21 november 2018 agendapunt 4.4. Onderwerp: Vaststelling Verkeersmodel MRDH 2.0. Portefeuille: Datum: Integraliteit van beleid 25 september 2018 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445 233 Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten. Toelichting 1. Inleiding In 2017 is gewerkt aan een update en samenvoeging van beide verkeersmodellen van de voormalige stadsregio/stadsgewest tot één nieuw MRDH-verkeersmodel voor de gehele metropoolregio (V-MRDH 1.0.). Het V-MRDH 1.0. is in de bestuurscommissie VA van 21 december 2017 vastgesteld. Door de MRDH-expertgroep verkeersmodellen is eind 2017 geconstateerd dat de onderdelen auto en fiets ruim voldoende tot goed waren, maar dat het onderdeel OV kwalitatief beter kon. Toen is namelijk geconstateerd dat de de uitkomsten klopten met de tellingen, maar de uitkomsten van het openbaar vervoer flink moesten worden opgehoogd om overeen te komen met de tellingen. Ook zijn door enkele gemeenten nog opmerkingen gemaakt bij uitkomsten op het lokale wegennet. Omdat Rijkswaterstaat, provincie en diverse MRDH-gemeenten dringend behoefte hadden om met het V- MRDH 1.0. te gaan rekenen, konden bovenstaande verbeteringen destijds niet meer in het proces worden meegenomen. Eind 2017 is door de MRDH besloten om in de 1 e helft van 2018 het OV-model en de finesses van het lokale wegennet verder te verbeteren (leidend tot een MRDH-verkeersmodel 2.0.). Met het nieuwe V-MRDH 2.0. beschikken de MRDH en de MRDH-gemeenten over een verbeterd verkeersmodel die het huidige V-MRDH 1.0. vervangt. Vanwege juridische procedures bij ruimtelijke plannen is het in het verleden belangrijk gebleken om het verkeersmodel bestuurlijk vast te stellen. 2. Gevolgde proces In maart 2018 is opdracht gegegeven aan adviesbureau Goudappel Coffeng om het V-MRDH 2.0. te maken. Als begeleiding/aansturing van deze opdracht is een werkgroep gevormd met zes deskundige mensen van de MRDH, gemeente Den Haag en gemeente Rotterdam. Deze MRDH-expertgroep verkeersmodellen heeft de opdracht uitgebreid begeleid en de (tussen)producten beoordeeld. Als 1 e stap is door Goudappel Coffeng een analyse gedaan naar de oorzaak van de hoge kalibratieeffecten bij openbaar vervoer. Eén van de oorzaken was dat de loop/fietslinks beter aangesloten moesten worden op het OV-netwerk met name bij metro/treinstations waardoor de reistijd beter aansluit op de werkelijkheid. Dit is door Goudappel aangepast. Daarnaast zijn de parameters van het model aangepast met toevoeging van extra korte ritten waardoor één en ander beter aansluit bij het werkelijke verplaatsingsgedrag. 1
Vervolgens heeft Goudappel een overzicht van opmerkingen van de MRDH-gemeenten gestuurd naar deze gemeenten met daarin ook een reactie op welke wijze Goudappel Coffeng deze opmerkingen verwerkt heeft. Ook de resultaten (kaartjes met de nieuwe uitkomsten) na verwerking van de reacties is naar hen gestuurd met de vraag of men behoefte had om nog extra wijzigingen door te voeren. In april 2018 zijn inloopbijeenkomsten gehouden met de MRDH-gemeenten. Daar heeft een groot deel van de gemeenten gebruik van gemaakt. In deze bijeenkomsten konden gemeenten een reactie geven op de toegestuurde plots en eventueel aanvullende opmerkingen maken. Naast netwerkaanpassingen is ook het parkeerbestand aangepast en zijn ook tellingen ten behoeve van kalibratie toegevoegd. Ook deze aanvullende opmerkingen heeft Goudappel zo goed mogelijk verwerkt. In juni 2018 en augustus 2018 heeft Goudappel de nieuwe resultaten van respectievelijk het basisjaar en de toekomstjaren toegestuurd aan de expertgroep verkeersmodellen. Deze expertgroep heeft de resultaten beoordeeld en haar akkoord daarop gegeven. Begin oktober 2018 zijn de definitieve resultaten aan de gemeenten opgeleverd. Ook is een lijst met verwerkte opmerkingen toegestuurd met daarachter aangegeven op welke wijze deze door Goudappel zijn verwerkt 3. Kenmerken MRDH-model 2.0. 3.1. Doel en werking verkeersmodel Het MRDH-verkeersmodel bestaat uit computermodellen die de weg-, fiets- en OV-stromen in de huidige situatie (2016) beschrijven in het MRDH-gebied voor een gemiddelde werkdag. Daarnaast kan met het MRDH-verkeersmodel inzicht worden gegeven in de toekomstige verkeersbelasting op de weg, in het OV en op fietspaden in de toekomstjaren 2023 en 2030. Ook kan met het verkeer- en vervoermodel effecten op vervoersstromen worden berekend, veroorzaakt door toekomstige veranderingen in de weg-, fiets- of openbaar vervoerstructuur (aanbodzijde) of door veranderingen in de ruimtelijke structuur van wonen, werken en voorzieningen (SEGS) (vraagzijde). Het verkeersmodel is een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid. Het is een hulpmiddel voor besluitvorming en argumentatie van verkeer-en vervoerprojecten, naast alle andere (politieke) argumenten. Het verkeersmodel is bij uitstek geschikt om een samenhangend pakket van maatregelen of verschillende scenario s, planalternatieven en varianten door te rekenen op mobiliteitseffecten en met elkaar te vergelijken. De MRDH gebruikt deze tool om haar beleid door te rekenen en te gebruiken bij het doorrekenen van bijvoorbeeld MIRT-verkenningen of andere verkeerskundige onderzoeken. Gemeenten gebruiken het verkeersmodel om hun verkeersbeleid/bestemmingsplannen door te rekenen. Het MRDH-verkeersmodel is geldig voor het MRDH-gebied (en net daarbuiten). Het MRDH verkeersmodel heeft een voldoende detailniveau om ook op de grotere wegen op lokaal gemeentelijk niveau de vervoerstromen te beschrijven en effecten door te rekenen. Het MRDH-verkeersmodel is daarmee zowel geschikt om te gebruiken door regionale partijen (MRDH, Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat) als door de 23 regiogemeenten. 3.2. Modelbeschrijving MRDH-model 2.0. Het V-MRDH 2.0. bestaat (net zoals V-MRDH 1.0) uit de volgende elementen: 1. Netwerken voor basisjaar 2016, 2023 en 2030 voor de modaliteiten auto, OV en fiets; 2. Sociaal economische gegevens voor de jaren 2016, 2023 en 2030 (Hoog en laag ruimtelijke scenario). Sociaal economische gegevens (SEGS) zijn gegevens over de hoeveelheid inwoners, huishoudens en werkgelegenheid; 3. Beleidsuitgangspunten die gebaseerd zijn op de WLO (Welvaart en LeefOmgeving) scenario s Hoog en Laag van het Planbureau voor de Leefomgeving. 2
Het V-MRDH beschrijft het aantal verplaatsingen voor de vervoerswijzen auto, fiets, openbaar vervoer (trein, metro, tram en bus) voor vijf verschillende motieven: woon-werk, zakelijk, woon-winkel, woonschool en overig voor de ochtendspitsperiode (7.00-9.00 uur), avondspitsperiode (16.00-18.00 uur) en restdagperiode (alle overige uren van het etmaal) op een gemiddelde werkdag voor het basisjaar 2016 en de prognosejaren 2023 en 2030. Voor 2030 zijn 2 scenario s bepaald een hoog ruimtelijk scenario en een laag ruimtelijke scenario. Daarnaast beschrijft het model het vrachtverkeer (met onderscheid tussen middelzwaar en zwaar vrachtverkeer) voor deze jaartallen. 3.3. Verbeteringen in MRDH-model 1.0. t.o.v. 2.0. De belangrijkste verbeteringen die in het V-MRDH 2.0. zijn ingevoerd t.o.v. 2.0. zijn de volgende: De ophoging (het kalibratie-effect) van het openbaar vervoer is sterk verminderd. De uitkomsten van de OV-stromen sluiten voor kalibratie veel beter aan op de tellingen. Daarmee is de beschrijvende waarde van V-MRDH 2.0. voor het openbaar vervoer ten opzichte van V- MRDH 1.0. sterk verbeterd. Door de gemeenten zijn veel opmerkingen ten aanzien van het netwerk gemaakt. Lokaal zijn er veel netwerkfouten uit gehaald. Ook zijn er extra telpunten ten behoeve van de kalibratie toegevoegd. Daardoor zijn lokaal de uitkomsten verbeterd. Dit blijkt ook uit de T-toetsen. Uit de T-toetsen blijkt dat de resultaten van V-MRDH 2.0. beter scoren ten opzichte van de tellingen dan V-MRDH 1.0. Het V-MRDH 2.0. sluit dus beter op de tellingen aan dan V-MRDH 1.0. 4. Uitgangspunten prognose scenario Voor het V-MRDH zijn naast het basisjaar ook drie toekomstige scenario s (2023, 2030 Laag en 2030 Hoog) bepaald. In onderstaande figuur staat een overzicht van de groei van de sociaal economische gegevens (woningen. Inwoners en arbeidsplaatsen) voor het jaar 2023, 2030 Laag en 2030 Hoog. Ten opzichte van het V-MRDH 1.0. zijn er weinig aanpassingen in de sociaal economische gegevens (SEGS) gedaan. Alleen in Pijnacker-Nootdorp en Maassluis zijn de SEGS zeer licht gewijzigd. De groei in SEGS in V-MRDH 2.0. verschilt dus zeer weinig van de groei in SEGS in V-MRDH 1.0. 4.1. 2023 In dit scenario zijn de ruimtelijke gegevens uit 2016 opgehoogd met de ruimtelijke (harde) plannen die (deels) gereed zijn in 2023 zoals door de MRDH-gemeenten is aangegeven. Daarnaast zijn in dit scenario naaste kleinere plannen ook de grotere infrastructurele plannen die naar verwachting in (rond) 2023 gereed zijn opgenomen. Denk daarbij aan de RijnlandRoute, Rotterdamsebaan, A16 Rotterdam, Blankenburgverbinding en station Lansingerland-Zoetermeer (Bleizo). 3
4.2. 2030 Laag In dit scenario zijn de ruimtelijke gegevens uit 2016 opgehoogd met de ruimtelijke harde plannen die gereed zijn in 2030 zoals opgegeven door de MRDH-gemeenten. Bij dit scenario zijn de ruimtelijke ontwikkelingen hoger dan het lage ruimtelijke planscenario zoals opgenomen in het Verkeersmodel van Rijkswaterwaterstaat (NRM-west). Er is voor gekozen om uit te gaan van de plannen zoals opgegeven door de MRDH-gemeenten en niet af te schalen naar het NRM-niveau. De beleidsinstellingen binnen het MRDH-verkeersmodel (denk daarbij aan brandstofprijzen, OV-tarieven) zijn zoveel mogelijk aangesloten bij de instellingen zoals opgenomen in het lage scenario van het NRM-model. Daarnaast zijn naast de infrastructurele plannen die zijn opgenomen in het 2023 scenario ook infrastructurele projecten opgenomen die in de periode 2023-2030 worden uitgevoerd waaronder A4 passage Den Haag en poorten en inprikkers. 4.3. 2030 Hoog In dit scenario zijn de ruimtelijk gegevens uit 2016 opgehoogd met de ruimtelijke harde en zachte plannen die gereed zijn in 2030 zoals opgegeven door de MRDH-gemeenten. Bij dit scenario zijn de ruimtelijke ontwikkelingen iets lager dan het hoge ruimtelijke planscenario zoals opgenomen in het Verkeersmodel van Rijkswaterwaterstaat (NRM-west). Er is voor gekozen om uit te gaan van de plannen zoals opgegeven door de MRDH-gemeenten en niet op te hogen naar NRM-niveau. De beleidsinstellingen binnen het MRDH-verkeersmodel (denk daarbij aan brandstofprijzen, OV-tarieven) zijn zoveel mogelijk aangesloten bij de instellingen zoals opgenomen in het hoge scenario van het NRM-model Het netwerk van 2030 Hoog is hetzelfde als het netwerk van 2030 Laag. 5. Resultaten 2023 en 2030 Laag en Hoog 5.1. Mobiliteitsontwikkeling Voor elke vervoerwijze neemt de mobiliteit de komende jaren nog gestaag toe. Dit is in lijn met de ruimtelijke ontwikkelingen die in de komende jaren in de metropoolregio plaatsvinden. De groeiprognoses van het V-MRDH 1.0. zijn vergelijkbaar met V-MRDH 2.0. Groeiprognoses 2023 en 2030 ten opzichte van 2016 (aantal verplaatsingen) 4
6. Oordeel resultaten en vervolgproces 6.1. Oordeel resultaten verkeersmodel Door de werkgroep MRDH en door de MRDH-gemeenten zijn de resultaten van het verkeersmodel beoordeeld. Op hoofdlijn kunnen de volgende conclusies getrokken: Op hoofdlijn zijn de resultaten van de modaliteit auto en fiets ruim voldoende tot goed. Op hoofdlijn komen de uitkomsten van het basisjaar goed overeen met de tellingen. Uit de T- toetsen blijkt dat de resultaten van V-MRDH 2.0. beter scoren dan V-MRDH 1.0. Dat betekent dat het V-MRDH 2.0. beter aansluit op de tellingen dan V-MRDH 1.0. Ook de toekomstscenario s geven resultaten die verwacht mogen worden. De resultaten wijken op hoofdlijn gemiddeld niet af van de resultaten van V-MRDH 1.0. Het Openbaar vervoer-model is ook ruim voldoende tot goed. Het kalibratie-effect voor Bus/tram/metro is voor V-MRDH 2.0. flink afgenomen ten opzichte van V-MRDH 1.0. Daarnaast blijkt uit de T-toetsen dat de resultaten van V-MRDH 2.0. beter scoren dan V- MRDH 1.0. Dat betekent dat het V-MRDH 2.0. dus beter aansluit op de OV-tellingen dan V- MRDH 1.0. 6.2. Vervolgproces In het vierde kwartaal van 2018 ontwikkelt de MRDH een verkeersmodel voor het planjaar 2040, omdat bij diverse studies steeds meer behoefte is naar de effecten op langere termijn. Daarnaast zal er tegen het eind van het jaar gewerkt worden aan een jaarlijkse kleine update (V-MRDH 2.2.). Bij het opstellen van deze kleine update hebben gemeenten de mogelijkheid om nieuwe inzichten en eventueel kleine geconstateerde onvolkomenheden in het verkeersmodel te verwerken. Met bovengenoemde aanpassingen ontstaat dan begin 2019 een aangepast MRDHverkeersmodel 2.2. die aan de MRDH-gemeenten wordt uitgeleverd. Bij de verdere toepassing van het verkeersmodel zal de expertgroep verkeersmodellen continu de vinger aan de pols houden voor wat betreft de toepasbaarheid en de kwaliteit van het model. Daarbij zal tevens in de gaten gehouden worden waar het nodig is het model beter aan te laten sluiten bij de wensen van de gebruikers. De expertgroep onderhoudt hierover regelmatig contact met de MRDH-gemeenten, regiopartners en andere steden en regio s in Nederland die ook met deze modellen werken. 5