Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Wijziging van de onteigeningswet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Grondverwerving; een introductie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures

Onteigening in de gemeente Lingewaard

Onteigening ten name van de provincie Zuid-Holland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Aanwijzing van gronden ter onteigening in de gemeente Beesel

Onteigening in de gemeenten Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Pijnacker

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

ontwerpvoorstel aan de raad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Onteigening in de gemeenten Valburg, Elst en Bemmel

Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Onteigening in de gemeente Bunschoten

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Amersfoort

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

Onteigening in de gemeenten Rijnwoude en Leiderdorp

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Lelystad en Dronten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Koninklijk Besluit, , No , LJN: (Provinciale Staten van Fryslân)

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. Onderwerp:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Zienswijze Schipper De zienswijze die naar voren gebracht wordt, kan als volgt worden weergegeven:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERZONDEN 1 8 DEC 2012

Raad V (gewijzigd ) Onderwerp: Vestiging voorkeursrecht plangebied Ten noordoosten van de Kasteeldreef / Bosscheweg in Drunen

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18396 18 november 2010 Besluit 7 oktober 2010, 10.002790 houdende aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte krachtens artikel 72a de onteigeningswet in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Renswoude en Veenendaal Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Beschikken bij dit besluit op het verzoek Rijkswaterstaat Utrecht bij brief 29 maart 2010, kenmerk RWS/DUT-2010/1424, tot aanwijzing onroerende zaken ter onteigening ingevolge artikel 72a de onteigeningswet ten behoeve de reconstructie de rijksweg A12 af Maarsbergen (km 81.200) tot en met aansluiting Veenendaal (km 92.230), met bijkomende werken, in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Renswoude en Veenendaal; Onze Minister Verkeer en Waterstaat heeft de beslissing op het verzoek voorgedragen bij brief 11 augustus 2010, RWSCD BJV 2010/1201, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed; Overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, de Algemene wet bestuursrecht hebben het ontwerp het te nemen besluit alsmede de in artikel 63 de onteigeningswet genoemde stukken in de periode woensdag 19 mei 2010 tot en met dinsdag 29 juni 2010 in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Renswoude en Veenendaal en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:12 de Algemene wet bestuursrecht aangekondigd in de huis-aan-huisbladen De Nieuwsbode editie, Heuvelrug en De Veenendaalse krant 12 mei 2010, De Heraut, editie Renswoude 17 mei 2010 alsmede in de De Woudenberger/Scherpenzeelse Krant 18 mei 2010 en in de Staatscourant, 7274 eveneens 18 mei 2010; Voorts is overeenkomstig artikel 3:13 de Algemene wet bestuursrecht voorafgaand aan de terinzagelegging het ontwerp het te nemen besluit toegezonden aan belanghebbenden en aan de verzoeker om onteigening; Belanghebbenden zijn hierbij uitgenodigd voor een hoorzitting in de gemeente Veenendaal op dinsdag 29 juni 2010. In genoemde kennisgeving zijn belanghebbenden op de hoogte gesteld de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen zienswijzen; De volgende belanghebbenden hebben deze mogelijkheid gebruik gemaakt: de heer mr. B.H.M. Karens namens de heer H. den Dikkenberg, mevrouw J. den Dikkenberg en de heer M.W.B. den Dikkenberg, eigenaars de onroerende zaak met grondplannummer 86.24; Overwegingen Ingevolge artikel 72a de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve de aanleg en verbetering wegen. Namens reclamanten is het volgende naar voren gebracht. 1. Reclamanten betwisten de noodzaak de voorgenomen onteigening. Zij stellen dat de verzoeker om onteigening nog geen serieuze poging heeft ondernomen om minnelijk te verwerven. Er is geboden op een deel het aan reclamanten in eigendom toebehorende perceel tegen een prijs per m 2 die slechts een fractie is de waarde per m 2. Tevens geven reclamanten aan dat door onteigening slechts een gedeelte, het overgebleven perceelsgedeelte niet meer courant zal zijn voor de huidige bestemming en daardoor sterk in waarde daalt. In het minnelijk traject is volgens reclamanten hiermee kennelijk geen rekening gehouden. 2. Reclamanten zou tegemoet gekomen kunnen worden door op het overblijvende gedeelte het plaatsen een reclamezuil of windturbine planologisch mogelijk te maken. Reclamanten hebben de planwetgever reeds een jaar geleden die suggestie gedaan, maar tot op heden daarop nog niets vernomen. 3. Reclamanten achten de motivering het (publieke) belang in deze ontoereikend. Dit belang lijkt gegeven volgens reclamanten, gelet op het (ontwerp)tracébesluit. Echter, het deelgebied (oksel rijksweg A12/N233) is in het reconstructieplan Gelderse Vallei aangewezen als wervingsgebied en 1 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

zal in de ecologische hoofdstructuur kennelijk worden bestemd tot nieuwe natuur. Reclamanten geven aan dat onvoldoende is gemotiveerd waarom het belang dat gediend zou zijn met wijziging de op- en afrit naar de A12, zou moeten prevaleren boven natuurbeschermingsbelangen ter plaatse. Reclamanten betwisten voorts de urgentie de voorgenomen onteigening. Gelet op de diverse planologische bezwaren die zijn aangetekend tegen de besluitvorming in deze, achten reclamanten het niet aannemelijk dat binnen vijf jaar uitvoering zal worden gegeven aan het werk. Ten aanzien deze zienswijze overwegen Wij als volgt. Ad 1 en ad 2. Deze onderdelen de zienswijze hebben betrekking op het gevoerde minnelijk overleg. Ten aanzien hier stellen Wij voorop dat de onteigening moet worden gezien als een uiterst middel, waarbij de eis geldt dat ten opzichte de burger eerst naar dit middel (het starten de administratieve onteigeningsprocedure) kan en mag worden gegrepen, indien langs minnelijke weg redelijkerwijs niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming kan worden gekomen. Daarbij geldt, dat in de procedure op grond titel IIa de onteigeningswet in het algemeen genoegzaam aan deze eis is voldaan, indien voor de tervisielegging de onteigeningsbescheiden een aang met het minnelijk overleg is gemaakt. Dit overleg dient tot een redelijk punt te worden voortgezet alvorens, na gebleken noodzaak daartoe, de administratieve onteigeningsprocedure kan worden ingezet. Daarbij is het wenselijk doch niet altijd noodzakelijk, dat ten tijde de tervisielegging de onteigeningsbescheiden reeds een formeel bod is uitgebracht. Voldoende is, dat sprake is geweest een redelijk doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. In dat geval kan een verzoeker om onteigening in beginsel tot onteigening besluiten om op een redelijk tijdstip tot uitvoering het desbetreffende project over te kunnen gaan. Het zou, met het oog op de voortgang een dergelijk project, te ver gaan de eis te stellen dat partijen ten tijde de terinzagelegging de onteigeningsbescheiden al zijn uitonderhandeld. Over het verloop het minnelijk overleg tussen reclamanten en de verzoeker om onteigening merken Wij op dat Ons uit door de verzoeker om onteigening overgelegde stukken en verstrekte informatie is gebleken dat in de maand april 2009 het eerste overleg met één de reclamanten heeft plaatsgevonden. Reclamant gaf aan de voorkeur te hebben voor compensatiegrond. De verzoeker heeft vervolgens de gemeente Veenendaal verzocht om aan te geven of zij nog over gronden beschikte die wellicht aan reclamanten aangeboden kunnen worden. Op 8 juni 2009 heeft de verzoeker mondeling een aanbod gedaan. Naar aanleiding hier gaven reclamanten aan dat zij andere bedragen per vierkante meter uitgaan. In verband hiermee heeft de verzoeker een taxatie laten verrichten door een commissie twee onafhankelijke deskundigen. Het perceel heeft de bestemming agrarische doeleinden, gebied met landschappelijke waarde open landschap, en is bestemd als nieuwe natuur door de provincie Utrecht. Dit houdt in dat er geen positieve verwachtingswaarde valt toe te kennen aan het perceel. De waardering is dan ook bepaald op de huidige bestemming. Op basis hier heeft de verzoeker bij brief 12 juni 2009 een aanbod uitgebracht voor de aankoop zowel het benodigde perceelsgedeelte als het gehele perceel. Ook heeft de gemeente inmiddels aangegeven dat zij geen gronden beschikbaar heeft. Reclamanten hebben op dit aanbod niet gereageerd. De verzoeker heeft bij brief 9 oktober 2009 nogmaals een aanbod uitgebracht alsmede een verzoek voor compensatiegronden bij de gemeente Veenendaal neergelegd. Op 28 oktober 2009 hebben reclamanten hierop aangegeven dat zij de in dit bod gehanteerde waardering te laag vinden. Zij willen niet onderhandelen onder een bepaald bedrag per vierkante meter. Tevens geven reclamanten aan dat zij in ruil voor verkoop het benodigde perceelsgedeelte, de mogelijkheid wensen te krijgen om op het resterende perceelsgedeelte (waarvoor een goede ontsluiting dient te komen) een windmolen of reclamezuil te plaatsen. Zij willen overigens dat de verzoeker met een concreet voorstel komt met betrekking tot compensatiegronden. Naar aanleiding hier heeft de verzoeker bij brief 12 november 2009 aangegeven dat een nieuwe ontsluiting het overblijvende perceelsgedeelte, kadastraal bekend als gemeente Veenendaal, sectie G, nummer 1342 is opgenomen in het ontwerp tracébesluit. De verzoeker heeft vervolgens reclamanten geadviseerd om contact op te nemen met de gemeente en de provincie voor eventuele benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve de gewenste te plaatsen objecten. De verzoeker heeft voorts aangegeven hiertoe niet bevoegd te zijn. Naar aanleiding het verzoek de verzoeker aan de gemeente Veenendaal om compensatiegronden, heeft de gemeente wederom aangegeven geen gronden in eigendom te hebben die hiervoor in aanmerking komen. De verzoeker geeft hierbij aan dat er vergoeding in geld zal plaatsvinden in plaats in natura voor het benodigde perceelsgedeelte. Op 1 april 2010 heeft een telefonisch gesprek plaatsgevonden tussen reclamanten en de verzoeker. Reclamanten hebben een tegenvoorstel gedaan. Bij brief 17 mei 2010 heeft de verzoeker aangegeven dat de taxatiecommissie, op basis de huidige markt, geen aanleiding ziet om de grondprijs aan te passen. De verzoeker heeft een aanbod 2 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

gedaan voor het benodigde perceelsgedeelte; het bijkomend aanbod om het gehele perceel aan te kopen is hierbij komen te vervallen. Voor zover deze onderdelen de zienswijze zien op de hoogte de schadeloosstelling dan wel enige vorm compensatie, overwegen Wij dat ingevolge artikel 40 de onteigeningswet vormt de schadeloosstelling een volledige vergoeding voor alle schade die de eigenaars rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies hun onroerende zaak lijden. De hoogte de schadeloosstelling staat echter in het kader de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken een overeenstemming in het kader de gerechtelijke procedure aan de orde. Ten aanzien de wensen tot compensatie overwegen Wij dat de onteigeningswet de verzoeker om onteigening niet verplicht tot schadeloosstelling in een andere vorm dan geld. Mogelijkheden tot schadeloosstelling in de vorm een grondruil danwel compensatiegrond zullen veelal in overleg met particuliere grondeigenaren en/of andere overheden bezien moeten worden. Desondanks kan dit onderwerp wel aan de orde komen bij de toetsing het minnelijk overleg. Indien immers een belanghebbende in het minnelijk overleg duidelijk maakt de voorkeur te geven aan vergende grond, is de verzoeker om onteigening gehouden te onderzoeken of hieraan tegemoet gekomen kan worden. Het bovenstaande in aanmerking nemend zijn Wij mening dat er de zijde de verzoeker om onteigening voldoende doch vruchteloos gebleken pogingen heeft ondernomen om met reclamanten tot overeenstemming te komen. Wij merken op dat de verzoeker voor de start de onderhavige procedure (19 mei 2010) diverse malen een bod heeft gedaan op het reclamanten benodigde perceelsgedeelte en voorts aantal pogingen heeft ondernomen om compensatiegrond te kunnen aanbieden. Op het moment de start deze procedure stond genoegzaam vast dat met reclamanten op basis die aanbieding geen overeenstemming kon worden bereikt. Het overleg met reclamanten gaat door. Dit overleg dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 de onteigeningswet vooraf dient te gaan aan de start de gerechtelijke onteigeningsprocedure, zal wellicht alsnog tot een voor partijen aanvaardbare oplossing leiden. Ad 3. Ten aanzien dit onderdeel de zienswijze merken Wij op dat de bedoelde bezwaren reclamanten, die zich onder meer richten op de situering de rijksweg A12 en wijziging het tracé de op- en afrit naar de A12, in hoofdzaak planologisch aard is. Een dergelijke zienswijze dient te worden ingebracht in het kader de daarvoor bestemde procedure op grond de Tracéwet. Een inhoudelijke behandeling de zienswijze in de administratieve onteigeningsprocedure is derhalve niet aan de orde. Verwezen wordt, naar hetgeen hieromtrent onder Overige overwegingen wordt overwogen. Met betrekking tot de opmerking reclamanten over het ontbreken urgentie zolang er geen zekerheid bestaat over de planologische inpasbaarheid het tracé merken Wij op dat voor het kunnen starten de administratieve onteigeningsprocedure het vereiste geldt dat een aang is genomen met de planologische inpassing het werk, ten behoeve waar de onteigening wordt verzocht. Hierbij geldt in het onderhavige geval dat een Tracéwetprocedure moet zijn gestart. Hierbij geldt bovendien, dat belanghebbenden de mogelijkheid moeten hebben tot het naar voren brengen zienswijzen in een planologische procedure voorafgaand aan of ten minste gelijktijdig met de mogelijkheid tot het naar voren brengen zienswijzen in het kader de administratieve onteigeningsprocedure. Aangezien aan deze vereisten is voldaan, zoals blijkt uit het hierna gestelde onder Overige overwegingen mocht de onteigeningsprocedure worden gestart. Overigens kan nog worden opgemerkt, dat de uitvoering eerst kan aangen nadat de benodigde planologische procedures zijn doorlopen en de benodigde vergunningen en ontheffingen zijn verleend. Overigens merken Wij op dat in het onderhavige besluit uitvoering gegeven zal worden aan de toezegging die door de minister-president (bij brief 4 maart 2010) is gedaan in het kader de behandeling de Crisis- en herstelwet in de Eerste Kamer. Deze toezegging houdt in dat, na inwerkingtreding de Crisis- en herstelwet per 31 maart 2010, de voordien bestaande koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en de procedure zoals geregeld in onder andere de Tracéwet in de praktijk gehandhaafd zullen worden totdat deze koppelingen bij afzonderlijke wetswijziging zijn teruggeplaatst. Het handhaven de koppelingen tot aan de toegezegde wetswijzigingen zal plaatsvinden door in het koninklijk besluit tot aanwijzing ter onteigening voorwaarden te stellen. In het onderhavige koninklijk besluit is onder II dienovereenkomstig de voorwaarde opgenomen dat het vonnis onteigening niet eerder mag worden ingeschreven dan nadat dat besluit onherroepelijk is geworden. 3 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

Overige overwegingen De rijksweg A12 heeft in de Nota Mobiliteit de status hoofdverbindingsas waaraan prioriteit wordt gegeven bij de verbetering de betrouwbaarheid de bereikbaarheid en de verbetering de reistijd. De A12 vormt een belangrijke verbinding uit de mainports Rotterdam en Schiphol naar het achterland. De Trajectnota/MER-studies Utrecht-Veenendaal uit oktober 2000 en Veenendaal-Ede uit 2001 tonen aan dat de huidige capaciteit de weg te kort schiet en tot filevorming leidt. De studies geven ook aan dat op de A12 tussen Utrecht en Veenendaal de verkeersintensiteit in 2010 verder toeneemt waardoor de filekans groeit tot boven de 15%, dit terwijl voor achterlandverbindingen wordt gestreefd naar een filekans 2%. Op basis de Trajectnota/MER en de inspraak daarop heeft de minister Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, op 19 juni 2001 (Utrecht-Veenendaal) en op 23 april 2003 (Veenendaal-Ede) standpunten in de zin de Tracéwet ingenomen. Gekozen is voor het zogeheten benuttingsalternatief (BA), waarbij een eventuele verbreding op termijn niet bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt mag worden ( toekomstvast benutten). Dat betekent dat bij de verging kunstwerken, aanpassing het wegprofiel en locatie en funderingen geluidsschermen rekening wordt gehouden met een mogelijke toekomstige verbreding. Dit voorkomt desinvesteringen indien blijkt dat op termijn verbreding noodzakelijk is. In juni 2003 is de Spoedwet wegverbreding in werking getreden. Met de invoering deze wet is het traject A12 tussen Utrecht en Veenendaal opgesplitst in twee delen: A12 Utrecht-Maarsbergen en A12 Maarsbergen- Veenendaal. Het traject A12 Utrecht-Maarsbergen is in de Spoedwet opgenomen. De planologische procedure en de onteigeningsprocedure zijn voor dit trajectdeel nog niet afgerond. De werkzaamheden voor dit deel zijn in hetzelfde uitvoeringscontract als het trajectdeel Maarsbergen- Veenendaal opgenomen. Het traject A12 Maarsbergen-Veenendaal valt onder de Tracéwet. Op basis de standpunten wordt het gedeelte de A12 tussen Maarsbergen en Veenendaal in beide richtingen als volgt aangepast: aanleg een plusstrook tussen aansluiting Maarsbergen en aansluiting Veenendaal. Op 13 april 2010 is in het kader de Tracéwetprocedure het Tracébesluit (TB) A12 Maarsbergen- Veenendaal vastgesteld door de minister Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister Volkshuisvesting, Ruimtelijke ontwikkeling en Milieu. Het Tracébesluit heeft 20 april 2010 tot en met 1 juni 2010 ter visie gelegen. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet toepassing. Op het Ontwerp - Tracébesluit, dat 16 oktober 2009 tot en met 26 november 2009 ter inzage heeft gelegen, zijn 38 zienswijzen ingediend. Alle zienswijzen zijn beantwoord in de Nota Antwoord, die als bijlage 19 bij het Tracébesluit is gevoegd. De gemeenten zijn verplicht binnen een jaar nadat het TB onherroepelijk is geworden, de bestemmingsplannen overeenkomstig het TB vast te stellen of te herzien. Het tracébesluit geldt voor zover het in strijd is met een bestemmingsplan of een beheersverordening, als Projectbesluit, zoals bedoeld in artikel 3.29 de Wet ruimtelijke ordening. Naast aanpassing de A12 en de aansluitingen Maarsbergen en Veenendaal worden maatregelen getroffen op het gebied inpassing in de omgeving, zoals het aanbrengen geluidwerende voorzieningen en de aanleg ecologische passages. Het moet in het belang de vlotte en veilige doorstroming het verkeer noodzakelijk worden geacht, dat de Staat (Verkeer en Waterstaat) de eigendom verkrijgt de in dit besluit genoemde onroerende zaken. De door reclamanten naar voren gebrachte zienswijzen worden niet zodanig gewicht geacht dat op grond daar het verzoek om een koninklijk besluit ex artikel 72a de onteigeningswet, moet worden afgewezen. Beslissing; Gelet op de onteigeningswet, Gehoord de Raad State, advies 15 september 2010, W09.10.0412/IV, en gezien het nader rapport Onze Minister Verkeer en Waterstaat 1 oktober 2010, RWSCD BJV 2010/1525, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed, Hebben Wij goedgevonden en verstaan: 4 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

I. Ten behoeve de reconstructie de rijksweg af Maarsbergen (km 81.200) tot en met aansluiting Veenendaal (km 92.230), met bijkomende werken, in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Renswoude en Veenendaal, zullen ten algemenen nutte en ten name de Staat (Verkeer en Waterstaat) worden onteigend de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekeningen die ingevolge artikel 63 de onteigeningswet in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Renswoude en Veenendaal en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst ter inzage hebben gelegen als: Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Maarn Ter Sectie en Ten name 128.0 0 06 83 onbekend 0 09 68 E 689 De Staat (Verkeer en Waterstaat), s-gravenhage; opstalrecht nutsvoorzieningen op gedeelte perceel: MCI Nederland BV, Amsterdam. 38.8 0 03 42 wonen erf - tuin 0 97 05 E 39 Arnoldus Antonius Stokhof, gehuwd met Agnes Catharina Maria Smeur, Maarsbergen. 44.10 0 00 05 wonen (agrarisch) terrein (grasland) 1 19 00 E 388 Marius de Waerdt, gehuwd geweest met Hendrika Maria Mourik, overleden, Maarsbergen. 46.11 0 02 02 openbaar vervoer 0 63 70 E 542 NS Vastgoed B.V., Utrecht. 50.11 0 03 91 openbaar vervoer 0 51 70 E 717 Als grondplannummer 46.11. Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Woudenberg Ter Sectie en Ten name 170.5 03 03 06 terrein (natuur) 51 88 22 I 243 Staatsbosbeheer, Amsterdam, zetel: Utrechtse Heuvelrug. 180.11 0 33 21 openbaar vervoer 2 07 85 I 449 NS Vastgoed B.V., Utrecht. 182.11 0 06 78 openbaar vervoer 1 33 00 I 451 Als grondplannummer 180.11. 162.52.1 0 01 85 terrein (grasland) 0 36 50 I 200 Landgoed Ringelpoel BV, Woudenberg. 162.52.2 0 01 61 162.52.3 0 04 52 166.52 0 05 97 terrein (natuur) 1 71 80 I 204 Landgoed Ringelpoel BV, Woudenberg; zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, de Belemmeringenwet Privaatrecht: De Staat (Financiën, Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf), s-gravenhage. 172.52 04 15 64 terrein (grasland) 7 09 80 I 272 Als grondplannummer 162.52.1. Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Leersum Ter Sectie en Ten name 106.0 0 13 47 wegen 0 41 80 H 163 De Staat (Verkeer en Waterstaat), s-gravenhage; zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, de Belemmeringenwet Privaatrecht: Eneco Energie Infra Utrecht NV, Utrecht; 114.0 0 00 25 wegen 0 02 40 H 173 De Staat (Verkeer en Waterstaat), s-gravenhage; 2x zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, de Belemmeringenwet Privaatrecht: Eneco Energie Infra Utrecht NV, Utrecht; De Staat (Financiën, Domeinen), s-gravenhage. 5 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Amerongen Ter Sectie en Ten name 2.1 0 00 03 water 0 39 80 G 104 Waterschap Vallei & Eem, Leusden. 4.1 0 00 77 water 0 28 10 G 105 Als grondplannummer 2.1. 18.1 0 04 38 water 1 50 75 G 515 Als grondplannummer 2.1. 22.1 0 00 94 wegen 1 62 60 G 554 Als grondplannummer 2.1. 24.1 0 02 95 water 3 87 40 G 556 Als grondplannummer 2.1. 16.5 0 09 79 terrein (natuur) 2 57 15 G 445 Staatsbosbeheer, Amsterdam, zetel: Utrechtse Heuvelrug. 20.6 0 36 20 Recreatie - sport recreatie - sport 4 89 90 G 516 Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied, Utrecht; Opstalrecht nutsvoorzieningen: N.V. Stedin Netten Utrecht, Rotterdam. Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Renswoude Ter Sectie en Ten name 58.1 0 00 70 bouwwerken waterwerken terrein (grasland) 0 35 80 G 688 Waterschap Vallei & Eem, Leusden. 56.12 0 20 45 terrein (grasland) 3 31 20 G 417 Gerritje Veldhuisen, gehuwd met Albertus Dirksen, Renswoude. 66.12 0 19 45 bedrijvigheid (agrarisch) terrein (grasland) 7 48 80 G 1148 Als grondplannummer 56.12. Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Veenendaal Ter Sectie en Ten name 192.0 0 03 08 wegen 0 10 61 K 5209 De Staat (Verkeer en Waterstaat), s-gravenhage; zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, de Belemmeringenwet Privaatrecht op ged. perceel: De Staat (Financiën, Domeinen), s-gravenhage en NV Nederlandse Gasunie, Groningen. 194.0 0 00 08 wegen 0 09 16 K 5211 De Staat (Verkeer en Waterstaat), s-gravenhage; 2x zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder B, de Belemmeringenwet Privaatrecht op ged. perceel: De Staat (Financiën, Domeinen), s-gravenhage; NV Nederlandse Gasunie, Groningen. 88.1 0 10 49 water 1 49 30 G 1344 Waterschap Vallei & Eem, Leusden. 134.1.1 0 01 07 water 0 63 20 K 3936 Als grondplannummer 88.1. 134.1.2 0 00 77 70.16 0 42 00 bedrijvigheid (agrarisch) terrein (grasland) 0 42 00 G 772 Engelbertus Stemerdink, gehuwd, De Steeg. 71.16 0 17 65 wonen erf - tuin 0 17 65 G 837 Als grondplannummer 70.16. 72.17 0 31 58 terrein (grasland) 6 88 20 G 839 1/3 eigendom: Elisabeth Jacqueline Louise Cornelie den Bosch, overleden, gehuwd geweest met Alexander Dirk Peter Valentijn Loben Sels, Heemstede; 1/3 eigendom: Jan Willem den Bosch, gehuwd met Carla Brantsma, Wassenaar; 1/3 eigendom: Oscar Rudolf den Bosch, gehuwd met Julie Agathe Feith, Vorden. 6 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010

Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Veenendaal Ter Sectie en Ten name 86.24 0 52 40 terrein (grasland) 0 83 75 G 1342 1/3 eigendom: Hendrik den Dikkenberg, Ederveen; 1/3 eigendom: Jeanette den Dikkenberg, Veenendaal; 1/3 eigendom: Marinus Willem Benjamin den Dikkenberg Veenendaal. 101.34 0 00 48 wonen erf - tuin 0 54 63 G 1565 Gijsbertus Doorn, gehuwd met Jannigje Veldhuisen, Veenendaal. 120.36 0 01 37 erf - tuin 0 07 50 G 1696 1/2 eigendom: Gijsbertus Doorn, gehuwd met Jannigje Veldhuisen, Veenendaal; 1/2 eigendom: Jannigje Veldhuisen, gehuwd met Gijsbertus Doorn, Veenendaal; II. 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 59, eerste lid, de onteigeningswet kan het vonnis onteigening de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven dan nadat het tracébesluit onherroepelijk is geworden. 2. In aanvulling op de artikelen 54n en 59 de onteigeningswet is ten behoeve de in het eerste lid bedoelde inschrijving een uitspraak de Afdeling bestuursrechtspraak de Raad State dan wel een verklaring de Secretaris de Raad State nodig, waaruit blijkt dat het tracébesluit onherroepelijk is geworden. Onze Minister Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waar afschrift aan de Raad State zal worden gezonden. Den Haag, 7 oktober 2010 Beatrix De Minister Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings. 7 Staatscourant 2010 18396 18 november 2010