SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding onderzoek Doelgroep Steekproef en respons Referentiegroep 5

Vergelijkbare documenten
Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Westvoorne. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Hoeksche Waard. Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Sittard-Geleen. Rapport 12 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stein. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Enkhuizen. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stede Broec. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Best. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Waadhoeke. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Beuningen. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

P Mee eens. Helemaal mee eens

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Heeze-Leende. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Valkenswaard. Conceptrapport 10 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Effectmeting Wmo. Gemeente Westervoort

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Lelystad. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Effectmeting Wmo. Conceptrapport Augustus 2016 Naomi Meys Msc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Effectmeting Wmo. Gemeente Hoorn. Rapport December 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport Augustus 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oss. Rapport Mei 2019 Projectnummer: PO Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Resultaten cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Uitstroom Wmo DOCUMENT: ONDERZOEKSRAPPORTAGE CLIENTERVARINGSONDERZOEK WMO UITSTROOM OORGANISATIE: GEMEENTE VALKENSWAARD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Ouder-Amstel. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek. Purmerend verantwoordingsjaar 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Transcriptie:

INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding onderzoek 4 1.2 Doelgroep 4 1.3 Steekproef en respons 5 1.4 Referentiegroep 5 1.5 Uitsplitsingen 5 1.6 Leeswijzer 5 HOOFDSTUK 2 HET CONTACT 6 2.1 Het contact 6 2.2 Cliëntondersteuning 7 HOOFDSTUK 3 DE ONDERSTEUNING 8 3.1 De ontvangen ondersteuning 8 3.2 Kwaliteit van de ondersteuning 9 3.3 Andere vormen van ondersteuning 12 3.4 Vrijwilligerswerk 12 3.5 Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten 15 3.6 Opmerkingen over ondersteuning 16 HOOFDSTUK 4 MATE VAN EENZAAMHEID 19 BIJLAGE 1 TABELLENBIJLAGE 21 BIJLAGE 2 GEGEVENS VOOR VERANTWOORDING VOOR WAAR STAAT JE GEMEENTE 24 BIJLAGE 3 EXTRA VRAGEN GEMEENTE ZUIDPLAS 25

Samenvatting Uw gemeente heeft deelgenomen aan het cliëntervaringsonderzoek onder Wmo-cliënten. Dit onderzoek is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in Nederland. De doelgroep van het onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in 2016. De eerste tien vragen van het onderzoek zijn verplicht, evenals de manier waarop en de doelgroep waaronder het onderzoek wordt uitgevoerd. Uw gemeente heeft ervoor gekozen om deze verplichte tien vragen aan te vullen met eigen vragen. De vragenlijst gaat in op thema s zoals de hulpvraag van de cliënt, het contact met de gemeente, de ontvangen ondersteuning en de kwaliteit en het effect van deze ondersteuning. Dit onderzoek geeft daarmee inzicht in de ervaringen van Wmo-cliënten met de gemeente en de ondersteuning die zij ontvangen. Daarnaast heeft het onderzoek een signaleringsfunctie. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot een signaal waardoor verder (verdiepend) onderzoek nodig is. De resultaten worden vergeleken met een referentiegroep van andere gemeenten die dezelfde vragen hebben gesteld aan Wmo-cliënten. Uw gemeente heeft vorig jaar het Wmo-onderzoek ook door BMC Onderzoek laten uitvoeren. Waar mogelijk hebben we vergelijkingsgegevens toegevoegd aan de rapportage. Contact met de gemeente Inwoners van uw gemeente nemen met een ondersteuningsvraag of probleem contact op met het sociaal team/de zorgconsulent Wmo. Aan de respondenten is een aantal stellingen voorgelegd over het contact met de gemeente. Respondenten zijn het het vaakst eens met de stelling dat de medewerker de cliënt serieus nam (84%). Het gezamenlijk zoeken naar een oplossing is een belangrijk onderdeel van de nieuwe vormgeving van de Wmo. Van de respondenten geeft 73% aan dat zij samen met de medewerker naar een oplossing hebben gezocht. Van de respondenten geeft 79% aan dat zij wisten waar zij moesten zijn met hun hulpvraag. 69% is het (helemaal) eens met de stelling dat zij snel geholpen zijn. In vergelijking met vorig jaar wordt het contact met de gemeente over de gehele linie iets positiever beoordeeld. Met name de snelheid waarmee zij geholpen zijn, wordt positiever beoordeeld dan vorig jaar. Dit is een significant verschil. Ook de stelling over het samen met de medewerker naar een oplossing zoeken wordt vaker beaamd dan vorig jaar. Ten opzichte van de referentiegroep worden de stellingen veelal vergelijkbaar positief beantwoord. Cliëntondersteuning Wanneer cliënten hulp nodig hebben bij het aanvragen of melden van een probleem of hulpvraag kan cliëntondersteuning worden geboden. Gemeenten zijn verplicht om deze voorziening kosteloos voor alle groepen burgers te organiseren. In de vragenlijst is een beschrijving opgenomen over hoe de cliëntondersteuning eruitziet binnen uw gemeente. In uw gemeente is de cliëntondersteuner iemand die de cliënt gratis en onafhankelijk helpt de weg te vinden naar zorg en ondersteuning op allerlei gebied en die uitgaat van het belang van de cliënt. 25% van de respondenten geeft aan dat zij wisten dat zij gebruik konden maken van cliëntondersteuning. Dit percentage is iets hoger dan in 2015 (23%) maar lager dan de bekendheid in de referentiegroep (28%). 1/27

De ondersteuning Het doel van het contact met de gemeente is te komen tot passende ondersteuning. Het belangrijkste onderdeel daarvan zijn voorzieningen waarvoor de gemeente een besluit afgeeft. Respondenten is gevraagd welke voorzieningen dit zijn. De meest voorkomende voorzieningen onder respondenten zijn hulp bij het huishouden (59%) en de collectieve vervoerspas (40%). In de referentiegroep zijn eveneens hulp bij het huishouden (59%) en de collectieve vervoerspas (41%) de meest voorkomende vormen van ondersteuning. Een meerderheid van de respondenten geeft aan dat de ondersteuning aan de wensen (90%) en behoeften (84%) voldoet. Dit zijn nagenoeg even hoge percentages als in de referentiegroep (89% en 84%). Ook de kwaliteit van de ondersteuning is onder de respondenten bevraagd. 75% van de respondenten is tevreden over de kwaliteit van de ondersteuning en 74% vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag. Bij beide stellingen is het aandeel respondenten dat het er helemaal mee eens is iets toegenomen ten opzichte van vorig jaar. In vergelijking met de referentiegroep worden beide aspecten iets minder positief gewaardeerd. Respondenten met een rolstoel of een scootmobiel zijn het minst lovend over de kwaliteit. Respectievelijk 59% en 56% vindt dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is en respectievelijk 63% en 65% vindt de ondersteuning passen bij hun hulpvraag. Behalve ondersteuning waarvoor een besluit wordt afgegeven zijn er ook nog andere vormen van ondersteuning: zoals algemene voorzieningen, informele hulp van het netwerk of een vrijwilliger, maar ook particuliere hulp. Net als in de referentiegroep maakt in de gemeente Zuidplas een groot deel van de respondenten gebruik van hulp van hun partner, familie, vrienden of buren (86%). Daarnaast maakt 11% gebruik van algemene voorzieningen, 22% van particuliere hulp en 9% van een vrijwilliger. In vergelijking met vorig jaar maakt een significant groter deel gebruik van algemene voorzieningen. Vrijwilligerswerk De gemeente Zuidplas heeft extra vragen toegevoegd aan de standaardmodellijst die ingaan op de ervaringen van cliënten met vrijwilligers. Aan de respondenten die gebruikmaken van een individuele vrijwilliger (9%) is gevraagd of de vrijwilliger momenteel professionele zorg vervangt. Dit geldt voor 17% van de respondenten met een vrijwilliger. Het overgrote merendeel van de respondenten die gebruikmaken van een vrijwilliger is (heel) tevreden over de kwaliteit van de vrijwilligers en het werk dat zij verrichten (89%). Het effect van de ondersteuning Respondenten is gevraagd naar het effect van zowel de formele als informele ondersteuning. Van de respondenten geeft een meerderheid aan dat zij door de ondersteuning beter de dingen kunnen doen die zij willen (80%) en dat ze zich beter kunnen redden (80%). Van de respondenten in de gemeente Zuidplas is 75% het (helemaal) eens met de stelling dat zij door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven ervaren. Het eerste aspect wordt dit jaar positiever gewaardeerd dan vorig jaar. De scores zijn ten opzichte van de referentiegroep vergelijkbaar positief. 2/27

Eenzaamheid De gemeente Zuidplas heeft extra vragen toegevoegd aan de standaardmodellijst die ingaan op de mate van eenzaamheid. Om eenzaamheidsbeleving te meten is de eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld gebruikt. 21% van de respondenten in de gemeente Zuidplas voelt zich (zeer) sterk eenzaam. Dit aandeel is vergelijkbaar met de referentiegroep waar dit voor 22% van de respondenten geldt. In de gemeente Zuidplas is het aandeel respondenten zonder eenzaamheid (38%) iets groter dan in de referentiegroep (33%). Ook is aan de respondenten gevraagd of zij vinden dat ze voldoende contact hebben met andere mensen. 16% van de respondenten vindt dat zij niet genoeg contact hebben met andere mensen. In de referentiegroep is een iets groter aandeel deze mening toegedaan (19%). 3/27

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wmo verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. Voor u ligt het rapport Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO Wmo) waarmee de gemeente aan deze verplichting voldoet. Via het cliëntervaringsonderzoek legt een gemeente verantwoording af over het Wmo-beleid aan de gemeenteraad en inwoners. Doelstelling van dit onderzoek is te achterhalen wat de cliëntervaringen zijn van de Wmocliënten in uw gemeente met betrekking tot de uitvoering van de Wmo en in hoeverre de gestelde resultaten en effecten van de Wmo behaald worden in de ogen van de Wmocliënten. Het onderzoek gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, kwaliteit van voorzieningen en welk effect de cliënten ondervinden op hun zelfredzaamheid. We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring, deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener heeft. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot belang voor het beleid, de doorontwikkeling van het beleid en de uitvoering. De gehanteerde vragenlijst van dit onderzoek is de Modellijst Cliëntervaring Wmo. De Modellijst Cliëntervaring Wmo begint met de verplichte vragenlijst voor het Wmo-deel die bestaat uit tien vragen. De modellijst biedt daarnaast verdiepende vragen over de toegang, de ervaring met de (overige) ondersteuning en achtergrondvragen en type ondersteuning waardoor kan worden gezocht naar mogelijke verbanden. Uw gemeente maakt gebruik van een deel van de vragen uit deze modelvragenlijst. Daarnaast heeft uw gemeente aanvullend extra vragen opgenomen over vrijwilligers en over eenzaamheid. Vanwege de uniformiteit van de vragenlijst kunnen de uitkomsten met andere gemeenten vergeleken worden (benchmark) om van elkaar te leren. Daarnaast heeft het onderzoek een signaleringsfunctie. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot een signaal waardoor verder (verdiepend) onderzoek nodig is. 1.2 Doelgroep De doelgroep van het onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in 2016. De meeste respondenten uit uw gemeente ontvangen huishoudelijke hulp, hebben een vervoersvoorziening of ontvangen een vorm van begeleiding. Een deel van de respondenten ontvangt meerdere vormen van ondersteuning. In dit onderzoek zijn twee groepen onderscheiden: Inwoners die in 2016 (opnieuw) Wmo-cliënt zijn geworden. Inwoners die vóór 2016 Wmo-cliënt zijn geworden en sindsdien niet meer door een consulent zijn gezien. Aan mensen die minder dan twaalf maanden geleden contact hebben opgenomen met de gemeente is gevraagd de vragen over het contact in te vullen. Wanneer dit langer dan twaalf maanden geleden was, leert de ervaring dat mensen dit zich vaak niet meer goed kunnen herinneren, wat de betrouwbaarheid niet ten goede komt. 4/27

1.3 Steekproef en respons Het onderzoek is in het voorjaar van 2017 uitgevoerd. Dit onderzoek is een kwantitatief onderzoek, uitgezet door middel van een schriftelijke en online vragenlijst. Respondenten konden kiezen of zij de meegestuurde schriftelijke vragenlijst invulden of de online vragenlijst, waarvoor in de uitnodigingsbrief een uniek wachtwoord was opgenomen om toegang te krijgen tot de vragenlijst. De gemeente heeft op aanwijzing van BMC Onderzoek een steekproef getrokken uit het Wmo-cliëntenbestand. Er zijn 1.000 brieven verstuurd naar Wmo-cliënten met een schriftelijke vragenlijst en een inlogcode voor het online onderzoek. In totaal hebben 382 respondenten de vragenlijst ingevuld. De respons is hiermee 38%. Voor schriftelijk en online onderzoek onder deze doelgroep is een respons van 38% gangbaar. De resultaten voor uw gemeente als geheel zijn betrouwbaar met een betrouwbaarheid van 95% en een foutmarge van 5%. Betrouwbaar wil zeggen dat als het onderzoek op dezelfde wijze wordt herhaald, er (ongeveer) dezelfde uitkomsten uit voortkomen. Een betrouwbaarheidsniveau van 95%, met een foutmarge van 5% betekent dat als het onderzoek 100 keer wordt uitgevoerd, de resultaten in 95 van de 100 gevallen 5% of minder van elkaar afwijken. Het absoluut aantal respondenten is van invloed op de betrouwbaarheid. 1.4 Referentiegroep De referentiegroep bestaat uit 53 gemeenten waarvan de resultaten van de tien verplichte CEO-vragen zijn verzameld en 40 gemeenten die daarnaast gebruik hebben gemaakt van de (aangepaste) modellijst Wmo. Deze gemeenten gelden als uw referentiegroep. Het is voor alle gemeenten verplicht om de vragenlijst te starten met de tien verplichte vragen. Er zijn gemeenten die enkel een onderzoek afnemen met deze tien vragen, of gemeenten die na de tien verplichte vragen eigen gekozen vragen toevoegen. Hierdoor is de referentiegroep voor de tien verplichte vragen groter dan de referentiegroep voor de modellijstvragen. 1.5 Uitsplitsingen In dit rapport worden ook uitsplitsingen gemaakt, bijvoorbeeld naar het soort voorziening en het effect van de voorziening. De resultaten hiervan kunnen bij kleine aantallen respondenten veelal alleen een indicatie van de tevredenheid geven. De aantallen zijn dan te klein om betrouwbare uitspraken op te baseren. Wanneer minder dan tien respondenten een vraag hebben beantwoord worden de resultaten niet weergegeven. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van de respondenten met het contact met de gemeentelijke toegang, gevolgd door hoofdstuk 3 waar de ervaringen met de ondersteuning in worden beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de gemeten eenzaamheidsbeleving omschreven. In bijlage 1 staan de uitkomsten van alle vragen op een rij, afgezet tegen de referentiegroep. In bijlage 2 staan de benodigde gegevens die u kunt gebruiken voor de verplichte verantwoording 1. Bijlage 3 bevat de extra vragen voor de gemeente Zuidplas. In de tabellen staan achter sommige percentages de letters a en/of b. Indien er een a achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met de referentiegroep. Indien er een b achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met vorig jaar. 1 U kunt de data van het Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 aanleveren via link 5/27

Hoofdstuk 2 Het contact 2.1 Het contact Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket, andere gemeenten voor sociale (wijk)teams waar mensen terechtkunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet (vraagverheldering, verwijzing of ook lichte ondersteuning), verschilt per gemeente. In de gemeente Zuidplas is gevraagd naar de ervaringen van cliënten met het contact met het sociaal team/de zorgconsulent Wmo. De volgende figuur toont de ervaring van respondenten met de toegang. Figuur 1 Ervaring met het contact met de gemeente (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag Ik werd snel geholpen De medewerker nam mij serieus De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar een oplossing gezocht Een opvallend resultaat is dat de respondenten positiever zijn over de snelheid waarmee zij geholpen zijn dan vorig jaar. Dit is een significant verschil. Ook de stelling over het samen met de medewerker naar een oplossing zoeken wordt vaker beaamd dan vorig jaar. Respondenten zijn het het vaakst eens met de stelling dat de medewerker de cliënt serieus nam (84%). Ten opzichte van de referentiegroep worden de stellingen veelal vergelijkbaar positief beantwoord. 6/27

2.2 Cliëntondersteuning De Wmo 2015 bepaalt dat gemeenten onafhankelijke cliëntondersteuning moeten bieden. Het moet gratis zijn, levensbreed, onafhankelijk en in het belang van de cliënt. Het verschilt per gemeente welke organisatie de onafhankelijke cliëntondersteuning invult; vaak wordt het geboden via MEE of via een welzijnsstichting. In uw gemeente is de cliëntondersteuner iemand die de cliënt gratis en onafhankelijk helpt de weg te vinden naar zorg en ondersteuning op allerlei gebied en die uitgaat van het belang van de cliënt. Figuur 2 Bekendheid gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner (%) In de gemeente Zuidplas is 25% van de cliënten bekend met de cliëntondersteuning. Dit percentage is iets hoger dan in 2015 (23%) maar lager dan de bekendheid in de referentiegroep (28%). 7/27

Hoofdstuk 3 De ondersteuning 3.1 De ontvangen ondersteuning De doelgroep van dit onderzoek zijn cliënten met in ieder geval een Wmomaatwerkvoorziening. Daarnaast kunnen ze natuurlijk ook nog informele ondersteuning ontvangen of gebruikmaken van algemene of particuliere voorzieningen. Tabel 1 Ondersteuningsvormen (% ja) Gemeente 2016 Gemeente 2015 Referentiegroep Rolstoel 21% 20% 19% Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy, enzovoorts) 19% 15% 19% Hulp bij het huishouden 59% 57% 59% Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijvoorbeeld een traplift) Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) 17% (a) 17% 13% 40% 45% 41% Financiële vergoeding voor vervoer 3% 5% 5% Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de administratie) 7% 5% 10% Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden en 7% (b) 3% 10% dergelijke) Begeleiding bij dagbesteding/regie 9% 6% 12% Logeervoorziening/logeerhuis 1% 1% 1% Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische problemen 0% 1% 1% Anders 13% 9% 11% In de gemeente Zuidplas is de hulp bij het huishouden de meest voorkomende ondersteuningsvorm (59%), gevolgd door het collectieve vervoerspasje (40%). In de referentiegroep zijn dit ook de twee meest voorkomende vormen van ondersteuning. Het aandeel met begeleiding bij het zelfstandig wonen is significant hoger dan vorig jaar. 8/27

3.2 Kwaliteit van de ondersteuning Het gaat er bij de kwaliteit van ondersteuning om hoe cliënten de kwaliteit van de ondersteuning ervaren, het gaat niet om de objectieve kwaliteit van ondersteuning. Figuur 3 Mening over de kwaliteit van de ondersteuning (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 75% van de respondenten is tevreden over de kwaliteit van de ondersteuning en 74% vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag. Bij beide stellingen is het aandeel respondenten dat het er helemaal mee eens is iets toegenomen ten opzichte van vorig jaar. In vergelijking met de referentiegroep worden beide aspecten iets minder positief gewaardeerd. In onderstaande tabel staat weergegeven hoe in uw gemeente de respondenten met een bepaalde vorm van ondersteuning de kwaliteit ervaren. De percentages mee eens en helemaal mee eens zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, respondenten kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op het ervaren effect van de ondersteuning hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per ondersteuning gebaseerd op kleine absolute aantallen. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. Tabel 2 Waardering ondersteuning naar vorm van ondersteuning ( % (helemaal) mee eens) Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening/ woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 59% (N=66) 63% (N=65) 56% (N=64) 65% (N=63) 77% (N=195 72% (N=195 74% (N=53) 77% (N=52) 71% (N=111 73% (N=106 78% (N=9) 88% (N=8) 80% (N=54) 77% (N=52) Respondenten met een rolstoel of een scootmobiel zijn het minst lovend over de kwaliteit. Respectievelijk 59% en 56% vindt dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is en respectievelijk 63% en 65% vindt de ondersteuning passen bij hun hulpvraag. De mensen met begeleiding zijn het meest positief over hun vorm van ondersteuning: 80% is tevreden over de kwaliteit. 9/27

Figuur 4 Mate waarin de ondersteuning voldoet (%) Ja, helemaal Grotendeels Een beetje Nee, helemaal niet Voldoet de ondersteuning aan uw wensen? Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften? Het overgrote deel van de respondenten is van mening dat de ondersteuning voldoet aan de wensen (90%) en de behoeften (84%). Dit is nagenoeg even positief als gemiddeld in de referentiegroep. In onderstaande tabel staat weergegeven hoe in uw gemeente de respondenten met een bepaalde vorm van ondersteuning aansluiting op hun wensen en behoeften ervaren. De percentages ja, helemaal en grotendeels zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, respondenten kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op de ervaren aansluiting hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per ondersteuning gebaseerd op kleine absolute aantallen. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening - woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding Voldoet de ondersteuning aan uw wensen? 90% (N=58) 94% (N=50) 91% (N=182 98% (N=48) 91% (N=99) 86% (N=7) 92% (N=50) Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften? 82% (N=56) 84% (N=50) 84% (N=172 91% (N=45) 84% (N=96) 88% (N=8) 82% (N=49) 10/27

Onderstaande figuur laat zien bij hoeveel respondenten er in het afgelopen jaar iets veranderd is in de ondersteuning die men ontvangt. Figuur 5 Het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning (%) In de gemeente Zuidplas is bij 67% van de respondenten niks gewijzigd in hun ondersteuning. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar voor 74% van de respondenten niets in de ondersteuning veranderd is. Tabel 3 Mate waarin de ondersteuning voldoet naar verandering in ondersteuning (%) %Voldoet helemaal - grotendeels aan wensen %Voldoet een beetje - helemaal niet aan wensen Afgelopen jaar wel iets veranderd in de ondersteuning 87% 13% Afgelopen jaar niets veranderd in de ondersteuning 92% 8% %Voldoet helemaal - grotendeels aan behoeften %Voldoet een beetje - helemaal niet aan behoeften Afgelopen jaar wel iets veranderd in de ondersteuning 79% 21% Afgelopen jaar niets veranderd in de ondersteuning 87% 13% In bovenstaande tabel is te zien dat de mensen waarbij niets veranderd is in de ondersteuning vaker van mening zijn dat de ondersteuning aan hun wensen (92%) en behoeften (87%) voldoet dan bij mensen waarbij wel iets in de ondersteuning veranderd is (respectievelijk 87% en 79%). Bij mensen waarbij de situatie niet gewijzigd is, sluit de voorziening dus beter aan dan bij mensen waarbij de voorziening wel gewijzigd is. 11/27

3.3 Andere vormen van ondersteuning Veel Wmo-cliënten hebben vaak ook andere vormen van ondersteuning en zorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om algemene voorzieningen, informele hulp van vrijwilligers en/of mantelzorgers, maar ook zelf ingekochte particuliere hulp. Tezamen geeft dit een totaalbeeld van de zorgzwaarte en het zorggebruik van Wmo-cliënten. Tabel 4 Andere ondersteuningsvormen (% ja) Gemeente 2016 Gemeente 2015 Referentiegroep Voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, 11% (b) 4% 12% boodschappenservice, was- en strijkservice Particuliere schoonmaakster die helpt bij het huishouden 22% 25% 20% Hulp van een individuele vrijwilliger (bijvoorbeeld een maatje, coach) 9% 10% 9% Hulp van partner, familie, vrienden of buren 86% 85% 87% In bovenstaande tabel is te zien dat 11% van de respondenten gebruikmaakt van algemene voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, boodschappenservice of was- en strijkservice. Dit is een significant verschil met vorig jaar toen 4% van algemene voorzieningen gebruikmaakte. In vergelijking met de referentiegroep is de verdeling van andere ondersteuningsvormen nagenoeg gelijk. 3.4 Vrijwilligerswerk In de voorgaande tabel zagen we dat 9% van de respondenten in de gemeente Zuidplas gebruikmaakt van een individuele vrijwilliger. De gemeente Zuidplas heeft extra vragen toegevoegd aan de standaardmodellijst die ingaan op de ervaringen van cliënten met vrijwilligers. Aan de respondenten die gebruikmaken van een individuele vrijwilliger is gevraagd of de vrijwilliger momenteel professionele zorg vervangt. Dit geldt voor 17% van de respondenten met een vrijwilliger. Figuur 6 Vervangt de vrijwilliger momenteel professionele zorg (%) 12/27

Figuur 7 Hoeveel uur in de week ontvangt u hulp van een vrijwilliger? (%) Het merendeel van de respondenten die gebruikmaken van een individuele vrijwilliger ontvangt incidenteel tot 2 uur in de week hulp van een vrijwilliger (samen 70%). Het overgrote merendeel van de respondenten die gebruikmaken van een vrijwilliger is (heel) tevreden over de kwaliteit van de vrijwilligers en het werk dat zij verrichten (89%). Figuur 8 Tevredenheid kwaliteit van de vrijwilligers en het werk dat zij verrichten (%) Bent u tevreden over de kwaliteit van de vrijwilligers en het werk dat zij verrichten 13/27

Aan de respondenten is gevraagd welke activiteiten zij nu missen waarvan zij denken dat deze door vrijwilligers gedaan zouden kunnen worden. In een open tekstvlak konden de respondenten suggesties aandragen. Een beperkt aantal respondenten heeft hiervan gebruikgemaakt. Alle relevante suggesties staan hieronder weergegeven: Naar de winkel gaan, naar de stad gaan. Winkelen. Buiten onder begeleiding rondje lopen, kaarten, biljarten. Gewoon een gesprek of bijvoorbeeld voorlezen of even wandelen buiten. Uitlaten van de hond. Naar buiten gaan, boodschappen doen, ziekenhuisbezoek. Kerkbezoek in Rotterdam. Ik heb geen vrijwilliger. Zou er wel graag een willen die met mij op stap kan gaan of gezellig een wandeling maken. Hulp in het huishouden. Vanwege lichamelijk beperkingen is onderhoud van mijn tuin lastig. Het zou fijn zijn als iemand mij af en toe kan helpen. Meer tijd om ook wat verdere doelen lopen/rolstoel te kunnen bereiken. De tuin is voor mij een probleem geworden omdat ik het zelf bijna niet meer kan. Wandeling met rolstoel. Vrijwilligers hebben altijd te druk, meer zijn er niet. Boodschappen. Begeleiding of vervoer bij bezoekjes als huisarts, tandarts, opticien etc. Hulp in tuin. Inventariseren of digitale mogelijkheden op peil blijven. In de tuin bezig zijn. Tuinieren, raam schoonmaken, taalles, internet/computer. Graag zou ik een maatje willen om s middags buiten te lopen. Buiten wandelen. Onderhoud tuin. Met kleine tuin wat helpen. We wonen hier een jaar...en hebben niet veel nieuwe contacten. Familie en vrienden wonen niet in de buurt of kampen zelf met lichamelijke problemen. Ik denk dat we beiden een gezellig praatje missen! Nu geen vrijwilliger meer, ik denk niet dat er gevraagd moet worden wat vrijwilligers nog meer kunnen doen, maar juist de professionele instellingen, die het in ons geval hebben laten afweten. Geen idee. In z n algemeenheid is de standaard dag opvang niet echt passend voor mijn moeder. Ze zou meer met leeftijdsgenoten iets willen ondernemen. Maar de meesten zijn 80+. Administratie op orde brengen. De stichting (Zuidplas senioren) stopt met de vrijwilligers. 14/27

3.5 Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten Gemeenten hebben een brede verantwoordelijkheid voor de deelname van mensen met een beperking of psychische problematiek aan het maatschappelijk verkeer (participatie). Ook moeten zij een passende ondersteuning bieden waarmee mensen in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden (zelfredzaamheid). Figuur 9 Helemaal mee eens Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil Effect van de ondersteuning Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mij beter redden Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven In de gemeente Zuidplas zijn respondenten overwegend positief over de effecten van de ondersteuning. 80% is van mening dat zij door de hulp beter de dingen kunnen doen die zij willen, 80% vindt dat zij door de hulp zelfredzamer zijn en 75% vindt dat de kwaliteit van leven verbeterd is door de ondersteuning. Het eerste aspect wordt dit jaar positiever gewaardeerd dan vorig jaar. De scores zijn ten opzichte van de referentiegroep vergelijkbaar positief. Het effect van de Wmo-ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie kunnen we ook bekijken per type beperking en naar vorm van ondersteuning. In de volgende tabel staat weergegeven hoe in uw gemeente de respondenten met een bepaalde vorm van ondersteuning het effect ervaren. De percentages mee eens en helemaal mee eens zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, respondenten kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op het ervaren effect van de ondersteuning hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per beperking en ondersteuning gebaseerd op kleine absolute aantallen. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. 15/27

Tabel 5 Effect van ondersteuning naar vorm van ondersteuning ( % (helemaal) mee eens) Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening - woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik mij beter redden Door de ondersteuning die ik krijg, heb ik een betere kwaliteit van leven 79% (N=63) 74% (N=65) 68% (N=65) 82% (N=62) 79% (N=63) 75% (N=61) 80% (N=171 82% (N=190 78% (N=180 86% (N=49) 78% (N=54) 76% (N=51) 79% (N=101 81% (N=106 76% (N=105 88% (N=8) 88% (N=8) 100% (N=7) 84% (N=50) 77% (N=52) 81% (N=53) Mensen met een financiële vergoeding voor vervoer zijn het meest vaak van mening dat ze door de ondersteuning dingen kunnen doen die ze willen (88%) en zich beter kunnen redden (88%) en dat hun kwaliteit van leven verbetert door de ondersteuning die zij ontvangen (100%). 3.6 Opmerkingen over ondersteuning In een open tekstvlak konden de respondenten opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij ontvangen. De volgende tabel geeft een top 7 van de meest genoemde opmerkingen weer. Een deel van de respondenten gebruikt het open tekstvlak om hun beperking en de vorm van ondersteuning die zij hebben te omschrijven. Of om aan te geven dat zij geen ondersteuning ontvangen. Deze opmerkingen zijn buiten de top 7 gelaten. Tabel 6 Top 7 opmerkingen over de ondersteuning (%) Opmerking 1 Ontevreden over aantal uur hulp/zorg (afname) 2 Ontevreden over kwaliteit huishoudelijke hulp 3 Tevreden over kwaliteit ondersteuning 4 Ontevreden over contact met gemeente 5 Ontevreden over kwaliteit ondersteuning (overig) 6 Ontevreden over hoge eigen bijdrage 7 Tevreden over effect ondersteuning Het grootste aantal opmerkingen betreft een uiting van onvrede over het aantal uren hulp dat volgens de respondent te weinig is. Hieronder staan per opmerking enkele citaten weergegeven. Deze zijn illustratief voor het totaal. 1. De hulp bij huis schoonmaken is wel een beetje krap. Zij komt niet tot extra werk. Bijvoorbeeld keukenkastjes schoonmaken bijvoorbeeld. Niet tevreden over het aantal uren (160 min). Vroeger bijna 4 uren hulp. Bij het vertrek van mijn man naar het verpleeghuis is de huishoudelijke hulp verlaagd naar 2,5 uur. Jullie vergeten dat hij ook nog wat klusjes deed. Dus 2,5 uur is niet genoeg voor mij. Eén uur en 40 minuten per week is erg weinig. 16/27

Zou graag nog iets meer hulp krijgen. Te weinig uren huishoudelijke hulp.' Door wijziging mbt indexering krijg ik te weinig uren hulp. Hierdoor moet ik vaak/te vaak een beroep doen op mijn mantelzorger en kennissenkring. Te weinig uren. 2. Ze kunnen geen van allen een bed opmaken. De huishoudelijke hulp wordt regelmatig afgebeld, soms weken geen hulp. Dit alles bij elkaar geeft veel spanning. Bepaalde taken worden door de regels t.b.v. de hulp niet uitgevoerd. Géén evaluatiegesprek gehad. Mijn gezondheid is verslechterd. In Paasweek géén hulp gekregen. Ik heb er nog steeds moeite mee dat ik voor het huishouden verplicht (met veiling) met andere zorgorganisatie te maken heb. Huishoudelijke hulp is ziek. Ook steeds wisselend. Ik krijg hulp in de huishouding. Ik ben er erg blij mee maar heb al verschillende hulpen gehad die er met de pet naar gooiden. Op dit moment heb ik een goede. 3. Ik heb alleen vervoer en ik ben tevreden. Ik ga één keer per week naar de rotonde, een activiteitencentrum in Gouda. Daar leef ik de hele week naar toe. Het is daar heel fijn en ik kan daar mijn creatieve dingen doen. Veel gaat naar wens. Ik heb gelukkig de regiotaxi, die de laatste tijd goed op tijd is. Huishoudelijke hulp die ik krijg is prima geregeld. Ik ben blij met mijn dagbesteding. De ondersteuning die ik krijg is van prima kwaliteit. 4. Ik zou het fijn vinden dat de medewerkers van de Wmo goed luistert naar mijn probleem en ook mij serieus neemt. Dat is niet het geval helaas. Mogelijkheden van ondersteuning is en was onbekend. Alleen (soms met moeite en tegenzin) ondersteuning gekregen waar om is gevraagd. Gemeente werkte niet mee. Werkte tegen, was beledigend. Nu door advocaat wel goede zorg. Bij aanvang van een duidelijk probleem zou direct verwezen moeten worden naar de clientondersteuner. Nu kreeg ik het één en ander pas veel later te horen. Door gehannes van de gemeente Zuidplas en het CAK heb ik al een jaar geen ondersteuning. Er is meer transparantie nodig. Tevredenheid werd pas bereikt na gemaakte bezwaren. Gemeenteambtenaren weten te weinig wat er speelt bij zorg verlenende instanties, juridische kader en aansturende wethouder. Inhoud van bezwaren (telefonisch en schriftelijk) zouden bij adviescommissie Wmo bekend moeten worden gemaakt. 5. De aangepaste fiets met trapondersteuning is al meerdere malen in 2014, 2015, 2016 en 2017 ter reparatie genomen en nog steeds zijn er problemen. Rolstoel is slecht. 3 e hands! Ik vind het jammer dat de scootmobiel niet meer één keer per jaar wordt nagekeken. Voorheen was dat wel. Kwaliteit van de rolstoel en scootmobiel is matig. 17/27

6. Ik had ondersteuning bij huishoudelijke hulp zoals schoonmaken. Toen moest ik 18 euro per uur gaan betalen. Dat kan ik niet opbrengen. Ik moest over 2016 voor 12 maanden betalen terwijl ik maar 8 maanden hulp heb gehad door ziekte van mijn hulpverlener. Dit vind ik niet eerlijk. Ik krijg geen ondersteuning meer vanwege de kosten van het CAK die ik niet meer kan betalen. 7. Ik win heel veel door mijn hulp. Door de ene dag hulp kan ik alle andere dagen goed functioneren. Door de ondersteuning die ik krijg kan ik mijn man goed verzorgen. Dankzij mijn echtgenoot, heeft de rolstoel idd nut en zijn we blij met de IP-plek. Hij steekt tijd en energie in huishouden, klusjes, op pad met mij. 18/27

Hoofdstuk 4 Mate van eenzaamheid De afwezigheid van eenzaamheid is één van de belangrijkste indicatoren voor het sociale welzijn van mensen. De achterliggende gedachte is dat iemand die participeert het ook op andere fronten goed doet: minder eenzaam is en een sterk sociaal vangnet heeft. Om eenzaamheidsbeleving te meten is de eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld gebruikt. Deze schaal wordt ook gehanteerd in onder andere GGDgezondheidsonderzoeken/monitors. De eenzaamheidsscore loopt van 1 tot en met 11 en kan nader worden ingedeeld naar vier niveaus: niet eenzaam (score 0, 1 of 2), matige eenzaamheid (score 3 tot en met 8), sterke eenzaamheid (score 9 of 10) en zeer sterke eenzaamheid (score 11). In de onderstaande figuur ziet u de score van uw gemeente. Figuur 10 Mate van eenzaamheid 21% van de respondenten in de gemeente Zuidplas voelt zich (zeer) sterk eenzaam. Dit aandeel is verglijkbaar met de referentiegroep waar dit voor 22% van de respondenten geldt. In de gemeente Zuidplas is het aandeel respondenten zonder eenzaamheid (38%) iets groter dan in de referentiegroep (33%). 19/27

De eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld is gebaseerd op de resultaten van elf stellingen die aan de respondenten zijn voorgelegd. In onderstaande tabel ziet u de uitkomsten op deze stellingen afzonderlijk. Uw gemeente Aantal respondenten per vraag Sociale contacten met anderen Referentiegroep Aantal respondenten per vraag Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik dagelijks met mijn problemen 43% N=382 41% N=1362 terechtkan (%ja) Ik mis een echt goede vriend of vriendin (%ja) 14% N=382 18% N=1333 Ik ervaar een leegte om mij heen (%ja) 13% N=382 16% N=1313 Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen(%ja) 52% N=382 54% N=1343 Ik mis gezelligheid om mij heen (%ja) 15% N=382 16% N=1327 Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt (%ja) 15% N=382 20% N=1327 Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen (%ja) 44% N=382 44% N=1337 Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel (%ja) 50% N=382 51% N=1340 Ik mis mensen om mij heen (%ja) 12% N=382 15% N=1314 Vaak voel ik me in de steek gelaten (%ja) 8% N=382 11% N=1321 Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht(%ja) 45% N=382 48% N=1347 Tevens is aan de respondenten gevraagd of zij vinden dat ze voldoende contact hebben met andere mensen. 16% van de respondenten vindt dat zij niet genoeg contact hebben met andere mensen. In de referentiegroep is een iets groter aandeel deze mening toegedaan (19%). Figuur 11 Voldoende contact met andere mensen (%) 20/27

Bijlage 1 Tabellenbijlage De eerste tien vragen zijn door meer respondenten beantwoord dan de overige vragen. Dat komt omdat de eerste tien vragen wettelijk verplicht moeten worden afgenomen door alle gemeenten. Indien er een (a) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met de referentiegroep. Indien er een (b) achter het percentage staat, is er sprake van een significant verschil met vorig jaar. BLOK 1: Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee eens) De medewerker nam mij serieus (%(helemaal)mee eens) De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht (%(helemaal)mee eens) Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? (%ja) Gemeente 2016 Respons Gemeente per vraag 2015 Contact Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag 78% N=249 77% N=204 76% N=12224 69% (b) N=253 60% N=201 73% N=12272 84% N=251 81% N=200 85% N=12242 73% N=225 64% N=186 75% N=11500 Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner 25% N=322 23% N=270 28% N=14812 BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed (%(helemaal)mee 75% (a) N=317 74% N=258 82% N=15698 eens) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) 74% (a) N=312 75% N=253 81% N=15607 21/27

BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentie groep Respons per vraag Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik 80% (b) N=288 71% N=236 77% N=14804 wil (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning kan ik mij beter redden 80% N=310 82% N=249 82% N=15312 (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven (%(helemaal)mee eens) 75% N=294 75% N=248 77% N=15111 BLOK 5: Ervaringen met de ondersteuning vanuit de gemeente Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentie groep Respons per vraag Welke ondersteuning ontvangt u of heeft u ontvangen vanuit de gemeente? Rolstoel (%ja) 21% N=348 20% N=280 19% N=6640 Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy enzovoorts) (%ja) 19% N=348 15% N=280 19% N=6640 Hulp bij het huishouden (%ja) 59% N=348 57% N=280 59% N=6640 Woonvoorziening/woningaanpas sing (zoals bijvoorbeeld een 17% (a) N=348 17% N=280 13% N=6640 traplift) (%ja) Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) 40% N=348 45% N=280 41% N=6640 (%ja) Financiële vergoeding voor vervoer (%ja) 3% N=348 5% N=280 5% N=6640 Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de 7% N=348 5% N=280 10% N=6640 administratie) (%ja) Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden 7% (b) N=348 3% N=280 10% N=6640 en dergelijke) (%ja) Begeleiding bij dagbesteding/regie (%ja) 9% N=348 6% N=280 12% N=6640 Logeervoorziening/logeerhuis (%ja) 1% N=348 1% N=280 1% N=6640 Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische 0% N=348 1% N=280 1% N=6640 problemen (%ja) Anders (%ja) 13% N=348 9% N=280 11% N=6640 22/27

Gemeente 2016 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Kwaliteit van alle ondersteuningen Voldoet de ondersteuning aan uw wensen (% helemaal/grotendeels) 90% N=276 88% N=5115 Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften (% helemaal/grotendeels) 84% N=263 84% N=5196 Gemeente 2016 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning die u ontvangt van de gemeente? Ja 22% N=310 18% N=4910 Nee 67% (a) N=310 74% N=4910 Weet ik niet 11% N=310 8% N=4910 BLOK 6: Overige ondersteuning Gemeente 2016 Respons per vraag Gemeente 2015 Respons per vraag Referentiegroep Respons per vraag Overige ondersteuning Maakt u gebruik van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, 11% (b) N=229 4% N=182 12% N=4142 klussendienst, boodschappenservice, was- en strijkservice? (%ja) Heeft u een particuliere schoonmaakster die helpt bij het 22% N=229 25% N=182 20% N=4142 huishouden? (%ja) Krijgt u of uw partner hulp van een individuele vrijwilliger (bijvoorbeeld een maatje, 9% N=229 10% N=182 9% N=4142 coach)? (%ja) Ontvangt u hulp van uw partner, van uw familie, vrienden of buren? (%ja) 86% N=229 85% N=182 87% N=4142 23/27

Bijlage 2 Gegevens voor verantwoording voor Waar staat je gemeente De bruto steekproef is: 1.000 De netto steekproef is: 382 De populatie is: 3.338 BLOK 1: Contact (%helemaal mee eens) (%mee eens) (%mee oneens) (%helemaal mee oneens) Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag 31% (b) 47% 7% 2% Ik werd snel geholpen 23% 46% 9% 5% De medewerker nam mij serieus 33% (b) 51% 3% 3% De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht 28% (b) 45% 6% 4% (%ja) (%nee) Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke 25% 75% cliëntondersteuner? BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning (%helemaal mee eens) (%mee eens) (%mee oneens) Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (%helemaal mee oneens) 24% (a) 51% 5% 3% 24% (a) 50% 10% (a) 3% BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? (%helemaal mee eens) (%mee eens) (%mee oneens) Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil Door de ondersteuning kan ik mij beter redden Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven (%helemaal mee oneens) 21% 59% (a) 5% 1% 25% 55% 5% 1% 26% 49% 5% 2% 24/27

Bijlage 3 Extra vragen gemeente Zuidplas Gemeente 2016 Respons per vraag Vervangt de vrijwilliger momenteel professionele zorg? Ja 6% N=202 Nee 31% N=202 Gemeente 2016 Respons per vraag Hoeveel uur in de week ontvangt u hulp van een vrijwilliger? Incidenteel 44% N=78 tot 2 uur in de week 26% N=78 2 tot 4 uur in de week 24% N=78 4 tot 8 uur in de week 4% N=78 8 uur of meer in de week 0% N=78 Gemeente 2016 Respons per vraag de kwaliteit van de vrijwilligers en het werk dat zij verrichten Heel tevreden 41% N=66 Tevreden 48% N=66 Neutraal 9% N=66 Ontevreden 0% N=66 Heel ontevreden 2% N=66 Gemeente 2016 Respons per vraag Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel Ja 56% N=339 Min of meer 29% N=339 Nee 15% N=339 Gemeente 2016 Respons per vraag Heeft u voldoende contact met andere mensen? Ja 84% N=329 Nee 16% N=329 25/27

Gemeente 2016 Respons per vraag Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik dagelijks met mijn problemen terechtkan Ja 48% N=346 Min of meer 36% N=346 Nee 16% N=346 Gemeente 2016 Respons per vraag Ik mis een echt goede vriend of vriendin. Ja 17% N=327 Min of meer 18% N=327 Nee 65% N=327 Gemeente 2016 Respons per vraag Ik ervaar een leegte om mij heen Ja 16% N=323 Min of meer 23% N=323 Nee 61% N=323 Gemeente 2016 Respons per vraag Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen Ja 59% N=337 Min of meer 30% N=337 Nee 11% N=337 Gemeente 2016 Respons per vraag Ik mis gezelligheid om mij heen Ja 18% N=331 Min of meer 25% N=331 Nee 57% N=331 Gemeente 2016 Respons per vraag Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt Ja 18% N=325 Min of meer 20% N=325 Nee 62% N=325 26/27

Gemeente 2016 Respons per vraag Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen Ja 49% N=339 Min of meer 32% N=339 Nee 18% N=339 Gemeente 2016 Respons per vraag Ik mis mensen om mij heen Ja 13% N=327 Min of meer 23% N=327 Nee 63% N=327 Gemeente 2016 Respons per vraag Vaak voel ik me in de steek gelaten Ja 10% N=324 Min of meer 14% N=324 Nee 76% N=324 Gemeente 2016 Respons per vraag Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht Ja 52% N=335 Min of meer 30% N=335 Nee 18% N=335 27/27