Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
|
|
- Bertha de Winter
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uitspraaknr. G530 Datum: 7 juni 1995 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) -tegenhet college van burgemeester en wethouders van Gouda, nader aan te duiden als bevoegd gezag Overwegende met betrekking tot de feiten: Het geschil In het kader van een adviesgeschil ter zake van een intentiebesluit tot fusie achtte de MR het noodzakelijk zich te verzekeren van rechtsbijstand. In verband daarmee heeft de MR op grond van de Wet op de rechtsbijstand (WRB) de Raad voor Rechtsbijstand verzocht hem in aanmerking te laten komen voor gefinancierde rechtshulp. Bij besluit van 15 december 1994 heeft de Raad voor Rechtsbijstand dit verzoek afgewezen. De MR heeft vervolgens bij brief van 24 januari 1995 met een beroep op artikel 32, WMO 1992 het bevoegd gezag verzocht de door hem gemaakte rechtsbijstandkosten te vergoeden. Het bevoegd gezag heeft de MR op 31 januari 1995 meegedeeld dit verzoek af te wijzen. De MR heeft vervolgens overeenkomstig artikel 19, eerste lid, aanhef en onder d, WMO 1992 een interpretatiegeschil aanhangig gemaakt bij de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs, hetgeen gebeurd is bij brief van 30 maart Op 24 april 1995 is een verweerschrift van het bevoegd gezag ontvangen. De commissie heeft een openbare zitting gehouden op 24 mei 1995 te Gouda. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. De medezeggenschapsraad is op grond van onderstaande overwegingen tot de volgende interpretatie gekomen met betrekking tot het onderstaande wetsartikel het bevoegd gezag staat de medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen, waarover het kan beschikken en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft (artikel 32, eerste lid, WMO 1992) De MR is van mening dat de kosten van rechtsbijstand, die een medezeggenschapsraad in redelijkheid maakt, zijn aan te merken als een voorziening, zoals omschreven in artikel 32, WMO Doel van dit wetsartikel is de raad de noodzakelijke middelen te verschaffen, opdat hij - onafhankelijk van het bevoegd gezag - de in de wet bedoelde taken naar behoren kan vervullen. Een en ander blijkt ook uit de Memorie van Antwoord van de WMO 1992, waarin wordt aangegeven dat de MR zich onafhankelijk moet kunnen opstellen. In het geval de in redelijkheid gemaakte rechtsbijstandkosten niet onder het in artikel 32, WMO 1992 genoemde begrip voorzieningen vallen, betekent dit feitelijk dat de MR nooit onafhankelijk van zijn bevoegd gezag zijn bevoegdheden kan uitoefenen, aldus de MR. De MR geeft aan dat het recht op rechtsbijstand is vastgelegd in artikel 18 van de Grondwet en in verscheidene internationale verdragen. Artikel 18 van de Grondwet stelt dat een ieder zich in rechte en in administratief beroep kan doen bijstaan. Dit grondrecht zou zonder inhoud zijn indien in redelijkheid gemaakte kosten van rechtsbijstand niet voor vergoeding door het bevoegd gezag in aanmerking komen. De MR beklemtoont dat - indien de MR materieel niet de mogelijkheid heeft zich van rechtsbijstand te voorzien - een ongewenste ongelijkheid van partijen dreigt te ontstaan. Het bevoegd gezag kan in het
2 geval van een geschil een beroep doen op een deskundig ambtenarenapparaat en zonodig de hulp van externe instellingen inroepen, wat het bevoegd gezag bij de behandeling van het adviesgeschil ook heeft gedaan. De MR verwerpt de gedachte van het bevoegd gezag dat hij in voorkomende gevallen terug kan vallen op het ambtenarenapparaat van de gemeente Gouda. De betrokken ambtenaren zijn in dienst van en werken voor het gemeentebestuur. Het is niet reëel om van hen te verwachten dat zij - mogelijk tegen de belangen van hun werkgever - de MR ondersteunen en begeleiden. De MR merkt voorts op dat de praktijk uitwijst, dat een beroep op de WRB geen uitkomst biedt. De Raad voor de Rechtsbijstand heeft een verzoek om gefinancierde rechtshulp afgewezen. Het verwijt van het bevoegd gezag, dat hij tegen dit besluit niet in beroep is gegaan, acht de MR niet terecht. Hij wijst erop, dat de Raad voor de Rechtsbijstand het beleid hanteert ondernemingsraden, medezeggenschapscommissies en ook medezeggenschapsraden geen gefinancierde rechtshulp beschikbaar te stellen. Dit wetende en overwegende dat het in beroep gaan tot extra rechtsbijstandkosten zou leiden, is van dit beroep afgezien, aldus de MR. Artikel 22 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) bepaalt nadrukkelijk dat de kosten van het voeren van rechtsgedingen door de ondernemingsraad voor rekening van de ondernemer komen. Daar de WOR bij de totstandkoming van de WMO 1992 model heeft gestaan, dient het regime van de WOR analoog te worden toegepast. De MR stelt zich dan ook op het standpunt dat de kostenregeling ex artikel 22, WOR in feite deel uitmaakt van artikel 32, WMO Een aanknopingspunt voor deze stelling is bovendien te vinden in de toelichting op artikel 53 van het medezeggenschapsreglement, waarin wordt aangegeven dat "deze bepaling - te weten artikel 32, WMO 1992, aldus de MR - afkomstig is van de WOR". Ter ondersteuning van zijn standpunt wijst de MR voorts op een uitspraak van een geschillencommissie voor het rooms katholiek basis- en speciaal onderwijs, die zich op het standpunt stelt dat de kostenregeling als vervat in artikel 22, WOR mede is begrepen in artikel 32, WMO Deze uitspraak verdient navolging, aldus de MR, te meer daar een andere uitleg van artikel 32, WMO 1992 afbreuk doet aan de rechtseenheid. Met betrekking tot de opvatting van het bevoegd gezag, dat in het geval van administratief beroep de kosten van rechtsbijstand voor eigen rekening behoren te komen, vraagt de MR zich af of dit uitgangspunt - voorzover dat juist is - van toepassing is op een geschil in de zin van de WMO De MR merkt ten slotte op, dat hij genoodzaakt was zich te verzekeren van juridische bijstand. Het medezeggenschapsrecht is complex. Weliswaar kan de MR zijn standpunt verwoorden, doch het is van essentieel belang dat in een bepaald juridische kader te plaatsen. Daartoe is ondersteuning noodzakelijk, te meer daar een zwaarwichtig belang - te weten een mogelijke fusie van de school - in het geding was. Dat het om een complexe zaak ging bewijst, aldus de MR, dat het bevoegd gezag - ondanks de aanwezigheid van een eigen deskundig apparaat - zich heeft laten bijstaan door externe deskundigen. Daarnaast merkt de MR op dat zijn budget gering is. Op jaarbasis ont-vangt hij f 2.500,- waaruit alle kosten betaald dienen te worden. De ruimte ontbreekt derhalve om de kosten van rechtsbijstand als MR zelf te betalen. De rekening van de advocaat is thans tezamen door de individuele leden van de MR uit eigen zak betaald. Het bevoegd gezag is op grond van onderstaande overwegingen tot de volgende interpretatie gekomen met betrekking tot het onderstaande wetsartikel het bevoegd gezag staat de medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen, waarover het kan beschikken en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft (artikel 32, eerste lid, WMO 1992) Het bevoegd gezag geeft aan dat het afwijzend heeft beslist op het verzoek van de MR de kosten van rechtsbijstand te vergoeden, die blijkens de door de MR overgelegde stukken betrekking hebben op
3 een adviesgeschil inzake een intentiebesluit tot fusie en een tegen de gemeente Gouda aangespannen kort geding. Het bevoegd gezag betwist niet dat de MR op basis van de Grondwet en internationale verdragen recht heeft op rechtsbijstand. Dit recht impliceert echter niet, dat het in beginsel als bevoegd gezag verplicht is de kosten van rechtsbijstand te dragen, die een MR maakt. De wetgever heeft door middel van de totstandkoming van de WRB een structurele regeling ontworpen die het mogelijk maakt rechtsbijstand te verlenen aan hen die daarvoor zelf niet over voldoende financiële middelen beschikken. Het is dan ook passend, zoals de MR in eerste aanleg heeft gedaan, op die wettelijke voorziening een beroep te doen. Het bevoegd gezag is van mening dat het besluit van de Raad voor Rechts-bijstand het verzoek van de MR af te wijzen een aantal aanknopingspunten bevatte op grond waarvan het verzoek om gefinancierde rechtshulp in beroep mogelijk alsnog gehonoreerd had kunnen worden. Het bevoegd gezag wijst erop, dat het de voorzitter van de MR nadrukkelijk gewezen heeft op de mogelijkheid in beroep te gaan tegen het besluit van de Raad voor de Rechtsbijstand. Voorts merkt het bevoegd gezag op bij de afwijzing van het verzoek van de MR te hebben meegewogen dat het - blijkens de uitspraak van de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs - in het adviesgeschil niet zodanige fouten heeft gemaakt dat op grond daarvan het betrokken besluit niet in stand kon blijven. Het bevoegd gezag bestrijdt de stelling van de MR dat de kostenregeling ex artikel 22, WOR analoog in het onderwijs van kracht is. Artikel 35, WMO 1992 bepaalt dat de WOR niet op het onderwijs van toepassing is. De wetgever heeft termen aanwezig geacht om voor het onderwijs een specifieke medezeggenschapsregeling te maken. Weliswaar heeft de wetgever in menig opzicht bij het maken van die specifieke regeling zich gebaseerd op uitgangspunten en regelingen van de WOR, doch voorzover de wetgever die niet heeft overgenomen, heeft hij daar kennelijk bewust voor geko-zen. Dit gegeven verhindert de WOR analoog op de WMO 1992 van toepassing te verklaren, aldus het bevoegd gezag. Voor een analoge toepassing is evenmin steun te vinden in de toelichting op het medezeggenschapsreglement van de school. Voorzover die toelichting naar de WOR verwijst, heeft die verwijzing betrekking op het onderwerp scholing. Naar de mening van het bevoegd gezag is bij de MR over die toelichting een misverstand ontstaan omdat de toelichting op een tweetal onderwerpen - te weten voorzieningen en scholing - betrekking heeft die in afzonderlijke reglementsbepalingen zijn geregeld. Het bevoegd gezag is van mening dat de parlementaire wordingsgeschiedenis van de WMO 1992 geen aanknopingspunten bevat voor de gedachte dat de wetgever heeft beoogd de kosten van rechtsbijstand onder het begrip voorzieningen, zoals aangeduid in artikel 32, WMO 1992, te laten vallen. De wetgever heeft hierbij gedacht aan het beschikbaar stellen van bijvoorbeeld vergaderruimte, ambtelijke dienstverlening en een bepaald budget waarvoor in de rijksvergoeding een component is opgenomen. Het betreft voorzieningen waarover het bevoegd gezag zelf kan beschikken. Het bepalen van de omvang van de te verlenen voorzieningen is ter beoordeling aan het bevoegd gezag. Naar de mening van het bevoegd gezag wordt ingevolge artikel 19, derde lid, WMO 1992 een uitspraak van de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gelijk gesteld met een uitspraak in administratief beroep. Op grond van de parlementaire wordingsgeschiedenis van de Awb is het een gegeven dat de wetgever er bewust van heeft afgezien in administratief beroep, waaronder dus het aangaan van een geschil in de zin van de WMO 1992 valt, een regeling voor vergoeding van kosten van rechtsbijstand te treffen. Juridische bijstand is in een dergelijke procedure dan ook niet verplicht. De kosten komen voor rekening van betrokkene, in casu de MR.
4 Het bevoegd gezag wijst erop, dat de uitspraak van de geschillencommissie, waarop de MR zich beroept, op zichzelf voor de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs geen dwingende reden vormt deze uitspraak te volgen. Constante jurisprudentie betreffende de interpretatie van artikel 32, WMO 1992 is nog niet gevormd. Derhalve is de rechts-eenheid niet in het geding, indien de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs tot een andere uitspraak komt. Te meer daar in het onderhavige geschil andere omstandigheden aan de orde zijn, aldus het bevoegd gezag. Zo ging het in het geschil, waarop de MR zich beroept, om een basisschool, die naar verwachting over een kleiner budget beschikte. Ten slotte wijst het bevoegd gezag erop, dat de MR het op 15 december 1994 tegen de gemeente Gouda aangespannen kort geding op 21 december 1994 heeft ingetrokken, nadat de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs enkele dagen daarvoor uitspraak had gedaan in het adviesgeschil. Indien de MR het adviesgeschil eerder aanhangig had gemaakt, waardoor de uitspraak in het adviesgeschil naar verwachting op een eerder tijdstip zou zijn vastgesteld, had de raad geen kort geding hoeven aan te spannen. De kosten van het kort geding zijn in feite overbodig geweest. Overwegende ten aanzien van het recht: Het bevoegd gezag staat de medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen, waarover het kan beschikken en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft (artikel 32, eerste lid, WMO 1992) Artikel 18 van de Grondwet bepaalt in het eerste lid dat ieder zich in rechte en in administratief beroep kan doen bijstaan en in het tweede lid dat de wet regels stelt omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen. Het in het eerste lid omschreven grondrecht waarborgt het recht van de burger - en een instelling zoals de MR - om zich in een rechtsgeding te laten bijstaan. Daarnaast heeft de grondwetgever in het tweede lid van het onderhavige artikel de wetgever de opdracht gegeven een regeling te treffen, opdat minder draagkrachtigen in en buiten rechte van rechtsbijstand gebruik kunnen maken. Dit sociale grondrecht is door de wetgever gestalte gegeven door middel van vaststelling van de Wet op de rechtsbijstand d.d. 23 december 1993 (WRB). Gelet op het bovenstaande concludeert de commissie dat een MR weliswaar aan artikel 18 van de Grondwet het recht ontleent zich in een geschil, zoals omschreven in artikel 19, WMO 1922, te laten bijstaan en ter bekostiging van die bijstand een beroep te doen op de WRB, doch dat aan dit grondwetsartikel niet het argument ontleend kan worden dat het bevoegd gezag gehouden is de door een MR gemaakte kosten van rechtsbijstand in beginsel te vergoeden. Eenzelfde conclusie geldt naar het oordeel van de commissie ten aanzien van de internationale verdragen waarnaar de MR heeft verwezen. Naar het oordeel van de commissie biedt de tekst van artikel 32, WMO 1992, noch de wordingsgeschiedenis van de WMO 1992 grond voor de conclusie dat de kosten van rechtsgedingen, door een MR gemaakt, ten principale ten laste van het bevoegd gezag komen. De commissie overweegt dat deze kosten in beginsel voor rekening van een procederende partij komen, tenzij de rechter in een uitspraak anders beslist. Dat de wederpartij a priori gehouden is deze kosten te dragen, wijkt zodanig van dit beginsel af dat daarvoor een duidelijke wettelijke basis aan-wezig moet zijn. Een dergelijke basis ontbreekt in de WMO Kennelijk heeft de wetgever er bewust van af gezien in de WMO 1992 een bepaling op te nemen overeenkomstig het gestelde in artikel 22, tweede lid, WOR. In de toelichting op het medezeggenschapsreglement van de MR ziet de commissie evenmin een grond voor de stelling dat de inhoud van artikel 22, WOR materieel deel uitmaakt van artikel 32, WMO Daar waar deze toelichting stelt dat "deze bepaling afkomstig is van de WOR" verwijst de toelichting naar het onderwerp "scholing" welk onderwerp via een amendement van de Tweede Kamer der Staten Generaal in artikel 33, WMO 1992 is geregeld. De verwijzing naar de WOR heeft derhalve geen betrekking op het begrip "voorzieningen". Hoewel - zoals hiervoor is aangegeven - niet gesteld kan worden, dat het bevoegd gezag op grond van artikel 32, WMO 1992 zonder meer gehouden is de kosten van het voeren van een rechtsgeding, die een MR heeft gemaakt, te vergoeden, laat deze conclusie onverlet dat deze kosten in bepaalde gevallen aangemerkt kunnen worden als een voorziening, zoals bedoeld in artikel 32, WMO De
5 commissie overweegt hierbij dat een MR over algemene en bijzondere bevoegdheden beschikt. Het gebruik van die be-voegdheden kan inhouden dat een MR door het bevoegd gezag in een geschillenprocedure betrokken wordt dan wel ter handhaving van zijn bevoegdheden zelf een procedure start bij de geschillencommissie of een rechter. De kosten verbonden aan het optreden van de MR als partij in een procedure kunnen dan ook uitgaven zijn die een MR redelijkerwijs moet maken om zijn taak - in casu de toepassing en handhaving van zijn bevoegdheden - te vervullen. Ten aanzien van de vraag in welke gevallen de door een MR in het kader van een procedure te maken kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn ter vervulling van zijn taak en - in het geval het budget van de MR niet toereikend is - aangemerkt kunnen worden als een voorziening, zoals genoemd in artikel 32, WMO 1992, overweegt de commissie het volgende. Op grond van het bepaalde in artikel 19, derde lid, WMO 1992 wordt een uitspraak van de Landelijke geschillencommissie voor het openbaar onderwijs gelijk gesteld met een uitspraak in administratief beroep. Blijkens de parlementaire wordingsgeschiedenis van de Awb dienen kosten die onder andere in administratief beroep zijn gemaakt in beginsel voor eigen rekening van belanghebbenden te komen. Dit houdt in dat ter zake van de in artikel 19, WMO 1992 genoemde geschillen een MR - voorzover hij kosten voor het inschakelen van rechtsbijstand maakt - deze kosten zelf moet betalen. De commissie is echter van oordeel dat artikel 32, WMO 1992 een basis biedt in zoverre van dit aan de Awb ten grondslag liggende beginsel af te wijken, dat - in het geval redelijkerwijs geoordeeld moet worden dat vanwege de complexiteit en het aanmerkelijke belang van het onderwerp en het onomkeerbare karakter van een besluit het gebruik van professionele rechtsbijstand noodzakelijk is - de noodzakelijke kosten van rechtsbijstand voor rekening van het bevoegd gezag moeten komen. Dit ongeacht de uitslag van de procedure. Slechts als zou moeten worden gezegd dat een MR op voorhand in redelijkheid niet zou kunnen menen in de procedure een redelijke kans van slagen te hebben dan wel dat de MR geen belang bij een beslissing heeft, kan er plaats zijn voor het oordeel dat de kosten nodeloos gemaakt worden. Uiteraard behoort op dit laatste punt het bevoegd gezag, die veelal zelf partij zal zijn, terughoudend te zijn. Het betoog van het bevoegd gezag dat een MR terug kan vallen op de ondersteuning van de juridische dienst van de gemeente, acht de commissie weinig overtuigend. Terecht heeft de MR opgemerkt dat die dienst primair ter beschikking staat van het bevoegd gezag. Overigens merkt de commissie op dat zij het tot haar taak acht een geschil in volle omvang te beoordelen en dat in zoverre zij er rekening mee houdt dat de MR veelal zonder bijstand optreedt. De commissie tekent bij het voorgaande wel aan dat het op de weg van de MR ligt het bevoegd gezag vooraf op de hoogte te stellen van zijn voornemen gebruik te maken van rechtsbijstand en zijn wens de kosten daarvan aan te merken als een voorziening in de zin van artikel 32, WMO Voorts acht de commissie het juist, dat de MR tegelijkertijd zich inspant om via een beroep op de WRB gefinancierde rechtshulp te verkrijgen tenzij het evident is dat dergelijke beroepen door de Raad voor Rechtsbijstand ten principale worden afgewezen en dit standpunt ook in rechte als juist is beoordeeld. Voor wat betreft de kosten van rechtshulp die de MR mogelijkerwijs maakt in gerechtelijke procedures, die buiten het kader van de zogenaamde voorprocedures (bezwaarschriftenprocedure, administratief beroep) vallen, meent de commissie dat ook in die gevallen de kosten van rechtshulp als voorziening in de zin van artikel 32, WMO 1992 aangemerkt moeten worden, indien redelijkerwijs geoordeeld moet worden dat vanwege de complexiteit en het belang van het onderwerp en het onomkeerbare karakter van het besluit het gebruik van professionele rechtsbijstand noodzakelijk is. Ook hier geldt dat de verplichting voor het bevoegd gezag om deze kosten te vergoeden vervalt, indien er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De commissie overweegt ten slotte dat het buiten haar bevoegdheid valt in het kader van dit geschil een oordeel uit te spreken over de vraag of het bevoegd gezag in redelijkheid besloten heeft het verzoek van de MR af te wijzen om de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand ter zake van het adviesgeschil en het kort geding te vergoeden. Dit oordeel valt buiten het kader van een interpretatiegeschil zoals dat is geformuleerd in artikel 19, eerste lid, aanhef en onder d, WMO Dat kader beperkt zich immers tot meningsverschillen over de uitleg van de WMO 1992 en de op basis van deze wet vastgestelde nadere regelingen.
6 Het ligt in de rede dat het bevoegd gezag - met inachtneming van de in deze uitspraak verwoorde overwegingen - het verzoek van de MR om vergoeding van de gemaakte kosten van rechtsbijstand opnieuw beoordeelt en ter zake wederom een besluit neemt. Gelet op de thans bekend zijnde jurisprudentie is het onzeker of een afwijzend besluit van het bevoegd gezag op een verzoek tot vergoeding van de gemaakte kosten van rechtsbijstand is aan te merken als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, Awb, waartegen de MR op grond van artikel 7:1, Awb bezwaar kan maken. In dat verband merkt de commissie op dat het in ieder geval mogelijk is een verschil van mening met betrekking tot de beslissing op een dergelijk verzoek aan te merken als een "ander geschil", zoals aangeduid in artikel 19, tweede lid, WMO Concluderende: dat een bevoegd gezag op grond van artikel 32, WMO 1992 niet zonder meer gehouden is de kosten van rechtshulp, door een MR gemaakt, te vergoeden; dat de kosten van rechtshulp in bepaalde gevallen onder het begrip vergoeding kunnen vallen, zoals aangeduid in artikel 32, WMO 1992, namelijk indien een MR in redelijkheid zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat het inschakelen van rechtshulp voor de vervulling van zijn taak nodig is; dat de noodzaak tot het inschakelen van rechtshulp afhankelijk is van de complexiteit en het aanmerkelijk belang van het onderwerp en het onom-keerbare karakter van het (voorgenomen) besluit. Tevens behoort in beschouwing te worden genomen welk belang een MR heeft bij een beslissing op het geschil, alsmede of de MR op voorhand niet in redelijkheid kan menen in de procedure een redelijke kans van slagen te hebben; dat de vraag of in een concrete situatie de kosten van rechtshulp voor vergoeding door het bevoegd gezag in aanmerking komen en zo ja, in welke mate, geen onderwerp kan zijn van een interpretatiegeschil, zoals bedoeld in artikel 19, eerste lid, aanhef en onder d, WMO Den Haag, 7 juni 1995 de secretaris, (mr. N.L.P. te Bos) de voorzitter, (mr. B.K. Olivier)
Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G416 Datum: 17 november 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G567 Datum: 18 oktober 1995 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad
Nadere informatiecollege van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G580 Datum: 3 april 1996 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs "De Windroos" te Hellevoetsluis,
Nadere informatiePartijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G512 Datum: 28 maart 1995 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Burgemeester en wethouders van Valkenburg, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende medezeggenschapsraad van de
Nadere informatieDe voorlopige medezeggenschapsraad is op grond van onderstaande overwegingen tot de volgende interpretatie gekomen.
Uitspraaknr. G427 Datum: 20 oktober 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: de voorlopige medezeggenschapsraad van de openbare scholengemeenschap De Delta, rechtsopvolger van de medezeggenschapsraad
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatieBedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Rolnummer: RP98.041 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE EEN GESCHIL
Nadere informatiecollege van burgemeester en wethouders van Nieuw-Lekkerland, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G482 Datum: 20 juli 1994 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraden van de openbare basisscholen "De Tweemaster" en "De Zijdewinde" te Nieuw-Lekkerland, nader aan te duiden
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Het Forum" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G565 Datum: 18 oktober 1995 Soort geschil: Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Het Forum" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) -tegenhet
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.
LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)
SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag
Nadere informatiePartijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G475 Datum: 24 augustus 1994 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende
Nadere informatieNationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieNu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.
Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233
Nadere informatieUITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag
De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 90 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Welgelegen" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G562 Datum: 18 oktober 1995 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Welgelegen" te Warnsveld, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 14/06/2013
Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)
Nadere informatieZaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden
Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieDe Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC)
ADVIES Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Secretaris-generaal naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: Directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO)
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieLJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB
LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:
Nadere informatiePartijen: Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G608 Datum: 22 juli 1997 Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegende medezeggenschapsraad
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 115 d.d. 22 juni 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink) Samenvatting Particuliere rechtsbijstandverzekering
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326
ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 Instantie Datum uitspraak 25-05-1999 Datum publicatie 21-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 97/10163 ABW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430
ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieUitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil
Uitspraaknr. G644-G645-G646 Datum: 8 november 2000 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Zuukerschool voor openbaar basisonderwijs te Epe, de medezeggenschapsraad
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,
Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatieAchmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
Nadere informatiezaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant
Nadere informatiebeschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake
beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.166.448/01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN STICHTING FIDARDA, gevestigd te
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)
SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieHet advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit
LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 080.00 ingediend door: tegen: hierna te noemen klager`, hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-018 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris) Klacht ontvangen op : 9 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen Datum
Nadere informatieZaaknummer : 2014/204 en 204.1
Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument
Nadere informatieB&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand
Jaar: 2010 Nummer: 31 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B078 KOSTEN RECHTSBIJSTAND Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB)
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 153 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Regenboog" te Breda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G476 Datum: 23 juni 1994 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Regenboog" te Breda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890
ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Nadere informatieSAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR
SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 7 mei 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-204 d.d. 11 juli 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. M.L. Hendrikse, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieSAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)
SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,
Nadere informatiecollege van burgemeester en wethouders van Doetinchem, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G569 Datum: 15 november 1995 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de "Gemeentelijke scholengemeenschap Doetinchem" (GSGD) te Doetinchem, nader aan te duiden als
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de School verbonden aan het Pedologisch Instituut te Den Haag, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G463 Datum: nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de School verbonden aan het Pedologisch Instituut te Den Haag,
Nadere informatiecollege van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, nader aan te duiden als bevoegd gezag
Uitspraaknr. G487 Datum: 1 november 1994 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraden van de openbare basisscholen "Jacob J. Hamelink" en "Martin Luther King" te Haarlem, nader aan te
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246
ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies
Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Journalisten
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2988
ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BW7413
ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 08-05-2012 Datum publicatie 04-06-2012 Zaaknummer 11/2280 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.
Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,
Nadere informatieMonuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-267 d.d. 4 september 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G651 Datum: 16 mei 2001 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-310 d.d. 27 oktober 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering,
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieSamenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)
08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:1999:AA3765
ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:4387
ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Awb 15/1167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN2186
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatiede besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-063 d.d. 30 oktober 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. F.R. Salomons, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, mr. A. Bus en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en
Nadere informatieInterpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)
104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:3050
ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Frans Banning Cocq" te Purmerland, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G525 Datum: 17 mei 1995 Soort geschil: Adviesgeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Frans Banning Cocq" te Purmerland, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad
Nadere informatieNoot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-321 d.d. 12 november 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
Nadere informatieverklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement klachten- en geschillenprocedure Artikel 1. Begripsbepalingen De in de statuten en het pensioenreglement gebruikte begripsbepalingen worden geacht deel
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-103 d.d. 2 april 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]
** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2005:AT3000
ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-149 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 augustus 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieBeslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1
Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing van het LOWI van 24 november 2015 ten aanzien van de klacht van A, bij het LOWI ingediend op 22 april 2015 betreffende de verzoekschriftenprocedure
Nadere informatieUitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde
Nadere informatie1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:3478
ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)
Nadere informatie