Bijlage 3. Samenwerking

Vergelijkbare documenten
We starten met een aantal doelen van de Gezonde School (GS). In hoeverre vindt u deze belangrijk?

Gezonde School. Conferentie MBO Vitaal voor leren en werken 7 april Anneke Meijer

o Stel als regel in dat er in de personeelsruimte een fruitmand staat in plaats van een koekjestrommel.

Qmus 11februari = veranderenverbeteren. Context en balans

Bestuursopdracht Raad

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

Bewezen effectief werken. Korte introductie

Convenant Gezonde School Fryslân. Samenwerkingsverband ketenpartners

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Impressie bijeenkomst 9 maart 2015 met vertegenwoordigers uit de regionale samenwerkingsverbanden

Resultaten Jongerenonderzoek

ZonMw project Tools ter bevordering effectieve samenwerking preventiecuratie

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Een werkdrukplan opzetten. Keuze voor een grote of kleine aanpak: een werkdrukplan opzetten. Aftrap

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

Opzet presentatie. Probleemstelling, vraagstelling Onderzoeksopzet Resultaten uit de casus Lessen voor professionals Aanbevelingen Discussie

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Collegevoorstel AANLEIDING BEOOGD EFFECT ARGUMENTEN

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Beïnvloeding Samen sta je sterker

3 Interview locatiemanagement

Met de referentieniveaus naar schoolsucces

De sportfunctionaris als

Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Welzijn & Zorgstructuren. 6 december 2010, Juanita van der Hoek Uden

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Module Oriënteren en Organiseren

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

Samenwerken aan gezondheid in de wijk

Eerstelijn & gemeente(n)

Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

Profiel. Directeur ad interim. Stichting Hulst Voor Elkaar. 29 juni Opdrachtgever Hulst voor Elkaar

Handreiking Gezonde Gemeente. Voor beleid en uitvoering in wijk en gemeente

B&W-Aanbiedingsformulier

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?!

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Workshop Gezonde School GGD Kennemerland

Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Gezonde Scholen presteren beter!

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

In de Gemeente Marum

CHESS Het stappenplan

Werkwijze Commissie voor de Begeleiding (CvB)

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Competentiemanagement in zorg en welzijn Als kwaliteit van medewerkers telt

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

KomPas Samen sterker op basisscholen

Doetinchem, 28 juni 2017

Functieprofiel Locatiedirecteur

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Bijlage 1 Interviewleidraad voor het interview met locatiemanagers

Voor passend onderwijs is passend gedrag nodig 1

2 Deze stap is in de loop van het schoolslag-project geëvolueerd in bepaling van activiteiten en strategieën (Leurs et al., 2006).

Raadsvoorstel. Inleiding

National Resources. Source Short description Link

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

2017 Gemeentelijke rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd

Handleiding Cultuur Canvas

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Inspiratiedag Gezonde wijk 3 juni

Heroriëntatie Vrij Toegankelijke Voorzieningen NAAR VAN. Samenvatting afronding fase 1. Inwoners / Vrij Toegankelijke Voorzieningen.

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen

Informare. voor introductie van de Informare in het Netwerk Palliatieve Zorg. Handleiding

Bureau Waardenburg B.V. Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan

Alcohol en jongeren in de gemeente Noordoostpolder Wat is er al en waar liggen kansen?

Voorbeeldadvies Cijfers

Functiebeschrijving- en waardering Onderwijsgroep Amersfoort

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Passend Onderwijs voor uw kind

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bijlage 6 VRAGENFORMULIER KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

HANDLEIDING SCAN PASSEND ONDERWIJS

1. Onderwerp Beëindiging deelname Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Rijn Gouwe (RPA) 2. Rol van het

MEMO. Onderwerp : Aanpak actie Informatie uitwisseling n.a.v. bijeenkomst Informatie uitwisseling 23 september 2010

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

Raadsinformatiebrief

Training Creatief denken

Voorbeeldprogramma werksessie communicatiekalender

Transcriptie:

Bijlage 3. Samenwerking RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 1

2

Bijlage 3. Samenwerking Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Doel 1.2 Theoretisch kader 1.3 Kernpunt 1.4 Verwacht resultaat 1.5 Leeswijzer 2. Theoretisch kader 3. Toelichting componenten DISC-model 3.1 Gecoördineerd preventief gezondheidsbeleid 3.2 Externe factoren 3.3 Context 3.4 Leiderschap 3.5 Projectmatige samenwerking 3.6 Draagvlak Inleiding 1.1 Doel Deze bijlage geeft een beschrijving van het DISC-model, een instrument voor het vormgeven van samenwerking. Werken aan de Gezonde School vereist structurele samenwerking met partners op het terrein van preventie en de school. Belangrijk doel van de samenwerking is het gezamenlijk ondersteunen van de basisscholen bij integrale en structurele gezondheidsbevordering en het afstemmen van het preventieaanbod aan scholen en zorg dragen voor samenhang in het aanbod. In deze bijlage verstaan we onder samenwerkingspartners de volgende groepen: Gemeente: ambtenaar en wethouder onderwijs, welzijn, volksgezondheid; GGD: directie, management en medewerkers van de afdelingen jeugdgezondheidszorg, gezondheidsbevordering, epidemiologie, algemene gezondheidszorg, beleidsadvisering; Preventiepartners: management en medewerkers van onder meer onderwijs begeleidingsdienst, welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, verslavingspreventie, bureau Halt, thuiszorgorganisaties, Sportservice, organisaties voor eerstelijns zorg en de politie; Scholen: schoolbestuur, schooldirectie, locatieleider, intern begeleider, maatschappelijkwerker, docenten, ouders, leerlingen. RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 3

1.2 Theoretisch kader Deze bijlage is gebaseerd op een bestaand theoretisch model: het DISC-model. DISC staat voor DIagnosis of Sustainable Collaboration. Het model geeft zicht op de belemmerende en bevorderende factoren voor de beoogde samenwerking. Met die inzichten is de samenwerking tussen de betrokken organisaties te verbeteren. 1.3 Kernpunt Kernpunt van de Gezonde School is dat de samenwerkingspartners hun krachten, expertises en netwerken bundelen, zodat zij de school goed kunnen adviseren over het gezondheidsbeleid. Een groot aantal organisaties, afdelingen en personen is daarbij betrokken, ieder vanuit een eigen rol. 1.4 Verwacht resultaat Deze bijlage geeft de professional handvatten om in de eigen regio kritisch te kijken naar de mogelijkheden voor het versterken of vormgeven van structurele samenwerking met de verschillende samenwerkingspartners. 1.5 Leeswijzer Het DISC-model geeft aanknopingspunten voor het versterken van de bestaande samenwerking of het vormgeven van nieuwe samenwerking. De bijlage geeft een toelichting op het theoretische model en biedt in kaders een vertaalslag naar de praktijk. Het model is geen stappenplan, maar dient als inspiratiebron en hulpmiddel. De vier modules van de handleiding verwijzen op verschillende plaatsen naar deze bijlage. 4

2. Theoretisch kader DISC staat voor DIagnosis of Sustainable Collaboration. Het model is bedoeld om samenwerking tussen organisaties te verbeteren. Het DISC-model is breed toepasbaar op het terrein van de openbare gezondheidszorg, waar structurele samenwerking tussen organisaties noodzakelijk is om tot een integrale aanpak te komen. De toepassing van het DISC-model hang af van de doelstelling: een nieuw samenwerkingsverband opstarten of een bestaand samenwerkingsverband versterken. Het model geeft zicht op de belemmerende en bevorderende factoren in de beoogde samenwerking. Binnen de Gezonde School gaat het niet alleen om samenwerking tussen professionals van een bepaalde organisatie, maar ook om samenwerking tussen organisaties die soms in verschillende domeinen werkzaam zijn (preventie, beleid, onderwijs). De samenwerking kan zich toespitsen op verschillende aspecten, zoals gezamenlijk innoveren, implementeren, realiseren, evalueren en verankeren van een nieuwe manier van (samen)werken. Het is de kunst goed zicht te krijgen en te houden op het samenwerkingsproces. Dat biedt de kans het proces te verbeteren tot de duurzame en integrale samenwerking die nodig is voor structureel en planmatig werken aan gezondheidsbevordering op scholen. Het DISC-model bestaat uit verschillende componenten die elk bijdragen aan optimale samenwerking (zie figuur). De componenten van het model zijn genummerd van 1 tot en met 6, maar deze nummers geven geen volgorde voor de uitvoering aan. 2. Externe factoren a. beleid en regelgeving b. opstelling financiers c. maatschappelijke waarden 4. Leiderschap a. visie b. innovatieperspectief c. veranderstrategieën d. netwerk ontwikkeling 3. Context a. bestaande samenwerkingsverbanden b. kenmerken van organisaties c. onderzoekskracht d. direct relevant overheidsbeleid 5. Projectmatige samenwerking a. wie: actoren b. wat: taken/rollen c. hoe: overleggen 6a. Percepties a. doelen b. belang c. win - win d. consensus e. samenstelling 6. Draagvlak 6b. Intenties bereidheid tot a. wederzijds vertrouwen b. betrokkenheid c. verandering 6c. Acties a. aanpassingen b. inzet van middelen c. formalisatie 1. Gecoördineerd (preventief) gezondheidsbeleid a. idee b. regulier werk RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 5

3. Toelichting componenten DISC-model Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de zes componenten van het DISC-model. Bij iedere component staat een kader met aanknopingspunten voor de toepassing bij het samenwerken aan integrale en structurele gezondheidsbevordering op de school. 3.1 Gecoördineerd preventief gezondheidsbeleid De eerste stap van samenwerken aan de Gezonde School is het formuleren van een gezamenlijke visie op gezondheidsbevordering op scholen en het opstellen van een gedragen samenwerkingsnetwerk. Hoe dit proces verloopt, is afhankelijk van alle factoren die benoemd zijn in het DISC-model. Meerwaarde voor de praktijk Toepassing van het DISC-model geeft inzicht in de bestaande manier van samenwerken. Op basis daarvan kunnen de verschillende partijen beoordelen of ze tevreden zijn of de samenwerking willen versterken. De verschillende componenten uit het model kunnen hiervoor aanknopingspunten geven. Van theorie naar praktijk De bestaande manier van samenwerking kan op de volgende manier inzichtelijk worden: Inventariseer de huidige mate van invoering van de Gezonde School volgens de verschillende samenwerkingspartners. Neemt de organisatie initiatieven voor de (door)ontwikkeling van de Gezonde School? Heeft de organisatie invulling gegeven aan ontwikkeling, realisatie en verankering van de Gezonde School? Is de ondersteuning van scholen bij integrale en structurele gezondheidbevordering onderdeel van de reguliere werkzaamheden van de samenwerkingspartner? Is de Gezonde School voldoende bestuurlijk verankerd om de benodigde integrale samenwerking voort te zetten? 3.2 Externe factoren Het proces van samenwerken wordt beïnvloed zogenoemde externe factoren, die moeilijk of niet te veranderen zijn. In theorie zijn twee hoofdgroepen van externe factoren te onderscheiden: 6

a. Beleid en regelgeving Samenwerkingspartners zijn vrijwel altijd afhankelijk van beleid en wet- en regelgeving. Het moet helder zijn welk beleid en welke regels het kader voor een samenwerkingsverband vormen en hoe de visie van de Gezonde School daarin past. Schaarste van middelen, financieringsschotten en de overgang naar marktwerking kan de betrokken partijen dwingen tot keuzes die ten koste gaan van de samenwerking binnen de Gezonde School. b. Opstelling financiers Het is bevorderend voor de samenwerking als financiers zich stimulerend, ondersteunend en meedenkend opstellen en een toezegging doen over financiering van participatie aan de Gezonde School over langere tijd. Ook duidelijkheid over de verdeling van de middelen tussen de samenwerkingspartners is onmisbaar. Meerwaarde voor de praktijk Als u weet hoe de Gezonde School aansluit bij de beleidkaders van de (potentiële) samenwerkingspartners en de financiers, kunt u daarop inspelen in de contacten en de samenwerking. Zo zult u sneller aansluiting vinden bij uw gesprekspartner. Van theorie naar praktijk De externe factoren die een rol spelen bij de Gezonde School kunt u bijvoorbeeld op de volgende manieren inzichtelijk maken: Inventariseer de belangrijkste beleidskaders op lokaal, regionaal en nationaal niveau die van invloed kunnen zijn op de Gezonde School. - Welke beleidskaders geven aanknopingspunten voor de basisprincipes van de Gezonde School? - Welke beleidskaders ondermijnen de basisprincipes van de Gezonde School? De (potentiële) samenwerkingspartners worden door verschillende bronnen gefinancierd. Financiering kan een rol spelen bij het tot stand komen van een samenwerkingsrelatie. - Welke financiers spelen een belangrijke rol bij de financiering van (potentiële) samenwerkingspartners? - Wat is het standpunt van de betreffende financiers over de Gezonde School? Overtuig de belangrijkste financiers van de noodzaak van de Gezonde School. - Welke doelstellingen van de Gezonde School sluiten aan bij het beleidskader van de betreffende financiers? Inventariseer de belangrijkste maatschappelijke waarden van de Gezonde School (bijvoorbeeld wat vindt de maatschappij van gezondheid en de rol van de betreffende partner en hoe kun je hierop inspelen met de Gezonde School?).. - Welke maatschappelijke waarden van de (potentiële) samenwerkingspartner geven aanknopingspunten voor de Gezonde School? - Welke maatschappelijke waarden van de potentiële samenwerkingspartner ondermijnen de basisprincipes van de Gezonde School? RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 7

8

3.3 Context De component context verwijst naar bestaande samenwerkingsverbanden, kenmerken van de organisaties en relevant overheidsbeleid. De (potentiële) samenwerkingspartners zullen meer openstaan voor structurele samenwerking als zij positieve ervaringen hebben met het samenwerkingsverband en een duidelijke koppeling ervaren tussen de belangen van de eigen organisatie en de belangen van de Gezonde School. Meerwaarde voor de praktijk Iedere organisatie benut zijn eigen netwerk om doelen te realiseren. Wanneer de Gezonde School meerwaarde biedt ten opzicht van deze bestaande context, is de kans groter dat de betreffende organisatie instemt met samenwerking. Als u weet binnen welke context de samenwerkingspartners keuzes maken over deelname aan de Gezonde School, kunt u daarop inspelen. Van theorie naar praktijk U kunt de context van de Gezonde School op de volgende manieren inzichtelijk maken: Inventariseer de belangrijkste samenwerkingspartners die relevant zijn voor de Gezonde School. - Inventariseer per samenwerkingspartner de bestaande samenwerkingsrelatie. Inventariseer per samenwerkingspartner de belangrijkste organisatorische ontwikkelingen die relevant zijn voor de Gezonde School. - Welke ontwikkelingen binnen de betreffende organisatie zijn bevorderende voor samenwerking (bijvoorbeeld overheidsbeleid, subsidietoekenningen, reorganisaties)? - Welke ontwikkelingen binnen de betreffende organisatie zijn belemmerend voor samenwerking (bijvoorbeeld overheidsbeleid, budgettekorten, fusieprocessen)? Inventariseer per samenwerkingspartner de mogelijkheden voor bijdragen aan de Gezonde School. - Welke mogelijkheden (interesse, expertise, capaciteit) biedt de organisatie voor de uitvoering van de Gezonde School? Inventariseer per samenwerkingspartner de punten waarop de Gezonde School aansluit bij het beleid van de samenwerkingspartner. - Welke beleidsontwikkelingen op het terrein van preventie binnen het onderwijs zijn op dit moment actueel bij de betrokken organisaties? - Welke mogelijkheden zijn er om het beleid van de betrokken organisaties te koppelen aan de Gezonde School (bijvoorbeeld schoolgezondheidsbeleid, jeugdzorg, ketenzorg, onderwijs, jeugdwelzijn, jeugdgezondheidszorg)? RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 9

3.4 Leiderschap Structurele samenwerking vraagt heldere sturing op het proces. Het leiderschap kan het beste ondergebracht worden bij de samenwerkingspartner die deze rol vanuit zijn wettelijke taak kan vervullen. Goede sturing vraagt inzicht in de gezamenlijke visie van de verschillende betrokken organisaties, het innovatieperspectief (de wijze waarop een organisatie aankijkt tegen veranderingen), veranderstrategieën (de wijze waarop een organisatie omgaat met veranderingen) en de netwerkontwikkeling (het netwerk dat een organisatie heeft opgebouwd voor de uitvoering van de opdracht). Meerwaarde voor de praktijk Een groot aantal organisaties kan een rol spelen bij de Gezonde School. Samenwerking is niet gebaseerd op hiërarchisch leiderschap zoals binnen organisaties vaak het geval is, maar heldere sturing is wel nodig. Duidelijke afspraken over leiderschap zijn daar onmisbaar onderdeel van. De taken en rollen van de betrokken organisaties kunnen het uitgangspunt vormen bij het toewijzen van de leiderschapstaken. Zie daarvoor ook de component projectmatig samenwerken (paragraaf 3.5). Van theorie naar praktijk De mogelijkheden voor leiderschap binnen de Gezonde School kunt u op de volgende manieren inzichtelijk te maken: Inventariseer bij de betrokken samenwerkingspartners aanknopingspunten voor de Gezonde School. - Wat is de taak van de betreffende organisatie? - Wat is de rol van de betreffende organisatie? (leiderschap, uitvoerend, enz.) - Wat is de visie van de betreffende organisatie? - Welk doel streeft de betreffende organisatie na? - Hoe wil men dit doel bereiken? - Wat is de meerwaarde van de Gezonde School voor de betreffende organisatie? Inventariseer per samenwerkingspartner hoe de organisatie omgaat met veranderingen. - Welke informatie is bepalend voor de (potentiële) samenwerkingspartner voor de keuze voor beleid? Waar hecht de partner de meeste waarde aan, op basis waarvan kun je hem overtuigen? (technologie: nieuwswaarde, macht: kenniswaarde, cultureel-politiek: interactiewaarde, evolutie: praktijkwaarde) - Gebruik deze informatie in de communicatie met de (potentiële) samenwerkingspartner. 10

3.5 Projectmatige samenwerking Bij de component projectmatige samenwerking staan drie vragen centraal: wie zijn de betrokken actoren, welke taken en rollen neemt iedere actor op zich en hoe voert hij die uit? De samenwerking wordt geoperationaliseerd door beslisdocumenten en afspraken over menskracht, taken en overlegvormen. Dit vormt de basis voor structurele samenwerking. Meerwaarde voor de praktijk Wanneer u binnen de Gezonde School projectmatig samenwerken wilt invoeren, heeft u in de eerste plaats een overzicht van de verschillende taken nodig. De taken kunnen op verschillende manieren verdeeld worden. Daarbij houdt u rekening met de mogelijkheden en onmogelijkheden van de verschillende (potentiële) samenwerkingspartners. Als de taken passen bij de mogelijkheden van de organisatie, is de kans groter dat de taak ook daadwerkelijk invulling krijgt. Op deze manier kan iedere organisatie een passende bijdrage leveren aan de Gezonde School. Het is van belang afspraken over de taakverdeling goed vast te leggen en jaarlijks te evalueren. Van theorie naar praktijk Aanknopingspunten voor projectmatige samenwerking kunt u op de volgende manier inzichtelijk maken: Inventariseer aanknopingspunten voor projectmatig samenwerken. - Welke taken moeten uitgevoerd worden voor de Gezonde School (projectleider, adviseur)? - Welke bevoegdheden zijn nodig? - Welke communicatiemiddelen zijn nodig (overleggen, nieuwsbrieven, websites)? Inventariseer per samenwerkingspartner de mogelijkheden voor projectmatig samenwerken. - Welke mogelijkheden hebben de verschillende samenwerkingspartners om taken in te vullen (let op menskracht, budget, middelen, project ondersteuning)? - Welke mogelijkheden hebben de afzonderlijke samenwerkingspartners om uitvoering te geven aan bevoegdheden? - Welke mogelijkheden hebben de afzonderlijke samenwerkingspartners om vorm te geven aan de communicatie? RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 11

12

3.6 Draagvlak De component draagvlak is opgebouwd uit drie deelcomponenten: percepties, intenties en acties. a. Percepties De deelcomponent percepties geeft bijvoorbeeld inzicht in de mate waarop de doelen van de verschillende samenwerkingspartners op elkaar aansluiten, welke belangen spelen, wat mogelijke win-win situaties kunnen zijn en waar consensus mogelijk is. Intersectorale samenwerking verloopt beter naarmate de opvattingen en meningen van (potentiële) samenwerkingspartners over de Gezonde School meer met elkaar overeenstemmen. Als de betrokkenen voordeel zien in de Gezonde School voor de doelen van de eigen organisatie en als zij vinden dat de juiste partijen bij de samenwerking betrokken zijn, vergroot dit het draagvlak voor de Gezonde School. Meerwaarde voor de praktijk Wanneer de opvattingen van de Gezonde School overeenkomen met de opvattingen van een potentiële samenwerkingspartner zal deze sneller geneigd zijn een bijdrage te leveren aan de samenwerking. Deze bijdrage hoeft niet per definitie gericht te zijn op gezondheid. Ook andere einddoelen zoals goede leerprestaties, verminderen van concentratieproblemen en een positieve sfeer in de klas geven aanknopingspunten voor samenwerking aan de Gezonde School. Maak gezamenlijke opvattingen en verwachtingen bespreekbaar en benadruk deze bij de samenwerking. Wanneer de organisaties zich herkennen in de Gezonde School, zal dit de intentie tot samenwerken positief beïnvloeden. Vertaalslag van theorie naar de praktijk De percepties van de betrokkenen zijn op verschillende manieren inzichtelijk te maken: Inventariseer de perceptie van de verschillende (potentiële) samenwerkingspartners over de Gezonde School. - Sluit het doel van de organisatie aan bij het samenwerkingsdoel van de Gezonde School? - Is er overeenstemming over ieders taak, functie, werkwijze en werkgebied binnen de Gezonde School? - Is er overeenstemming over de samenwerkingscultuur, het samenwerkingsdoel, de doelgroep en de visie op de Gezonde School? - Zijn de juiste samenwerkingspartners betrokken bij de Gezonde School? RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 13

b. Intenties De deelcomponent intenties geeft aandacht aan de bereidheid tot wederzijds vertrouwen, betrokkenheid en verandering. Intersectorale samenwerking vraagt dat de samenwerkingspartners bereid zijn elkaar te vertrouwen en af te zien van concurrentie ten gunste van het gezamenlijke doel: de Gezonde School. Meerwaarde voor de praktijk Draagvlak wordt bepaald door drie deelcomponenten die elkaar beïnvloeden. Wanneer na de inventarisatie blijkt dat de samenwerkingspartners geen intentie hebben om samen te werken, is het verstandig een stap terug te zetten en de percepties van de betreffende organisatie opnieuw te bespreken. Wanneer de percepties terugkomen in de samenwerking, zal dit de intentie positief beïnvloeden. Van theorie naar praktijk De intenties van de betrokkenen kunnen op de volgende manier inzichtelijk worden: Inventariseer de intentie van de samenwerkingspartners voor het werken met de Gezonde School. - Zijn de samenwerkingspartners bereid samen te werken op basis van wederzijds vertrouwen en hun concurrentiepositie opzij te schuiven? - Zijn de betreffende samenwerkingspartners bereid zich gezamenlijk in te zetten voor de ontwikkeling en uitvoering van integrale en structurele gezondheidsbevordering op de school? - Zijn de organisaties bereid de Gezonde School toe te passen? Indien ja, ga in gesprek over de acties. Indien nee, ga opnieuw in gesprek over de percepties. c. Acties De deelcomponent acties geeft inzicht in de inspanningen die de samenwerkingspartners verrichten om structurele samenwerking in te voeren: ondernomen acties, aanpassingen in de organisatie, inzet van middelen en formalisatie van afspraken. Iedere samenwerkingspartners zal bijvoorbeeld op basis van de eigen mogelijkheden middelen moeten inzetten om het gezamenlijke doel te realiseren. Meerwaarde voor de praktijk De bijdrage die de (potentiële) samenwerkingspartner aan de structurele samenwerking kan en wil leveren, geeft inzicht in het draagvlak voor de samenwerking. Het is belangrijk hier duidelijke afspraken over te maken en die afspraken regelmatig te evalueren en zonodig aan te passen. Als een organisatie zijn bijdrage niet meer kan leveren, heeft dat een negatieve invloed op de samenwerkingsrelatie. 14

Van theorie naar praktijk De acties van de betrokkenen kunt u op de volgende manier inzichtelijk maken: Evalueer in hoeverre de samenwerkingspartners hun intentie voor het werken met de Gezonde School daadwerkelijk omzetten in acties. - Welke wijzigingen hebben de samenwerkingspartners binnen de eigen organisatie doorgevoerd voor de invoering van de Gezonde School? - Welke toegezegde middelen (geld en menskracht) zijn daadwerkelijk beschikbaar gesteld? - Welke afspraken zijn geformaliseerd, bijvoorbeeld in beleidsdocumenten of ondertekende contracten? RIVM, Handleiding Gezonde School Basisonderwijs, april 2010, Bijlage 3. Samenwerking 15