ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Crebo:95530 Versie 1.0 KD 2012
ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die de student geacht wordt te doorlopen gedurende de opleiding. Uiteindelijk zal de student de beroepsopdrachten op startbekwaam niveau uitoefenen. Gedurende de opleiding heeft de student geoefend met de opdrachten en heeft hij feedback verzameld. In overleg met de studieloopbaanbegeleider en de werkbegeleider/praktijkopleider wordt besloten of de student in staat is de beroepsopdracht als toets uit te voeren. De toets wordt uitgevoerd op een vastgesteld moment dat van te voren bij de student en de beoordelaar bekend is. De afdeling waar de toets wordt afgenomen is eveneens bekend. Op de volgende pagina s wordt een precieze en algemene instructie beschreven voor de student en de beoordelaar. De algemene instructie geldt voor alle beroepsopdrachten die als toets uitgevoerd worden. Daar waar de instructie afwijkt, zal dat per beroepsopdracht aangegeven worden. 2
3
INSTRUCTIE VOOR DE STUDENT Binnenkort ga je een beroepsopdracht als toets uitvoeren. Op deze pagina vind je de instructie voor het uitvoeren van de toets. Voorbereiding 1. Bereid je met behulp van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor op het uitvoeren van de toets. 2. Verzamel de feedbackformulieren zodat je je goed kunt voorbereiden op de toets (wat is belangrijk voor je om op te letten/wat doe je goed/waar moet je nog wat extra aandacht aan schenken voordat je de toets gaat uitvoeren etc.) Overleg hierover ook met je SLB-er en je begeleider in de praktijk. 3. Vraag toestemming voor het uitvoeren van de toets aan je werkbegeleider/ praktijkopleider. 4. Maak een planning en schrijf de afspraken die je maakt voor de uitvoering en de beoordeling van de toets in het daarvoor bestemde formulier. (Zie het afsprakenformulier toets beroepsopdracht achter in het opdrachtenboek) 5. Voeg het formulier bij het beoordelingsformulier van de toets. Uitvoering toets 1. Voer de toets uit volgens de planning Nabespreking toets 1. Bespreek de beoordeling van de toets met de beoordelaar en vraag om eventuele toelichting op de beoordeling. 2. Bij een voldoende beoordeling: vraag de beoordelaar het beoordelingsformulier af te tekenen en te voorzien van een stempel van de praktijkorganisatie. zet zelf ook de handtekening op het beoordelingsformulier Stel je POP en PAP in overleg met je studieloopbaanbegeleider / beoordelaar bij. Maak daarbij gebruik van de argumentatie waarop de beoordeling gebaseerd is. Bij een onvoldoende beoordeling: vraag de beoordelaar om een beschrijving van de beoordeling maak een plan voor de voorbereiding van de herkansing start opnieuw de voorbereiding van de toets Voldoende beoordeling De toets is voldoende als ALLE werkprocessen met VOLDOENDE zijn beoordeeld. 4
INSTRUCTIE VOOR DE BEOORDELAAR Binnenkort gaat u een student beoordelen die een beroepsopdracht als toets zal uitvoeren. Op deze pagina vindt u de instructie voor het beoordelen van de toets. Voorbereiding Bespreek met de student de planning en leg samen met de student de afspraken voor de uitvoering en beoordeling van de toets vast in het daarvoor bestemde formulier. (Ze het afsprakenformulier toets beroepsopdracht achter in het opdrachtenboek) Uitvoering en beoordeling van de toets 1. Observeer de uitvoering van de toets. 2. Beoordeel de uitgevoerde werkprocessen met voldoende/onvoldoende. 3. Vervolgens geeft u het totaal oordeel aan op het formulier. De opdracht is voldoende als alle werkprocessen met een voldoende zijn beoordeeld. 4. Beargumenteer en beschrijf uw beoordeling op het beoordelingsformulier. Maak daarbij gebruik van de competenties zoals die op het overzicht van de beroepstaak worden genoemd. Nabespreking van de toets 1. Bespreek de beoordeling van de toets met de student. Bij een voldoende beoordeling: tekent u de toets af met handtekening en stempel van de organisatie laat de student eveneens het formulier tekenen ondersteunt u indien nodig de student bij het bijstellen van zijn POP en PAP. Bij een onvoldoende beoordeling: evalueert u uitvoerig de resultaten van de toets met de student en geeft u toelichting op de beschreven beoordeling. maakt u met de student afspraken m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van de herkansing Voldoende beoordeling De toets is voldoende als ALLE werkprocessen met VOLDOENDE zijn beoordeeld. 5
OPLEIDING tot VERZORGENDE-IG & MEDEWERKER MAATSCHAPPELIJKE ZORG TOETS BEROEPSOPDRACHT Kun jij de cliënten van een woongroep met 5-8 bewoners ondersteunen bij het wonen en huishouden, zodat de cliënten volgens eigen wensen en behoeften ondersteund zijn? Beroepstaak A Niveau Startbekwaam KD 2012 6
7
INLEIDING Binnenkort ga je de toets Kun jij de cliënten van een woongroep met 5-8 bewoners ondersteunen bij het wonen en huishouden, zodat de cliënten volgens eigen wensen en behoeften ondersteund zijn? afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de Algemene instructie toets beroepsopdracht voor student en beoordelaars achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. Beroepsopdracht Beroepstaak A Startbekwaam Niveau Ondersteun gedurende een week cliënten van een woongroep met 5-8 bewoners bij het wonen en huishouden, zodat de cliënten volgens eigen wensen en behoeften ondersteund zijn De werkbegeleider mag van jou het volgende verwachten: Je maakt afspraken met andere betrokkenen bij deze opdracht. Je plant de werkzaamheden in overleg met je werkbegeleider, cliënten en collega s. De ondersteuning bij wonen en huishouden verleen je volgens het opgestelde zorgplan waarin rekening is gehouden met de specifieke wensen, mogelijkheden en omstandigheden van de cliënten. Je ondersteunt de cliënten in de huishouding volgens eigen wensen en behoeften en zet de juiste materialen in. Je ondersteunt de cliënt bij het opruimen en schoonhouden van de woning/leefruimte. Je ondersteunt de cliënt zo nodig bij het doen van de boodschappen. Je ondersteunt de cliënten op juiste wijze bij de maaltijden. Je verzorgt textiel van de cliënten volgens de richtlijnen van de instelling en wensen van de cliënt. Je begeleidt de cliënten bij de zelfredzaamheid, door geen handelingen over te nemen die de cliënt nog kan en je stimuleert de cliënt zelf keuzes te maken. Je rapporteert, onder begeleiding, in het zorgdossier volgens de richtlijnen, de door jouw geëvalueerde gegevens. Nederlands: Rekenen: Spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de bovenstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. 8
9
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht A Naam student: Datum: Opleiding: VIG&MMZ Niveau Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak A Startbekwaam Niveau 1.1, 1.1 Inventariseert de hulpvraag en stelt (mede) het zorgplan op (D-H-J-K-M-N) 1.2, 2.1 Ondersteunt bij de persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden (C-D-E-F-J-K-R) 1.5, 2.3 Begeleidt een cliënt (C-D-L-Q-R) 1.7, 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden (C-L-R-T) 1.10, 3.3 Stemt de werkzaamheden en zorgverlening af met betrokkenen (E-Q) 1.11,3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning (D-J-M) O V Totaal Oordeel Beroepsopdracht A Onvoldoende Voldoende Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie 10
11
Overzicht Beroepstaak A Ondersteunen bij huishouden en wonen Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak A Startbekwaam Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij huishouden en wonen A.1 Plannen van 1.1, 1.10, 1.11, 1.1, 3.3, werkzaamheden 3.6 A.2 Uitvoeren van huishoudelijk werk Competenties: C. D. E. F. H. J. K. L. M. N. Q. R. T. 1.2, 1.5, 1.7, 2.1, 2.2, 2.3 Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen H. Overtuigen en beïnvloeden J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren R. Op de behoefte van de klant richten T. Instructies en procedures volgen Prestatie-indicatoren Neemt geen handelingen over die de cliënt zelf kan Stimuleert de cliënt zelf keuzes te maken Toont interesse, respect en luistert naar de cliënt Luistert wanneer bij de evaluatie zaken naar voren worden gebracht Raadpleegt collega s over de ondersteuning bij huishouden en wonen Stemt de werkzaamheden af met de cliënt en collega s af Houdt rekening met de leefregels en gewoonten die voor de cliënt belangrijk zijn Geeft betrouwbare informatie Houdt rekening met de privacy van de cliënt Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak Kijkt naar verschillende belangen en mogelijkheden Schrijft in begrijpelijke taal en bespreekt dit met begeleider. Verwerkt gegevens onder begeleiding in het zorgdossier. Voert de vaardigheden met betrekking tot de huishouding volgens protocol uit Kent de beperkingen en de mogelijkheden van de cliënt en houdt hier rekening mee Werkt ergonomisch en kan dit motiveren Kiest passende materialen en middelen Werkt efficiënt en kostenbewust Gebruikt materialen en middelen gericht Zorgt voor onderhoud van materialen Verzamelt met juiste methodiek gegevens Legt verbanden tussen gegevens en bespreekt dit Trekt conclusies uit verkregen gegevens en bespreekt dit Leest het zorgplan en stelt vragen aan de cliënt of werkbegeleider om beeld te krijgen van zijn situatie en wensen Bepaalt in overleg welke werkzaamheden prioriteit hebben Stemt werkzaamheden op elkaar af Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning Komt gemaakte afspraken over huishouden en wonen na Inventariseert de wensen en verwachtingen t.a.v. huishouden en wonen bij de cliënt Volgt de aanwijzingen van leidinggevende/organisatie op Houdt zich aan de protocollen/richtlijnen en veiligheidsvoorschriften van de organisatie 12
13
AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN DE TOETS Naam student : Beroepsopdracht : A startbekwaam Wordt afgenomen op Datum Tijdstip Tijdstip nagesprek Afdeling Naam Beoordelaar : : van tot : van tot : : Overige relevante afspraken: Datum:. Werkbegeleider/praktijkopleider: Student: Naam Naam Paraaf. Paraaf. 14
15
OPLEIDING tot VERZORGENDE-IG & MEDEWERKER MAATSCHAPPELIJKE ZORG TOETS BEROEPSOPDRACHT Kun jij meewerken in de persoonlijke basiszorg voor een cliënt? Beroepstaak B Niveau Beginner KD 2012 16
17
INLEIDING Binnenkort ga je de toets Kun jij meewerken in de persoonlijke basiszorg voor een cliënt in? afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de Algemene instructie toets beroepsopdracht voor student en beoordelaars achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. Beroepsopdracht Beroepstaak B Beginnend niveau Werk, onder begeleiding van een gediplomeerde, mee aan de in het zorgplan omschreven basiszorg aan 3-5 cliënten. De werkbegeleider mag van jou het volgende verwachten: De zorg verleen je volgens het opgestelde zorgplan. Je ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging, voeding en vocht, uitscheiding, mobiliteitsproblemen en het bevorderen van het slaap- en waakritme. Je begeleidt de cliënt bij de zelfredzaamheid, door geen handelingen over te nemen die de cliënt nog kan en je daagt ze uit om zelf keuzes te maken bij de persoonlijke basiszorg en dagindeling. Je begeleidt de cliënt op psychosociaal gebied door de cliënt de gelegenheid te geven over problemen en gevoelens te praten. Tijdens de begeleiding en uitvoering van de basiszorg vraag je hoe de cliënt de zorg en ondersteuning ervaart. Gewenste veranderingen geef je door aan je werkbegeleider, zodat zij het kan veranderen in het zorgdossier. Je stemt je werkzaamheden af met collega s, maakt afspraken en draagt zorg over. Wanneer er iets onverwachts gebeurt onderneem je de juiste actie en roep je tijdig de hulp in van een gediplomeerd verzorgende of andere discipline. Je rapporteert in het zorgdossier (in overleg met de werkbegeleider) je bevindingen. Nederlands: Rekenen: Spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de bovenstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. 18
19
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student: Datum: Opleiding: VIG/MMZ Niveau: Beginner Werkprocessen Beroepstaak B Beginnend Niveau 1.1/ 1.1 Inventariseert de hulpvragen en stelt (mede) het zorgplan op (D-H-J-K-M-N) 1.2 /2.1 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden (C-D-E-F-J-K-R) 1.5 Begeleidt de cliënt (C-D-R) 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (E-T-V) 1.10/3.3 Stemt de werkzaamheden en zorgverlening af met betrokkenen (E-Q) 1.11/3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning (D-J-M) O V Totaal Oordeel Beroepsopdracht B Onvoldoende Voldoende Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie 20
21
Overzicht Beroepstaak B Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak B Beginner Beroepsproducten Werkprocessen Basiszorg B1 Zorgplan 1.1, 1.10, 1.11, 1.1, 3.3, 3.6 B2 Basiszorg 1.2, 1.5, 2.1 B3 Crisissituaties 1.9 Competenties: C. D. E. F. H. J. K. M. N. Q. R. T. V. Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen H. Overtuigen en beïnvloeden J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren N. Onderzoeken Q. Plannen en organiseren R. Op de behoefte van de klant richten T. Instructies en procedures volgen V. Met druk en tegenslag omgaan Prestatie-indicatoren Benoemt het belang van de zelfredzaamheid van de cliënt Neemt geen handelingen over die de cliënt zelf kan Stimuleert de cliënt zelf keuzes te maken Kan zich inleven in andermans gevoelens Luistert actief, toont interesse en respect Observeert de cliënt op het psychosomatische welbevinden en bespreekt dit met de cliënt Behandeld de cliënt met respect en geduld Staat open voor problemen en de vragen van de cliënt Geeft verkregen informatie door aan de werkbegeleider Is aanwezig bij overlegmomenten Stemt de zorg af met de cliënt en collega s in overleg met werkbegeleider Toont persoonlijke betrokkenheid bij het welzijn van cliënten Verdiept zich in waarden en normen van de cliënten door het stellen van vragen Houdt rekening met de privacy van de cliënt Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak Kijkt naar verschillende belangen en mogelijkheden Rapporteert volgens de richtlijnen Schrijft in begrijpelijke taal en bespreekt dit met de werkbegeleider Benoemt de beperkingen en mogelijkheden van de cliënt Voert de vaardigheden met betrekking tot de basiszorg ergonomisch en volgens protocol uit Verzamelt onder begeleiding gegevens Benoemt mogelijke zorgbehoefte Evalueert met de cliënt de zorg Leest het zorgplan en stelt vragen aan de cliënt of werkbegeleider om beeld te krijgen van zijn situatie en wensen Maakt in samenwerking met de werkbegeleider een dagindeling Vertelt welke doelen zij wil behalen en maakt hiervoor een planning Houdt zich aan gemaakte afspraken Voert het opgestelde zorgplan uit Observeert de behoeften van de cliënt Bespreekt de observaties met de werkbegeleider Verdiept zich in de wettelijke richtlijnen en procedures die gelden voor onvoorziene situaties en crisissituaties Observeert het handelen van collega s tijdens onvoorziene situaties en crisissituaties en bespreekt dit na Roept bij crisissituaties zo nodig hulp in van collega s Kan eigen grenzen aangeven en gevoelens bespreekbaar maken 22
23
AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN DE TOETS Naam student : Beroepsopdracht : B beginner Wordt afgenomen op Datum Tijdstip Tijdstip nagesprek Afdeling Naam Beoordelaar : : van tot : van tot : : Overige relevante afspraken: Datum:. Werkbegeleider/praktijkopleider: Student: Naam Naam Paraaf. Paraaf. 24
25
OPLEIDING tot VERZORGENDE-IG & MEDEWERKER MAATSCHAPPELIJKE ZORG TOETS BEROEPSOPDRACHT Kun jij meewerken in de begeleiding van een cliënt en een groep cliënten? Beroepstaak C Niveau Beginner KD 2012 26
27
INLEIDING Binnenkort ga je de toets Kun jij meewerken in de begeleiding van een cliënt of een groep cliënten afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de Algemene instructie toets beroepsopdracht voor student en beoordelaars achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. Beroepsopdracht Beroepstaak C Beginnend niveau Geef gedurende 3-5 dagen, onder begeleiding van een gediplomeerde, de in het zorgplan omschreven begeleiding en activiteiten aan 3 tot 5 cliënten De werkbegeleider mag van jou het volgende verwachten: De zorg verleen je volgens het opgestelde zorgplan en activiteitenplan. Je observeert en signaleert veranderingen van de cliënt en rapporteert deze. Je begeleidt de cliënt bij de zelfredzaamheid, door geen handelingen over te nemen die de cliënt nog kan. Je daagt de cliënt uit en zet activiteiten in om de cliënt te stimuleren zelf keuzes te maken bij de basiszorg, wonen, huishouden en dagbesteding. Je begeleidt de cliënt op psychosociaal gebied door de cliënt de gelegenheid te geven om over problemen en gevoelens te praten. Je ondersteunt de cliënt bij de dagbesteding. Je onderneemt activiteiten met cliënten in groepsverband passend bij hun behoeften en wensen. Gewenste veranderingen geef je door aan je werkbegeleider, zodat zij het kan veranderen in het zorgdossier. Je stemt je werkzaamheden af met collega s, maakt afspraken en draagt zorg over. Je rapporteert in het zorgdossier (in overleg met de werkbegeleider) je bevindingen. Nederlands: Rekenen: Gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalverzorging en taalbeschouwing Getallen, verhoudingen Als je deze beroepsopdracht uitvoert, werk je ook aan de bovenstaande onderdelen van Nederlands en rekenen. 28
29
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Naam student: Datum: Opleiding: VIG&MMZ Niveau: Beginner Werkprocessen Beroepstaak C Beginnend Niveau 1.5/2.2/2.3 Ondersteunt en begeleidt een cliënt bij wonen, huishouden en dagbesteding (C-D-L-R-T-Q) 1.6/2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal maatschappelijk gebied (C-E-L-Q-U) 1.11/3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning (D-J-M) O V Totaal Oordeel Beroepsopdracht C Onvoldoende Voldoende Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (Maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie 30
31
Overzicht Beroepstaak C Begeleiden Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beginnend Beroepsproducten Werkprocessen Begeleiden C2 Psychosociale 1.5, 1.11, 2.2, 2.3, 3.6 begeleiding C3 Groepsbegeleiding 1.6, 1.11, 2.4, 3.6 Competenties: C. D. E. J. M. Q. R. T. U Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoefte van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen U. Omgaan met veranderingen en aanpassen Prestatie-indicatoren Voert onder begeleiding activiteiten uit waarbij de cliënt kan oefenen met ander gedrag Motiveert en stimuleert de cliënt Benoemt het belang van de zelfredzaamheid van de cliënt Neemt geen handelingen over die de cliënt zelf kan Stimuleert de cliënt zelf keuzes te maken Inventariseert de behoeften van een groep cliënten op sociaal gebied Organiseert activiteiten die een groep cliënten wil ondernemen Kan zich inleven in andermans gevoelens Luistert actief, toont interesse en respect Observeert de cliënt op het psychosomatische welbevinden en bespreekt dit met de cliënt Staat open voor problemen en de vragen van de cliënt Overlegt voor en tijdens de activiteit met de werkbegeleider over de aanpak en voortgang van de activiteit Rapporteert volgens de richtlijnen Schrijft in begrijpelijke taal en bespreekt dit met de werkbegeleider Verzamelt onder begeleiding gegevens Benoemt mogelijke zorgbehoefte Evalueert met de cliënt de zorg Maakt in overleg met de werkbegeleider een planning Overlegt de voortgang van de planning met de werkbegeleider Sluit aan bij de mogelijkheden, behoefte en verwachtingen van de cliënt Observeert de behoeften van de cliënt op sociaal gebied Controleert of aan de wensen en verwachtingen van de cliënt wordt voldaan Werkt volgens voorgeschreven werkprocedures en veiligheidsvoorschriften Is in staat om te gaan met diversiteit tussen verschillende groepsleden Past communicatie, gedrag en begeleidingsvormen aan, zodat alle groepsleden zich op passende wijze behandeld voelen 32
33
AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN DE TOETS Naam student : Beroepsopdracht : C beginner Wordt afgenomen op Datum Tijdstip Tijdstip nagesprek Afdeling Naam Beoordelaar : : van tot : van tot : : Overige relevante afspraken: Datum:. Werkbegeleider/praktijkopleider: Student: Naam Naam Paraaf. Paraaf. 34
35