterbeheerders 5.1 Waterschap Brabantse Delta In het kader van de watertoets heeft er overleg plaatsgevonden met het waterschap Brabantse Delta. Het waterschap heeft aangegeven dat naast de algemene randvoorwaarden van het waterschap en de Checklist watertoets de volgende specifieke aspecten spelen: Nieuwbouw dient grondwaterneutraal gebouwd te worden. Dit houdt in dat hemelwater wordt gebufferd en geïnfiltreerd in de bodem en dat er geen extra grondwater wordt afgevoerd. De huidige ontwatering mag niet worden geïntensiveerd. Nieuw aan te leggen drainage wordt op gelijke hoogte of hoger dan de huidige situatie aangelegd. Wanneer in de huidige situatie geen drains aanwezig zijn mag nieuwe drainage de GHG niet verlagen; Bij de bouw worden bij voorkeur geen milieuvervuilende of uitlogende materialen of stoffen gebruikt zoals: lood, zink etc.; Met betrekking tot de toekomstige riolering gaat de voorkeur uit naar de aanleg van een gescheiden stelsel. Hemelwater wordt bij voorkeur niet aangesloten op het gemengde stelsel; Door het waterschap wordt voor het lozen van hemelwater een retentie geëist. Bij een verhard oppervlak van 2000 m 2 of groter dient voor de toename van de verharding gecompenseerd te worden door berging aan te leggen. Een bui met een herhalingstijd van 100 jaar (T=100) mag niet leiden tot inundatie van gebouwen. De landelijke afvoernorm is hierbij 0,67 l/s/ha voor zandgebied. Bij T=100 is mag de landbouwkundige afvoernorm verdubbeld worden. De afvoer waarmee gerekend wordt is 1,34 l/s/ha; Geen overlast / schade aan gebouwen bij een T=100; De kunstgrasvelden worden, gezien de opbouw (zie verder in document), beschouwd als onverhard oppervlak; Voor het plan moet een keurvergunning aangevraagd worden bij het waterschap. 5.2 Gemeente Goirle In het kader van de watertoets heeft overleg plaatsgevonden met de Gemeente Goirle. De belangrijkste randvoorwaarden zijn hieronder weergegeven: Bij voorkeur wordt geen hemelwater op het gemeentelijk gemengd rioleringsstelsel aangesloten; Hemelwater dient zoveel mogelijk geïnfiltreerd en geborgen te worden binnen het plangebied, uitgangspunt is dat T=10 gebufferd en geborgen wordt; Bij een T=100 geen water boven de drempelhoogte van de gebouwen; Voor het infiltreren van hemelwater wordt bij voorkeur geen doorlaatbare Aquaflow verharding gebruikt. Grastegels kunnen wel toegepast worden; Bij het aanleggen van nieuw oppervlaktewater met eventueel plas /dras bermen mag geen vernatting van het cunet van de Turnhoutse Baan optreden. blad 10 van 16

5.3 Provincie Noord-Brabant De provincie is het bevoegd gezag voor het onttrekken van grondwater. Ze stellen de volgende uitgangspunten/ randvoorwaarden aan de grondwateronttrekking: Een salderingsbenadering is toegestaan. Indien de grondwateronttrekking op het huidige sportterrein Van den Wildenberg wordt stopgezet, kan de huidige vergunning omgezet worden voor het nieuwe sportterrein; Het filter van de nieuwe onttrekkingsput mag niet dieper komen dan 80 m -mv., overeenkomstig de huidige onttrekkingsput. Het debiet is maximaal 60 m 3 /uur. blad 11 van 16

6 Toekomstige situatie 6.1 Voorgenomen ontwikkeling De voorgenomen ontwikkeling is het aanleggen van een sportpark. In bijlage 1 is een vlekkenplan voor dit sportpark opgenomen. In het vlekkenplan is globaal te zien welke functies een plek krijgen binnen het plan en waar ruimte voor de berging van water voorzien is. In het ontwerp van de sportvelden is rekening gehouden met de verplaatsing van de sportverenigingen uit Goirle, de Rielse verengingen gaan niet mee naar dit sportpark. De sportvelden worden zowel met kunstgras- als natuurgrasvelden gerealiseerd. Daarnaast worden een aantal gebouwen, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen aangelegd. Het geheel wordt landschappelijk ingepast en gecombineerd met waterberging. Als gevolg van de ontwikkeling zal het verhard oppervlak in het gebied met maximaal 2,9 ha toenemen. Dit is inclusief bebouwing, wegen, paden en parkeerplaatsen. 6.2 Waterkwaliteit Afkoppelen Het hemelwater dat terechtkomt op de bebouwing en andere verhardingen wordt beschouwd als schoon wanneer geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt worden. Dit water kan direct worden afgevoerd naar een bergings- of infiltratievoorziening of naar het oppervlaktewater. In overleg met het waterschap wordt hemelwater vanaf parkeerplaatsen eventueel via berminfiltratie of een andere zuiverende voorziening geloosd. 6.3 Ontwatering en drooglegging Bebouwing Voor nieuw aan te leggen gebouwen en infrastructuur geld een minimale ontwateringeis van 70 cm beneden bouwpeil. Bij de nieuwbouw dient hier rekening mee te worden gehouden. De bouwpeilen in de toekomstige situatie gelijk of hoger dan de huidige bouwpeilen. De bouwpeilen liggen indien haalbaar circa 20 à 30 cm boven het aanliggende wegpeil. Sportvelden Voor de kunstgrassportvelden is een constructie van onderlaag (cunet) en afwerklaag met een dikte van ca. 50 cm voorzien. Direct onder deze constructie wordt drainage aangebracht, om wateroverlast op de sportvelden te voorkomen. De opbouw van de kunstgrasvelden is als volgt: 0.00-0.05 m Waterdoorlatende kunstgrasmat, ingestrooid met grof zand (hockey) of met grof zand en rubberkorrels (voetbal) 0.05-0.15 m Sporttechnische onderbouw van lava (0/16) of een mengsel van grof, leemarm, uiterst humusarm zand met lava 0/16 0.15-0.50 m Grof tot matig grof, leemarm, uiterst humusarm zand blad 12 van 16

Kunstgrasvelden worden in de meeste gevallen voorzien van een drainagestelsel met drains op een onderlinge afstand van 4.00 m. Zoals besproken tijdens het eerste waterlab op 16 juni 2009 zullen de kunstgrasvelden in het Riels kwadrant op een zodanig niveau worden aangelegd dat de drains boven de GHG gelegd worden. Natuurgrasvelden hebben een minder dikke laag en verlangen minder drooglegging. 6.4 Grondwaterneutraal bouwen In het inrichtingsplan wordt er rekening mee gehouden dat geen extra grondwater wordt afgevoerd door de drainage boven de GHG aan te leggen. Dit geldt zowel voor de gebouwen en infrastructuur als voor de sportvelden. Dit betekent dat het terrein op delen met een ondiepe GHG opgehoogd wordt. Uit een indicatieve berekening op basis van de GHG uit de IGA wordt verwacht dat de ophoging waarschijnlijk al grotendeels gerealiseerd wordt door de materialen die voor de constructie van de sportvelden worden aangevoerd. Het uitgangspunt bij de aanleg van het sportpark is dan ook om met een gesloten grondbalans te werken. 6.5 Beregenen De vergunning van het sportterrein Van den Wildenberg kan overgeplaatst worden naar het Riels Kwadrant. De huidige vergunning voor de sportvelden Van den Wildenberg en De Krim bedraagt een maximale pompcapaciteit van 60 m 3 / uur, hiervan kan alleen het deel van het sportveld Van den Wildenberg worden benut voor het nieuwe sportpark. Geschat wordt dat er voor de vijf geplande natuurgrasvelden minimaal 25 m 3 / uur nodig is. Met de vergunde pompcapaciteit kan aan de behoefte worden voldaan. 6.6 Waterkwantiteit Hemelwater In dit project wordt het hemelwater afkomstig van de bebouwing en terreinverhardingen bij voorkeur niet aangesloten op de riolering. Het hemelwater wordt binnen het plangebied geborgen en indien mogelijk geïnfiltreerd. Voor de berekening van de waterberging zijn de volgende uitgangspunten aangehouden: Gemiddelde maaiveldhoogte: NAP +13,9 m. Gemiddelde bodemhoogte waterlopen: NAP +11,3 m. Maatgevend waterpeil (zomerpeil): NAP +12,0 m. Toelaatbare stijging waterpeil bij T=100: 1,9 m. Bij de berekening van de peilstijging in waterlopen is geen rekening gehouden met taluds. Verharding: o Berging: 1 mm o Afvoercoëfficiënt: 1 Onverhard gebied (groen, sportvelden): o Afvoercoëfficiënt 0,15 o Landbouwkundige afvoer (zandgrond): 0,67 l/s/ha o Afvoer T=10 0,94 l/s/ha, T=100 1,34 l/s/ha Infiltratiecapaciteit bodem 0,2 m/d. blad 13 van 16

Op basis van bovenstaande uitgangspunten en een oppervlakteverdeling op basis van kentallen is een berekening van de wateropgave gemaakt. Met de berekening is aangetoond wat de wateropgave is en hoeveel ruimte gereserveerd moet worden om het water te kunnen bergen. Voor de berekening is de volgende oppervlakteverdeling gehanteerd: Tabel 5.1 oppervlakteverdeling sportpark Oppervlakte [ha] Bebouwing en terreinverhardingen 3,0 Sportvelden en groen 22,5 Oppervlaktewater en plas-draszones 2,0 Totaal 27,5 Uit de berekening in bijlage 3 blijkt de volgende wateropgave: Tabel 5.2 wateropgave sportpark Toetsbui Wateropgave [m 3 ] T=10 2.410 T=100 3.032 Uit de berekening blijkt dat met bovenstaande oppervlakteverdeling ruim voldoende bergingscapaciteit binnen het sportpark aanwezig is. Bij een neerslaggebeurtenis die eens in de 10 jaar voorkomt (T=10) treedt een maximale peilstijging op van 12 cm. Bij T=100 is de peilstijging slechts 15 cm. Om aan de minimale inspanning te voldoen moet een berging aangelegd worden met een oppervlak van circa 3.200 m 2 op waterpeil / GHG-peil. Met het huidige ontwerpvoorstel is ruim voldoende berging aanwezig. Vuilwater Vuil water van bebouwing (toiletten e.d.) wordt op het vuilwaterriool geloosd. Dit riool wordt aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Door Witteveen en Bos is onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor het vuilwater (zie bijlage 2). In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat het afvalwater van het sportpark kan worden afgevoerd naar het eindgemaal van Riel of naar de persleiding van het eindgemaal naar de RWZI. Om stankoverlast en aantasting te voorkomen heeft de laatste oplossing de voorkeur. Op basis van nadere gegevens over de hoeveelheid afvalwater en kosten van beide opties dient een nadere keuze te worden gemaakt. Hierbij is tevens van belang dat in 2011 in een aanzienlijk deel van Riel (Oranjebuurt) hemelwater wordt afgekoppeld, waardoor het eindgemaal Riel vanaf 2012 over ruim voldoende capaciteit beschikt voor het vuilwater vanaf het nieuwe sportpark. blad 14 van 16

7 Conclusie / aanbevelingen Voor deze ontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de volgende aspecten: Bij de bouw worden geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt; Het waterschap stelt als eis dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dit houdt in dat er geen extra grondwater als gevolg van de ontwikkeling wordt afgevoerd. Dit wordt bereikt door het terrein op te hogen en drains boven de GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) aan te leggen; Het hemelwater op het toekomstige verharde oppervlak wordt afgekoppeld en geborgen binnen het plangebied. Bij de huidige geplande inrichting is er nauwelijks sprake van een peilstijging als gevolg van neerslag. Wanneer uit wordt gegaan van geen infiltratie van neerslag in de bodem (worst case) is de peilstijging bij T=100 ongeveer 0,15 m; De gegevens die nu bekend zijn over de GHG zijn afkomstig uit een IGA-model van Waterschap Brabantse Delta, wat op perceelsniveau onvoldoende nauwkeurigheid heeft. Oranjewoud adviseert aanvullend onderzoek te doen naar de GHG door het plaatsen van peilbuizen; De natuurgrasvelden moeten beregend worden. De provincie geeft geen toestemming voor nieuwe vergunningen om permanent grondwater te onttrekken. De vergunning voor het bestaande sportterrein Van den Wildenberg kan wel overgeplaatst worden naar het nieuwe sportpark. Randvoorwaarde is dat grondwateronttrekking buiten de boringsvrije zone van de Provinciale Milieuverordening komt te liggen, dan wel dat hiervoor een ontheffing wordt aangevraagd; Bij de realisatie van het sportpark treedt geen verslechtering op van de hydrologische situatie ten aanzien van de natte natuurparel en de daarbij behorende beschermingszone. blad 15 van 16

Bijlage 1 : Vlekkenplan toekomstig sportpark

Bijlage 2 : Onderzoek vuilwaterafvoer Witteveen en Bos

Bijlage 3 : Berekening wateropgave Project Het nieuwe sportpark van den Wildenberg revisie 00 Onderdeel Waterbalans Projectnummer 196264 Datum 31 juli 2009 Oppervlakteverdeling [m 2 ] ha Totaal plangebied 275.000 27,5 Verharding 30.000 3,0 Onverhard (groen en sportvelden) 225.000 22,5 Oppervlaktewater / plas-draszones 20.000 2,0 Uitgangspunten Afvoercoeficient verhard 1- Berging op verharding 1 mm Landbouwkundige afvoer T=10 0,94 l/s/ha Landbouwkundige afvoer T=100 1,34 l/s/ha Regenduurlijn T=10 Regenduur [uur] 0,5 1 2 3 4 5 6 8 10 12 24 48 96 168 Regenduur [min] 30 60 120 180 240 300 360 480 600 720 1440 2880 5760 10080 Regenhoeveelheid [mm] 23 27 31 34 36 38 39 41 45 46 54 65 80 97 Aanvoer van verharding [m 3 ] + 660 789 897 987 1050 1098 1131 1200 1311 1350 1590 1920 2370 2868 Neerslag op oppervlaktewater [m 3 ] + 460 546 618 678 720 752 774 820 894 920 1080 1300 1600 1932 Toevoer [m 3 ] 1120 1335 1515 1665 1770 1850 1905 2020 2205 2270 2670 3220 3970 4800 Landbouwkundige Afvoer [m 3 ] - 8 17 34 51 68 84 101 135 169 203 405 810 1621 2837 Overschot hemelwater T=10 [m 3 ] 1112 1318 1481 1614 1702 1766 1804 1885 2036 2067 2265 2410 2349 1963 Peilstijging oppervlaktewater T=10 [m] 0,06 0,07 0,07 0,08 0,09 0,09 0,09 0,09 0,10 0,10 0,11 0,12 0,12 0,10 Overschot hemelwater T=100 [m 3 ] 1688 1971 2187 2373 2494 2554 2585 2687 2744 2776 2926 3032 2979 2578 Peilstijging oppervlaktewater T=100 [m] 0,08 0,10 0,11 0,12 0,12 0,13 0,13 0,13 0,14 0,14 0,15 0,15 0,15 0,13

Bijlage 4 : Boorprofielen peilbuizen

Bijlage 5 : Voorlopig wateradvies Brabantse Delta