Het Nieuwe Rijksmuseum

Vergelijkbare documenten
Spaarndammerdijk 320

Frans Ottenstadion. Inventariserend veldonderzoek Amstelveenseweg (2004) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 13, 2007

Boerderij Zeldenrust

Sportpark Ronald McDonald

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Het RIVA-terrein. Inventariserend veldonderzoek Baarsjesweg (2005) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 20, 2008

Pingelenburg en Weltevrede

Wibautveste. Archeologische Begeleiding Wibautstraat / Marcusstraat / Graaf Florisstraat 18-20, Amsterdam (2013)

Pauwenlaan. Inventariserend Veldonderzoek Fase 1 Julianaplein Blok B en C, Amsterdam (2016)

Diemen Tolbrug. Archeologische Begeleiding Muiderstraatweg, Diemen (2006) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 11, 2008

Aanplempingen in het IJ

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Een fontein in de Buitensingel

Archeologische verkenning

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Sporen in de Suikerbakkerssteeg

Ophogingen in de Liesdel

De Oude Oosterbegraafplaats

Molen de Ruyter. Archeologische Begeleiding Kazernestraat 14, Amsterdam (2012) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 78, 2014

Rust en Werk. Archeologische Begeleiding Amsteldijk 67 (2009) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 39, Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

De waterkelder van de Portugese Synagoge

Het Shell-terrein. Inventariserend veldonderzoek Grasweg (2004) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 19, Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Molen de Star. Archeologische Begeleiding Jacob Catskade 37 41, Amsterdam (2012) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 82, 2015

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

De Spaarndammerdijk. Archeologische Begeleiding Spaarndammertunnel, Amsterdam (2016)

Spuistraat. Archeologische opgraving Spuistraat , Amsterdam-Centrum (2008) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 47, 2010

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Vak 14 van de Oude Oosterbegraafplaats

Een 19de eeuws kanon bij Zeeburg Archeologische Begeleiding Amsterdam Rijnkanaal, Cruquius weg Amsterdam (2015)

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol

De Groot Duivendrechtsepolder Inventariserend Veldonderzoek Ouderkerkerdijk 170 Amsterdam (2017)

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge

De saillant van het Blaauwhoofd

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O.

Dordrecht Ondergronds 33

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

De noordwest oever van de VOC-werf op Oostenburg

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

De Buiksloterbreek. Inventariserend Veldonderzoek Marjoleinterrein, Amsterdam (2009) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 51, 2010

Boezemgemaal Halfweg

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek

Sint Jacob. Inventariserend Veldonderzoek Plantage Middenlaan 52, Amsterdam (2016)

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Het gemeentearchief terrein

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

memo Locatiegegevens: Inleiding

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Bergbezinkbassin. Archeologische Begeleiding Haarlemmerplein, Amsterdam (2010) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 56, 2011

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Sporen van het 16de-eeuwse landelijke gebied buiten het Singel

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46

Archeologische inventarisaties

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht.

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Zeis onder het maaiveld

Almelose kanaal Michael Klomp

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Cluster Beheer en Onderhoud Team BBG September Historisch onderzoek plangebied Schiphol

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Begeleiding Leiden Aalmarkt. Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus RA Leiden (071)

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

ADDENDUM 10. Werkput 5

Een midden 17de eeuwse beerput

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Rotterdamseweg 202 in Delft

Dordrecht Ondergronds, Waarneming 7

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Transcriptie:

Archeologische Begeleiding Stadhouderskade (2006, 2009) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 43, 2010 Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp

Inhoud Basisgegevens 4 1 Inleiding 5 2 Achtergronden en vraagstelling 6 2.1 Achtergronden 6 2.2 Vraagstellingen en methodiek 8 3 Resultaten 10 3.1 Sporen en structuren AB 2006 10 3.2 Sporen en structuren AB 2009 11 4 Conclusie 14 5 Literatuur 16 AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 17 3

AAR 43 Basisgegevens Plangebied Adres Kadaster RD-coördinaten TOPO-code BMA OM-nummer Opdrachtgever Bevoegd gezag Uitvoerder Beheer en plaats documentatie 1 De vindplaats STH1 binnen het stadsdeel Oud-Zuid 4 Stadhouderskade 42 ASD14 R 05515 120.865 / 485.875 120.878 / 485.854 120.834 / 485.809 120.824 / 485.816 STH1 37027 Programmabureau Het Nieuwe Rijksmuseum Amsterdam, Stadsdeel Oud-Zuid,,

1 Inleiding Bij de verbouwing van het Rijksmuseum zijn op verschillende plaatsen zowel binnen het gebouw als ook in het gebied eromheen bodemingrepen uitgevoerd. Ter hoogte van de binnenhoven van het hoofdgebouw en het Azië-paviljoen werden kelderverdiepingen gerealiseerd. Naast de Tekenschool kwam een nieuwe energievoorziening ( Energy Center : EC) die op een ondergrondse main ring rondom het museum hoofdgebouw werd aangesloten. Voor deze bouwwerkzaamheden werd tot 6 m onder maaiveld ontgraven. Gedeeltelijk vond dit in het droge plaats. De diepere bodemlagen werden onder water ontgraven. Het plangebied gold als een archeologische verwachtingszone vanwege de mogelijke aanwezigheid van sporen van (de verkaveling van) veenontginningen, van resten van molens langs de voormalige Mennonietensloot en van stortplaatsen van stedelijke afval. De ontgraving van het westelijk binnenhof is in december 2006 door Bureau Monumenten en Archeologie archeologisch begeleid om eventuele sporen te lokaliseren en te documenteren. De begeleiding van de ontgravingen van verschillende onderdelen van het EC in het droge is tussen mei en augustus 2009 uitgevoerd. 2 Het plangebied binnen de topografische situatie van 2009

2 Achtergronden en vraagstelling 2.1 Achtergronden Het Rijksmuseum ligt in de voormalige Binnendijkse Buitenveldertsche Polder. Deze polder is ontstaan tijdens de systematische ontginningen van het Amstelland vanaf de 11de eeuw, waarbij de Amstel voor een natuurlijke ontwatering van het gebied zorgde. Om dit te bevorderen en de drassige grond geschikt te maken voor akkerbouw en bewoning werden min of meer haaks op de waterloop extra sloten gegraven. In het midden van de polder werd gebruik gemaakt van een centrale afwatering (de huidige Boerenwetering). Deze brede wetering vormde een belangrijke transportader in de polder. De eerste schriftelijke vermelding van de Boerenwetering dateert uit 1383. Het landelijke karakter van de Buitenveldertsche polder is tot het einde van de 19de eeuw grotendeels intact gebleven. Er waren verschillende land- en tuinbouw bedrijfjes die zich richtten op de teelt van groenten en fruit voor de stad. Via de Boerenwetering bereikten de kwekers de markten in de binnenstad. Vanaf de 17de eeuw kreeg de westzijde van de stad ook gaandeweg een bedrijfsbestemming. Vanwege de gunstige heersende wind ontstonden hier preindustriële complexen met zaagmolens, inclusief bijbehorende balkhavens en loodsen. Dit was ook het geval in de Binnendijkse Buitenveldertsche polder. Langs de Mennonietensloot werden verschillende zaag- en korenmolens opgericht. De Mennonietensloot mondde, net als de Boerenwetering, uit in de Singelgracht. Ook op de bolwerken rond de stad stonden windmolens. Op het bolwerk Amstelveen, tegenover het Rijksmuseum aan de andere kant van de Singelgracht (Stadhouderskade), stond tot 1872 korenmolen De Spiering (of Spring). 3 Korenmolen De Spiering op het bolwerk Amstelveen, gezien vanuit de stad over de Spiegelgracht. Nu domineert de voorgevel van het Rijksmuseum het straatbeeld (foto Pieter Oosterhuis, Stadsarchief Amsterdam) 6

In de 19de eeuw nam met de opkomende industrialisering het inwonersaantal van Amsterdam fors toe. Het stedelijk areaal binnen de 17de-eeuwse stadsgrens was niet toereikend voor de groei van de (nieuwe) stedelijke functies. 1 Binnen de bestaande stadsgrens werd ondermeer ruimte gecreëerd door de in onbruik geraakte bolwerken en tussenliggende stadswallen te slechten. De Singelgracht werd rechtgetrokken door grote delen van de voormalige verdedigingsgracht aan te plempen. Op deze stroken nieuwe stadsgrond vestigden zich vooral grote fabrieken en gebouwen van instellingen. 2 In 1872 werd de Singelgracht ter hoogte van het bolwerk Amstelveen versmald door aanplemping, waarbij de restanten van het bolwerk werden doorgraven en tot gracht bestemd. Ook molen De Spiering moest hierbij het veld ruimen. 3 Het belangrijkste stedelijke uitbreidingsplan in de tweede helft van de 19de eeuw was het plan Kalff uit 1877. Buiten de Singelgracht zou een hele strook polderland om de stad heen worden bebouwd. Zijn plan was pragmatisch van opzet om op snelle en eenvoudige wijze woningbouw te kunnen realiseren. Zo diende het bestaande patroon van de sloten in de Binnendijkse Buitenveldertse polder als uitgangspunt voor de perceelsverkaveling in de nieuwe stadsuitbreiding. 4 Het Rijksmuseum en het gebied achter dit museum werden van het plan uitgezonderd. Om de nieuwe infrastructuur aan te laten sluiten op die van de bestaande stad was men bij bouwprojecten verplicht de voormalige poldergrond tot 0,70 m boven Amsterdams peil op te hogen. 5 Dit betekende een ophoging met 2 tot 2,5 m zand. In 1875 had de Amsterdamse gemeenteraad besloten het Rijk een stuk grond in het poldergebied aan te bieden waar in een nieuw te bouwen Rijksmuseum het nationale 4 Het Rijksmuseum tijdens de bouw tussen 1876-1885 (foto Jacob Olie, Stadsarchief Amsterdam) 1 Wagenaar 2000, 15-20. 2 Prins 1993, 113. 3 Hoek Ostende 2000, 55. 4 Hameleers 2002, 47. 5 Afdeling Gereedmaken Terreinen 1967, 292.

culturele erfgoed kon worden ondergebracht. De locatie lag langs de Mennonietensloot bij de sluis tussen de Boerenwetering en de voormalige Buitensingel, de huidige Stadhouderskade. Om het museumterrein te bereiken werd over de Singelgracht, ter hoogte van het voormalige bolwerk Amstelveen, de Museumbrug (brug 82) aangelegd. De bouw van het museum zelf startte, onder leiding van Pierre Cuypers in 1876. In 1885 kwam het museum gereed. In de jaren negentig van de 20ste eeuw zijn achter het Rijksmuseum, onder het maaiveld van het Museumplein, een parkeergarage, een supermarkt en een depot voor het museum gebouwd. Bij de graafwerkzaamheden tot maximaal 6 m NAP zijn lokaal concentraties stadsafval aangetroffen waarmee de poldersloten ooit waren gedempt. 6 5 De bouwput van de parkeergarage onder het Museumplein achter het Rijksmuseum, situatie 1999, (Stadsarchief Amsterdam) 2.2 Vraagstellingen en methodiek Vanwege het monumentale karakter van het gebouw en de mogelijke instabiliteit van de ondergrond golden er voor de bodemwerkzaamheden strenge civieltechnische randvoorwaarden. Archeologisch veldwerk vooraf was niet mogelijk, maar diende te worden geïntegreerd in de feitelijke ontgravingen. In de beide binnenhoven van het museum werden bouwputten voor kelders aangelegd. Buiten het museum kwam ter hoogte van het Aziëpaviljoen een bouwput voor een kelder en rond het gebouw werden een aantal putten gegraven voor het nieuwe ondergrondse klimaatbeheersingsysteem. Naast de tekenschool kwamen de bouwputten voor het Energy Center (EC) Noord en Zuid. Aan de noord- en oostzijde van het museum werden de Energie Kamers (EK) 1 en 2 aangelegd en aan de zuid- en westzijde de EK 3 en 4. De verschillende bouwputten waren onderling verbonden door een main-ring rondom het gebouw. 6 Mededeling A.C. Lagerweij. 8

Bij de Archeologische Begeleiding stonden de volgende kwesties in verband met de gebruiksgeschiedenis van de locatie centraal: De aanwezigheid en ligging van verkavelingsloten uit de ontginningsperiode De aanwezigheid van sporen van de Mennonietensloot (beschoeiingen) Sporen van (activiteiten rond) de verschillende molens langs de Mennonietensloot De samenstelling van aanplempingen van de Mennonietensloot en de Singelgracht, in het bijzonder de aanwezigheid van stedelijk afval. 7 Op basis van een projectie van de verschillende bouwputten rond het museum op de kaart van Loman uit 1876 werd de grootste trefkans voor archeologische sporen bepaald ter hoogte van de zuid- en oostzijde van het museum (zie afb. 6). De Archeologische Begeleiding richtte zich dan ook met name op de ontgraving van het EC Noord en Zuid, de EK 3 en 4 en tussenliggende main ring 3-4. 6 Projectie van de contour van het Rijksmuseum (rood) met de verschillende bouwputten (geel) op een detail van de kaart van Loman uit 1876. De blauwe lijn geeft de oorspronkelijke buitenoever van de Singelgracht aan (het noorden is boven) De 19de-eeuwse ophoging en de toplaag van het oorspronkelijk poldermaaiveld werden in droge bouwputten verwijderd tot maximaal 4 meter onder maaiveld. Tijdens deze werkzaamheden vond een archeologische controle door BMA plaats voor de aanwezigheid van eventuele archeologische sporen. De ontgraving van de diepere bodemlagen tot maximaal 9 m onder maaiveld gebeurde onder water. Archeologen waren daar stand by voor eventuele vondstmeldingen. In de bouwput van de main ring kon de bodemopbouw tot de maximale ontgravingsdiepte van 6 m onder maaiveld worden gedocumenteerd. De begeleiding werd uitgevoerd door het veldteam van de afdeling Archeologie van BMA en is uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. 7 Programma van Eisen 39 BMA, januari 2007.

AAR 43 3 Resultaten 3.1 Sporen en structuren AB 2006 In de tweede helft van 2006 werden de beide binnenhoven van het museum verdiept. Het oostelijke binnenhof werd in september tot 3,50- m NAP droog ontgraven. Hierbij zijn in de zuid-oosthoek sporen van smalle sloten waargenomen.8 Het slotenpatroon liep van zuid-oost naar noord-west. De sloten waren hoofdzakelijk opgevuld met sintels. In een enkel geval waren er lokaal onder de sintels zinkstukken in de vorm van rietmatten aangebracht. In december 2006 werd het westelijk binnenhof onder water verdiept. Hierbij zijn vanaf 3,00 m NAP resten van een beschoeiing aangetroffen. Deze vondst werd door BMA gedocumenteerd. De beschoeiing was opgebouwd uit grenenhouten planken van 26 cm breed en 2,6 cm dik en aangepunte eikenhouten palen van 16 x 16 cm. Een compleet geborgen paal bleek 7,35 m lang. Ook kwamen er enkele ceramiekscherven (datering tweede helft 19de eeuw) uit het slib voor de planken tevoorschijn. 7 Enkele houtfragmenten van de beschoeiing van de Singelgracht, geborgen door duikers bij het uitdiepen van het westelijk binnenhof 8 Mededeling Jeroen Hoksbergen, directievoerder Wareco. 10

AAR 43 3.2 Sporen en structuren AB 2009 Tussen mei en augustus 2009 zijn de ontgravingen van de verschillende bouwputten van het Energy Center archeologisch begeleid. Hierbij zijn 10 sporen gedocumenteerd. 8 Bouwput Energy Center Zuid. Zandpakketten (S 1 en S 2), opgebracht op het oorspronkelijke maaiveld (S 3) voorafgaand aan de bouw van het Rijksmuseum Voorafgaand aan de aanleg van het Rijksmuseum in de periode 1875-1885 was het buiten de Singelgracht gelegen poldergebied bouwrijp gemaakt door het toenmalige maaiveld (S 3) op te hogen met zand (S 1 grijs zand en S 2 bruin zand) tot gemiddeld 0,70 m + NAP. Ter hoogte van het EC Noord en Zuid aan de oostzijde van het museum bevatte het ophoogzand enkele los verspreide ceramiekscherven van laat 19de-eeuws serviesgoed, waaronder steengoed waterkruiken en ceramiek met stempels van de Regoutfabriek uit Maastricht. Onder dit ophoogzand was in EC Zuid een donkere venige bodem (S 3) zichtbaar op 2,70 m NAP. In het EC Noord werd een soortgelijke bodem ingemeten op 3,25 m NAP. Ter hoogte van EK 4 vlak langs de oostgevel van het museum was sprake van een afwijkend beeld: hier lag tot minimaal 4,00 m NAP een gele zandvulling. Het was niet mogelijk om het vervolg van de bodemopbouw te documenteren omdat de verdere ontgraving onder water werd uitgevoerd. Ter hoogte van EK 3, langs de voorgevel van het museum, kon de bodemopbouw worden gedocumenteerd vanaf het maaiveld tot circa 5,30 m NAP. De bovenste laag van 0,60 m + tot 1,70 m NAP bestond uit het donker grijze zand (S 1) met daaronder geel zand (S 2) met lokaal kleine concentraties bouwpuin en laat 19de-eeuwse ceramiekscherven. Daaronder, tussen 1,70 m 3,30 m NAP, waren een aantal niveaus veengrond. Op basis van kleurverschil konden in dit veenpakket drie lagen (S 6 bruin, S 7 donker bruin, S 8 bruin) worden onderscheiden. De structuur was erg amorf, hetgeen waarschijnlijk kwam doordat het veen gebruikt was om de Singelgracht mee aan te plempen.

AAR 43 Dit venig materiaal was gestort op een veenpakket (S 9 tussen 3,30 m -4,95 m NAP) dat naar onderen toe een steeds grovere vezelstructuur vertoonde met een toenemend aantal rietwortels. Dit zeggeveen-/rietveenpakket, dat bekent staat als het Laagpakket Hollandveen, was gevormd op een grijsgroene slappe kleiige afzetting (S 5) die de bodem van de put vormde en in het profiel zichtbaar was tussen 4,95 m -5,30 m NAP. Deze ziltige wadafzetting staat bekend als het Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk). De toplaag van deze afzetting was doorworteld met rietstengels. 9 Bouwput van EK 3, afzettingen tegen de damwand. Door het grote kleurverschil tussen het geoxideerde rietveen (S 9) en de onderliggende grijsgroene wadafzetting (S 5) is de cesuur tussen beide bodemlagen goed zichtbaar In de main ring -bouwput tussen EK 3 en EK 4 bestond de bovengrond eveneens uit een gelaagd pakket van grijs en bruin zand en werd de wadafzetting op gemiddeld 5,00 m NAP doorsneden. Het tussenliggende grondpakket bestond hier in zijn geheel uit natuurlijk veen. Ter hoogte van het Azië-paviljoen bestond de bodemophoging uit een 3,5 m dikke laag van dezelfde zandpakketten (S 1 en S 2) die zich bij het EC bevonden. Op circa 2,5 m NAP begon het oude maaiveld van de donkere venige laag (S 3) waarop verspreid concentraties van bouwpuin zichtbaar zijn. De verdere ontgraving van deze put vond in het najaar van 2009 onder water plaats, gelet op de nabijheid van de funderingen van het Rijksmuseum. 12

10 Bouwput van EK 3. Onder het zand van de 19de-eeuwse ophoging (S 1 en S 2) dagzoomt het oorspronkelijke maaiveld van de polder (S 3). AAR 43

4 Conclusie De bovenlaag in de verschillende bouwputten rondom het Rijksmuseum bestond uit een zandpakket dat voorafgaand aan de bouw van het Rijksmuseum in de periode 1876-1885 was aangebracht om het buiten de Singelgracht gelegen poldergebied bouwrijp te maken. Uit de bodemopbouw in de bouwputten is vastgesteld dat het maaiveld van de historische polder oorspronkelijk op circa 2,00 m NAP lag. Op verschillende locaties is onder de laat-19de-eeuwse bodemophoging een donkere venige bodem waargenomen die kan worden geïnterpreteerd als het toenmalige maaiveld-loopvlak. De top hiervan varieerde tussen 2,50 m en 2,70 m NAP. Door het gewicht van het opgebrachte zand is het maaiveld ingeklonken en zal het oorspronkelijk hoger hebben gelegen, naar schatting op 2,00 m NAP. Ter hoogte van het Azië-paviljoen waren op dit maaiveld nog sporen van een voormalige bebouwing aanwezig in de vorm van verspreidde concentraties bouwpuin van fragmenten baksteen. De waargenomen archeologische sporen van ophogingen en beschoeiingen onderbouwen de juistheid van de projectie van het historisch kaartbeeld met de Mennonietensloot en de oude stadsvest, de tegenwoordige Singelgracht, op het huidige kaartbeeld. Zo liep de Mennonietensloot zoals geprojecteerd ter hoogte van EK 4 en EC Noord. In deze bouwputten was sprake van een veel omvangrijker zandpakket in de bovengrond dat bedoeld was om verzakking van het nieuw te bouwen museum ter hoogte van de slappe slootbodem te voorkomen. Om zetting zoveel mogelijk tegen te gaan heeft men de sloot ter plaatse leeg gebaggerd en opgevuld met zand. Dit kan tevens verklaren waarom er in dit deel van de Mennonietensloot, in tegenstelling het sloottracé ter hoogte van het Museumplein, geen concentraties stadsafval zijn gevonden. In het oostelijke binnenhof is een aantal smalle sloten waargenomen. De sloten hadden een maximale diepte tot 3,4 m NAP en waren volgestort met sintels. Deze slootjes hadden een zuidoost-noordwest patroon en stonden oorspronkelijk in verbinding met de Mennonietensloot en de Singelgracht. Aangezien ze waren opgevuld met laat 19deeeuws industrieel afval, is het niet duidelijk of dit nog oorspronkelijke ontginningssloten waren. In het westelijke binnenhof was dit slotenpatroon niet aanwezig. Dit deel van het museum was gebouwd ter hoogte van de voormalige Singelgracht. In 1872 is het deel van de gracht ter hoogte van het huidige Rijksmuseum rechtgetrokken door de bocht rond de punt van het tegenovergelegen bolwerk aan te plempen. Bij het uitdiepen van het westelijke binnenhof zijn houtdelen van de beschoeiing verwijderd die langs de oever van de bocht in de Singelgracht heeft gestaan. In EK 3 en de main ring 2 en 3 is aan de voorzijde van het museum de aanplemping van de Singelgracht waargenomen. 14

11 Projectie van het Rijksmuseum op kaart YY 2 e blad uit de buurtatlas van Loman uit 1876, het noorden is boven. De cijfers corresponderen met enkele bevindingen: 1 = Mennonietensloot, gedempt voor 1875 (EK 4 en EC noord) 2 = aanplemping Singelgracht 1872 (EK 3) 3 = locatie beschoeiing Singelgracht (westelijke binnenhof) 4 = locatie verbindingsslootjes Mennonietensloot / Singelgracht (oostelijke binnenhof) 5 = bebouwing ter hoogte van het Azië-paviljoen

5 Literatuur Afdeling Gereedmaken Terreinen, Het bouwrijp maken van terreinen, Ons Amsterdam 19 (1967), 290-294 Hameleers, M., Kaarten van Amsterdam 1866-2000, Bussum 2002 Hoek Ostende, J.H. van den, De Molens van Amsterdam in oude ansichten deel I, Zaltbommel 2000 Prins, P., De ontmanteling van Amsterdam, Amstelodamum 85 (1993), 91-132 Wagenaar, M., De stad ontworpen, in: Bakker, M. e.a (red.) Amsterdam in de tweede Gouden Eeuw. Jubileumuitgave Genootschap Amstelodamum, Bussum 2000, 9-35 6 Bijlage 1: Sporen topo spoor datum NAP NAP beschrijving interpretatie datering onder STH1 1 20-5-2009 0,85 m + 0,00 donkergrijs zand toplaag maaiveld ca. 1880 STH1 2 20-5-2009 0,00 2,70 m licht gekleurd, gelig zand ophoging voor bouw RM STH1 3 20-5-2009 2,70 m donker bruin humeus oorspronkelijk maaiveld ca. 1880 tot 1880 STH1 4 20-5-2009 0,70 m grenenhouten palen in EC zuid heipalen, overkapping 1880 STH1 5 18-6-2009 4,95 m slappe grijsgroene klei, in toplaag rhizomen wadafzetting, Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk STH1 6 18-6-2009 1,70 m 2,35 m bruin vezelig pakket in EK 3 aanplemping ca. 1870 STH1 7 18-6-2009 2,35 m 2,90 m donker bruin vezelig pakket in EK 3 aanplemping ca. 1870 STH1 8 18-6-2009 2,90 m 3,30 m bruin vezelig pakket in EK 3 aanplemping ca. 1870 STH1 9 18-6-2000 3,30 m 4,95 m vezelig veenpakket, naar onderen toename rhizomen Rietveen, Laagpakket Hollandveen STH1 10 1-7-2009 0,85 m + 4,00 m schoon geel zand aanvul zand na 1880 16

AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) In druk verkrijgbaar via Stadsboekwinkel Amsterdam en www.halos.nl Als PDF te downloaden op www.bma.amsterdam.nl In druk verkrijgbaar via Stadsboekwinkel Amsterdam en www.halos.nl Als PDF te downloaden op www.bma.amsterdam.nl AAR 1 Wonen aan een wagenplein. AO Haarlemmerplein (2005), Amsterdam 2006 AAR 2 Tweede Kostverlorenkade. IVO (2006), Amsterdam 2006 AAR 3 Verschansen achter vuilnis. IVO Amstelstraat (2006), Amsterdam 2007 AAR 4 Scherven uit de Pottenbakkersgang. AO Westerstraat (2003), Amsterdam 2007 AAR 5 In de schaduw van de VOC. AO Rapenburg (2005), Amsterdam 2007 AAR 6 Beerputten en bedrijvigheid. AO Konijnenstraat (2003), Amsterdam 2007 AAR 7 Zerken en graven in de Nieuwezijds Kapel. IVO Rokin (2005), Amsterdam 2007 AAR 8 Opgraving van een mikwe in de Nieuwe Synagoge. Jonas Daniël Meijerplein (2006), Amsterdam 2007 AAR 9 De Hallen. IVO Bilderdijkkade (2006), Amsterdam 2006 AAR 10 Een fontein in de Buitensingel. AB Leidseplein (2006), Amsterdam 2006 AAR 11 Diemen Tolbrug. IVO Muiderstraatweg (2006), Amsterdam 2008 AAR 12 Boezemgemaal Halfweg. IVO Wethouder van Essenweg (2006), Amsterdam 2007 AAR 13 Frans Ottenstadion. IVO Amstelveenseweg (2004), Amsterdam 2007 AAR 14 Archeologisch opgraving Vijzelstraat (2004), Amsterdam 2007 AAR 15 Aanplempingen in het IJ. AO Martelaarsgracht (2003), Amsterdam 2007 AAR 16 Schuilkerk de Papagaai. AO Kalverstraat (2004), Amsterdam 2008 AAR 17 De saillant van Het Blaauwhoofd. IVO Van Diemenstraat (2006), Amsterdam 2007 AAR 18 De noordwestelijke oever van Oostenburg. AO Oostenburgermiddenstraat (2006), Amsterdam 2006 AAR 19 Het Shell-terrein. IVO Grasweg (2004), Amsterdam 2007 AAR 20 Het RIVA-terrein. IVO Baarsjesweg (2005), Amsterdam 2008 AAR 21 De Ceintuurbaanpanden. AB Tweede Sweelinckstraat / Sint Willibrordusstraat (2006), Amsterdam 2008 AAR 22 Het Purperhoedenveem. AO Oudezijds Voorburgwal (2004), Amsterdam 2008 AAR 23 Noord/Zuidlijn, locatie Rokin. Archeologische begeleidingen en opgravingen 2003-2006, Amsterdam 2007 AAR 24 Sportpark Ronald McDonald, IVO Zunderdorpergouw (2007), Amsterdam 2008 AAR 25 N 44, De Keyzer. IVO Czaar Peterstraat (2008), Amsterdam 2008 AAR 26 Het Luycksterrein. IVO Overamstelstraat (2004), Amsterdam 2008 AAR 27 Oranjerie in Frankendael. AO Middenweg (2003), Amsterdam 2008 AAR 28 Serviesgoed uit een 18de-eeuwse beerput. AO Derde Weteringdwarsstraat (2003), Amsterdam 2008 AAR 29 Profiel van de 17de-eeuwse stadswal. AB Marnixplein (2004), Amsterdam 2008 AAR 30 Bolwerk Oosterblokhuis. AO Prof. Tulpplein (2005), Amsterdam 2008 AAR 31 Van Amstelbocht tot Binnengasthuis. AO Oude Turfmarkt (2005), Amsterdam 2008 17

AAR 32 N 43 / Funenpark. AB Cruquiuskade (2008), Amsterdam 2009 AAR 33 Het gemeentearchief terrein. IVO Amsteldijk 67 (2009), Amsterdam 2009 AAR 34 Spaarndammerdijk 320. IVO (2007), Amsterdam 2009 AAR 35 Wonen aan twee stegen. AO Paardenstraat (2004), Amsterdam 2008 AAR 36 Een 17de-eeuwse beerput in de grachtengordel. AO Keizersgracht 355 (2005), Amsterdam 2009 AAR 37 Noordoosthoek van een 13de-eeuws verdedigingswerk. AO Nieuwezijds Kolk (2006), Amsterdam 2009 AAR 38 Een dam rond s Lands Dok. AO Marineterrein Kattenburgerstraat (2005), Amsterdam 2009 AAR 39 Rust en Werk. AB Amsteldijk 67 (2009), Amsterdam 2009 AAR 40 Pingelenburg en Weltevrede. AB Amstelpark-Oost (2009), Amsterdam 2009 AAR 41 Boerderij Zeldenrust. IVO Houtbosch, Diemen (2005), Amsterdam 2009 AAR 42 Zeis onder het maaiveld. AB Kolenkit Zuidelijk Veld Fase 1 (2009), Amsterdam 2009 AAR 43. AB Stadhouderskade (2009), Amsterdam 2010 Colofon AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 43 Amsterdam 2010 ISSN: 1872-5139 Tekst: Redactie: Veldwerk: Tekeningen: Foto s: Vormgeving Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp Jerzy Gawronski Ron Tousain, Jørgen Veerkamp Lidewij de Leeuw, Ron Tousain Jørgen Veerkamp BMA,, 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever 18