Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanvraag vergunning NB-wet 1998 Voordelta 2 Geachte, Bij brief van 6 november 2006 verzoekt u mij om vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) ten behoeve van het inventariseren van de schelpdierbestanden in het Natura 2000-gebied Voordelta voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. Deze onderzoeken worden door IMARES uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van de Wettelijke Onderzoeks Taken. Procedureel Uw aanvraag is op 7 november 2006 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2006 (kenmerk: DRZZ 06-5582/MT) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. Bevoegdheid tot vergunningverlening Op 30 november 2005 is het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594) in werking getreden. De in dit Besluit specifiek opgesomde activiteiten worden aangemerkt als handelingen als bedoeld in artikel 16, lid 6, van de Nbwet 1998 en projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden als bedoeld in artikel 19d, lid 3, van de Nb-wet 1998. Voor deze specifieke activiteiten geldt de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) als, in deze, bevoegd gezag. De voorgenomen inventarisatie van de schelpdierbestanden valt onder artikel 2 sub l, van dit Besluit: uitoefening van niet-handmatige schaal- en schelpdiervisserij, het invangen van mosselzaad, schelpdiercultures en het uitzetten van mosselen daaronder begrepen. Daarnaast is uw activiteit te scharen onder artikel 3 lid 2 van dit besluit: activiteiten die geheel of gedeeltelijk een beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied betreffen in niet provinciaal ingedeelde gebieden. De Voordelta is deels niet provinciaal ingedeeld. Hiermee is de minister van LNV bevoegd om te besluiten op uw aanvraag.
14-02-2007 DRZZ 07-567/MT 2 Gelet op het mandaatbesluit van 8 mei 2006 (kenmerk nr. TRCJZ/2006/775) zijn de regiodirecteur en MT-leden van de directie Regionale Zaken vestiging Zuid van het ministerie van LNV onder meer gemachtigd om namens mij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende een besluit als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet 1998. Besluit Ik ben van mening dat met de betreffende verstorings- en verslechteringstoets, mede gelet op de omvang van de activiteit, de zekerheid is verkregen dat de aangevraagde activiteiten, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betrokken Natura 2000-gebied niet zal verslechteren of een verstorend effect zal hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Deze conclusie geldt nadrukkelijk vanuit de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorwaarden. Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag, de relevante wet- en regelgeving alsmede het toepasselijk beleid verwijs ik naar bijlage 1 van dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen, een weergave van de diverse zienswijzen en adviezen alsmede mijn reactie hierop, aan. Bijlage 2 bevat de door u aangeleverde verstorings- en verslechteringstoets. Beide bijlagen maken integraal onderdeel van onderhavig besluit uit. Voorwaarden en beperkingen Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Voordelta aanwezige natuurlijke kenmerken en (kwalificerende) waarden verbind ik aan deze vergunning de volgende voorwaarden en beperkingen. 1. Als houder van deze vergunning wordt aangemerkt de Wageningen-IMARES, vestiging Yerseke. 2. De onderzoeksvaartuigen ISIS en Luctor en de ingehuurde bedrijfsschepen dienen aan boord te beschikken over een afschrift van deze vergunning. Het afschrift dient op eerste verzoek te worden getoond aan de tot handhaving bevoegde personen. 3. Uitvoering van de inventarisatieactiviteiten dient geheel conform het beschrevene in de aanvraag alsmede in de bijgevoegde Verstorings- en verslechteringstoets te geschieden. Afwijkingen dienen, naar de aard van het gewijzigde, ofwel telefonisch (t.a.v. het Nb-wetteam, ) ofwel schriftelijk aan mij kenbaar gemaakt te worden. 4. Het is niet toegestaan een bemonstering (of hieraan gerelateerde activiteiten) uit te voeren tussen zonsondergang en zonsopgang.
14-02-2007 DRZZ 07-567/MT 3 5. Verstoring van in het gebied aanwezige fauna dient tot een minimum te worden beperkt. Groepen vogels mogen niet dichter dan tot een afstand van 500 m benaderd worden; zeehonden mogen niet dichter dan tot een afstand van 1 500 m benaderd worden. 6. Het is niet toegestaan om met de in te zetten vaartuigen sneller te varen dan vier mijl per uur. 7. Van opgetreden incidenten, waaronder verstaan worden alle gebeurtenissen waarbij onbedoeld schadelijke stoffen vrijkomen, dan wel waardoor anderszins schade aan de betrokken beschermde gebieden kan worden toegebracht, dient onverwijld melding te worden gedaan aan de regiodirecteur Zuid, onder overlegging van alle relevante gegevens. 8. De inventarisatiegegevens dienen uiterlijk 1 april volgend op het desbetreffende inventarisatiejaar aan de Regiodirecteur Zuid dan wel aan diens rechtsopvolger te worden verstrekt, zulks t.a.v. het Nb-wetteam. 9. Alle door of namens de regiodirecteur Zuid of diens rechtsopvolger gegeven aanwijzingen dienen onverwijld te worden opgevolgd. 10. Onverlet artikel 43, lid 2, van de Nb-wet 1998 kunnen de voorwaarden verbonden aan dit besluit worden gewijzigd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de effecten van de bevissing nadelige gevolgen voor de betrokken beschermde gebieden heeft, andere dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie werd verwacht. 11. Onverlet artikel 43, lid 2, van de Nb-wet 1998 geldt dat, indien met betrekking tot de toepasselijke wetgeving op enig moment mocht blijken dat de bevissing zodanige schade aan de kenmerken en waarden van de betrokken beschermde gebieden dreigt toe te brengen dat hieraan door het geven van aanwijzingen of het stellen van aanvullende voorwaarden redelijkerwijs niet kan worden tegemoet gekomen, dan zal de vergunning door of namens mij worden ingetrokken. 12. Alvorens tot wijziging van vergunningvoorwaarden dan wel intrekking van de vergunning over te gaan, wordt de houder van deze vergunning in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen. 13. Het niet naleven van de vergunningvoorwaarden kan naast intrekking van de vergunning, eventueel strafvervolging tot gevolg hebben. 14. Deze vergunning is vanaf het moment van afgifte geldig tot en met 31 december 2010. Bezwaar Tegen dit besluit staat op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een dergelijk bezwaarschrift dient binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking te worden ingediend bij: De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Dienst Regelingen Afdeling Recht & Rechtsbescherming
14-02-2007 DRZZ 07-567/MT 4 Postbus 20401 2500 EK s Gravenhage Het bezwaar dient te zijn ondertekend en moet tenminste de volgende elementen bevatten: a) de naam en het adres van de indiener; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Kennisgeving Afschriften van deze vergunning zijn verzonden aan: LNV Directie Visserij, LNV Directie Natuur, LNV DRZ vestiging Noord, Gedeputeerde Staten van Zeeland en Zuid-Holland, Burgemeester en wethouders van Vlissingen, Veere, Noord-Beveland, Schouwen- Duiveland, Goedereede, Hellevoetsluis, Westvoorne en Rotterdam, Rijkswaterstaat Directie Noordzee, Zeeland en Zuid-Holland, het Bestuurlijk Overleg Voordelta, de Zeeuwse Milieufederatie, de Zuidhollandse Milieufederatie, de Faunabescherming, Stichting Noordzee, Vogelbescherming Nederland en de AID Groendesk. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze, HET MT-LID REGIONALE ZAKEN ZUID, Ir. P.J.M. de Jong
14-02-2007 DRZZ 07-567/MT 5 Bijlage 1: inhoudelijke overwegingen Bijlage 2: verstorings- en verslechteringstoets