Pedagogisch werkplan 1
Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Speelhuys Inhoudsopgave Voorwoord 3 Hoofdstuk 1: Doelstelling en basisdoelen 4 1.1 Doelstelling 4 1.2 Basisdoelen 4 Hoofdstuk 2: Plaatsing 5 2.2. Intake 5 2.3 Wennen 5 2.4 Leidsters en groep grootte 5 2.5 Brengen en halen 6 Hoofdstuk 3: Dagindeling 6 3.1 dagindeling 6 3.2 dagschema 6 3.3 Spelen en activiteiten 7 3.4 Uitstapjes 7 Hoofdstuk 4: Eten en drinken 8 4.1 eten en drinken 8 4.2 Allergie en dieet 8 4.3 Feestjes/afscheid, trakteren 8 Hoofdstuk 5 : Verschonen, toiletgang en zindelijk worden 8 5.1 Verschoning 8 5.2 Toiletgebruik en zindelijkheidstraining 8 Hoofdstuk 6: De peuter 9 6.1 Vve methode 9 6.2 Corrigeren en belonen 9 6.3 Zieke kinderen 9 6.4 Speelruimte 10 6.5 Buitenruimte 10 Hoofdstuk 7: Informatie uitwisselen 10 7.1 Mondelinge informatie-uitwisseling 10 7.2 Schriftelijke informatie-uitwisseling 10 7.3 Mentorschap 11 7.4 Ouderavond 11 7.5 klachtenprocedure 11 Hoofdstuk 8: Veiligheid en hygiëne 11 8.1 Bedrijfshulpverlening 11 8.2 Veiligheid en gezondheid 12 8.3 Aanvullende veiligheidsregels op de peuteropvang 12 2
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch werkplan van Stichting Peuteropvang t Speelhuys in West-Graftdijk. Op onze opvang wordt sinds 2016 gewerkt met een pedagogisch werkplan. Daarin staat beschreven hoe onze opvang praktische invulling geeft aan de uitgangspunten zoals omschreven is in het pedagogisch beleidsplan. Door het vastleggen van onze uitgangspunten in een pedagogisch beleidsplan wordt een basis gelegd voor de manier waarop wij werken op onze opvang. Daarnaast leggen wij hiermee ook verantwoording af aan de ouders van peuters die onze opvang bezoeken en de GGD. Wij willen benadrukken dat dit werkplan altijd in ontwikkeling blijft en aangepast wordt indien er nieuwe afspraken gemaakt worden. Alle protocollen waar in dit werkplan naar wordt verwezen, liggen ter inzage op de peuteropvang en kunnen op verzoek altijd worden ingezien. Daar waar wij spreken in dit plan over ouders, worden ook verzorgers bedoeld. Waar wordt gesproken van leidsters worden pedagogisch medewerksters bedoeld. t Speelhuys is een leuke peuteropvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar uit de omgeving van West- en Oost- Graftdijk, Graft, de Rijp, Starnmeer, de Woude, Markenbinnen en de Beemster. Het valt onder Gemeente Alkmaar. Er wordt gewerkt met twee vaste leidsters. Juf Ada van Oosten en Juf Annemiek Mul. Zij werken op alle ochtenden als t Speelhuys geopend is samen. Peuteropvang t Speelhuys September 2018 3
Hoofdstuk 1: Doelstelling en basisdoelen 1.1 Doelstelling Peuteropvang t Speelhuys heeft als doelstelling: Het bieden van een veilige en kwalitatief verantwoorde peuteropvang, onder deskundige leiding, waarbinnen het kind optimaal de kans krijgt zich te ontwikkelingen en voor te bereiden op het basisonderwijs, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van ieder kind en z n omgeving. 1.2 Basisdoelen Ouders dragen de zorg voor en opvoeding van hun kind(eren) tijdelijk aan ons over. De leidsters zijn zich dan ook bewust van hun (grote) verantwoordelijkheid en nemen deze taak met veel plezier, positieve energie en deskundigheid op zich. Dit pedagogisch werkplan is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen van hoogleraar Marianne van Riksen-Walraven. Zij formuleerde 4 doelen als het gaat om (mede)opvoeden die in de Wet Kinderopvang zijn omschreven. Deze doelen zijn gericht op het geven aan kinderen van: - Een gevoel van emotionele veiligheid - Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie - Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie - De kans om zich waarden en normen, de cultuur van een samenleving eigen te maken Wij willen kinderen begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid. De basis van al het handelen van de leidsters is het bieden van een gevoel van veiligheid aan het kind. Hierbij is een vertrouwensrelatie met de leidster onmisbaar. Vaste rituelen, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen zich zeker voelen. Vanuit een veilige basis durven en kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Wij willen kinderen helpen zichzelf te leren kennen, steeds zelfstandiger te worden en een positief zelfbeeld te hebben (persoonlijke competentie). Ieder kind is uniek en waardevol. Wij accepteren kinderen zoals ze zijn en hebben vertrouwen in het vermogen van kinderen. Kinderen hebben vanaf de geboorte een innerlijke motivatie om te leren lopen, praten en contact te maken met anderen. Zij leren wat nodig is voor het leven. Kinderen leren binnen het eigen vermogen, tempo en op een geheel eigen wijze. Het eigen en unieke ontwikkelingstempo van het kind is voor ons maatgevend in de begeleiding van de kinderen. Kinderen worden in hun motorische ontwikkeling gestimuleerd (bijvoorbeeld leren springen en kleuren), de verstandelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld beter leren praten) en emotionele ontwikkeling (bijvoorbeeld leren opkomen voor jezelf). Wij willen kinderen ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie). Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Ook de groep heeft een belangrijke functie, want kinderen maken deel uit van een samenleving. De peuteropvang is als het ware een samenleving in het klein waar kinderen 4
kunnen oefenen. Dit gaat letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Kinderen leren van elkaar. Het kennismaken met andere volwassenen en kinderen, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigen belang zijn belangrijke toegevoegde waarden van het samenzijn in een groep. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door bijvoorbeeld elkaar te helpen, speelgoed samen op te ruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen. Wij willen kinderen normen en waarden bijbrengen. Normen en waarden zijn van groot belang. Het eigen maken van normen en waarden maakt onderdeel uit van de morele ontwikkeling. Er kunnen zich veel situaties voordoen met leermomenten. Bijvoorbeeld bij pijn of ruzie, verdrietige situaties of een maatschappelijke gebeurtenis. Door de reacties van de leidster op dit soort situaties ervaart een kind wat wel en niet goed is. Hoofdstuk 2: Plaatsing 2.1 Inschrijven/aanmelden De inschrijving/aanmelden van een kind gaat doormiddel van een aanmeldingsformulier (te vinden op de website van t Speelhuys) in te vullen en per post of per mail naar t Speelhuys te sturen. De inschrijving/aanmelding gaat naar het administratiesysteem. De gegevens worden daar verwerkt en een van de leidsters neemt telefonisch of per email contact met u op om een afspraak te maken voor een kennismaking gesprek op de peuteropvang. Tijdens deze kennismaking krijgt u en uw kind de gelegenheid om de leidsters te ontmoeten en de groep waar zij in komen. 2.2. Intake Bij de kennismaking op de peuteropvang krijgt u alle informatie over de gang van zaken bij t Speelhuys. De datum van starten op de peuteropvang wordt besproken en het intakeformulier wordt ingevuld. 2.3 Wennen I.v.m. de gewenning plaatsen we de kinderen het liefst 2 ochtenden in de week. Als uw kind voor de eerste ochtend komt op de peuteropvang, neem dan deze ochtend de tijd om uw kind te laten wennen en vooral om duidelijk en eerlijk afscheid te nemen. Soms hebben kinderen een langere periode nodig om te wennen. Dit zullen de leidsters steeds met u overleggen. 2.4 Leidsters en groepsgrootte We hebben twee vaste enthousiaste leidsters: Ada van Oosten en Annemiek Mul, die alle ochtenden samen werken. Dit zorgt voor een heel goede communicatie onderling, duidelijkheid voor de kinderen en een gezellige sfeer. De leidsters bieden de kinderen een leuke, ontspannen, veilige speelplek waar ze leren om samen te spelen, te delen, wachten op hun beurt enz. Elke groep bestaat uit maximaal 16 kinderen. We werken met een vaste invalkracht. Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk continuïteit. 5
2.5 Brengen, halen en contact ouders Op de breng- en haalmomenten wordt belangrijke informatie over het kind uitgewisseld. Ouders kunnen tijdens het brengen praktische informatie over het kind doorgeven. Op het moment dat ouders het kind komen halen, geven de leidsters belangrijke informatie over het kind, zoals de activiteiten die het kind heeft ondernomen. Omdat de contactmomenten vaak kort zijn, is het altijd mogelijk om een oudergesprek met de leidsters aan te vragen, zodat op een rustiger moment uitgebreid met elkaar gesproken kan worden. Als uw kind door iemand anders dan een van beide ouders/verzorgers wordt opgehaald wilt u dit dan doorgeven aan een van de leidsters. Zonder informatie geven wij de kinderen niet met andere mee. Uw kunt u auto parkeren op de Kanaaldijk voor de peuteropvang of op het grote parkeerterrein van de voetbal verenging gelegen naast de basisschool. Hoofdstuk 3: Dagindeling 3.1 dagindeling Bij t Speelhuys vinden we het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Regelmaat geeft een gevoel van veiligheid. Daarom hanteren we een vaste dagindeling. We werken op de peuteropvang met dagritme kaarten. Op deze kaarten staan afbeelding die staan voor een activiteit; bijvoorbeeld spelen, fruit eten en ophalen. Een min of meer vaste dagindeling geeft structuur aan een dag en deze wordt als zodanig op een speelse manier steeds meer herkenbaar voor de kinderen. Het gaat hierbij om de terugkerende dingen als aan tafel zitten, spelen, werkjes doen en bijvoorbeeld buiten spelen. Continuïteit en regelmaat zijn erg belangrijk bij de opvang van kinderen. Vaste leiding en een vaste dagindeling helpen hier natuurlijk bij. Het maakt de dag overzichtelijk voor de peuters. 3.2 dagschema 8.30-9.00 uur Kinderen worden gebracht. Kinderen spelen vrij met het speelgoed uit de open kast en wat op de tafels wordt aangeboden. Ouder en kind kunnen samen nog even spelen. Ouders en leidsters hebben de gelegenheid informatie uit te wisselen. 9.00 9.15 uur Ouder en kind nemen afscheid. Alle kinderen gaan aan de lage tafels zitten en we nemen de dag door met de dagritmekaarten leren de kinderen hoe de ochtend verloopt. Elke kaart wordt besproken, verschillende kinderen komen hierbij aan de beurt. Na de dag doornemen kijken we of iedereen aanwezig is. Kinderen die iets willen vertellen of iets hebben meegemaakt kunnen hun verhaal doen. Elk kind wordt bij naam genoemd als het kind zijn naam hoort geeft hij/zij een klap op tafel de leidster noteert welke kinderen er wel en niet zijn. Voordat we gaan spelen tellen we gezamenlijk alle kinderen. 6
9.15 10.00 uur Vrij spelen in alle hoeken; poppenhoek, in de gang met reuze lego, op de bank bij de boeken kast, met een speelhuisje aan de tafel, garage met autootjes of aan de hoge tafel met de klei, kralen, puzzelen of een werkje samen met de leidster. 10.00 10.15 uur De leidsters zingen het opruimlied en samen ruimen we al het speelgoed op. Kinderen worden gestimuleerd om mee te helpen. Kinderen die herinnerd moeten worden naar het toilet te gaan, gaan naar het toilet, kinderen die een luier dragen worden gecontroleerd en zo nodig verschoond. 10.15 11.00 uur Alle kinderen gaan aan de lage tafel zitten en we zingen liedjes die bij het thema/seizoen horen waar we mee bezig zijn. We drinken limonade en maken een kring om fruit te eten. 11.00 11.30 uur Buiten activiteit (vrij spelen met rijdend materiaal, zandbak of wandelen). Zo nodig is dit ook een verschoon moment. 11.30 12.00 uur Knutsel activiteit en prentenboek lezen. 12.00 Kinderen worden opgehaald. 3.3 Spelen en activiteiten Spelen en een activiteit worden op de ochtend steeds afgewisseld. Peuters hebben nog geen lange concentratieboog en kunnen niet te lang met iets bezig zijn. Elke ochtend word er buiten gespeeld. Bij echt slecht weer gebruiken wij de loopkarren en fietsjes voor binnen. Door tafels iets te verschuiven hebben de kinderen meer ruimte om heen en weer te rijden. Ook mogen we gebruik maken van het omliggende voetbal/handbal veld. Daar kunnen we wandelen. Binnen activiteiten zijn knutselen, liedjes zingen, voorlezen, bewegingsliedjes, spelletjes en vrij spelen. 3.4 Uitstapjes Elk schooljaar brengen we een bezoek aan de boerderij. Dit uitstapje doen we samen met de ouders. Ouders die mee willen moeten in bezit zijn van een inzittende verzekering van hun auto. We bezoek ook regelmatig de basisschool naast ons. In samenwerking met de kleuterjuffen hebben we dan een programma; voorleesdagen, lampion lopen, kinderboekenweek. 7
Hoofdstuk 4: Eten en drinken 4.1 eten en drinken Op de peuteropvang drinken we altijd gezamenlijk aan de lage tafel. De limonade die we drinken wordt door de leidsters gemaakt en uitgedeeld op een groot dienblad, kinderen mogen de kleur van de beker uitkiezen. Bekers worden door de kinderen weer op het blad gezet midden op tafel. Kinderen leren op elkaar te wachten, pas als iedereen zijn of haar drinken op heeft wordt de kleine tafel uit de poppenhoek midden in de opvang gezet en maken we een kring. Het fruit dat ieder kind mee heeft genomen van thuis wordt door de leidster op een groot blad gedaan en we delen het fruit. Om beurten mag een kind een stukje fruit pakken en pas als iedereen een keer heeft gepakt mag je, als je mond weer leeg is, opnieuw pakken. Aan het eind van elke ochtend wordt er tijdens het voorleesmoment een koekje getoverd door één van de kinderen. Het kind dat aan de beurt is spreekt de toverspreuk uit en de leidster deelt de koekjes uit. 4.2 Allergie en dieet Ouders zijn verantwoordelijk om de leidsters op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van hun kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek op het formulier genoteerd. Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op bepaalde voeding dan geven de ouders op het formulier aan welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. 4.3 Feestjes/afscheid, trakteren Bij een verjaardag of afscheid mag een kind natuurlijk een traktatie uitdelen. Niet alle traktaties zijn geschikt om uit te delen, denk bijvoorbeeld aan lolly s. Ook mag de traktatie niet te groot zijn. Ouders kunnen altijd overleggen met de leidsters voor een geschikte traktatie. In overleg met de ouders kijken we welke dag de verjaardag gevierd wordt. De leidsters maken een feestmuts voor de jarige en natuurlijk wordt er een heel repertoire aan verjaardag liedjes gezongen. Ouders mogen bij de verjaardag/afscheid van hun kind aanwezig zijn, als ouders niet in de gelegenheid zijn om aanwezig te zijn kan de leidster foto s maken. Hoofdstuk 5 : Verschonen, toiletgang en zindelijk worden 5.1 Verschoning Ouders geven luiers mee als hun kind nog niet zindelijk is, op de peuteropvang zijn geen luiers aanwezig. Kinderen die een luier dragen worden regelmatig gecontroleerd op een vieze luier en zo nodig verschoond. Luierdoekjes zijn wel aanwezig op de peuteropvang. 5.2 Toiletgebruik en zindelijkheidstraining Kinderen zien hoe andere kinderen met de zindelijkheidstraining bezig zijn en worden daardoor gestimuleerd. Wanneer de ouders thuis met zindelijkheidstraining bezig zijn en het kind er zelf aan toe is, kan dat op de peuteropvang worden voortgezet. Het wordt spelenderwijs gedaan. 8
Kinderen die aangeven zelf te willen plassen krijgen daar de gelegenheid toe. Deze kinderen mogen zonder luier onder hun kleding rondlopen. Wanneer er ongelukjes gebeuren wordt er geen negatieve aandacht aan geschonken. Het kind wordt altijd geprezen wanneer het een kleine of grote boodschap op de wc doet. Bij de zindelijkheidstraining krijgen de kinderen, wanneer zijn op de wc geweest zijn, een sticker. Kinderen die al helemaal zelf naar het toilet kunnen gaan lopen vanuit de opvang al dan niet onder begeleiding van de leidster naar het toilet. Daarnaast wordt er goed op toegezien dat kinderen hun handen wassen. Hoofdstuk 6: De peuter 6.1 VVE methode In 2016 hebben de leidsters een opleiding gevolgd van de VVE methode Peuterplein. Deze methode passen zij elke ochtend toe. Peuterplein stimuleert alle ontwikkelingsgebieden die voor peuters belangrijk zijn: taal, voorbereidend rekenen, bewegen, fijne motoriek, muziek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het pakket kan in grote en kleine groepen worden gebruikt, met kinderen van verschillende leeftijd en taalniveau. Peuterplein is ontwikkeld volgens de richtlijnen voor voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE). Er is op de peuteropvang ook een VVE-werkplan aanwezig, zodat peuters met een VVE indicatie op de beste manier begeleid worden. 6.2 Corrigeren en belonen Op de peuteropvang worden de kinderen op een positieve wijze benaderd en wordt door middel van positieve aandacht het gewenste gedrag gestimuleerd. Door de groepssituatie waarin kinderen meestal op vanzelfsprekende wijze meedoen met de groep is het corrigeren van kinderen veel minder een item dan in de thuissituatie. Wanneer een kind negatief gedrag vertoont, wordt eerst gekeken naar het individuele kind en nagegaan wat de oorzaak van het gedrag zou kunnen zijn (niet lekker in zijn vel, verveling, onzekerheid, wijziging in de thuissituatie of ontwikkelingsproblematiek). De leidsters kunnen hier op deze manier rekening mee houden. Wanneer een kind na een waarschuwing negatief gedrag blijft vertonen, zal de leidster het kind op ooghoogte (gehurkt) op rustige wijze aanspreken en het daarbij ook aankijken. Bij herhaling kan het kind zo nodig voor korte duur op de nadenkstoel neergezet worden om zo even uit de situatie te zijn. Als het kind even op de nadenkstoel heeft gezeten vraagt de leidster altijd aan het kind waarom hij/zij op de nadenkstoel zit, kinderen moeten wel weten waarom zij even apart gezet zijn. De leidster maakt het altijd weer goed met het kind. De nadenkstoel is een gewoon peuteropvangstoeltje en staat in de opvang. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt eventueel afgeleid om te voorkomen dat het op deze manier steeds negatieve aandacht vraagt. Tegelijkertijd wordt positief gedrag door complimenten gestimuleerd. Wij vinden het belangrijk om ouders een terugkoppeling te geven over het gedrag van hun kind. Wellicht dat de ouders thuis ook met dit gedrag te maken hebben. Er kan dan goed afgestemd worden wat de beste benadering zal zijn. 6.3 Zieke kinderen In geval van ziekte van hun kind wordt ouders verzocht de peuteropvang hier altijd over te informeren. Indien nodig zullen wij bij besmettelijke ziektes contact opnemen met de GGD. Zo 9
nodig zullen alle ouders hierover door ons geïnformeerd worden. Kinderen die ziek zijn of een besmettingsgevaar voor anderen opleveren, mogen de peuteropvang niet bezoeken. Enerzijds omdat de leidsters niet adequaat opgeleid zijn om zieke kinderen te verzorgen en om het zieke kind zelf, anderzijds omdat in geval van een besmettelijke ziekte het kind de andere kinderen en de leidsters kan besmetten. Zaken zoals toedienen van medicatie en wat de leidster doet als een kind ziek wordt op de groep, staan in het protocol Zieke kinderen en medicijnen dat voor ouders ter inzage op de peuteropvang ligt. 6.4 Speelruimte De speelruimte is zodanig ingericht dat de kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. Voor de kinderen is allerlei ontwikkelingsmateriaal aanwezig. De indeling van de ruimte biedt kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Er zijn allerlei hoeken gecreëerd zodat kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen. Zij kunnen bijvoorbeeld kiezen om te spelen in de gang met de auto s, in de poppenhoek of op het speelkleed. 6.5 Buitenruimte De buitenruimte is voorzien van een hekwerk, zandbak en speeltrein. Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buiten spelen. Het buitenspelen is natuurlijk wel afhankelijk van het weer. De kinderen hebben de keuze uit verschillende materialen, zoals rijdend materiaal, zand materiaal zoals emmertjes, vormpjes en schepjes, kruiwagens en bezems, stoepkrijt en bij mooi weer water speelgoed. Er wordt goed gelet op het sluiten van het hek van de buitenruimte. Kinderen worden bij zon ingesmeerd met zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor. Hoofdstuk 7: Informatie uitwisselen 7.1 Mondelinge informatie-uitwisseling Contacten tussen de leidsters en ouders zijn van groot belang voor de kwaliteit van de peuteropvang. Door een goede afstemming over en weer zullen leidsters in staat zijn om de kinderen tijdens hun verblijf op de peuteropvang beter te begrijpen en te begeleiden. Andersom krijgen de ouders via de leidsters een beeld van wat hun kind beleeft tijdens hun afwezigheid en hoe hun kind zich in een andere omgeving gedraagt. Zoals in hoofdstuk 2.5 is uitgelegd is het ook mogelijk om een oudergesprek aan te vragen met de leidsters. Dit kan mondeling, bij het brengen of halen of via de mail. In het oudergesprek is er alle tijd om elkaar op de hoogte te brengen van hoe het gaat met uw kind en om vragen te beantwoorden. 7.2 Schriftelijke informatie-uitwisseling Alle relevante informatie over de peuteropvang staat in het schoolboekje en op de website. Na de zomervakantie en bij de aanvang van de peuteropvang krijgen de ouders het meest recente schoolboekje uitgereikt. Elke 6 a 8 weken wordt aan de ouders een nieuwsbrief via de mail gestuurd, waarin belangrijke mededelingen staan. Op het mededelingenbord in de hal van t Speelhuys hangt een kopie van deze nieuwsbrief en staan ook regelmatig mededelingen. 10
We werken met een groepsapp. Het telefoonnummer is 06-51453908. Via deze app krijgen ouders informatie, kunnen ze hun peuter ziek- of afmelden en er worden af en toe foto s gestuurd. 7.3 Mentorschap Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. Om de ontwikkeling van het kind te kunnen volgen, moet de mentor het kind echt kennen. Daarom is de mentor direct betrokken bij de opvang en ontwikkeling van het kind. De mentor is één van de pedagogisch medewerkers van de groep waarin het kind geplaatst is. De ouders worden op de hoogte gebracht wie de mentor van hun kind is. Eventueel vervult de mentor ook een rol in het contact met andere (zorg)professionals (met toestemming van de ouders). Door het volgen van de ontwikkeling van het kind sluiten pedagogisch medewerkers aan op de individuele behoeften van een kind. Tevens kan er door overleg met ouders worden afgestemd hoe aan wensen en behoeften van het kind tegemoet kan worden gekomen. De combinatie van ontwikkelingsgericht werken en de inzet van een mentor maakt dat belangrijke ontwikkelstappen en mogelijke achterstanden, worden gevolgd en indien nodig tijdig gesignaleerd. 7.4 Ouderavond Op de peuteropvang wordt jaarlijks een ouderbijeenkomst georganiseerd voor de ouders. Dit kan bijvoorbeeld een spreker of lezing zijn. Zo was er in 2014, in samenwerking met de basisschool een lezing over de opvoeding van peuters en het stellen van regels en grenzen. In 2015 hield een logopediste een presentatie over taal- en spraakontwikkeling. In 2016 is de VVE methode Peuterplein uitgebreid uitgelegd aan de ouders. 7.5 klachtenprocedure De peuteropvang streeft naar een dusdanig prettige samenwerking met ouders dat zij zich comfortabel voelen om eventuele klachten of kritische opmerkingen bij de leidsters te melden om zo samen tot een bevredigende oplossing of verbetering te komen. Indien dit niet tot de gewenste resultaten leidt treedt de interne klachtenregeling van peuteropvang in werking. Deze is te lezen op onze website. Ouders kunnen zich dan met hun klacht tot het bestuur van peuteropvang wenden. t Speelhuys is lid van de geschillencommissie. Als de klacht intern niet naar tevredenheid wordt opgelost kunnen ouders zich hiertoe wenden; www.degeschillencommissie.nl of telefonisch 070-3105310. Hoofdstuk 8: Veiligheid en hygiëne 8.1 Bedrijfshulpverlening t Speelhuys beschikt over een ontruimingsplan. Het plan is bekend bij degenen die op de peuteropvang werkzaam zijn en hangt naast de voordeur. Op de peuteropvang is altijd een leidster aanwezig die in het bezit is van een bedrijfshulpverlening diploma (BHV). De BHV-er heeft de leiding tijdens een ontruiming of op het moment dat er iemand onwel wordt, totdat er 11
professionele hulp aanwezig is zoals brandweer of ambulance. Elk jaar gaan beide leidsters op herhalingscursus zodat zij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen die er op dit gebied zijn. Via een jaarlijkse herhalingscursus worden kennis en vaardigheden steeds opgefrist. Jaarlijks komt de brandweer t Speelhuys bezoeken en hebben we een informatieve en spannende ochtend waarin we alles kunnen vragen aan de brandweer en het ontruimingsplan oefenen met de kinderen. Dit gaat op een speelse manier en de kinderen vinden het altijd een feestje als de brandweer komt. 8.2 RIV en RIG Peuteropvang t Speelhuys heeft een veiligheids- en gezondheidsbeleid. In dit beleidsplan staan alle kleine en grote risico s beschreven en hoe we daarmee omgaan, de risico-inventarisatie en alle thema s rond veiligheid worden extra belicht. Dit beleidsstuk ligt ter inzage op de opvang en staat op de website van t Speelhuys. De GGD voert jaarlijks een inspectie uit, waarbij nagegaan wordt of de peuteropvang voldoet aan de eisen die de wet stelt. Protocol Hygiëne ligt op de peuteropvang ter inzage voor de ouders 8.3 Aanvullende veiligheidsregels op de peuteropvang Schoonmaakmiddelen worden op veilige hoogte bewaard in de voorraadkast. De leidsters leren de kinderen na een bezoek aan het toilet hun handen te wassen. Ook als de kinderen buiten hebben gespeeld wassen de kinderen eerst hun handen. Meegebrachte knuffels worden door de leidster altijd bekeken op veiligheid. Speelgoed van huis meenemen mag in principe, de leidster attendeert de ouders op het risico van wegraken of stukgaan. Vooral tijdens de wenperiode of bij belangrijke veranderingen kan een kind steun ervaren door de nabijheid van vertrouwd speelgoed van thuis. 8.4 Schoonmaak t Speelhuys wordt dagelijks door de leidsters schoongemaakt. We werken daarnaast met een schoonmaakrooster, om de 6 a 8 weken wordt al het kleine speelgoed, de kasten en het meubilair schoon gemaakt. Hygiënisch werken is van groot belang en daarom zijn hiertoe richtlijnen in het Protocol Hygiëne opgenomen. Het (buiten)speelgoed wordt regelmatig door de leidsters gecontroleerd. Aan het eind van het schooljaar nodigen wij alle ouders uit om de peuteropvang op te ruimen en schoon te maken. West-Graftdijk september 2018 12