Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, nader aan te duiden als het bevoegd gezag

Vergelijkbare documenten
Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Het bevoegd gezag is op grond van onderstaande overwegingen tot zijn voorstel gekomen tot

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, nader aan te duiden als bevoegd gezag

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren, nader aan te duiden als bevoegd gezag

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag

Partijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs

Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

De voorlopige medezeggenschapsraad is op grond van onderstaande overwegingen tot de volgende interpretatie gekomen.

Het bevoegd gezag heeft op grond van onderstaande overwegingen het voorstel gedaan tot:

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Driebergen-Rijsenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)

college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Uitspraaknr. F

College voor geschillen medezeggenschap defensie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Partijen: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zijpe, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Samenvatting uitspraak. Instemmingsgeschil PO artikel 12 lid 1 onder e WMS (vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel)

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Partijen: Het bestuur van het Openbaar Lichaam voor voortgezet onderwijs in samenwerkingsverband in Waddinxveen en Boskoop (hierna: bevoegd gezag)

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Loppersum, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Jaarverslag 2011/2012 1

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760

Klacht over keuzevrijheid tweede moderne taal. De school mocht de keuze beperken tot Frans en Duits. ADVIES

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

SAMENVATTING. Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie)

Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen ter zitting een nadere toelichting gegeven.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Uitspraaknr. G572-G573. Datum: 22 november Soort geschil: Adviesgeschil

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Welgelegen" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

Inleiding Samenstelling van de Commissie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Het Forum" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Uitspraaknr. G601. Datum: 2 juli Soort geschil: Instemmingsgeschil

Uitspraaknr. G753. Verloop van het geschil. Argumenten bevoegd gezag. Datum: 19 december 2007 UITSPRAAK IN HET INTERPRETATIEGESCHIL TUSSEN:

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Medezeggenschapsraad Informatie

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

SAMENVATTING UITSPRAAK

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger

Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

Uitspraaknr. G637. Datum: 12 april Soort geschil: Advies- en interpretatiegeschil

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO)

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR

Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool De Klimop te Rotterdam, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

Voorstel tot invoering van een nieuw instrument van de raad tijdens raadsvergaderingen.

Medezeggenschapsreglement. van Stichting Samenwerkingsverband Roosendaal eo., te Roosendaal.

UITSPRAAK. de Centrale Medezeggenschapsraad van het ROC Horizon College, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. W.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan)

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Reglement geschillencommissie Energievoorziening

Transcriptie:

Uitspraaknr. G411 Datum: 29 september 1993 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, nader aan te duiden als het bevoegd gezag -tegende medezeggenschapsraad van het Valleicollege te Amersfoort, opvolger van de medezeggenschapsraad van de voormalige leao Jan Ligthart, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Overwegende met betrekking tot de feiten: Het bevoegd gezag heeft de voormalige MR van de leao Jan Ligthart bij brief van 13 november 1992 een lessentabel ter instemming voorgelegd van de na fusie, per 1 augustus 1993, te vormen brede scholengemeenschap, Het Valleicollege. Om een aantal redenen heeft de MR hieraan zijn instemming onthouden. Na overleg is over het merendeel overeenstemming bereikt, behalve ten aanzien van het voorgestelde 50-minuten-rooster. De MR wenst het op de leao gehanteerde 45-minuten-rooster te handhaven. Bij brief van 5 juni 1993 laat de MR het bevoegd gezag definitief weten niet met zijn voorstel te kunnen instemmen. Het bevoegd gezag handhaaft zijn voorstel en besluit vervolgens overeenkomstig artikel 19, lid 1, WMO 1992 het geschil aanhangig te maken bij de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs, hetgeen is gebeurd bij schrijven van 29 juni 1993. Op 10 september 1993 is een verweerschrift van de MR ontvangen. De commissie heeft een openbare zitting gehouden op 22 september 1993 te Amersfoort. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Het bevoegd gezag heeft op grond van onderstaande overwegingen het voorstel gedaan tot vaststelling van het leerplan (artikel 7, lid b, WMO 1981). Hoewel het bevoegd gezag onderkent dat de leao Jan Ligthart met succes een 45-minuten-rooster heeft gehanteerd en tegen voortzetting daarvan als zodanig geen onderwijskundige bezwaren heeft, heeft het toch gemeend voor de nieuwe scholengemeenschap Het Valleicollege te moeten starten met een 50-minuten-rooster voor de gehele school. Het heeft hiervoor een aantal argumenten. Allereerst bevordert het de eenheid binnen de school en maakt het de uitwisseling van docenten eenvoudiger. Op de tweede plaats acht het bevoegd gezag het onaanvaardbaar dat er een verschil in taakbelasting optreedt tussen docenten, die van dezelfde school deel uitmaken. Dat dit zo zal zijn is inherent aan het hanteren van verschillende roosters met de daarbij komende organisatorische verschillen. Het bevoegd gezag wijst er verder op dat het niet toegestaan is minder uren les te geven voor bepaalde vakken dan het wettelijk minimum. Bovendien is de Wet op het voortgezet onderwijs in die zin veranderd dat in de periode van basisvorming weliswaar een kortere lestijd gehanteerd mag worden, maar dit mag niet ten koste gaan van de totale lestijd. Dit wil zeggen dat de resterende minuten aan alle leerlingen ten goede moeten komen in de vorm van lessen. Dit wijkt af van de gehanteerde praktijk deze uren (mede) te benutten voor vormen van bijspijkeren en individuele leerlingbegeleiding.

Ook al zou het bevoegd gezag niet afwijzend staan tegen invoering van het 45-minuten-rooster op de gehele school, dan impliceert één en ander, aldus het bevoegd gezag, dat het niet eenvoudig is zo'n invoering voor de start van de nieuwe scholengemeenschap te realiseren. Om die reden heeft het daar dan ook van af gezien. De reden om van beide roosters te kiezen voor het 50-minuten-rooster is gelegen in het feit dat veruit het grootste aantal leerlingen en docenten daarmee werkte. Wel heeft het bevoegd gezag expliciet toegezegd de schoolleiding te zullen vragen het komende schooljaar het 50-minuten-rooster te evalueren en de mogelijkheden voor een 45-minuten-rooster te onderzoeken. Het lijkt het bevoegd gezag niet waarschijnlijk dat als uitkomst van de evaluatie besloten zal worden tot het introduceren van verschillende roosters. Voor zover hem bekend is op de andere delen van de beoogde scholengemeenschap nooit nagegaan hoe men daar stond tegenover 45 minuten. Ook is op een te laat tijdstip het besef doorgedrongen dat bij het opstellen van het formatieplan voor de verschillende onderdelen van de nieuwe school een aanzienlijk verschil in de toewijzing van lesverminderende taken bestond tussen de delen van de school. Dit verschil is te verklaren uit het feit dat de leao de gespaarde 5 minuten per lesuur ten dele aanwendde voor taken, waarvoor op de andere lokaties lesverminderende uren worden toegepast. De MR heeft pas in een laat stadium dit element onder de aandacht van het bevoegd gezag gebracht. Een tussentijdse correctie zal nauwelijks mogelijk zijn, zo min als een tussentijds wijzigen van het inmiddels van kracht geworden 50-minuten-rooster. De medezeggenschapsraad heeft op grond van de navolgende overwegingen zijn instemming onthouden aan het voorstel van het bevoegd gezag tot vaststelling van het leerplan (artikel 7, lid b, WMO 1981). De medezeggenschapsraad wijst er allereerst op dat hij nogal eens te maken heeft gehad met een verschillende opstelling van het bevoegd ten aanzien van wat voor dat bevoegd gezag nu wezenlijk bezwaarlijk was aan het handhaven van een 45-minuten-rooster. Het argument van de taakbelasting is daar een sprekend voorbeeld van. Nu eens zou het zwaarder zijn voor een docent om 50 minuten les te geven dan 45 minuten, dan weer zou het zwaarder zijn voor degene die 45 minuten hanteerde, daar diegene nog weer extra lessen moest geven. Volgens de MR valt hieruit echter maar één conclusie te trekken namelijk dat de belasting ongeveer even zwaar zal zijn, al is die verschillend vormgegeven. De MR heeft zelf ook bij het Decentraal Georganiseerd Overleg geïnformeerd in hoeverre de bonden tegen verschil in roosters zijn, omdat het bevoegd gezag daarnaar verwees. Het bleek evenwel dat de bonden daartegen slechts bezwaar hebben, indien er een verschil in taakbelasting uit voortvloeit. Wat betreft de door het bevoegd gezag verder genoemde bezwaren meent de MR dat de praktijk van het laatste jaar, waarin met verschillende roosters werd gewerkt, maar waarin al wel verregaand werd samengewerkt en uitgewisseld tussen de scholen, uitwijst dat het verschil in rooster geen problemen opleverde. Sterker nog, het geringe verschil in tijden bood juist de gelegenheid nog van lokatie te wisselen zonder daarvoor een heel tussenuur te moeten gebruiken. Dat de ouders moeite zouden hebben met verschillende tijden acht de MR niet waarschijnlijk. Zeker niet wanneer de leerlingen wel eenzelfde totaaltijd op school doorbrengen en aan de ouders wordt uitgelegd dat in de gespaarde uren meer 'zorg op maat' kan worden gegeven. Het bevoegd gezag heeft daarvan overigens een onjuist beeld. Het haalt de toewijzing van taakuren (lesverminderende uren) aan docenten dooreen met een mentor-uur. Het mentoraat geeft de docent een lesvermindering, maar een mentor-uur wordt wel degelijk klassikaal gegeven en komt dus alle leerlingen ten goede. Het kan zijn dat, door de wijziging in de WVO, meer dan voorheen alle leerlingen gezamenlijk een extra aanbod moet worden gedaan, maar dit is naar de mening van de MR een kwestie van organisatie.

Het argument dat bepaalde vakken aan een wettelijk minimum gebonden zijn telt voor de MR even zwaar als voor het bevoegd gezag. Ook met handhaven van het 45-minuten-rooster kan en zal de school aan de wettelijke normen voldoen. Het argument van het bevoegd gezag dat een eventueel invoeren van 45 minuten op de gehele school zorgvuldig moet gebeuren, omdat het zo'n veelomvattende verandering is, vindt de MR wonderlijk. Immers, voor zijn school is dat juist geen verandering. Het nu geïntroduceerde 50-minutenrooster is voor hem een verandering en die is zeker niet zorgvuldig voorbereid. Na terugkomst van de vakantie kregen de docenten het 50-minuten-rooster gewoon uitgereikt. Bovendien is het de MR bij een nadere bestudering van het erg laat aan hem voorgelegde formatieplan duidelijk geworden dat er juist een zeer groot verschil in taakbelasting optreedt tussen docenten op de verschillende lokaties. Immers, op het voormalige Schothorst/Thorbecke College komt een relatief grote hoeveelheid lesverminderende taken voor, maar aan de leao is geen compensatie gegeven voor het verlies van de 5 minuten per les, in de vorm van lesverminderende uren. Hoewel het bevoegd gezag heeft toegezegd een evaluatie van het rooster te zullen laten uitvoeren, heeft de MR daarmee geen genoegen willen nemen. In tal van opzichten is er ruimte geboden tot behoud van de eigen identiteit en het eigen karakter van de verschillende onderdelen van de brede scholengemeenschap. Dit komt naar voren in de verschillende lokaties, alsmede de verdeling van onderwijssoorten over die lokaties. De MR ziet niet in waarom nu juist op het punt van het lesrooster uniformiteit moet gelden. Bovendien verzet hij zich tegen de gedachte voor het komende schooljaar een goed functionerende werkwijze te moeten laten varen met de kans dat die het volgend jaar weer ingevoerd moet worden. Nu reeds merken de docenten het gemis aan studielessen, huiswerkbegeleiding en klassikale mentoruren. De MR sluit overigens niet uit dat de leerlingen die zijn school bezoeken in dat opzicht een andere vorm van begeleiding behoeven dan die op het avogedeelte. Ook daarom is voor hem een verschil in roosters en besteding van de taakuren tussen de onderdelen geen vreemde gedachte. Overwegende ten aanzien van het recht: Ontvankelijkheid Het bevoegd gezag heeft de medezeggenschapsraad van de voormalige leao Jan Ligthart een voorstel gedaan ten aanzien van het leerplan van de na fusie te vormen brede scholengemeenschap Het Valleicollege. Deze MR beschikte te dien aanzien op grond van zijn reglement over het instemmingsrecht. Nadat de MR zijn instemming onthield, ontstond er een geschil, hetgeen door het bevoegd gezag overeenkomstig artikel 19, lid 1, WMO 1992 aan de commissie werd voorgelegd. Hoewel de behandeling van het geschil eerst plaatsvindt na het verstrijken van de fusiedatum, doet dat geen afbreuk aan de ontvankelijkheid daar de MR van de voormalige Jan Ligthart in rechte wordt opgevolgd door de MR van het Valleicollege. De uitspraak van de commissie bindt zowel bevoegd gezag als laatstgenoemde MR. Vaststelling van het leerplan (artikel 7, lid b, WMO 1981). Met betrekking tot het voorstel van het bevoegd gezag dat op de gehele scholengemeenschap een eensluidend lesrooster van 50 minuten gehanteerd dient te worden, komt de commissie tot het volgende oordeel. Zij meent dat het bevoegd gezag onvoldoende heeft aangetoond dat een verschil in roosters per definitie leidt tot een verschil in taakbelasting en zou leiden tot het niet voldoen aan wettelijke eisen. Wat betreft de taakbelasting lijkt eerder de nu ingevoerde 50 minuten, zonder uitbreiding van het aantal lesverminderende uren in de formatie op de lokatie van de leao-afdeling, te leiden tot een vrij groot verschil in taakbelasting tussen docenten van de verschillende onderdelen van de school. Met betrekking tot de vereisten van de WVO is het de commissie gebleken dat ook de inspecteur niet meent dat de wet zich verzet tegen een verschillend gehanteerde lesrooster op onderdelen van één

school. Wel acht de commissie het niet onredelijk dat het bevoegd gezag van mening is dat voortzetting van het 45-minuten-rooster op de wijze waarop dat in de leao gebruikelijk was, niet langer in overeenstemming was met de wettelijke eis dat alle voor een vak beschikbare lestijd ook ten goede moet komen aan alle leerlingen. Een aanpassing van het systeem was in dat opzicht vereist. De commissie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de MR zich over deze aanpassing weinig zorgen maakt, zeker gelet op zijn pleidooi voor handhaven van het rooster in verband met 'zorg op maat'. In die zin acht de commissie het argument van de MR dat voor hem alleen het introduceren van het 50-minuten-rooster tot verandering leidde en het handhaven van de 45 minuten niet, minder valide. De commissie heeft er op zichzelf begrip voor dat het bevoegd gezag, in de wetenschap dat volledig handhaven van de werkwijze met 45-minuten lessen op de leao toch niet mogelijk was, bij de intree van de nieuwe scholengemeenschap voorlopig wilde kiezen voor het hanteren van 50 minuten, waarmee de leao uit vroegere jaren vertrouwd was, in afwachting van een gedegen evaluatie binnen de hele school. Tegelijkertijd constateert de commissie dat het bevoegd gezag de vaststelling van het leerplan voor het komende schooljaar niet op een zodanig tijdstip met de MR heeft afgerond, dat invoering van het rooster per 1 augustus 1993 had kunnen plaatsvinden zonder afbreuk te doen aan de rechten van de MR zijn instemming aan het voorstel daartoe te onthouden en een onafhankelijke derde, de geschillencommissie, het voorstel te laten toetsen. Het bevoegd gezag heeft het geschil pas op 29 juni bij de commissie aangemeld. De commissie sluit niet uit dat een tijdige besluitvorming en beter overleg zouden hebben kunnen leiden tot het oordeel dat het bevoegd gezag in redelijkheid aan zijn voorstel niet had mogen vasthouden. Aangezien thans echter reeds gewerkt wordt op basis van een 50-minuten-rooster en thans evenmin voldoende aannemelijk is geworden, dat het bevoegd gezag in redelijkheid niet tot dat voorstel heeft kunnen komen en de commissie het onwenselijk acht dat nu in het rooster weer wijziging wordt aangebracht - nog daargelaten of dat mogelijk is -, ziet de commissie aanleiding een nader onderzoek over de vraag of het bevoegd gezag in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen thans te laten rusten. Immers zelfs als zij die vraag ontkennend zou moeten beantwoorden, zou de commissie hebben uitgesproken dat in dit schooljaar geen wijziging in het lesrooster meer behoort te worden aangebracht. Met betrekking tot de toegezegde evaluatie merkt de commissie op, gelet op het hiervoor overwogene, dat het bevoegd gezag er op moet toezien dat er sprake is van een open evaluatie, waarbij naar het oordeel van de commissie, gelet op de overige verschillen binnen de scholen-gemeenschap qua lokatie en leerlingenstroom, niet op voorhand uitgesloten behoeft te zijn dat er verschillende roosters gehanteerd gaan worden. Bovendien gaat zij er van uit dat er - met het oog op het nagestreefde 'bestuur op afstand' - in dat opzicht een ruime bevoegdheid aan de school toekomt het een en ander aan mogelijkheden uit te werken en in verregaande mate zelf de keuze te bepalen. De MR van het Valleicollege zal te zijnertijd zijn instemming moeten geven aan het voorstel dat het bevoegd gezag op grond van het resultaat van de evaluatie aan hem zal voorleggen. Concluderende: dat het bevoegd gezag, bij afweging van de betrokken belangen, vooralsnog in redelijkheid heeft kunnen besluiten een 50-minuten-rooster te hanteren op de gehele scholengemeenschap in afwachting van een evaluatie binnen Het Valleicollege van dit rooster en van het onderzoek naar de wenselijkheid van hetzij een 45-minuten-, hetzij een 50-minuten-rooster; draagt het bevoegd gezag op: deze evaluatie en dit onderzoek te laten uitvoeren op een zodanig tijdstip dat, met inachtneming van de medezeggenschapsprocedures, tijdig voor het opstellen van de roosters voor het schooljaar 1994/1995 de uitkomst bekend is.

Den Haag, 29 september 1993 De adjunct-secretaris, De voorzitter, (drs. M.R. Backer) (mr. B.K. Olivier)