Jaarverslag Dollard College



Vergelijkbare documenten
Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG OP BASISSCHOOL DE STEIGER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE BOOGURT

Jaarverslag. rsg de Borgen

Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum schoolbezoek Rapport vastgesteld te Utrecht op

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL SEGHWAERT LOCATIE DE SPRINGPLANK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. PRO Praktijkonderwijs Assen

Groenhorst vmbo Velp. Bijzondere gebeurtenissen in Omgevingsfactoren Groenhorst vmbo Velp. Inhoudelijke resultaten Groenhorst vmbo Velp 2016

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DELFTSCHE SCHOOLVEREENIGING

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL ROALD DAHL

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Maria. : 's-heerenberg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG St. Gregorius College HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ RSG PANTARIJN VMBO-PRO LOCATIE WAGENINGEN, AFDELING VMBO-B

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Rotterdamse Montessorischool

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE STAAIJ

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL JOHANNES PAULUS

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. basisschool De Fontein

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Hanze College, afdeling vmbo g/t

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hoeksteen

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Leeuwarder Lyceum HAVO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL HET ANKER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP P.C. BASISSCHOOL GUSTAV HOEFER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Zuyderzee Lyceum Senior Zuyderzee Lyceum Junior

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP MONTESSORISCHOOL SPIJKENISSE

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS DE MEANDER

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG OP RKBS HOEKSTEEN

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL TWICKELO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Wereldboom

Toezicht in het praktijkonderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Bonaventuracollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ETTY HILLESUM LYCEUM, ARKELSTEIN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Minkema College Afdeling vmbo-b

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Kerst Zwart

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE WIEKEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. CANISIUS COLLEGE, LOCATIE DE GOFFERT afdeling vmbo-tl

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP P.C.B.S. DE KRULLEVAAR

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij St. Bernardus

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE SPRINGSCHANS

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij o.b.s. Jan Ligthart

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SCHOOL MET DE BIJBEL

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool De Hove

Jaarverslag Dollard College

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs De Horn

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Woold. : Winterswijk Woold

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Willem-Alexander

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij St. Liduina

RAPPORT. Onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag bij Basisschool De Zuidwester

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool Op De Hoeksteen

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RUDOLF STEINER COLLEGE AFDELINGEN HAVO EN VWO

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Dichterbij

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de Kwaliteitsverbetering. Arentheem College, locatie Thomas a Kempis, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Vrije School Noord Holland, locatie A. Roland Holst School VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Marnix College VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK O.B.S. DE WEZEBOOM

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL W.SLUITER

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP C.B.S. "DE BRON"

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. 's-gravendreef College HAVO VMBOGT VMBOK

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij De Floriant

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool St.-Augustinus

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. Basisschool De Brugge

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Chr. Sg. De Hoven, locatie Windroos VMBOK

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DOM HELDER CAMARA

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. basisschool Onder de Wieken

Korte versie beleidsplan

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool St. Jozef

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE HORIZON

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. School met de Bijbel De Kraats

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij basisschool De Compaan

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Interconfessionele Scholengroep Westland, unit midden, Lage Woerd, afdeling Praktijkonderwijs Naaldwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Pleincollege Nuenen VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. CSG Het Noordik, locatie Vriezenveen

Strategisch beleid Het proces

Montaigne Lyceum, Afdeling vmbo-t en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR DE KWALITEITSVEBETERING. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Afdeling havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. OSG Nieuw Zuid Locatie Hugo de Groot Afdelingen vmbo-t, havo en vwo

Transcriptie:

Jaarverslag Dollard College 2011 1

2

Voorwoord Raad van Toezicht Voorwoord College van Bestuur Hoofdstuk 1 Dollard College, de organisatie 1.1 Missie 1.2 Visie 1.3 Strategische beleidsdoelen 1.4 Organisatie 1.5 Leerlingenaantallen Hoofdstuk 2 Onderwijskwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen 2.2 Passend onderwijs 2.3 Zorgbeleid 2.4 Onderwijskwaliteit 2.5 Beoordeling Hoofdstuk 3 Leeromgeving 3.1 Maatschappelijke Stages 3.2 Internationalisering 3.3 Veiligheid 3.4 Huisvesting 3.5 Digitalisering Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers 4.2 Professionalisering personeel 4.3 Functiemix VO 4.4 Gezondheidsmanagement Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Financiën 2011 5.2 Begroting 5.3 Risicoanalyse 5.4 Treasury Jaarrekening Bijlagen 3

voorwoord>> Raad van Toezicht Wij bieden u hierbij het jaarverslag 2011 aan van het Dollard College. De jaarrekening is opgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V.. Na vaststelling door het College van Bestuur en advies van de Auditcommissie hebben wij op grond van de controleverklaring de jaarrekening vastgesteld. In 2010 bestond de Raad van Toezicht uit vier leden. In 2011 is een wervings- en sollicitatieprocedure gestart voor een nieuw lid van de Raad. De selectie en benoeming zal naar verwachting in 2012 plaatsvinden. Het lid zal op voordracht van de medezeggenschapsorganen worden benoemd. De Raad van Toezicht zal dan uit vijf leden bestaan. Dit is conform de statuten van de stichting. Vanwege de pensionering van de heer Wout van den Bor halverwege 2011 als lid van het College van Bestuur, is een wervings- en selectietraject gestart voor de invulling van de vacature. In mei van 2011 hebben wij mevrouw Astrid Berendsen MBA benoemd als nieuw lid van het college. Sinds haar indiensttreding, na de zomervakantie, is het college van bestuur daarmee weer op sterkte. Samen met de invulling van de nieuwe functie van bestuurssecretaris is het weer in lijn met het nieuwe besturingsfilosofie van de organisatie. De Wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (van 6 juni 2011 / Stb. 275), samen met het voorstel van Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht, stelt beperkingen aan het aantal commissariaten bij grote NV, BV en stichtingen. De Raad heeft vastgesteld dat de Raad voldoet aan de nieuwe wetgeving. De voorzittersrol komt in 2014 vacant, het aanblijven van de huidige voorzitter van de Raad is tot die tijd te verantwoorden. In 2011 is de Raad vier keer in formele zin en drie keer in informele zin (op een schoollocatie) bij elkaar geweest. De auditcommissie is twee keer bijeen geweest, in aanwezigheid van het College van Bestuur. In informele zin hebben wij vier keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Na extern begeleide sessies is een toezichtskader op- en vastgesteld, op basis hiervan houdt de Raad toezicht op het bestuur. Om de kwaliteit van ons toezicht te verbeteren hebben we ons eigen functioneren aan de hand van een evaluatieinstrument beoordeeld. De conclusies hieruit nemen we mee in de verdere deskundigheidsbevordering waarmee de Raad in 2012 aan de slag wil gaan. De actuele ontwikkelingen op, de onder druk staande bekostiging en de gevolgen ervan voor de resultaten van de stichtingen, vormden een vast agendapunt van de formele vergaderingen van de Raad. Er is daarbij gewezen op de noodzaak om de hoge personele kosten in een onderwijsmarkt terug te dringen. Het dwingt ons te komen tot creatieve oplossingen voor wat betreft het onderwijs. Daarnaast blijft het noodzakelijk scherpe beleidskeuzes te maken en alert te blijven op de financiële consequenties van besluiten binnen de organisatie. Onderwerpen die in 2011 verder onze aandacht hadden: Besturenfusie: wij volgen de ontwikkelingen op de voet die moeten leiden tot een bestuurlijke fusie van de stichtingen per 1 januari 2013. Onderwijskwaliteit: door middel van de interne audits en de zogenaamde stoplichtenrapportages volgen wij de ontwikkelingen ten aanzien van de uiteenlopende beleidsterreinen. Die ontwikkelingen worden mede en in sterke mate mede bepaald door de financiële situatie van de stichting. Onder lastige omstandigheden van krimp en krapper wordende financiële middelen toont de stichting zich een robuuste onderwijsorganisatie. Wij spreken daarom graag onze grote waardering uit voor de wijze waarop het College van Bestuur en de medewerkers van de stichting Dollard College zich in 2011 hebben ingezet voor de stichting. Namens de Raad van Toezicht, Erik Kuik, voorzitter 4

Het College van Bestuur De verhoudingen in de wereld verschuiven en de Nederlandse economische situatie verslechtert in rap tempo. Die ontwikkelingen raken ook het Dollard College. Voeg daarbij de demografi sche krimp die vooral in onze regio voelbaar wordt, en het palet aan uitdagingen waarvoor wij staan is snel en rijk ingekleurd. Dalende baten, niet geïndexeerde bekostiging vanuit het Rijk, stijgende sociale lasten en pensioenpremies hebben in grote mate bijgedragen aan het negatieve fi nanciële resultaat. De opdracht om kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te bieden hebben wij echter onverkort en succesvol uitgevoerd. Daarvoor spreken wij onze dankbaarheid uit voor onze medewerkers die met hun inzet en betrokkenheid die dit alles mogelijk gemaakt hebben. Gezien de demografi sche krimp, waarmee wij in toenemende mate te maken zullen krijgen, hebben wij met de directeuren de positionering van het Dollard College besproken. Dit thema staat hoog op de agenda vanwege ons streven naar behoud van het huidige marktaandeel. Onderwijsgroep Noord is, als we de goede onderwijsresultaten bezien, met het Dollard College, AOC Terra en rsg de Borgen een maatschappelijk beeldbepalende onderwijsorganisatie in de noordelijke regio van Nederland. Wij hebben het vertrouwen dat onze gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen het Dollard College, het ook in 2012 mogelijk maken om de ambities van onze leerlingen te realiseren. Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur Intussen hebben wij ook gewerkt aan optimalisering van onze interne organisatie. De invoering van een netwerkorganisatie waarbij directeuren van alle stichtingen in netwerkgroepen aan de uitwerking van beleidsthema werken, bevorderd de synergie. De stappen die wij in 2011 hebben genomen richting een fusie van de stichtingen brachten ons weer dichter bij een grotere effi ciency van onze backoffi ce per 1 januari 2013. Juist als de uitdagingen om te excelleren groot zijn en de marktomstandigheden ogenschijnlijk niet meewerken, wordt een beroep gedaan op het ondernemerschap en de expertise van onze scholen. Met de gebundelde kracht van de stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord, die sterk te noemen is, zien wij juist ook heel veel nieuwe kansen voor onze organisatie. >> 5

6 Hoofdstuk 1 De organisatie 1.1 Missie Onze missie: jongeren in ons verzorgingsgebied begeleiden naar de best mogelijke uitgangspositie voor het ontwikkelen van hun talenten en het realiseren van hun ambities in de maatschappij. Deze missie is onze bestaansreden. Ze vormt het uitgangspunt voor onze visie op goed onderwijs en geeft richting aan ons dagelijks handelen. Daarom onderstrepen we in een aantal punten wat we met deze (bondige) formulering willen zeggen: Centraal staat de positieve instelling: we gaan ervan uit dat er voor iedereen een plek in de samenleving is waar zijn talenten optimaal tot hun recht komen. Onderwijs is een bewezen waardevolle manier om jongeren te helpen zich te ontwikkelen en voor te bereiden op de maatschappij. We mogen trots zijn op onze onderwijstraditie en ervaring. De best mogelijke uitgangspositie is voor ieder individu anders en vereist dus aandacht voor individuele behoeftes. Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen; om tot je recht te komen in de samenleving moet je ook de juiste instelling hebben. Het aanleren daarvan zien we als wezenlijk onderdeel van onze taak. Tot de juiste instelling rekenen we houdingen als: tolerantie, veranderingsgezindheid, zelfreflectie en wijsheid. Bovenal hebben jongeren een veilige basis nodig; daarom geven we onderwijs met grote betrokkenheid, dichtbij de doelgroep. 1.2 Visie Onze visie: om in onze missie te slagen moet het Dollard College een leerlinggerichte school zijn en een professionele organisatie. Ook in onze visie hebben de begrippen een specifieke, welomschreven betekenis. Onder leerlinggericht verstaan we: We streven er naar de leerstof en de activiteiten zo aan te bieden dat leerlingen deze als betekenisvol ervaren. Leerlingen en docenten staan stil bij de betekenis van leerstof en opdrachten voor henzelf, elkaar, anderen en hun omgeving. De leerlingen leren zoveel mogelijk ervarenderwijs. Wij moedigen hen aan om hun (leer) ervaringen serieus te nemen en hun keuzes erop te baseren. Wij streven naar brede vorming, optimale zelfstandigheid van leerlingen en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Wij creëren een veilige en doelgerichte leeromgeving, met doorlopende leer- en begeleidingslijnen, zodat de leerlingen zich geborgen weten en de zorg en aandacht krijgen die zij nodig hebben. De relatie tussen docenten en leerlingen is gebaseerd op respect, samenwerking en betrokkenheid. Ook de moderne, praktijkgerichte leeromgeving en de moderne, effectieve hulpmiddelen dragen bij aan een sfeer die leerlingen uitdaagt om het beste uit henzelf te halen. Wij bieden ons onderwijs in de woonomgeving van de leerling aan. Onder professionele organisatie verstaan we: De school is een lerende organisatie. Reflectie en evaluatie zijn vanzelfsprekende begrippen. De school communiceert open naar binnen en naar buiten. Korte communicatielijnen en sturing op resultaatgerichtheid en eigen verantwoordelijkheid, kenmerken de organisatie. De school heeft aandacht voor de ontwikkeling en ontplooiing van haar medewerkers en biedt daartoe ruime mogelijkheden. 1.3 Strategische beleidsdoelen De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd in de vestigingsjaarplannen. De verbindende schakel hierbij is de kaderbrief van het College van Bestuur. Hierin staat wat het CvB van de vestiging verwacht en wat zij zal doen om die verwachtingen te faciliteren. Ook voor 2011-2012 heeft het College van Bestuur in de kaderbrief prioriteiten aangeven. In overleg met het managementteam is gekozen om deze te beperken tot vijf doelen: bewaking, borging en verbetering van het onderwijsrendement verbetering van de kwaliteitsindicatoren invoering passend onderwijs benutting ICT/ELO en digitaal lesmateriaal verbetering relatiemanagement In het schooljaar 2010-2011 is met name veel aandacht geschonken aan kwaliteitszorg met inbegrip van de interne audits. Hierover en over de andere resultaten die zijn behaald in het tweede deel van schooljaar 2010-2011 en het eerste deel van het schooljaar 2011-2012 zijn te lezen in dit jaarverslag.

1.4 De organisatie Raad van Toezicht College van Bestuur Bestuursbureau Vestiging Bovenburen en De Flint Vestiging Bellingwedde Vestiging Hommesplein Vestiging Pekela Vestiging Stikkerlaan Vestiging Scheemda Vestiging Woldendorp Vestiging Campus Winschoten Governance Het Dollard College is een organisatie voor Voortgezet Onderwijs (VO) en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft het Dollard College een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd. Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het Dollard College uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun corporate governance beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht. In de statuten van het Dollard College is rekening gehouden met de bepalingen van de Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld. Voorts kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd. 1.5 Leerlingenaantallen Onderzoek Demografische gegevens wijzen uit dat het leerlingenpotentieel in Oost-Groningen daalt. Op basis van de eigen prognoses gaat het om een daling van 2.750 leerlingen in 2011 naar 2.270 leerlingen in 2017. Dit is een daling van ruim 15% in zes jaar. Toch wil het Dollard College de krimp in het aantal leerlingen zo beperkt mogelijk houden. Dit betekent dat het marktaandeel moet worden vergroot, een ambitieus streven. Het is belangrijk om te weten op welke gronden leerlingen en hun ouders kiezen voor een school voor voortgezet onderwijs 7

en dan met name voor het Dollard College. Het MT (en M&C) heeft natuurlijk een beeld van het keuzeproces, maar dat zijn aannames. In de periode mei-juli 2011 is daarom een kwantitatief online onderzoek gedaan onder ouders van leerlingen groep 8, leerkrachten groep 8 en onze eigen eerstejaars leerlingen en hun ouders. Helaas was de respons erg laag, ondanks verlenging van de onderzoeksperiode. De uitkomsten moeten worden gezien als richtinggevend, aangezien de respons te laag is voor valide conclusies. Voor het verhogen van het leerlingenaantal is allereerst de onderwijskwaliteit en kwaliteit van de medewerkers belangrijk. Maar be good alleen is niet voldoende: be good and tell it. Dit doen we op verschillende manieren vanaf de voorlichting op basisscholen en eigen vestiging tot en met de aanmelding van leerlingen. Hiervoor worden diverse middelen en media ingezet. In alle middelen komen kwaliteit en de beste schoolkeuze tot uiting. Online heeft meer aandacht gekregen, inclusief de inzet van social media als facebook en twitter. Ontwikkeling leerlingenaantallen Het aantal ingeschreven leerlingen op de teldatum 1 oktober 2011 is 2.750. Ten opzichte van 1 oktober 2010 is sprake van een stijging van 20 leerlingen. Groei heeft zich voorgedaan bij de vestigingen Bellingwedde, Pekela, Campus Winschoten en Woldendorp. Het aantal leerlingen daalde bij de vestigingen De Flint, Scheemda en Hommesplein-Stikkerlaan. Het aantal leerlingen in de basisvorming, inclusief LWOO, is gestegen met 56 ten opzichte van het schooljaar 2010-2011. Dat is een stijging van bijna 5%. Het aantal leerlingen in het VMBO, inclusief LWOO, is nagenoeg gelijk gebleven. Bij het havo en vwo is sprake van een daling van het aantal leerlingen. Deze grote daling bij de havo doet zich hoofdzakelijk voor in de het derde leerjaar. Ook het aantal PRO-leerlingen is in 2011-2012 gedaald. Leerlingen per opleiding Basisvorming lwoo Basisvorming avo/vmbo lwoo vmbo havo vwo pro Totaal Leerlingen per vestiging Bellingwedde Pekela Scheemda Bovenburen Hommesplein-Stikkerlaan Campus Winschoten Woldendorp De Flint Totaal 2011-2012 2010-2011 213 998 198 587 324 249 181 2.750 182 311 166 15 1.262 323 310 181 2.750 292 863 185 589 356 254 191 2.730 170 289 206 14 1.273 297 290 191 2.730 8

Hoofdstuk 2 Onderwijskwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen Vestiging Bellingwedde Bovenburen De Flint Hommesplein Pekela Poststraat Scheemda Stikkerlaan Woldendorp Onderwijsvorm Onderbouw, vmbo-tl lwoo Praktijkonderwijs vmbo-tl, havo, vwo Onderbouw, vmbo-tl, vmbo- beroepsgerichte leerwegen vmbo-beroepsgerichte leerwegen Onderbouw, vmbo-tl Onderbouw, Internationale Schakelklas Onderbouw, vmbo-tl, vmbo-beroepsgerichte leerwegen In ons Strategisch Beleidsplan geven we aan dat we goede doorlopende leerlijnen garanderen tussen het primair onderwijs en ons voortgezet onderwijs. In dat kader zoeken we een intensieve samenwerking met het basisonderwijs. De contacten met het primair onderwijs worden ingevuld door een POVO-overleg per vestiging (primair onderwijs en voortgezet onderwijs) en het bij elkaar in de keuken kijken. Najaar 2011 is samen met het SOOOG (Stichting openbaar onderwijs Oost Groningen) een samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld die begin 2012 zal worden ondertekend. Daarmee wordt de samenwerking met de basisscholen verder versterkt. Schoolplan Volgens de Wet Voortgezet Onderwijs dient een onderwijsinstelling een schoolplan te hebben. Een schoolplan is een vierjarig beleidsdocument waarin een onderwijsinstelling aangeeft waar ze de komende vier jaar mee aan de slag gaat. Het schoolplan is een publiek document. In het schoolplan zijn de ambities uitgewerkt in onderwijskundige vormgeving, personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid. Het schoolplan voor de planperiode 2011-2014 van het Dollard College is eind 2010/begin 2011 opgesteld. Dit is gebeurd binnen de kaders van het strategisch beleidsplan dat ook een doorlooptijd van vier jaar kent. Het schoolplan is ontwikkeld in een aantal werkbijeenkomsten met de directeuren en coördinatoren van de vestigingen van het Dollard College, onder leiding van het College van Bestuur. De medezeggenschap heeft ingestemd met het schoolplan. Het schoolplan is te vinden op de portal van het Dollard College. Bovenburen/De Flint Het praktijkonderwijs heeft de verplichting om leerlingen tot twee jaar na het verlaten van de school te volgen. De Flint heeft hiervoor een netwerk schoolverlaters geïnstalleerd. Daarnaast heeft deze vestiging een begeleidingscommissie voor de leerlingen in het laatste schooljaar. Hieraan nemen stagedocenten, UWV, Noorderpoort, MEE, reïntegratiebedrijven, leerplichtambtenaren van Pekela/Veendam en Oldambt, Synergon en Oldambt Werkt deel. In het laatste schooljaar wordt er door de mentor met de leerling een individueel transitieplan opgesteld. In het netwerk worden de leerlingen besproken en aan de juiste instantie gekoppeld. Dit resulteert er in, dat vrijwel iedere leerling aan het eind van het schooljaar een vervolgtraject heeft. Na het verlaten van de school worden alle leerlingen nog twee jaar lang gevolgd door ons netwerk en waar nodig worden ze gecoacht om hun werkplek of vervolgopleiding te kunnen voorzetten. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. De ervaring leert dat problemen die de leerlingen ondervinden snel moeten worden opgelost, om continuïteit in de opleiding of de werksituatie te waarborgen. Campus Winschoten In het schooljaar 2010-2011 werd op Campus Winschoten voor het eerst het vak CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) in projectvorm aangeboden. Vier keer in het jaar is aandacht besteed aan zeer uiteenlopende culturele activiteiten. Leerlingen konden een keuze maken uit workshops, variërend van een eigen dans maken tot en met het bouwen van je droomhuis in maquettevorm. De inhoudelijke invulling van de workshops werd verzorgd door kunstacademiestudenten van de docentenopleiding Minerva te Groningen. De organisatorische en didactische ondersteuning werd verzorgd door de Campus-docenten. Uit de jaarlijkse enquête is gebleken dat zowel leerlingen, kunstacademiestudenten als docenten hebben genoten van deze CKV-ochtenden. Volgend schooljaar wordt dit samenwerkingsverband tussen de Groninger kunstacademie en Campus Winschoten dan ook voortgezet. 9

10 Vmbo-leerlingen van Campus Winschoten hebben afgelopen jaar de eerste tot en met de vijfde prijs gewonnen tijdens de finale van de klimaatcampagne van Plan Nederland. Een geweldige prestatie. Ruim 500 inzendingen van scholen uit heel Nederland dongen mee naar de titel. De eerste prijs was voor Lady s Voice, een groep Campusmeiden die een voorlichtingscampagne ontwikkelden voor basisscholen. Zij leggen daarin de nadruk op de rol van vrouwen in de ontwikkeling naar een duurzame wereld. Met dit programma hebben zij verschillende basisscholen bezocht. Het project Make the link - Climate exchange heeft tot doel jongeren bewust te maken van de klimaatverandering wereldwijd. Maar ook om hen te laten ontdekken hoe we hier zelf invloed op kunnen uitoefenen. Wereldwijd dragen leerlingen een steentje bij door projecten te ontwikkelen. Hierover wisselen ze ook ervaringen uit. De leerlingen van Campus Winschoten hadden via Skype contact met leerlingen in Malawi. Pekela Bewegen en sport staat bij de vestiging hoog in het vaandel. Op de vestiging Pekela is LO2 (lichamelijke oefening) als examenvak ingevoerd. De vestiging Pekela is gecertificeerd door het NOC-NSF KVLO, als Sportactieve school. Daarnaast is er geïnvesteerd in het stimuleren van ICT-toepassingen in de klas. Hiervoor is op de vestiging een denktank ingericht die werkt aan het draagvlak bij de docenten voor ICT gebruik in de lessen. Tevens wordt gewerkt aan een beleidsplan digitalisering. Docenten worden geschoold in het gebruik van computers, software en smartboards tijdens de les. In het kader van het aangaan van de dialoog en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs is er een Leerlingenraad binnen de vestiging ingericht. Doel van een leerlingenraad is de leerlingen meer te betrekken bij de school. Er kan worden gesproken over allerlei praktische, onderwijsinhoudelijke en andere activiteiten binnen de school. Aan leerlingen wordt (extra) bagage meegegeven op het gebied van kunst en cultuur. Een voorbeeld hiervan zijn jaarlijkse de Dolle-Dollard Dagen. Er worden dan geen gewone lessen gegeven, maar leerlingen nemen deel aan allerlei creatieve workshops en sportieve activiteiten. Ook wordt leerlingen aangeboden deel te nemen aan internationaliseringsprojecten. Er is een samenwerkingsverband met een school uit Großefehn (Duitsland). Daarnaast is er een vierdaagse ontmoeting in Christianslyst (Denemarken) en een sportief programma in de Ardennen. Scheemda Eind 2009 heeft de vestiging na bezoek van de inspectie een aangepast arrangement gekregen en werd als zeer zwak aangemerkt. Snel daarna is een verbeterplan opgesteld en een intensief verbetertraject gestart. Dit heeft geleid tot het toekennen van het basisarrangement begin 2011. Scheemda wordt door de inspectie dus niet meer gezien als zeer zwakke school. De verbetering is onder meer terug te zien in de goede examenresultaten die behaald zijn. 2.3 Zorgbeleid Leerlingenzorg Het zorgplan van het Dollard College heeft een looptijd van vier jaar. Gezien de voortdurende ontwikkelingen op het gebied van leerlingenzorg wordt het zorgplan jaarlijks geactualiseerd. Er is een structuur ontwikkeld, zodat iedereen die betrokken is bij de leerling de wegen kent om de hulpvraag bij de juiste persoon of instantie te leggen. Binnen het Dollard College wordt zorg breed opgevat. Elke leerling heeft recht op begeleiding en zorg op maat. Daarnaast zorgt het Dollard College bij een overgang naar een andere school voor een zorgvuldige overdracht en een tijdige afstemming met de externe zorgpartners. Alle leerlingen zijn in beeld, het proces wordt bewaakt en er wordt regelmatig over de voortgang gerapporteerd. Zo is er bijvoorbeeld op elke vestiging van het Dollard College een zorgteam. Deze bestaat uit docenten, leerlingbegeleiders, maatschappelijk werk en een orthopedagoog die zich hebben gespecialiseerd om leerlingen met leer- en/of sociaal emotionele problematiek te kunnen begeleiden. De taak van de zorgteams is om de docenten te ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen met problemen en een eventueel vervolgtraject voor de leerlingen in beeld te brengen. Zoals het aanmelden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), Zorgadviesteam (ZAT) en andere instanties. Het zorgplan 2011-2015 is eind 2010 aan de MR aangeboden. Begin 2011 heeft de MR met het zorgplan ingestemd. Daarnaast zijn de ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs nauwlettend gevolgd. Het Dollard College heeft deelgenomen aan het netwerk Passend Onderwijs. In 2011 heeft dit netwerk zich gericht op een inventarisatie van het huidige zorgaanbod en het inventariseren van benodigde (externe) expertise. Het Dollard College maakt deel uit van het samenwerkingsverband RSNOWG (regionaal samenwerkingsverband

Noord Oost West Groningen). Samen met het RSNOWG werkt het Dollard College aan de voorbereidingen en het uiteindelijk realiseren van passend onderwijs. De vestigingen van het Dollard College zijn van start gegaan met het opstellen van de zorgprofielen. Voor 1 augustus 2012 moeten de zorgprofielen klaar zijn. Elke vestiging heeft dan de basiszorg, de breedtezorg en de dieptezorg verder uitgewerkt. Verwijsindex Sinds februari 2010 is de Verwijsindex Risicojongeren ingevoerd in alle gemeenten in Nederland. In 2011 is het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Groningen verder ontwikkeld. De vestigingen van Dollard College zijn aangesloten bij dit signaleringssysteem. Dit systeem is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Het doel van Zorg voor Jeugd Groningen is dat de hulpverlening beter op elkaar wordt afgestemd. Door het op tijd signaleren, moet bovendien worden voorkomen dat problemen bij jongeren uitgroeien tot grote risico s voor hun ontwikkeling. Voortijdig schoolverlaten De problematiek rond voortijdig schoolverlaten (VSV) krijgt veel aandacht. Ook het Dollard College doet mee in het landelijke beleid om de uitval van leerlingen terug te dringen. Het Dollard College participeert in het convenant van Oost- Groningen. In dit convenant voor 2008/2011 is de volgende afspraak gemaakt: een reductie van 40%, overeenkomend met een gemiddelde jaarlijkse reductie van 10%. In oktober 2011 zijn de definitieve cijfers VSV 2009-2010 door het Ministerie gepubliceerd. De aantallen van het Dollard College zien er als volgt uit: Totaal VSV ers Ambitie 2005/06 2.624 34 2007/08 2.609 40 31 2008/09 2.513 33 27 2009/10 2.461 29 24 ambitie 10/11 20 Het Dollard College had in het jaar 2009-2010 in totaal 29 voortijdig schoolverlaters. De verwachtting was 24. In vergelijking met de landelijke cijfers doet ook het Dollard College het goed: Landelijk is het percentage 3,0% voortijdig schoolverlaters, bij het Dollard College is dat 1,2%. In de provincie Groningen is binnen het VSV convenant de software applicatie Integrip ontwikkeld. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 maken alle vestigingen van het Dollard College gebruik van deze tool. Met Intergrip krijgen scholen een beter zicht op voortijdig schoolverlaters: VO-instellingen leveren examenkandidaten aan in Intergrip (alleen vmbo). De mbo-instellingen leveren wekelijks een bestand aan met nieuwe inschrijvingen/aanmeldingen. Op die manier kan de VO-school zien welke (oud)leerling zich nog niet heeft ingeschreven voor een vervolgopleiding. 2.4 Onderwijskwaliteit Kwaliteitszorg Najaar 2010 is een nieuw project met betrekking tot kwaliteitszorg gestart. Dat project is in 2011 verder uitgebreid. De hoofdlijnen van het project zijn het ontwikkelen en invoeren van kwaliteitsindicatoren, de deelname van de scholen aan Vensters voor Verantwoording coördineren en ondersteunen en het ontwikkelen van audits binnen Onderwijsgroep Noord. Voor het kwaliteitszorgsysteem is een dertigtal kwaliteitsindicatoren het uitgangspunt. Om deze indicatoren praktisch hanteerbaar te maken en ze overzichtelijk op te kunnen nemen in ons handboek kwaliteitszorg, worden ze allemaal beschreven in een vast format. Ook voor de in te zetten instrumenten is zo n format ontworpen. Het handboek zal de komende jaren stelselmatig gevuld worden met al deze beschrijvingen. Daarmee wordt het een naslagwerk voor alle medewerkers van Onderwijsgroep Noord die in hun schoolpraktijk proberen kwaliteitszorg vorm te geven. Van een aantal kwaliteitsindicatoren zijn in 2011 de definities bepaald, instrumenten beschreven en verantwoordelijkheden vastgelegd. Voor het voortgezet onderwijs is bijvoorbeeld de kwaliteitsindicator Examenresultaten VO ontwikkeld. Er is vastgelegd dat de examenresultaten jaarlijks geïnventariseerd en geanalyseerd worden, welke stappen er wanneer gedaan worden en door wie, en dat er zo nodig een plan van aanpak komt om verbeteringen door te voeren. Bij alle kwaliteitsindicatoren geldt natuurlijk dat het bedenken één ding is, het invoeren en systematisch gebruiken in de school een tweede stap. Aan dit aspect wordt door de projectgroep systematisch aandacht besteed door kwaliteitsaspecten in de uitwerking en uitvoering door te spreken met de kwaliteitscoördinatoren en directeuren van de vestigingen. Tevens wordt regelmatig over de ontwikkelingen geschreven in de Springtij. Dit moet allemaal bijdragen aan een cultuur van het werken aan en het borgen van een goede kwaliteitszorg. 11

Voor het onderzoeken van de tevredenheid van leerlingen, ouders, bedrijven en personeel kunnen we gebruik maken van een online pakket: de VO/ AOC-spiegel. In het najaar van 2011 hebben we voor alle scholen standaard-enquêtes gemaakt waar scholen zelf nog vragen aan toe kunnen voegen. Hier zit ook een personeelsenquête bij. Deze enquêtes moeten vanaf 2012 in de kwaliteitszorg gebruikt worden en scholen kunnen dan door onderlinge vergelijking een beeld krijgen van hun sterke en zwakke punten. In november 2011 heeft de projectgroep kwaliteitszorg een scholing voor de VO/AOC-spiegel georganiseerd zodat elke school een beheerder heeft die enquêtes kan maken, aan kan passen en uit kan zetten naar bijvoorbeeld collega, leerlingen, ouders en/of bedrijven, en daarna een rapportage kan maken van de uitkomsten. Vensters voor Verantwoording Vensters voor Verantwoording is ontstaan als project vanuit de VO-Raad. Alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van de overheid, de Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Vensters biedt scholen hiermee een betrouwbare basis voor de dialoog met hun belanghebbenden. Met Vensters voor Verantwoording bieden scholen inzicht in hun resultaten, op basis van twintig indicatoren. In 2011 heeft de projectgroep kwaliteitszorg samen met de kwaliteitscoördinatoren op de vestigingen veel tijd besteed aan de invoering van Vensters voor Verantwoording. Eind 2011 hebben de meeste scholen van het Dollard College zich gepresenteerd op www. schoolvo.nl. De laatste twee scholen gaan in het voorjaar van 2012 online. Audits Met ingang van schooljaar 2010-2011 is binnen Onderwijsgroep Noord een auditteam gestart. Bij een audit worden lessen bezocht en beoordeeld en tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd bij leerlingen, ouders en docenten. Het is een breed kwaliteitsonderzoek gericht op het onderwijsproces. Eind 2011 hebben in totaal 18 VO vestigingen van Onderwijsgroep Noord een audit ondergaan, waaronder alle vestigingen van het Dollard College, behalve Bovenburen/De Flint. Een auditrapport bevat onder meer aanbevelingen voor de vestiging die vervolgens door de directie van de vestiging worden opgepakt in de reguliere kwaliteitscyclus. Er worden, waar nodig, verbeterplannen gemaakt. Deze maken onderdeel uit van de nieuwe vestigingsjaarplannen. Eind 2011 is gestart met de ontwikkeling van een specifiek auditinstrument voor het praktijkonderwijs om in 2012 audits uit te voeren op de PROvestigingen van Onderwijsgroep Noord, waaronder Bovenburen/De Flint. Taal en rekenen Voor de verbetering van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs (VO) heeft de overheid een meerjarige subsidieregeling. Het Dollard College gebruikt deze subsidieregeling voor een traject gericht op de ontwikkeling van taalen rekenen. Een belangrijke doelstelling van het taal en rekenbeleid van afgelopen jaar is verwezenlijkt: de ontwikkeling van een strategisch beleidskader taal en rekenen voor Onderwijsgroep Noord-breed dat als leidraad voor de aanpak binnen de stichtingen gehanteerd kan worden. Met behulp van dit beleidskader kan goed worden vastgesteld of de aanpak voldoende is om in 2013/2014 aan de 12

referentieniveaus taal en rekenen te kunnen voldoen. Een ander belangrijk doel is om meer verbindingen te leggen tussen de aanpak van de 3 stichtingen om zo het leren van elkaar te versterken. Bij het Dollard College hebben stichtingsbrede expertisegroepen voor taal en rekenen bouwstenen voor een beleidsplan opgeleverd. In het onderwijsberaad zijn gezamenlijke afspraken voor de implementatie gemaakt voor het lopende schooljaar. De ontwikkelgroepen voor taal en rekenen hebben een begin gemaakt met het ontwikkelen en implementeren van vestigingsplannen op elke vestiging. Belangrijke ondersteuning daarbij is het besluit om het Cito volgsysteem te gebruiken als instrument om de uitgangspositie en de voortgang van de leerlingen op rekenen en taal bij te houden. Klachten De klachtenregeling van het Dollard College is erop gericht om klachten in eerste instantie op te lossen zo dicht mogelijk bij de plek waar ze ontstaan. Bijvoorbeeld op een vestiging. Als dit niet lukt kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In 2011 bereikten een negental klachten het College van Bestuur. Vier daarvan werden alsnog door de directeur van de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld en drie door het College van Bestuur. Eén klacht werd uiteindelijk voorgelegd aan de LKC. Deze werd deels gegrond verklaard. Het College van Bestuur heeft daarop de door de LKC gegeven adviezen opgevolgd. Eén klacht is nog in behandeling. De Medezeggenschapsraad is van het advies van de LKC op de hoogte gesteld. 2.5 Beoordeling Onderwijstijd De wetgeving met betrekking tot de onderwijstijd in het VO wordt aangepast. De streefdatum voor de inwerkintreding is het schooljaar 2012-2013. Vooruitlopend op de wetgeving heeft de staatssecretaris van OCW bepaald dat de nieuwe norm voor onderwijstijd geldt vanaf het schooljaar 2009-2010. Dit betekent dat alle leerlingen in het VO in de onderbouw en de bovenbouw recht hebben op minimaal 1000 uren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur. schooljaar 2010/2011 gerealiseerd. Op bijna alle vestigingen wordt dus de minimale norm van 1000 uur behaald. De gesignaleerde tekorten bij één vestiging zijn zo marginaal dat ze niet problematisch zijn. De betreffende vestiging heeft hier wel op geanticipeerd bij de planning voor het nieuwe schooljaar. Het centraal gebruikte leerling-registratie en -volgsysteem SOM is vanaf 2012 operationeel. Hierin kan de onderwijstijd op een adequate, effectieve en uniforme wijze worden geregistreerd en gerapporteerd Examenresultaten en rendementen De examenresultaten zijn over het algemeen goed, zowel wat de cijfers als de slagingspercentages betreft. Voor de vestigingen Hommesplein, Pekela en Campus Winschoten zijn respectievelijk de resultaten voor de havo, vmbo KB en vmbo KB wat aan de lage kant. Voor de vestiging Pekela moet worden opgemerkt dat het hier gaat om kleine leerlingaantallen. De vestiging Hommesplein heeft begin 2011 een plan van aanpak voor verbetering van de onderwijskwaliteit gemaakt. Dit plan is in 2011 al grotendeels uitgevoerd en wordt in 2012 afgerond. Het instrument (in 2010 ontwikkeld) is door alle vestigingen op maat gemaakt en in gebruik genomen. Met dit instrument kunnen de vestiging hun examenresultaten analyseren, terugkoppelen naar docenten en verbeteringen vastleggen. Op de volgende pagina volgt een overzicht van de slagingspercentages per vestiging en per leerweg. De examenresultaten zijn over het algemeen redelijk, zowel wat de cijfers als de slagingspercentages betreft. Voor de vestigingen Hommesplein, Pekela en Campus Winschoten zijn respectievelijk de resultaten voor de havo, vmbo KB en vmbo KB wat aan de lage kant. Voor de vestiging Pekela moet worden opgemerkt dat het hier gaat om kleine leerlingaantallen. De slagingspercentages van de theoretische leerweg zijn, uitgezonderd die van het Hommesplein, één of enkele procenten lager dan vorig jaar; dat betekent dat er hier en daar een leerling meer gezakt is. Er zijn in Pekela en aan de Campus Winschoten in totaal 4 leerlingen geweest die een examen basisberoepsgerichte leerweg hebben gedaan, deze leerlingen zijn allemaal geslaagd. De vestigingen van het Dollard College hebben in vrijwel alle gevallen voldoende onderwijstijd in het 13

Vestiging Leerweg Geslaagd Bellingwedde Campus Winschoten Hommesplein Pekela Scheemda Woldendorp Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg havo vwo Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg % aantal 97 29 100 2 84 63 97 88 87 101 97 46 93 28 100 2 86 6 97 29 95 18 100 23 Afgewezen % aantal 3 1 13 3 10 3 7 14 3 5 10 2 12 1 2 1 1 1 Inspectiezaken en opbrengsten In 2011 heeft de Inspectie van het Onderwijs een bezoek gebracht aan de vestiging Scheemda als slotstuk van het traject van intensief toezicht door de inspectie. De opbrengsten zijn weer voldoende en er zijn geen belangrijke tekortkomingen in het onderwijsleerproces. Hierdoor krijgt de school weer een basisarrangement. Bij een basisarrangement hanteert de Inspectie de normale vorm van toezicht, een vestiging ontvangt dan één keer in de vier jaar een inspectiebezoek.ook de vestigingen Pekela, Bovenburen/ De Flint, Bellingwedde en Woldendorp hebben een basisarrangement. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en is geldig voor één jaar. Voor de vestiging Campus Winschoten zijn nog geen opbrengsten bekend. In opdracht van het College van Bestuur is wel een eigen onderzoek gedaan naar de rendementen van en ervaringen met de vmbo basisberoepsgerichte leerweg die in een experiment met doorlopende leerlijnen opleidt tot mbo2. De inspectie zal naar verwachting in 2012 hier ook onderzoek naar doen. De vestiging Hommesplein is eind 2010 door de inspectie bezocht. Het oordeel zwak werd afgegeven aan de afdelingen havo en vwo, de school kreeg hierdoor een aangepast arrangement. De directie van de vestiging heeft hierop een verbeterplan geschreven. In 2011 is gestart met de uitvoering van dit plan. Dit moet leiden voldoende kwaliteit in de loop van 2012. De afdelingen vmbo kader en basisberoeps hebben in 2011 een basisarrangement gekregen. De opbrengsten voor de theoretische leerweg zijn onvoldoende. In genoemd verbeterplan wordt, naast de havo en vwo afdeling, ook de theoretische leerweg betrokken met als doel om ook de kwaliteit van de TL te verbeteren en de opbrengsten te verhogen. De inspectie bezoekt deze afdeling in 2012. In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgegevens en examenresultaten. 0 = gemiddeld - = onder gemiddeld -- = ruim onder gemiddeld + = bovengemiddeld ++ = ruim boven gemiddeld Vestiging Leerweg Rendement onderbouw* Bellingwedde Hommesplein Pekela Scheemda Woldendorp Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg havo vwo Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg - - - - - - 0 0 0 + + % in leerjaar 3 zonder zittenblijven 100 100 100 100 100 100 97 100 100 100 93 % van 3 e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven 100 7 54 52 91 79 75 81 Gemiddeld cijfer centraal examen 6,7 6,5 6,4 6,3 6,5 6,1 6,5 6,4 6,6 14

Cito Volgsysteem In juni 2011 heeft het College van Bestuur besloten om op alle vestigingen te gaan werken met het Cito Volgsysteem. Dit is een genormeerd leerlingvolg- en toetssysteem. Met dit volgsysteem worden de prestaties van leerlingen op kernvaardigheden (rekenen/wiskunde, Nederlands en Engels) getoetst. Vanaf het moment van binnenkomst in de brugklas tot en met het eind van de tweede klas. Hiermee willen we de kwaliteit van de begeleiding, advisering en determinatie verder verbeteren. De resultaten van de toetsen worden enerzijds gebruikt om de kwaliteit van ons onderwijs in kaart te brengen. Anderzijds gebruiken we de resultaten om de prestaties van elke individuele leerling te volgen en als ondersteuning bij onderwijskundige beslissingen, zoals de bepaling van het schoolniveau van de leerling. Vanuit de wet- en regelgeving gaan er de komende jaren voorwaarden gesteld worden op gebied van leerlingvolgsystemen, toetsen en referentieniveaus taal en rekenen. Met het invoeren van het Cito volgsysteem voldoen we voor een belangrijk deel al aan deze voorwaarden. Binnen het Dollard College is in 2011 al de stap gezet om met het Cito Volgsysteem te gaan werken. Enkele vestigingen werken al langere tijd met het systeem. Hoofdstuk 3 Leeromgeving 3.1 Maatschappelijke stage Vanaf schooljaar 2011-2012 moeten alle scholieren in het voortgezet onderwijs verplicht minimaal 30 uur maatschappelijke stage (MaS) lopen gedurende hun schoolloopbaan. Tijdens deze stage onder schooltijd doen zij vrijwilligerswerk waarbij ze kennismaken met de samenleving en daaraan een bijdrage leveren. Er is een Dollardbreed beleidsplan Maatschappelijke stage en burgerschap ontwikkeld. Hierin wordt de plaats, de rol en de doelen van maatschappelijke stage en burgerschap omschreven en de verbinding naar het strategisch beleid van het Dollard College gelegd. Verder wordt hierin onder meer de opbouw, aanpak en begeleiding van de MaS beschreven. Het Dollard College biedt leerlingen stages aan in overleg met diverse sectoren van het bedrijfsleven, instellingen en overheden. Onze school wil graag dat haar leerlingen zich bewust zijn van de omgeving waarin zij wonen en zich inzetten voor anderen. De maatschappelijke stage speelt daarop in. De leerlingen hebben bijvoorbeeld stage gelopen in het ziekenhuis en bij Staatsbosbeheer, boodschappen gedaan voor ouderen en een actie voor een goed doel georganiseerd. Ook zorgt een groep leerlingen voor sportieve activiteiten. Meestal vinden de leerlingen zelf een stageplek. Eventueel kunnen zij hulp krijgen van de mentor of de stage-coördinator. Ook binnen het Praktijkonderwijs nemen leerlingen deel aan een vorm van maatschappelijke stage. Het PrO heeft hiervoor contacten met de Ommelander ziekenhuisgroep, Oosterlengte, Staatsbosbeheer, de Boschpoort, Kinderopvang Hummelstee en Kiwi. Verder worden de leerlingen gestimuleerd om iets voor anderen te betekenen. Het organiseren van activiteiten als kanotochten, zeiltrips, barbecues en het maken van producten op bestelling voor andere partners, behoren eveneens tot de maatschappelijke stage. In het leerlingenvolgsysteem wordt het totaal aantal uren voor iedere leerling bijgehouden en aan het eind van de opleiding toegevoegd aan het portfolio. 3.2 Internationalisering Binnen het Dollard College maken we kennis met andere culturen door reizen, uitwisselingen en de (nieuwe) media. Maar ook doordat we steeds meer leerlingen uit andere culturen in de klas krijgen. De multiculturele samenleving is een gegeven. Wij willen dat onze leerlingen in deze multiculturele samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint met een open en respectvolle manier van omgaan met mensen uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier. Alle vestigingen besteden aandacht aan internationalisering. Bestaande projecten worden, waar mogelijk en wenselijk, gecontinueerd en nieuwe partners worden gezocht. Door internationalisering in te bedden in het curriculum krijgt het een steviger plaats in de organisatie. De bestaande projecten variëren van internationaal debatteren tot uitwisselingen met Duitsland, Denemarken, Polen, Italië, Engeland en Tsjechië. Vestigingen van het Dollard College maken gebruik van subsidieregelingen van het Europees Platform. De leerlingen van het vijfde jaar van het Hommesplein doen ieder jaar mee met een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De uitwisseling is onderdeel van het studieprogramma. De partnerscholen komen uit Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen) en Japan (Sakura). Het Hommesplein verwelkomde in november 2011 zo n 50 buitenlandse gasten uit de genoemde landen. 15

Naast het ontwerpen en fabriceren van een educatief spel was er ruime aandacht voor ontspanning met cultuur, muziek en International Cooking. De vestiging Bovenburen weet elk jaar weer subsidie binnen te halen voor diverse internationale projecten. Het Dollard College neemt daarnaast deel aan Committee Europe (culturele uitwisselingen) met twaalf internationale scholen. Daarnaast participeert het in Investor, een internationale competitie minionderneming. Aan dit project doen ook leerlingen van de IGS Egels uit Aurich en partnerschool de KGS Großefehn mee. Bellingwedde heeft al 22 jaar goede contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze hebben samen les in de Duitse-Nederlandse spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Dit jaar bezochten de leerlingen van Bellingwedde en Rhede de voetbaloefeninterland Duitsland Nederland in Hamburg. Pekela organiseerde een sportieve EuroSport voor de leerlingen van Grossefehn en haar eigen leerlingen. Een soort Olympische Spelen waarbij de leerlingen gemixt worden en op één van de negen aangeboden sportonderdelen uitkomen. Scheemda heeft een groep leerlingen en docenten van een school uit Frankrijk op bezoek gehad. Een prima ervaring die dit jaar haar vervolg gaat vinden in een tegenbezoek. Op deze wijze proberen alle vestigingen te bereiken dat al hun leerlingen in hun schoolloopbaan contacten hebben met het buitenland, via uitwisseling, stage en/of mailcontacten. Opdat zij, in de meest brede zin, over hun eigen grenzen heenkijken. 3.3 Arbo & Veiligheid Arbo & Veiligheidsbeleid In 2011 zijn wij vooruitlopend op de instemming van de medezeggenschapsraden gestart met het uitvoeren van het Arbo & Veiligheidsbeleid. Het beleid is erop gericht om de diverse betrokkenen bewust te maken van Arbo en veiligheid en daar waar mogelijk de betrokkenheid te vergroten. Van februari 2011 tot juni 2011 zijn op alle vestigingen de risico geïnventariseerd door een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Dit is gedaan met behulp van een digitale arbo-scan die officieel door de branche is erkend. De afdeling huisvesting en facilitaire zaken van Onderwijsgroep Noord heeft samen met een medewerker van de vestiging, veelal de hoofd conciërge of hoofd facilitaire dienst, een rondgang door de vestiging(en) gemaakt. Onder andere is gekeken naar de omgeving van het schoolgebouw, het werken met gevaarlijke stoffen, machineveiligheid, beeldschermwerk bedrijfshulpverlening, agressie en geweld. Met de vestigingsdirectie zijn de sociale en psychische (arbeids)omstandigheden onderzocht. Nadat alle RI&E zijn uitgevoerd heeft de Arbodienst de RI&E op procesniveau getoetst en voorzien van een aantal aanbevelingen en opmerkingen. Het volgende is gezegd: Cultuurverschillen binnen de instellingen hoe Arbo- en Veiligheidsbeleid wordt uitgevoerd zijn nog duidelijk zichtbaar. De Arbo-catalogus (richtlijnen) blijkt onvoldoende bekend te zijn bijv. scheikunde docenten. Organiseer voor leerlingen niet alleen werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen, maar organiseer ook het schoonhouden, opbergen en het praktisch gebruik hiervan. Instructeur, houd toezicht en treed corrigerend op. Geef veiligheid een plek in de les als het doel is om de werkelijke praktijkomgeving te simuleren. Geef als docent hierin het goede voorbeeld. Om het Arbo- en Veiligheidsbeleid op de vestigingen te borgen wordt er in 2012 een schoolveiligheidsplan gemaakt dat elk jaar wordt geactualiseerd. Alle vestigingen hebben de mogelijkheid gehad om medewerkers te trainen in het bedienen van de AED (automatische externe defibrillator). Mocht zich een levensbedreigende situatie voordoen dan zijn er voldoende medewerkers toegerust die weten wat te doen. 3.4 Facilitair/Huisvesting Inkoop Wij hebben meer dan 50% van het totale volume van aankopen en investeringen duurzaam ingekocht. Uiterlijk in 2015 zal 100% duurzaam worden ingekocht. Aan deze doelstelling kunnen wij ons conformeren door gezamenlijk in te kopen. In 2011 is geïnventariseerd welke inkoopsegmenten de komende jaren Europees worden aanbesteed. Door ons alleen al op deze segmenten te richten realiseren we de doelstelling van 50% omdat in het programma van wensen en eisen duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen als harde eis is opgenomen. Leveranciers dienen zich hieraan te conformeren en aan te geven hoe zij aan onze doelstelling kunnen bijdragen. In aansluiting hierop 16

worden de kleinere segmenten geïnventariseerd. Door voorkeursleveranciers aan te wijzen die aan de duurzaamheidscriteria voldoen, moet de doelstelling van 100% kunnen worden bereikt. Begin 2011 kochten we voor ruim 90% in bij onze voorkeursleveranciers. Dit is in lijn met de door ons gestelde doelstelling. Huisvesting Dollard College De kantine van de vestiging Hommesplein was al enkele jaren te klein. Door de garderobe bij de kantine te trekken is nu een grote ruimte ontstaan. Dit levert een goede bijdrage aan de rust binnen de school. De vestiging heeft ook de inrichting van de kantine vernieuwd. Dit heeft geleid tot een aangename en plezierige verblijfsruimte voor de leerlingen. 3.5 Digitalisering Elektronische Leeromgeving (ELO) Digitalisering en het gebruik van de Elektronische Leeromgeving (ELO) zijn speerpunten in het Strategisch Beleidsplan 2011-2014. Het Dollard College participeert in de Onderwijsgroep Noordbrede beleidswerkgroep, die zich onder meer bezig houdt met de (visie-)ontwikkeling op Onderwijs & ICT. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het 4 in Balans model van Kennisnet. Dit model gaat uit van vier randvoorwaarden (onderwijsvisie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICTinfrastructuur) die een rol spelen bij de invoering van ICT in het onderwijs. Alleen als deze randvoorwaarden in balans zijn, komt de meerwaarde van ICT in het onderwijs tot zijn recht In 2011 heeft Dollard College een andere ELOaanbieder gekozen. De nieuwe ELO, die voorjaar 2012 geïmplementeerd wordt, is aan het begin van schooljaar 2012-2103 voor gebruik beschikbaar. Verder is er bij het Dollard College gewerkt aan een betere ontsluiting van digitaal lesmateriaal. Door problemen bij uitgevers kon de ontsluiting via de ELO nog niet worden gerealiseerd. Bij de invoering van de nieuwe ELO zal dit opnieuw een speerpunt zijn. Portal Digitalisering is één van de acht ontwikkelingen die in het strategisch beleidsplan genoemd worden. De portal heeft daarin een belangrijke centrale functie. De portal- en intranetomgeving biedt via single sign on toegang tot informatie en applicaties die voor de gebruikers relevant zijn. In november 2010 is het leerlingendeel van de portal opgeleverd. De leerlingen konden vanaf dat moment direct doorlinken naar de elektronische leeromgeving, hun cijfers, rooster en e-mail. De ouders konden meekijken met hun kind(eren). Zij hebben in maart 2011 een eigen inlogaccount gekregen, tenzij er een informatiebeperking is aangegeven in @VO. De medewerkers konden vanaf dat moment de informatie op het leerlingen- en ouderdeel bekijken en direct doorlinken naar @VO, Brainbox en e-mail. Vervolgens is het medewerkersdeel gebouwd en gevuld. Voordat de medewerkersportal online kon, moest eerst de overgang naar het nieuwe mailprogramma Exchange/Outlook gerealiseerd zijn. Dit was een van de redenen waarom het medewerkersdeel nog niet zoals gepland in 2011 live is gegaan. Infrastructuur Het onderwijs krijgt steeds meer belangstelling voor de mogelijkheden van ICT. In de afgelopen jaar lag het accent van de werkzaamheden van de ICT-afdeling vooral op het realiseren en het beheer van een goede technische ICT-infrastructuur, zoals de (aanschaf) van PC en laptops, het Glasvezelnetwerk, de Server-computers, en twee nieuwe Computerruimtes. Daarnaast heeft de integratie van de bestaande computernetwerken veel tijd in beslag genomen. Het resultaat is dat de ICT-voorzieningen op alle vestigingen van Onderwijsgroep Noord en op het Dollard College uniform zijn. Dat heeft grote voordelen voor de gebruikers en voor efficiency van het beheer. In 2011 is ook een nieuw draadloos netwerk op alle vestigingen geïnstalleerd. Daarmee is de infrastructuur geschikt voor nieuwe ontwikkelingen met laptops, tablets en smartphones. Natuurlijk blijft de ontwikkeling en het beheer van de totale ICT-infrastructuur essentieel. Vanaf het schooljaar 2010/2011 is extra aandacht gegeven aan de efficiënte toepassing van ICT in het onderwijs en de bedrijfsvoering. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het Vier in balans -model van Kennisnet. Om de mogelijkheden van ICT te benutten moeten visie, infrastructuur, deskundigheid en digitaal leermateriaal in balans zijn. In 2011 is besloten om gebruik te maken van Microsoft IT Academy om de ICTdeskundigheid van de medewerkers te stimuleren. 17

ICT participeert in het ICT-ambassadeursprogramma van Kennisnet. Daar wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de het gebruik van tablets en laptops door leerlingen. Naar verwachting groeien we naar een situatie waarbij iedere leerling en medewerker beschikt over een laptop (of tablet) waarmee hij/zij op school en/of thuis optimaal kan werken met een digitale leer- en communicatie-omgeving Na de uitvoering van een volledige integratie van de ICT-netwerken is in 2011 gewerkt aan het optimaliseren van de nieuwe netwerkomgeving. Dat heeft bijvoorbeeld betrekking op het Identity Management, het volledig geautomatiseerd aanmaken van gebruikers vanuit de deelnemersadministratiesystemen @VO en de Personeelssystemen. Verder heeft ICT veel aandacht besteed aan de performance zodat de apparatuur zo snel mogelijk opgestart kan worden. De overgang van drie naar één e-mail-systeem is in 2011 afgerond. Alle leerlingen en medewerkers maken nu gebruik van Outlook. E-mail is zowel op kantoor als thuis te gebruiken. ICT voorziet de vestigingen tevens van een modern telefoniesysteem (Voice-over-IP) en van smartphones. In de afgelopen jaren werd bij nieuwbouw van scholen al overgestapt op dit nieuwe telefoniesysteem. Nu wordt geleidelijk in 2011 en 2012 op alle vestigingen de overstap gemaakt. Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers Met hoeveel medewerkers verzorgen wij het onderwijs en hoe ziet de groep eruit als het gaat om leeftijd, functiegroep en geslacht? Onderstaand schema laat de verdeling mannen en vrouwen per vestiging zien. Figuur A laat de leeftijdsopbouw zien. Bellingwedde Bovenburen/DeFlint Campus Winschoten Hommesplein Pekela Scheemda Woldendorp man aantal 11 18 17 69 15 11 19 vrouw aantal 9 20 24 57 21 14 18 totaal 20 38 41 126 36 25 37 4.2 Professionalisering personeel In het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 wordt aangegeven hoe wij als goed werkgever willen functioneren. Professionaliteit van onze medewerkers staat daarbij hoog in ons vaandel. Om die professionaliteit blijvend te garanderen hebben wij in het recente verleden de leiderschapsacademie en de docentenacademie opgericht. Iedere medewerker heeft de verplichting om zijn/ haar bekwaamheid op peil te houden. Als werkgever hebben wij de verplichting om medewerkers hiertoe in staat te stellen. Het Dollard College faciliteert medewerkers door: het behalen van een bevoegdheid (vereiste voor vast dienstverband bij het Dollard College), individuele scholing op basis van scholingswensen uit persoonlijke ontwikkelingsplannen, scholing van groepen medewerkers/teams op basis van de gestelde doelen in de vestigingsjaarplannen. In het kalenderjaar 2011 zijn binnen het Dollard College zeven docenten gefaciliteerd om een bevoegdheid te halen. Eén van hen heeft de studie succesvol afgerond; de studie van de anderen verloopt volgens plan. De directeuren hebben op basis van de opbreng- leeftijdsopbouw 0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 60-100 Bellingwedde 6 1 5 6 2 Bovenburen/de Flint 6 6 15 7 4 Campus Winschoten 1 6 10 17 3 4 Hommesplein/Stikkerlaan 3 20 24 42 21 16 Pekela 8 9 12 5 2 Scheemda 1 2 2 10 7 3 Woldendorp 5 6 15 8 3 Figuur A 18

sten uit de persoonlijke ontwikkelingsgesprekken/ functioneringsgesprekken en hun vestigingsjaarplannen teamscholing georganiseerd. De ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus zal ervoor zorgen dat medewerkers en leidinggevenden bewuster omgaan met de ontwikkeling en de inzet van hun kennis en vaardigheden. 4.3 Functiemix VO In het Convenant Leerkracht van Nederland (VO) hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de sociale partners afspraken gemaakt over de verdeling van de docenten over de salarisschalen LB, LC en LD, de zogenaamde functiemix. Met de functiemix wordt het versterken van de aantrekkelijkheid van het beroep van docent beoogd. De intentie van de functiemix is dat het aandeel docenten dat volgens een LC- of LD-schaal beloond wordt op elke school groeit. Het percentage LC docenten op 1 oktober 2011 is binnen het Dollard College met 9,1% gegroeid ten opzichte van 1 oktober 2010. Het percentage LD docenten is op 1 oktober 2011 gestegen met 3,7% ten opzichte van 1 oktober 2010. De te realiseren waarde van de functiemix in 2011, zoals vastgesteld in het meerjarenplan functiemix, is behaald. Het voornemen was om een waarde van 45,44 te behalen en feitelijk is 52,63 behaald. Binnen de Flint is ten opzichte van 1 oktober 2011 het percentage LC docenten met 12,0% gegroeid ten opzichte van 1 oktober 2010. Het percentage LD docenten is op 1 oktober 2011 ten opzichte van 1 oktober 2010 gelijk gebleven. De te realiseren waarde van de functiemix in 2011, zoals vastgesteld in het meerjarenplan functiemix, is behaald. Het voornemen was om een waarde van 12,19 te behalen en feitelijk is 20,95 behaald Ziekteverzuimpercentage Dollard College ZV 1% ZV 2% ZMF De Flint ZV 1% ZV 2% ZMF 2010 2011 6,58% 4,96% 1,37 5,42% 2,34% 1,13 7,14% 4,62% 1,55 5,24% 5,24% 1,27 Idem als ZV1%, exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar geduurd hebben; ZMF: ziekmeldingsfrequentie. Aantal ziektegevallen in de rapportage per 100 personeelsleden. Ten opzichte van 2010 is het ziekteverzuimpercentage van het Dollard College licht gestegen en die van de Flint enigszins gedaald. Het merendeel van het ziekteverzuim is niet beïnvloedbaar omdat het ziekteverzuim een gevolg is van ernstige ziektes. Daar waar het ziekteverzuim wel beïnvloedbaar is, zet de directeur is samenspraak met de bestuursadviseur P&O adequate interventies in. In 2011 zijn de volgende interventies ingezet: scherp formuleren van de hulpvraag door werknemer/direct leidinggevende alvorens interventie wordt gestart; vrijheid in keuze bedrijfsmaatschappelijk werk, arbeidsdeskundige, coach etc. getekende offerte met resultaatomschrijving, duur en kosten. Het streefpercentage van maximaal 5% ziekteverzuim is zowel bij het Dollard College als de Flint niet behaald. 4.4 Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen het Dollard College. Verzuim is voor elke werkgever een belangrijke factor, zowel de persoonlijke kant van het verhaal als de financiële. Het ziekteverzuimpercentage is daarbij een belangrijk meetinstrument. Bij de ziekteverzuimgegevens onderscheidden we een aantal categorieën: ZV1%: ziekteverzuimpercentage 1. Het aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100%; ZV2%: ziekteverzuimpercentage 2. 19

Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Financiën 2011 Resultaat Het Dollard College heeft het jaar 2011 afgesloten met een negatief financieel resultaat van 614.455 (2010: negatief 1.524.906). Het exploitatieresultaat over 2011 is als volgt verdeeld: Onttrekking aan de Algemene Reserve Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Mediatheek Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve Exploitatieresultaat 2011-610.098-420 0-3.937-614.455 2010-1.479.462-598 - 38.497-6.349-1.524.906 In de begroting 2011 was rekening gehouden met een tekort van 550.000. Het uiteindelijke verlies is nog iets hoger. De baten komen hoger uit dan was begroot. De normatieve rijksbijdrage valt lager uit maar de overige rijksbijdragen zijn gunstiger dan was begroot. Per saldo is sprake van een stijging. De overige overheidsbijdragen en -subsidies vallen fors hoger uit maar daar staan in gelijke mate hogere lasten tegenover. De overige baten zijn hoger, onder andere als gevolg van meevallende ouderbijdragen. De personele lasten zijn bijna 0,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere sociale lasten, vooral WAO/WGA en ZVW, en hogere pensioenlasten, vooral voor ouderdomspensioen. Ook is sprake van hogere kosten voor personeel niet in loondienst als gevolg van hogere kosten van inhuur van externe dienstverleners. De afschrijvingslasten en komen iets hoger uit dan was begroot omdat meer is geïnvesteerd in meubilair en ICT-apparatuur. De huisvestingslasten zijn hoger door het uitvoeren van bouwkundige aanpassingen bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan. Deze kosten waren niet begroot. De overige lasten komen bijna 0,2 miljoen lager uit door lagere kosten van het boekenfonds. 20