GEBRUIKERSHANDLEIDING VAN NETWORK SPACE FAMILY



Vergelijkbare documenten
Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Samsung Auto Backup FAQ

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

2 mei Remote Scan

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

NAS 159 Time Machine Beste praktijk

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

GEEF UW INVESTERINGEN EEN BOOST MET LIVE TRADER

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie)

CycloAgent v2 Handleiding

Schijven en stations formatteren

Gids Instelling Verzenden

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Doe het zelf installatiehandleiding

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Thuisnetwerk instellen met Windows

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

PRINTERS EN GEGEVENS DELEN TUSSEN COMPUTERS

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

FerdiWeb Back-up. Installatie FerdiWeb Back-up

Software-installatiehandleiding

Samsung Drive Manager - veelgestelde vragen

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR SMARTPHONES EN TABLETS MET HET ios BESTURINGSSYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING

Inhoudsopgave Gebruikershandleiding pagina Inleiding... 2 Minimale systeemvereisten Software installeren... 3

Introductie Werken met OneDrive voor Bedrijven

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

MEDIA NAV. Handleiding voor het online downloaden van content

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Gebruikershandleiding voor Mac

Uw gebruiksaanwijzing. NAVMAN F-SERIES DESKTOP F20

Mac OS X Leopard versie 10.5 Installatiehandleiding

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Novell Vibe-invoegtoepassing

Handleiding voor aansluitingen

Shell Card Online e-invoicing Service Gebruikershandleiding. Versie 2.8

Firmware Upgrade Utility

Multifunctionele USB-netwerkserver serie

Seagate Access voor Personal Cloud Gebruike

Bryton Bridge. Handleiding

Nieuwe versie! BullGuard. Backup

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Deel 1 Stap 1: Klik op de downloadlink om uw persoonlijke versie van de software te downloaden.

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, :02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad)

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

Netwerk Media. Handleiding voor het delen van bestanden en mappen

Handleiding. Opslag Online voor Windows Phone 8. Versie augustus 2014

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING

HANDLEIDING ENTERPRISE DRIVE. Laatst bijgewerkt: January 18, 2016

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice

Gids Instelling Verzenden

Installatiehandleiding software

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Introductie Werken met Office 365

Welkom bij BOEKLEZER

TAB NOBLE 97ic FIRMWARE UPGRADE INSTRUCTIES

Handleiding Sportlink Club

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

Live Mail Windows. Deel 1 Downloaden en installeren van Windows Live Mail

Backup maken. Backup terugzetten. H O O F D S T U K 4 Backup

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

Outlook Web App 2010 XS2office

Handleiding. Outlook Web App CLOUD. Versie: 22 oktober Toegang tot uw berichten via internet

Mail op Domeinnaam. Instellen in software en apparaten. Mail op domeinnaam Versie 1.5 Auteur : E.Mouws

Cloud Backup Handleiding

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Deel 1 Stap 1: Klik op de downloadlink om uw persoonlijke versie van de software te downloaden.

Inhoud van de verpakking

Inhoudsopgave Gebruikershandleiding pagina 1

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Handleiding Back-up Online voor Servers Versie maart 2016

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

System Updates Gebruikersbijlage

Uw gebruiksaanwijzing. LACIE D2 NETWORK 2

Handleiding NarrowCasting

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Hoofdstuk 1: Aan de slag...3

Aan de slag met het adres van je website. Handleiding

Altijd en overal toegang tot en documenten. MijnOffice365 Beheerdershandleiding

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Menu. Open een document. Zoomen. Het Claro Boeklezer's menubalk bevat een aantal nuttige functies.

INSTALLATIE VAN DE BelD KAARTLEZER

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Installatie en registratie GensDataPro 2.8

Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum:

TAB XENTA 10ic 10 TABLET FIRMWARE UPGRADE INSTRUCTIES

GfK Internet Monitor installatie en inschakelen op Windows Vista, Windows 7 & Windows 8

1. Laad de software voor de camera van op het menu

Outlookkoppeling installeren

Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built

Workshop Harde schijf gebruiken in Eminent producten

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

Transcriptie:

GEBRUIKERSHANDLEIDING VAN NETWORK SPACE FAMILY KLIK HIER VOOR TOEGANG TOT EEN UP-TO-DATE ONLINE VERSIE van dit document voor de meest recente inhoud en functies zoals uitbreidbare illustraties, eenvoudigere navigatie en zoekopdrachten. 1

INLEIDING Opmerking: in deze gebruikershandleiding worden twee -producten voor netwerkopslag besproken: Network Space 2 en Network Space MAX (enkele en dubbele schijf). De inhoud uit de gebruikershandleiding is, tenzij anders aangegeven, identiek voor beide producten. Let wel dat schermafbeeldingen en afbeeldingen er enigszins anders kunnen uitzien voor uw product. Gefeliciteerd met de aankoop van een Network Space 2 of Network Space MAX. Met uw NAS (Network-Attached Storage device) kunt u uw familiebestanden gemakkelijk back-uppen, op één plaats verzamelen en delen. U kunt ook films, muziek en foto's opslaan om deze af te spelen op een DLNA/UPnP-mediaspeler, zoals een Xbox of PlayStation 3. Deze handleiding gidst u door de verbinding van de NAS met uw thuisnetwerk en helpt u bij het oplossen van eventuele problemen. Raadpleeg Hulp verkrijgen als u problemen ondervindt. Merk op dat de meeste problemen die gebruikers ondervinden, kunnen worden opgelost door de fabrieksinstellingen van het product te herstellen (raadpleeg Besturingssysteem van product bijwerken). INHOUD VAN DE VERPAKKING Network Space 2 en Network Space MAX Ethernet-kabel USB 2.0-kabel Voeding Cd-rom met software en gebruikershandleiding Snelle installatiegids Belangrijke informatie: bewaar de verpakking. Als het apparaat moet worden teruggestuurd voor reparatie of onderhoud, dient dit te gebeuren in de originele verpakking. 2

MINIMALE SYSTEEMVEREISTEN Computer met een Ethernet-netwerkadapter Nieuwste versie van Windows XP, Windows Vista, Windows 7 / Mac OS X 10.5, 10.6, 10.7 / Linux 2.6 Minimale vrije schijfruimte: 600 MB aanbevolen Ethernet-switch of router Webbrowsers: Internet Explorer 7.0, Firefox 3.0, Safari 3.0 of Chrome 2.0 AANBEVOLEN NETWERK- EN SYSTEEMCONFIGURATIES Breedband- of hogesnelheidsnetwerkverbinding Computer(s) met een Gigabit Ethernet-netwerkadapter Ethernet-switch of -router met ondersteuning voor Gigabit Ethernet Nieuwste versie van Windows 7 / Mac OS X 10.6, 10.7 / Linux 2.6 Webbrowsers: Internet Explorer 8.0, Firefox 5.0 en Safari 5.0 Belangrijke informatie: de prestaties van uw -product kan worden beïnvloed door externe invloeden zoals netwerkactiviteit, hardware, afstand en instellingen. Voor optimale prestaties gebruikt u een Gigabit Ethernet-router en een Gigabit Ethernet-kaart in uw hostcomputer. 3

AANZICHTEN VAN DE DRIVE Vooraanzicht Network Space 2 1. Activiteits-LED: de blauwe LED toont de activiteit van de schijf. Als u energie wilt besparen, kunt u de LED uitschakelen via het Dashboard (LED-gedrag en Dashboard - Eco-beheer). 2. USB-uitbreidingspoort en back-uppoort: De USB-poort aan de voorkant wordt gebruikt voor de aansluiting van een extra externe USB-harde schijf, USB-sleutel, USB-printer, digitale camera of andere USB-massaopslagapparatuur (bijv. mp3-speler). De toegang tot externe opslag en openbare mappen in het netwerk is vergelijkbaar. Externe opslag aangesloten op de USB-poort aan de voorkant kan voor back-ups worden gebruikt. Met de pagina Kopiëren (Dashboard - Back-up) in het Dashboard kunt u: Een back-up van shares op uw NAS maken op een externe schijf Een back-up van externe opslag maken op uw NAS 4

Network Space MAX 1. Activiteits-LED: de blauwe LED toont de activiteit van de schijf. Als u energie wilt besparen, kunt u de LED uitschakelen via het Dashboard (LED-gedrag en Dashboard - Eco-beheer). 2. USB-uitbreidingspoort en back-uppoort: De USB-poort aan de voorkant wordt gebruikt voor de aansluiting van een extra externe USB-harde schijf, USB-sleutel, USB-printer, digitale camera of andere USB-massaopslagapparatuur (bijv. mp3-speler). De toegang tot externe opslag en openbare mappen in het netwerk is vergelijkbaar. Externe opslag aangesloten op de USB-poort aan de voorkant kan voor back-ups worden gebruikt. Met de pagina Kopiëren (Dashboard - Back-up) in het Dashboard kunt u: Een back-up van shares op uw NAS maken op een externe schijf Een back-up van externe opslag maken op uw NAS 5

Achteraanzicht Network Space 2 1. 2. 3. 4. Aan/uit-knop (AAN/UIT) Voedingsaansluiting Gigabit Ethernet USB 2.0-apparaat (rechtstreekse aansluiting op uw computer) 6

Network Space MAX 1. 2. 3. 4. Aan/uit-knop (AAN/UIT) Voedingsaansluiting Gigabit Ethernet USB 2.0-apparaat (rechtstreekse aansluiting op uw computer) 7

FUNCTIES VAN AAN/UIT-KNOP Met de Aan/uit-knop aan de achterkant kunt u de slaapstand activeren/deactiveren en de standaardinstellingen herstellen. Slaapstand activeren: als u de slaapstand inschakelt in het Dashboard (Dashboard - Eco-beheer), kunt u de Aan/uit-knop gebruiken om energie te besparen. Wanneer de Aan/uit-knop wordt ingedrukt, schakelt het apparaat niet uit maar plaatst het zichzelf in de slaapstand. Slaapstand deactiveren: Druk twee seconden op de Aan/uit-knop (maar houd deze niet ingedrukt). U kunt ook de Wake on LAN-functie in Network Assistant gebruiken (raadpleeg Wake on LAN (WOL)) (raadpleeg ook Dashboard - Eco-beheer). Standaardinstellingen herstellen:raadpleeg Besturingssysteem van product bijwerken. 8

GEDRAG VAN LED-LAMPJES De LED aan de voorkant geeft de status en activiteit van de drive aan. Technische opmerking: zelfs als u de LED aan de voorkant hebt uitgeschakeld via het Dashboard ( Dashboard - Eco-beheer), zorgen gebeurtenissen met een rood lampje ervoor dat de LED aan voorkant gaat oplichten. Network Space 2 Kleur LED voorzijde Status Uit Het apparaat is: uitgeschakeld/in de Slaapstand of het Statuslampje is uitgeschakeld in het Dashboard (Dashboard - Eco-beheer) Blauw: Knippert snel Gebeurt tijdens het opstarten van het apparaat en houdt op zodra de schijven volledig geïnitialiseerd zijn Blauw: Licht onafgebroken op Apparaat is gereed Blauw: Knippert onregelmatig Drive werkt (lezen/schrijven) Rood: Knippert Apparaatwaarschuwing (bijv. waarschuwing voor temperatuur) Rood: Licht vast op Temperatuurwaarschuwing (kritiek niveau) het apparaat wordt uitgeschakeld Rood/blauw: Knippert Bezig met automatische back-up 9

Network Space MAX Kleur LED voorzijde Status Uit Het apparaat is: uitgeschakeld/in de Slaapstand of het Statuslampje is uitgeschakeld in het Dashboard (Dashboard - Eco-beheer) Blauw: Knippert snel Gebeurt tijdens het opstarten van het apparaat; houdt op zodra de schijven volledig geïnitialiseerd zijn Blauw: Licht onafgebroken op Apparaat is gereed Blauw: Knippert onregelmatig Drive werkt (lezen/schrijven) of RAID wordt gebouwd/hersteld Rood: Knippert Apparaatwaarschuwing (bijv. waarschuwing voor temperatuur) of RAID wordt gedegradeerd Rood: Licht vast op Temperatuurwaarschuwing (kritiek niveau het product wordt uitgeschakeld) of RAID is gebroken Rood/blauw: Knippert Bezig met automatische back-up 10

VERBINDEN MET HET NETWERK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw -netwerkopslag verbindt met een netwerk. Raadpleeg Aansluiten op een computer via USB voor informatie over een rechtstreekse aansluiting van uw apparaat op een computer via USB. A - ETHERNET-KABEL AANSLUITEN 1. Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort aan de achterkant van de netwerkopslag. 2. Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een vrije Ethernet-uitgangspoort van uw router of hub (raadpleeg de documentatie van uw router of hub). 11

B - VOEDING AANSLUITEN 1. Sluit de voeding aan op een stopcontact en op het apparaat. 2. Zet de drive aan door de aan/uit-knop achteraan de drive in te drukken. De LED aan de voorkant licht onafgebroken blauw op en begint te knipperen. Het apparaat heeft mogelijk tot wel 3 minuten nodig om op te starten en is gereed zodra de blauwe LED niet langer knippert. Let op: gebruik alleen de wisselstroomadapter die bij uw specifiek -apparaat is meegeleverd. Gebruik geen voeding van een ander -apparaat of een andere fabrikant. Als u een ander netsnoer of een andere voeding gebruikt, kan het apparaat beschadigd raken en wordt uw garantie ongeldig. Verwijder altijd de wisselstroomadapter voordat u uw -apparaat gaat verplaatsen. Als u de adapter niet verwijdert, kan er schade ontstaan en wordt uw garantie ongeldig. 12

C - LACIE NETWORK ASSISTANT INSTALLEREN Network Assistant detecteert alle -opslagapparaten in uw netwerk. Na de installatie helpt Network Assistant u bij de configuratie van en de toegang tot uw -netwerkopslag. Opmerking: als Network Assistant al is geïnstalleerd op uw computer, gaat u naar www.lacie.com/nl/support/ om uw product te vinden en te bevestigen dat u de nieuwste versie gebruikt. Als uw versie van Network Assistant verouderd is, downloadt en installeert u de nieuwste update vanaf de -website. 1. Plaats de cd-rom met hulpprogramma's in het optische schijfstation van uw computer. 2. Bij Windows-gebruikers dient de cd in Deze computer / Computer te verschijnen. Bij Mac-gebruikers dient de cd op het bureaublad te verschijnen. Dubbelklik op het cd-pictogram en dubbelklik dan op Network Assistant Setup. 3. Volg de Installatiewizard van Network Assistant om de installatie te voltooien. 4. Zodra Setup Assistant is geïnstalleerd, gaat u naar Beheer (Dashboard) om te leren hoe u uw -netwerkopslag beheert. U wordt gevraagd belangrijke informatie in te vullen wanneer u voor het eerst inlogt via uw gewenste webbrowser. Voor informatie over de toegang tot de volumes van de netwerkopslag gaat u naar Bestanden openen en overzetten. 13

STATISCH IP-ADRES De meeste thuis- en kantoorrouters zijn DHCP-servers waardoor uw apparaat automatisch een IP-adres ontvangt zodra het is verbonden met het netwerk. Als een netwerk niet wordt beheerd via DHCP, gebruikt het -opslagapparaat APIPA (Automatic Private IP Addressing) om zichzelf een geldig IP-adres in het bestaande netwerk toe te wijzen. In sommige gevallen wijst het zichzelf een IP-adres toe via de regel 169.254.xxx.yyy/24. Aangezien de meerderheid van de netwerken DHCP-toewijzing gebruiken, beveelt u sterk aan dat u uw IP-adres niet aanpast zonder contact op te nemen met uw internetaanbieder of netwerkbeheerder. 1. Zorg ervoor dat Network Assistant is geïnstalleerd op uw computer. 2. Start Network Assistant: Windows: selecteer Network Assistant in Start > Alle programma's. Het pictogram van Network Assistant verschijnt in het systeemvak en het programma detecteert automatisch alle -opslagapparaten in het netwerk. Mac: Ga naar de map Programma's om Network Assistant te starten. Het pictogram van Network Assistant verschijnt in de menubalk en het programma detecteert automatisch alle -opslagapparaten in het netwerk. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram in het systeemvak (Windows) of klik eenmaal op het pictogram in de menubalk (Mac) om Network Assistant openen te selecteren (Oudere versies van Network Assistant moeten Configuratievenster ) kiezen Open Network Assistant - Windows Open Network Assistant - Mac 4. Klik op het tabblad Configuratie en selecteer Handmatig. (Oudere versies van Network Assistant moeten het tabblad Netwerk kiezen.) 5. Zorg ervoor dat u een IP-adres opgeeft dat compatibel is met uw netwerk. Bovendien moet het zich in hetzelfde subnet bevinden als het subnet in de netwerkinstellingen van uw computer zodat het apparaat zichtbaar is voor de computer. 14

Wijs een statische IP toe die compatibel is met uw netwerk 6. Klik op Toepassen. Het apparaat start opnieuw op. 15

BESTANDEN OPENEN EN OVERZETTEN Uw netwerk harde schijf van biedt toegang tot gegevens via opslagvolumes genaamd Shares. U kunt bestanden kopiëren, back-uppen en lezen naar en van shares net zoals bij lokale opslag. OVER STANDAARD- EN GEBRUIKERSSHARES Standaardshares Uw -netwerkopslag heeft standaard drie shares (vergelijkbaar met mappen): MyShare, OpenShare en USBShare. USBShare wordt automatisch gemaakt wanneer u ruimte toewijst voor USB-toegang; raadpleeg Dashboard - Drive-informatie voor informatie. De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillen tussen de shares: Naam Toegankelijkheid Login Beschikbaarheid Geen Bij aansluiting op het netwerk (Ethernet) en op netwerkcomputers of UPnP/DLNA-gecertificeerde spelers/adapters (indien multimediaservice is geactiveerd) USBShare Openbaar, toegankelijk voor elke gebruiker in het netwerk Geen Bij aansluiting op het netwerk (Ethernet) of op een computer (USB) en via UPnP/DLNA-gecertificeerde spelers/adapters (indien multimediaservice is geactiveerd) MyShare Privé, standaard alleen toegankelijk voor de beheerder Met wachtwoord beveiligd Bij aansluiting op het netwerk (Ethernet) en op netwerkcomputers Openbaar, toegankelijk voor OpenShare elke gebruiker in het netwerk Wanneer uw -harde schijf is aangesloten op het netwerk, zijn de drie shares toegankelijk voor de beheerder en OpenShare en USBShare voor gasten (USBShare zal alleen beschikbaar zijn als u ruimte hebt toegewezen voor USB-toegang). Wanneer het apparaat is aangesloten op een computer via de USB-poort aan de achterkant, zal alleen USBShare toegankelijk zijn. Gebruikersshares U kunt nieuwe shares aanmaken door opslagruimte toe te wijzen aan afzonderlijke gebruikers. U wilt bijvoorbeeld 5 GB privéruimte toewijzen aan elk familielid. Deze shares hebben dan dezelfde naam als de gebruiker (zoals Jane, Piet, Beatrix, enz.) en kunnen wachtwoorden worden toegewezen. Raadpleeg Dashboard - Gebruikers voor instructies over hoe u gebruikers toevoegt. Naam Toegankelijkheid Login Beschikbaarheid Gebruikersshare [ Jane ] Privé met optioneel wachtwoord Optionele wachtwoordbeveiliging Bij aansluiting op het netwerk (Ethernet) en netwerkcomputers 16

SHARES OPENEN U hebt verscheidene opties om shares op uw -harde schijf te openen. Opmerking: raadpleeg Geavanceerde toegangsmogelijkheden voor gerelateerde functies zoals toegang op afstand tot uw apparaat verkrijgen, snelkoppelingen naar shares maken, en multimedia streamen. Optie 1 - Lacie Network Assistant (Openshare En Usbshare) 1. Start Network Assistant. Als u Network Assistant niet hebt geïnstalleerd, raadpleegt u Verbinden met het netwerk voor instructies. Windows-gebruikers: 1. Selecteer Network Assistant in Start > Alle programma's. Het pictogram van het programma verschijnt in het systeemvak en Network Assistant detecteert automatisch uw -apparaat in het netwerk. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram in het systeemvak. Mac-gebruikers: 1. Selecteer de Network Assistant in de map Programma s. Het pictogram van het programma verschijnt in de menubalk en Network Assistant detecteert automatisch uw -apparaat in het netwerk. 2. Klik op het pictogram in de menubalk. 2. Kies de naam van uw -opslagapparaat om de share te selecteren die u wilt openen. 17

3. De share opent in een Verkenner-venster (Windows) of een Finder-venster (Mac). 4. Kopieer en plak of sleep bestanden om gegevens over te zetten tussen uw computer en de share. Mac-gebruikers: als de share niet wordt geopend in een Finder-venster, navigeert u gewoon in de Finder naar GEDEELD > [Apparaatnaam] > [Sharenaam]. 18

Belangrijke informatie: let wel dat MyShare en Gebruikersshares niet verschijnen in de lijst met shares tenzij de beheerder of gebruiker zijn/haar gebruikersnaam en wachtwoord heeft geverifieerd in Network Assistant. Raadpleeg Optie 2 hieronder. 19

Optie 2 - Lacie Network Assistant (Verificatie Voor Myshare Of Gebruikersshare) 1. Start Network Assistant. Als u Network Assistant niet hebt geïnstalleerd, raadpleegt u Verbinden met het netwerk voor instructies. Windows-gebruikers: selecteer Network Assistant in Start > Alle programma's. Het pictogram van het programma verschijnt in het systeemvak en Network Assistant detecteert automatisch uw -apparaat in het netwerk. Mac-gebruikers: selecteer de Network Assistant in de map Programma s. Het pictogram van het programma verschijnt in het systeemvak en Network Assistant detecteert automatisch uw -product in het netwerk. 2. Open Network Assistant. Windows-gebruikers: klik op het pictogram van Network Assistant in het systeemvak. Mac-gebruikers: klik op het pictogram van Network Assistant in de menubalk en selecteer Network Assistant openen 3. Selecteer de naam van uw -opslagapparaat in de lijst met apparaten in de linkse kolom en klik dan op het tabblad Volumes. 4. Klik op Verificatie 20

5. Kies in het pop-upvenster Geregistreerde gebruiker en voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder in om MyShare te bekijken. Als u toegang wilt tot een gebruikersshare, voert u de naam en het wachtwoord van de gebruiker in die werden aangemaakt in het beheerprogramma Dashboard ( Dashboard - Gebruikers). Klik op OK. Verificatie van beheerder Verificatie van gebruiker 6. MyShare of de Gebruikersshare ( Jane in dit voorbeeld) verschijnen in de lijst met shares. 21

MyShare Gebruikersshare 7. Klik op Activeren als schijf (Windows) of Activeren (Mac) om de share te openen. 8. De share is nu beschikbaar in een Verkenner-venster (Windows) of een Finder-venster (Mac). Kopieer en plak of sleep bestanden om gegevens over te zetten tussen uw computer en de share. 22

MyShare Gebruikersshare Optie 3 - Besturingssysteem Windows 7- En Vista-Gebruikers 1. Typ in het adresveld van Verkenner de \\[Apparaatnaam] of het \\[IP-adres] en druk op Enter. 23

2. Dubbelklik op OpenShare of USBShare om deze map te openen. U wordt gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren wanneer u dubbelklikt op MyShare (beheerder) of een gebruikersshare. 24

Technische opmerking: als u het IP-adres van uw -opslagapparaat wilt achterhalen, opent u Network Assistant en kiest u het tabblad Algemeen. Het adres staat naast de naam van het apparaat. 25

Windows Xp-Gebruikers 1. Typ in het adresveld van Verkenner de \\[Apparaatnaam] of het \\[IP-adres] en klik op Ga. Of klik in het menu Start op Uitvoeren, typ \\[Apparaatnaam] of \\[IP-adres] en klik op OK. Mac-Gebruikers 1. Ga in Finder naar Ga > Verbind met server. 2. Typ in het geopende dialoogvenster één van de volgende opties: afp://[apparaatnaam].local smb://[apparaatnaam].local afp://[ip-adres] smb://[ip-adres] 3. Klik op Verbind en voer dan de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder in. Voer de naam en het wachtwoord van een gebruiker in om zijn/haar share te openen. 26

BEHEER (DASHBOARD) Het Dashboard is een eenvoudig te gebruiken hulpmiddel voor het beheer van uw apparaat waarmee u gebruikers, shares, back-ups en vele andere functie kunt beheren. DASHBOARD - OPENEN Er zijn twee manieren om het Dashboard te openen: Network Assistant Webbrowser Toegang Tot Dashboard Via Lacie Network Assistant 1. Open Network Assistant: Windows: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Network Assistant in het systeemvak. Mac: klik op het pictogram van Network Assistant in de menubalk. 2. Kies [Apparaatnaam] > Webtoegang Windows Mac 3. De inlogpagina wordt geopend in een nieuw browservenster of tabblad. Als uw browser niet is geopend, opent Network Assistant deze voor u. 4. U wordt gevraagd een snelle Installatiewizard te voltooien wanneer u het Dashboard voor het eerst opent. Uw wachtwoord mag 4 tot 20 alfanumerieke tekens en symbolen lang zijn en de gebruikersnaam 1 tot 20 alfanumerieke tekens. Wanneer u later inlogt, typt u gewoon uw gebruikersnaam en wachtwoord. 27

5. Klik op INLOGGEN. 28

Toegang Tot Dashboard Via Browser 1. Open uw internetbrowser (Firefox, Internet Explorer, Safari, enz.) en typ het IP-adres of de apparaatnaam van uw opslagapparaat in het URL-veld (webadres) van uw browser. \\Bijvoorbeeld: http://[ip-adres] of http://[apparaatnaam] (Windows) of http://[apparaatnaam].local (Mac) 2. U wordt gevraagd een snelle Installatiewizard te voltooien wanneer u het Dashboard voor het eerst opent. Uw wachtwoord mag 4 tot 20 alfanumerieke tekens en symbolen lang zijn en de gebruikersnaam 1 tot 20 alfanumerieke tekens. Wanneer u later inlogt, typt u gewoon uw gebruikersnaam en wachtwoord. 3. Klik op INLOGGEN. Verloren Wachtwoord Recupereren Als de beheerder zijn/haar wachtwoord is vergeten, kan het worden gerecupereerd als een SMTP-server is toegewezen met een e-mailadres. Raadpleeg Dashboard - Netwerk voor instructies om een e-mailadres toe te voegen. 1. Klik op Wachtwoord vergeten of kwijt? op de inlogpagina. 2. Typ de gebruikersnaam op de volgende pagina. Typ dan het woord dat u ziet op de afbeelding rechts (dit 29

verzekert dat het verzoek komt van een persoon) en klik op VERZENDEN. 3. De beheerder ontvangt een bericht in zijn/haar postbus voor inkomende berichten. Klik op de koppeling Klik hier in de e-mail. 4. Typ in het scherm Stel uw wachtwoord opnieuw in uw inlognaam, nieuw wachtwoord en bevestig dan het nieuwe wachtwoord. Klik vervolgens op Verzenden. 30

DASHBOARD - WELKOM De pagina Welkom geeft u koppelingen naar nuttige documenten op de -website, de mogelijkheid om informatie van de beheerder te wijzigen, en een lijst met de verschillende pagina's van het Dashboard. 31

Belangrijke informatie: inloggen bij het Dashboard met een beheerdersaccount geeft u volledige toegang tot de functies. Zonder een beheerdersaccount kan een gebruiker alleen de pagina's Welkom, Kopiëren, Gebruiker en Algemene instellingen zien. 32

Support En Online Registratie Als u wilt inloggen bij uw account op www.lacie.com/nl/, klikt u op Mijn -account. Voor productupdates, softwaredownloads en belangrijke supportinformatie van klikt u op Technische support. U wordt dan verwezen naar de online pagina Support & Downloads van. Als u geen persoonlijke account hebt gemaakt op www.lacie.com/nl/, klikt u op Online registreren om de nieuwste informatie over uw apparaat en nieuwtjes over andere -producten te ontvangen. Slaapstand, Herstarten Of Uitschakelen Voor het Uitschakelen, Herstarten of in de Slaapstand plaatsen van het netwerkopslagapparaat klikt u op de Aan/uit-knop rechts boven in het Dashboard-venster. Aangezien de Slaapstand standaard niet beschikbaar is, moet deze worden ingeschakeld door de beheerder (raadpleeg Dashboard - Eco-beheer). 33

Uitloggen Als u wilt uitloggen bij het Dashboard, klikt u op de knop Uitloggen rechts boven in het Dashboard-venster. Om veiligheidsredenen adviseert uit te loggen bij het Dashboard als u het niet langer nodig hebt. Bestandsverkenner Pictogram van Bestandsverkenner Raadpleeg Dashboard - Bestandsverkenner. DASHBOARD - NAVIGATIE Het Dashboard bestaat uit een centraal gebied omgeven door widgets of kleine vakjes die de verschillende pagina's voorstellen. De widget toont een overzicht van de informatie op de pagina. Voor volledige informatie navigeert u naar de pagina zelf. Als u naar een pagina wilt navigeren, klikt u op de widget onder de titel of sleept u een widget naar het midden van het venster. Als u een widget wilt minimaliseren, klikt u op de X naast de titel. Als u een geminimaliseerde widget wilt maximaliseren, sleept u het pictogram over een gemaximaliseerde widget of naar een open widget-ruimte. Als u widgets wilt herschikken, sleept u het pictogram of de titel van de geminimaliseerde widget naar de positie van een andere widget. 34

DASHBOARD - GEBRUIKERS Met deze pagina kunt u gebruikersaccounts beheren. Nieuwe Gebruiker Als u een nieuwe gebruiker wilt aanmaken, klikt u op de knop GEBRUIKER TOEVOEGEN en vult u de vereiste velden in. 35

Belangrijke informatie: Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig. In tekstvelden mag u 1 tot 20 tekens invullen (letters, cijfers, symbolen, koppelteken en onderstrepingsteken). Begin of eindig niet met een koppelteken of een onderstrepingsteken. Bestaande Gebruiker De gebruikersgegevens worden in een tabel georganiseerd: Klik op de tekst in de kolom Inlognaam om de gebruikersnaam te wijzigen. Klik op de tekst in de kolom Wachtwoord om het wachtwoord van de gebruiker te wijzigen. Klik op de tekst in de kolom E-mail om het e-mailadres van de gebruiker te wijzigen. Klik op de tekst in de kolom Quota om de opslagcapaciteit aan de gebruiker toe te wijzen. Klik op de tekst in de kolom Time Machine om de optie in of uit te schakelen. Kies Ja als Mac OS X is geïnstalleerd op de computer van de gebruiker en de back-ups in de share moeten komen. Gebruiker Verwijderen Als u een gebruiker wilt verwijderen, klikt u op de grijze X rechts van de rij van de gebruiker. Er verschijnt een pop-upvenster dat u om bevestiging vraagt. Door te klikken op TOEPASSEN verwijdert u de share van de gebruiker en al zijn/haar gegevens. Opmerking: de beheerder heeft geen X aangezien deze account niet kan worden verwijderd. 36

DASHBOARD - DRIVE-INFORMATIE Deze pagina toont u informatie over het schijfgebruik en biedt u de mogelijkheid om de netwerkschijf of de USB-schijf (USBShare) opnieuw te formatteren. Netwerkschijf Wanneer u klikt op de knop FORMATTEREN bovenaan, worden ALLE gegevens op de schijven (inclusief USBShare of gebruikersshares) gewist en worden de schijven geformatteerd. Gegevens op de aan de voorzijde aangesloten USB-sleutel of harde schijf worden niet aangetast. Let op: het formatteren wist alle gegevens op uw drive (maar verwijdert geen gebruikers of instellingen). Zorg ervoor dat u een back-up van uw gegevens hebt gemaakt op een ander volume voordat u doorgaat. kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het verlies van uw gegevens tijdens het formatteren. Netwerkschijf opnieuw formatteren: 1. Klik op de knop FORMATTEREN. 37

2. In het geopende blauwe venster bevestigt u door op de knop FORMATTEREN te klikken. 38

Usb-Schijf (Usbshare) Raadpleeg Aansluiten op een computer via USB voor informatie over de aansluiting van uw -netwerkopslag op een computer via de USB.-poort aan de achterkant van het apparaat. Op deze pagina kunt u: De opslagcapaciteit verhogen of verlagen die u aan de USB-schijf hebt toegewezen De USB-schijf formatteren Let op: het formatteren en het wijzigen van de grootte van de USBShare wist alle gegevens op dit volume. Zorg ervoor dat u een back-up van uw gegevens hebt gemaakt op een ander volume voordat u doorgaat. adviseert dat u de Bestandsverkenner gebruikt (raadpleeg Dashboard - Bestandsverkenner) in plaats van een ingebouwd programma. kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het verlies van gegevens tijdens het formatteren. Toegewezen opslag aan USBShare wijzigen: 1. Klik op het configuratiepictogram (de gekruiste moersleutel en schroevendraaier) in de rij van de USB-schijf. 2. Kies in het selectievenster Grootte van USBShare wijzigen. 3. Sleep de schuifregelaar naar rechts (verhoog de capaciteit tot maximum 500 GB) of naar links (verlaag de capaciteit). Zodra u klikt op de schuifregelaar, kunt u de pijlen naar links en rechts op uw toetsenbord gebruiken om de capaciteit precies in te stellen. 39

Opslagcapaciteit van USBShare verhogen Opslagcapaciteit van USBShare verlagen 4. Zodra u de capaciteit hebt geselecteerd, klikt u op Toepassen. 5. Een waarschuwing vraagt u de gewijzigde capaciteit te bevestigen. Hierdoor verwijdert u alle gegevens op de USBShare. Gegevens op andere volumes (bijv. MyShare, OpenShare, gebruikersshare) blijven echter ongewijzigd. 6. Klik op TOEPASSEN om de wijziging in de opslagcapaciteit van USBShare te bevestigen. 40

USBShare formatteren: 1. Klik op het pictogram met de moersleutel en schroevendraaier in de rij van de USB-schijf. 2. Kies in het selectievenster Formatteren. 3. Een waarschuwing vraagt u het formatteren van de share te bevestigen. Hierdoor verwijdert u alle gegevens op de USBShare. Gegevens op andere volumes (bijv. MyShare, OpenShare, gebruikersshare) blijven echter ongewijzigd. 4. Klik op FORMATTEREN om door te gaan. 41

DASHBOARD - DOWNLOAD Het Dashboard beschikt over een torrentserver waarmee u torrentbestanden kunt downloaden. Voor meer informatie over torrents raadpleegt u: http://nl.wikipedia.org/wiki/bittorrent 1. Klik op de knop Start downloadprogramma links onder in het venster. 2. Als u een download wilt starten, klikt u op de knop Download toevoegen. 3. Geef aan of de torrentbron een bestand of een URL is en navigeer vervolgens naar de bron. 4. Kies de bestemming (in welke share wilt u het gedownloade bestand opslaan) en klik op het groene vinkje. 5. De download van het bestand begint. Het duurt enkele minuten voordat de download begint. 42

Instellingen Van Pagina Download Onder de lijst met downloads worden verschillende instellingen weergegeven. TCP-poort voor inkomende verbindingen: klik op het het nummer om een routerpoort te kiezen die de torrentservice zal gebruiken. Limiet downloadsnelheid: klik op het nummer hier om een maximale downloadsnelheid in te voeren. Limiet uploadsnelheid: klik op het nummer hier om een maximale uploadsnelheid in te voeren. Max. actieve downloads: klik op het nummer hier om het aantal torrents te beperken die tegelijkertijd kunnen worden gedownload/geüpload. Voer nul in om geen beperking in te stellen. Technische opmerking: aangezien de torrent-clientservice bandbreedte en systeembronnen gebruikt, kunnen meerdere gelijktijdige downloads van invloed zijn op de prestaties van uw -netwerkopslag. Na de voltooide download van een torrent kan deze zelfs nog actief zijn (bijv. uploaden) waardoor nog systeembronnen worden gebruikt. 43

DASHBOARD - ALGEMENE INSTELLINGEN Apparaatnaam: de apparaatnaam identificeert uw -opslagapparaat in uw netwerk. U kunt de standaardnaam wijzigen door op de tekst te klikken en een nieuwe naam te typen. Let wel dat de apparaatnaam max. 15 tekens lang is, hoofdlettergevoelig is en alleen uit alfanumerieke tekens zonder spaties of symbolen mag bestaan. Werkgroep: klik op de tekst en typ dan de naam van een Windows-werkgroep (gebruik 1 tot 15 alfanumerieke tekens). Taal: klik op de tekst om de taal van het Dashboard te wijzigen. Multimediaservice (OpenShare): met de multimediaservice kunt u mediabestanden streamen vanaf uw -netwerkopslag naar UPnP-spelers (zoals mobiele telefoons, computers en spelconsoles). Mediabestanden moeten in OpenShare worden opgeslagen om ze af te spelen. FTP-service: standaard netwerkprotocol gebruikt om bestanden te kopiëren van één host naar een andere via een TCP-netwerk. SFTP-service: SSH File Transfer Protocol. hoewel dit u een veiligere FTP-service biedt, zullen overdrachtsnelheden lager zijn door de encryptie. Datum: de datum en de tijd worden automatisch ingesteld als u een NTP-server toewijst (zie hieronder). Als dit niet het geval is, klikt u op de tekst en selecteert u een dag uit de kalender. Tijd: als de tijd niet is ingesteld door de NTP-server, klikt u op de tekst en selecteert u de juiste tijd. Tijdzone: selecteer uw tijdzone in het vervolgkeuzemenu. Tijdsynchronisatie: met deze optie kan uw netwerkopslag de tijd en de datum synchroniseren met een NTP-server (Network Time Protocol). Door het automatisch instellen van de tijd hoeft u de tijdinstellingen niet aan te passen voor de zomertijd. 44

DASHBOARD - ONDERSTEUNING Configuratie Versie: de NAS OS-versie gebruikt door uw netwerkopslagapparaat. Deze informatie is mogelijk belangrijk wanneer u het OS bijwerkt of spreekt met de technische support van. Systeemlogboek: klik op de knop Downloaden om het systeemlogboek op uw computer op te slaan. Het logboek is mogelijk nuttig als u problemen oplost met de technische support van. E-mailbericht: het selectievakje is standaard aangevinkt. Let wel dat een SMTP-server moet worden gedefinieerd en de beheerder moet een e-mailadres hebben toegevoegd op de pagina Gebruikers. 45

Triggers Voor E-Mailberichten De volgende gebeurtenissen zorgen ervoor dat een e-mailmelding wordt verstuurd als een e-mailadres is opgegeven op de pagina Gebruiker: Gebeurtenis-ID Beschrijving Ontvanger Capaciteit Wanneer de totale beschikbare capaciteit minder dan 90% bedraagt Beheerder Quota Wanneer de capaciteit 90% van de ingestelde quota bereikt Beheerder Download Wanneer een download is voltooid of wanneer een fout tijdens het downloaden is opgetreden Beheerder Back-up Wanneer een back-up begint, eindigt, wordt geannuleerd, of Beheerder mislukt Temperatuur Het product heeft minstens één minuut de maximale temperatuur behouden Wachtwoordherstel Een gebruiker heeft zijn/haar wachtwoord gerecupereerd Beheerder Beheerder of gebruiker, afhankelijk van de persoon die het verzoek deed Automatisch Bijwerken Uw -netwerkopslag zoekt elke week automatisch naar updates voor het besturingssysteem. Als een update wordt gevonden, installeert het systeem deze voor u. Raadpleeg Besturingssysteem van product bijwerken voor informatie over het aanpassen van de update-instellingen. Logboeken Het onderdeel Logboeken vermeldt belangrijke gebeurtenissen, zoals waarschuwingen en resultaten van RAID-wijzigingen (RAID is alleen beschikbaar bij de Network Space MAX). Als u de tekst in de lijst wilt wissen, klikt u op het pictogram Prullenmand. 46

DASHBOARD - BACK-UP Uw -netwerkopslag beschikt over een betrouwbaar back-up- en herstelsysteem waarmee u bestanden kunt back-uppen: Van uw -netwerkopslag naar een externe harde schijf aangesloten op de USB-poort aan de voorkant Van een externe harde schijf aangesloten op de USB-poort aan de voorkant naar de -netwerkopslag Tussen shares op de netwerkopslag (bijv. van OpenShare naar MyShare, MyShare naar USBShare, enz.) Voorbeelden: Back-up: als u de media van de familie en andere belangrijke bestanden niet wilt verliezen, wilt u wellicht een back-up van de inhoud op uw -netwerkopslag maken op een externe USB-harde schijf. Zodra de externe harde schijf is aangesloten op de USB-uitbreidingspoort aan de voorkant, kunt u de pagina Back-up gebruiken om de frequentie en het type van de back-up te plannen. Back-ups zijn flexibel. Zo kunt u kiezen voor een dagelijkse, wekelijkse of maandelijkse back-up. Herstel: iemand in uw gezin heeft per ongelijk een belangrijk document verwijderd in zijn/haar share op de -netwerkopslag. Gelukkig maakt u elke avond een back-up van de netwerkopslag op een externe harde schijf. Zodra de externe harde schijf is aangesloten op de USB-uitbreidingspoort aan de voorkant, kunt u gaan naar de pagina Back-up om het ontbrekende document terug te zetten. De Back-up- en herstelwizard helpt u bij het instellen van back-uptaken en het herstellen van bestanden die werden verwijderd of verloren zijn gegaan. Het systeem slaat tot wel 10 versies van back-ups op, waardoor u beschikt over de flexibiliteit om oudere versies van bestanden te herstellen. Aan de slag gaan: 1. Kies de pagina Back-up in het Dashboard 2. Klik op de knop TAAK MAKEN 47

3. Kies tussen Back-up en Herstel 4. Volg de onderstaande richtlijnen Back-Up 1. Selecteer Back-up en klik dan op VOLGENDE. 48

2. Kies in het volgende scherm één of meerdere bronnen (wat wordt er geback-upt) in de linkse kolom. Kies dan een bestemming (waar de bestanden worden geback-upt) in de rechtse kolom. 3. Als u een nieuwe map wilt maken, navigeert u naar een ideale locatie op het doelvolume en klikt u dan op de knop MAP MAKEN. Let wel dat shares of mappen waarvoor u geen schrijftoegang hebt niet worden weergegeven. Volumes die zijn geformatteerd in HFS+ (Mac) kunnen bijvoorbeeld worden gelezen maar u kunt er niet op schrijven. 49

4. Klik op VOLGENDE. 5. Selecteer een back-upmodus en klik dan op VOLGENDE. 50

Handmatig betekent dat de back-uptaak alleen wordt uitgevoerd wanneer u deze uitvoert. Gepland betekent dat de back-uptaak wordt uitgevoerd volgens een door u ingestelde planning. Automatisch betekent dat de back-uptaak automatisch wordt uitgevoerd wanneer zowel de bron als het doel van de back-up beschikbaar zijn. Deze optie is alleen beschikbaar als één van de apparaten (Bron of Bestemming) een externe harde schijf is. Als Automatisch is geselecteerd, hebt u de optie om Automatisch verwijderen te kiezen. Hiermee deactiveert u de externe harde schijf zodra de back-up is voltooid. 6. Als u Gepland hebt geselecteerd als back-upmodus, vraagt een ander venster u een frequentie en een tijdstip te kiezen voordat u op VOLGENDE klikt. 7. Typ een naam voor de back-uptaak en klik dan op VOLGENDE. 51

8. Het volgende scherm toont een overzicht van de back-uptaak. U hebt de optie om de back-up te starten. Selecteer hiervoor het vakje naast Start de back-up onmiddellijk. Klik op VOLTOOIEN. 9. De back-up wordt toegevoegd aan de Takenlijst. 52

53

Herstel 1. Selecteer Herstel en klik dan op VOLGENDE. 2. Selecteer een hersteltype: vanaf een bestaande back-uptaak of een back-upmap. Klik op VOLGENDE. Als u ervoor koos om te herstellen vanaf een bestaande back-uptaak, ziet u informatie over die taak in het volgende scherm die als bevestiging dient. Klik op VOLGENDE. 54

Als u ervoor koos om gegevens te herstellen vanaf een back-upmap, kunt u in het volgende scherm de bron voor het herstel van de gegevens selecteren. Geldige back-ups hebben een pictogram met een rode map. Kies de back-upmap en klik dan op VOLGENDE. Informatie over die back-upbron wordt als bevestiging vermeld in het volgende scherm. Klik op VOLGENDE. Blader naar de locatie van de brongegevens 55

Een geldige te herstellen back-up wordt in het rood weergegeven Overzicht van de back-up die wordt hersteld 3. Kies een herstelpunt in het volgende scherm. Een herstelpunt stemt overeen met een versie van de map telkens een back-up werd gemaakt. Kies ervoor om de map vanaf de laatste back-up of op datum te herstellen. Als u op datum kiest, selecteert u de datum in de kalender en het tijdstip in het vervolgkeuzemenu. Klik dan op VOLGENDE. 56

4. Kies in het volgende scherm waar u de back-up wilt herstellen. Herstel naar de oorspronkelijke plaats van de gegevens om de bronmap te overschrijven met de back-upmap. Hierdoor geeft u prioriteit aan de back-up en vervangt u de inhoud van de bronmap. Als u de back-up naar een specifieke map wilt herstellen, klikt u op deze optie en klikt u vervolgens op de knop BLADEREN. Navigeer naar de bestemming en klik dan op TOEPASSEN. 57

Als u schijfruimte wilt vrijmaken, kunt u ervoor kiezen om de bron te wissen voordat de taak begint. Door het vakje in deze stap aan te vinken worden alle gegevens in de bronmap gewist. Voordat u doorgaat naar de volgende stap, vraagt een prompt u te bevestigen dat alle gegevens op de bron mogen worden gewist voordat het herstel begint. 5. In het volgende scherm geeft u de hersteltaak een naam en klikt u op VOLGENDE. 6. Het volgende scherm toont een overzicht van de hersteltaak. Klik op VOLTOOIEN om de taak toe te voegen. 58

59

Bestaande Taken Wijzigen Taken die u hebt gemaakt worden vermeld in de tabel op de pagina Back-up. Deze tabel toont nuttige informatie die u helpt bij het beheer van de taken. Klik op het configuratiepictogram (gekruiste moersleutel en schroevendraaier) in de uiterst rechtse kolom voor opties. U kunt gedetailleerde informatie over een taak krijgen of de taak starten, verwijderen of in/uitschakelen. Als u een geplande taak uitschakelt, wordt deze niet uitgevoerd totdat de taak wordt ingeschakeld. Wijzig een back-uptaak Wijzig een hersteltaak 60

DASHBOARD - USB-POORT AAN VOORKANT (UITBREIDING) Deze pagina biedt informatie over apparaten die aangesloten zijn op de USB-uitbreidingspoort aan de voorkant. Let wel dat de USB-apparaatpoort aan de achterkant dient om de netwerkopslag aan te sluiten op uw computer. Usb-Printer Uw -netwerkopslag beschikt over een printerserver. Activeren: 1. Vink het vakje aan naast Printerserver activeren. 2. Schakel de printer in en sluit deze aan op de USB-uitbreidingspoort aan de voorkant. 3. Na de aansluiting wordt de printer vermeld op de pagina Dashboard - Externe poorten en wordt de printer beschikbaar in uw netwerk. De juiste printerstuurprogramma's moeten op de hostcomputer geïnstalleerd zijn. 61

Belangrijke informatie: bij multifunctionele printers wordt alleen het afdrukken ondersteund. Als uw printer ook kan scannen, werkt deze functie niet als het apparaat is aangesloten op de NAS. Bovendien worden alleen PostScript-printers ondersteund. Als uw printer niet wordt weergegeven op de pagina Dashboard - Externe poorten, ondersteunt de printer wellicht geen PostScript-afdrukken. Dit is vaak het geval bij multifunctionele printers en fotoprinters. kan niet garanderen dat uw printer de juiste protocollen ondersteunt om hem om te vormen tot een netwerkprinter. Externe Harde Schijven Sluit een externe harde schijf aan op de USB-poort aan de voorkant en de schijf wordt op deze pagina vermeld. Na de aansluiting gedragen de partitie(s) van de schijf zich op dezelfde manier als OpenShare of USBShare op uw -netwerkopslag. U kunt de volume(s) bekijken op de pagina Dashboard - Shares en gegevens openen via het bestandssysteem van uw besturingssysteem (een Verkenner-venster voor Windows-gebruikers en de Finder voor Mac-gebruikers). Belangrijke informatie: externe harde schijven aangesloten op de USB-uitbreidingspoort zijn altijd volledig openbaar in het netwerk en hun namen kunnen niet worden gewijzigd. Als u schade aan het bestandssysteem van uw externe harde schijf wilt vermijden, klikt u op de knop VERWIJDEREN voordat u de schijf loskoppelt van uw NAS. Technische opmerking: externe USB-harde schijven moeten in een van de ondersteunde systemen worden geformatteerd voor compatibiliteit met uw -opslagapparaat: MS-DOS (FAT32), NTFS, HFS+ (alleen non-journaled), EXT3, or XFS. Let wel dat HFS+ alleen-lezen is. 62

DASHBOARD - NETWERK Tabblad Standaard Ip-Configuratie Kies tussen Configureren met DHCP en Handmatig configureren. Als uw netwerk beschikt over DHCP, zoals bij de meeste netwerken van consumenten het geval is, wordt de -netwerkopslag automatisch een IP-adres toegewezen. Hierdoor zien de meeste gebruikers dat er waarden zijn ingevuld in de tabel. Als u Handmatig configureren selecteert, kunt u de waarden in de tabel wijzigen volgens uw niet-dhcp-beheerd netwerk. Belangrijke informatie: zorg ervoor dat u het IP-adres niet wijzigt zonder een volledig begrip van uw netwerk te hebben. U verliest mogelijk de verbinding met uw netwerkopslagapparaat als het IP-adres niet compatibel is met uw netwerk. Neem contact op met uw internetaanbieder of netwerkbeheerder voor meer informatie. Toegang Op Afstand Raadpleeg Geavanceerde toegangsmogelijkheden. 63

Tabblad Geavanceerd Proxy-Configuratie Uw -netwerkopslag kan worden geconfigureerd voor verbinding met een proxyserver: 1. Activeer de functie door op het vakje Proxy inschakelen te klikken. 2. Vul het adres en de poort van de proxyserver in, alsook optionele verificatie-informatie. 3. Klik op TOEPASSEN Smtp-Configuratie Als u uw -netwerkopslag waarschuwingse-mails wilt laten versturen naar gebruikers, configureert u de SMTP-instellingen in dit onderdeel. Verifieer de werking van het alarmsysteem als volgt: 1. Vink het vakje aan naast Zend een verificatiemail 2. Vervolledig het veld E-mailadres 3. Klik op de knop TOEPASSEN. 64

DASHBOARD - ECO-BEHEER Statuslampje aan: Vink dit vakje uit als u het LED-lampje aan de voorkant wilt uitschakelen. De waarschuwingslampjes worden hierdoor niet uitgeschakeld. Harde schijven uitschakelen: stel de inactiviteitsduur in waarna de schijven in de Eco-modus worden geplaatst. In de Eco-modus neemt het toerental van de schijven af om het stroomverbruik te herleiden. Het product verlaat de Eco-modus automatisch wanneer een verzoek wordt verzonden naar de drive. Slaapstand inschakelen: de slaapstand betekent dat de drive in een modus met een heel laag energieverbruik wordt gezet wanneer u de slaapstand activeert met de knop Opties voor uitschakelen op het Dashboard. Deze modus kan ook worden geactiveerd door Aan/uit-knop van het apparaat ingedrukt te houden. Als u de schijf uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de Aan/uit-knop of gebruikt u de functie Wake on LAN in Network Assistant (raadpleeg Wake on LAN). Belangrijke informatie: wanneer de slaapstand is geactiveerd, worden alle processen, inclusief downloads en back-ups, beëindigd. Schema in-/uitschakelen: stel de schijf in om de slaapstand op een bepaald tijdstip te activeren of te deactiveren om energie te besparen. Klik op de instelling in de kolommen Inschakelen en Uitschakelen om het tijdstip voor elke dag van de week in te voeren. 65

Schema van de Slaapstand Voorbeeld van een schema van de Slaapstand 66

DASHBOARD - RAID-BEHEER Raadpleeg RAID beheren en een schijf toevoegen. DASHBOARD - BESTANDSVERKENNER Het Dashboard beschikt over een interactieve Bestandsverkenner voor het beheren en overzetten van bestanden via HTTP. Open de Bestandsverkenner door op het pictogram rechts boven in het Dashboard te klikken. Pictogram van Bestandsverkenner 67

Met de Bestandsverkenner kunt u bestanden overzetten, kopiëren en verwijderen, alsmede foto's in miniatuurweergave bekijken en zelfs multimedia-inhoud zoals mp3-muziekbestanden streamen. Het is een handige manier om bewerkingen uit te voeren op bestanden die zijn opgeslagen op externe harde schijven in het netwerk, ongeacht de eventuele verbinding via het lokale netwerk of het internet (raadpleeg Toegang op afstand). Aangezien met de Bestandsverkenner bestanden sneller kunnen worden overgezet dan met slepen en neerzetten, is het handiger bij het kopiëren van grote bestanden. De Bestandsverkenner bestaat uit vier onderdelen: 1. Met de werkbalk kunt u een talrijke functies uitvoeren, zoals de weergave van bestanden veranderen, bestanden uploaden en streamen, en mappen maken. 2. Folders (Mappen) toont de mappenstructuur van de geselecteerde share. 3. Details toont informatie over een geselecteerd bestand, zoals naam, miniatuur (afbeeldingen), bestandstype, afmetingen (foto's) of duur (video's), terwijl u met Zoeken naar bestanden kunt zoeken aan de hand van de bestandsnaam. 4. Deze sectie toont de bestanden in een geselecteerde map. Als u de bestanden als miniaturen wilt bekijken, klikt u op Miniaturen in de werkbalk. 68

U kunt foto's bekijken, tekstbestanden bewerken en bepaalde typen muziek streamen. Selecteer het bestand en: Foto's en tekstbestanden: klik op de knop Openen met in de werkbalk. Muziek: Klik op de afspeelknop in het deelvenster Details. 69

GEAVANCEERDE TOEGANGSMOGELIJKHEDEN In dit hoofdstuk worden de geavanceerde toegangsmogelijkheden beschreven zoals toegang op afstand verkrijgen, snelkoppelingen naar uw shares maken, en multimedia streamen. TOEGANG OP AFSTAND U kunt de gegevens op uw -netwerkopslag op afstand openen. heeft een screencast gemaakt die dit proces hier laat zien. Op de pagina Dashboard - Netwerk klikt u op de 'i' naast de titel Toegang op afstand om de screencast te openen. Na de verbinding is de browsergebaseerde bestandsverkenner een eenvoudige manier om uw bestanden te openen. U kunt bestanden uploaden, downloaden en zelfs de meeste soorten multimediabestanden zoals mp3 streamen. Raadpleeg Dashboard - Bestandsverkenner voor meer informatie over de Bestandsverkenner. SNELKOPPELINGEN NAAR SHARES MAKEN U kunt snelkoppelingen naar shares maken via Network Assistant en uw besturingssysteem. Snelkoppeling Maken Met Lacie Network Assistant U kunt Network Assistant zo configureren dat shares automatisch worden geactiveerd op uw computer. Zo krijgt u snel toegang tot de opgeslagen bestanden: 1. Klik in het menu van Network Assistant op Network Assistant openen. (Kies Configuratievenster bij oudere versies van Network Assistant.) 2. Selecteer uw netwerkopslag in de linkse kolom (bijv. Network Space 2 en/of Network Space MAX). 3. Klik op het tabblad Volumes. 4. Vink naast de share(s) die u wilt toewijzen het selectievakje onder de kolom Automatisch aan. 70

Automatische activeren shares - Beheerder Automatisch activeren shares - Gebruiker Als u het bericht Kan lijst van volumes niet weergeven ziet, gebruikt u mogelijk een verouderde versie van Network Assistant. Download de nieuwste versie vanaf de -website ( http://www.lacie.com/nl/support). 5. Windows-gebruikers: de share activeert automatisch in Deze computer/computer wanneer de computer de share in het netwerk detecteert. Automatische activeren shares - Windows Mac-gebruikers: het pictogram van de share verschijnt automatisch op het bureaublad en in de Finder wanneer de computer de share in het netwerk detecteert. 71

Automatisch activeren shares - Mac Snelkoppeling Maken Met Besturingssysteem Windows Xp-, Vista- En Windows 7-Gebruikers 1. Selecteer in een Verkenner-venster in Windows XP Extra > Netwerkverbinding maken. Navigeer in Windows Vista en Windows 7 naar Computer in een Verkenner-venster en klik op Netwerkverbinding maken. 2. Blader naar de share die u automatisch wilt activeren en selecteer deze. 72

a. Kies een vrije letter om aan de share toe te wijzen b. Ga in het netwerk naar de share die u wilt activeren c. Vink het vakje naast Opnieuw verbinding maken bij aanmelden aan om de share te activeren telkens als u inlogt bij de computer 3. Herhaal de stappen voor andere shares. 73

Mac-Gebruikers Activeren 1. Open een nieuw Finder-venster. Ga links in het venster naar Gedeeld > [Apparaatnaam] > [Share]. OpenShare en USBShare zijn beschikbaar voor alle gebruikers in het netwerk. 2. Voor toegang tot MyShare en gebruikersshares: Selecteer de -netwerkopslag in GEDEELD Selecteer Verbind als om de naam (gebruikersnaam van gebruiker of beheerder) en het wachtwoord in te voeren De gebruikersshare of MyShare wordt geactiveerd 74

3. Herhaal de stappen voor elke share. Automatisch Activeren U kunt uw share beschikbaar maken telkens als u inlogt bij uw Apple-computer. 1. Volg de bovenstaande instructies voor de activering van de share die u wilt configureren. De share moet beschikbaar zijn in het besturingssysteem voordat u de configuratie van de automatische activering start. 2. Selecteer via het Apple-pictogram in de menubalk Systeemvoorkeuren 3. Selecteer Systeem > Accounts 4. Selecteer het tabblad Inloggen 5. Klik op het +-symbool 75

6. Navigeer naar de share en klik op VOEG TOE 7. De share(s) zijn beschikbaar telkens als u inlogt bij de Mac. Als u niet wilt dat het venster van de share opent telkens als u inlogt bij uw Mac, vinkt u het selectievakje Verberg naast de share aan. 76

77

Technische opmerking: als u wilt dat de shares op het bureaublad worden geactiveerd, gaat u naar Finder > Voorkeuren. Selecteer het tabblad Algemeen en vink het vakje naast Verbonden servers aan. 78

SHARES OPENEN VIA FTP Het FTP-protocol wordt gebruikt om bestanden van de ene computer naar de andere over te zetten via het lokale netwerk of het internet. Met dit protocol kunt u bestanden veilig uitwisselen met uw vrienden en kennissen omdat alleen personen met een gebruikersaccount toegang hebben. De FTP-service is standaard uitgeschakeld, dus moet u deze inschakelen op de pagina Dashboard - Netwerk. Voer het IP-adres van de netwerkopslag in het adresveld van de FTP-client in. ftp://[ip-adres] Voorbeeld: ftp://192.168.10.149 Technische opmerking: zoek het IP-adres van uw netwerkopslag in Network Assistant. Open Network Assistant > Algemeen. (In oudere versies gaat u naar Configuratievenster > Algemeen). OF ftp://[gebruikersnaam:wachtwoord]@[ip of apparaatnaam]/ Voorbeeld: ftp://ringo:4xtp23@lacie-nsmax/ Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor het Dashboard in om in te loggen. (Standaard admin / admin) Bestanden openen via FTP-programma's van andere fabrikanten Raadpleeg Toegang op afstand voor toegang op afstand tot de share vanaf een computer die zich niet in uw netwerk bevindt. Gebruik de hostnaam gemaakt door de DYNDNS-service in plaats van de apparaatnaam of het lokale IP-adres. 79

WAKE ON LAN (WOL) U kunt Network Assistant gebruiken om uw -netwerkopslag uit de slaapstand te halen. 1. Ga naar Network Assistant > Een apparaat wekken 2. Selecteer uw apparaat in het vervolgkeuzemenu Te wekken apparaat:. U ziet het apparaat met de naam en het MAC-adres. 3. Klik op Wekken 4. Een prompt meldt u dat het bericht is verzonden naar uw netwerkopslag. MEDIASERVERS U kunt uw -netwerkopslag configureren om bestanden (alleen-lezen) te delen met UPnP/DLNA-apparaten die met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Volg deze stappen: 1. Zorg ervoor dat uw -netwerkopslag is aangesloten op uw thuisnetwerk zoals beschreven in Verbinden met het netwerk. 2. Schakel de multimediaservice in het Dashboard in (raadpleeg Dashboard - Algemene instellingen). 3. Nu kunt u de mediabestanden in OpenShare afspelen (bijv. compatibele foto's, films en muziek). U moet een mediaspeler/-adapter gebruiken die is: Voorzien van UPnP/DLNA-certificering, zoals een Xbox 360, PlayStation 3, een mobiele telefoon met DLNA, enz. Verbonden met zelfde netwerk als de -netwerkopslag 80

Mediaservers - Itunes Uw -netwerkopslag kan als een itunes Music-server optreden door audiobestanden naar een netwerkcomputer met itunes te streamen. Na de configuratie verschijnt de apparaatnaam van uw netwerkopslag in de categorie GEDEELD in itunes. 1. Zorg ervoor dat uw netwerkopslag is aangesloten op uw netwerk zoals beschreven in Verbinden met het netwerk. 2. Schakel de multimediaservice in het Dashboard in (raadpleeg Dashboard - Algemene instellingen). 3. Controleer in itunes of de optie voor het delen van de bibliotheek is ingeschakeld in Voorkeuren > Algemeen > Gedeelde bibliotheken. itunes-voorkeuren - Vink Gedeelde bibliotheken aan 4. Open de mediabestanden vanaf GEDEELD in itunes. 81

Opmerking: bezoek www.apple.com/nl/itunes voor een lijst met mediastructuren die worden ondersteund door itunes. Mediaservers - Windows Media Player Na de configuratie kan Windows Media Player mediabestanden in OpenShare afspelen via compatibele netwerkapparaten. 1. Zorg ervoor dat uw -netwerkopslag is aangesloten op uw thuisnetwerk zoals beschreven in Verbinden met het netwerk. 2. Schakel de multimediaservice in het Dashboard in (raadpleeg Dashboard - Algemene instellingen). 3. Start Windows Media Player. 4. Zelfs als OpenShare niet is geactiveerd, dient uw -netwerkopslag te verschijnen in het onderdeel Andere bibliotheken. 82

Windows Media Player Opmerking: als u meer wilt vernemen over Windows Media Player, bezoekt u de website http://windows.microsoft.com/nl-nl/windows/products/windows-media. 83

BACK-UP SOFTWARE GEBRUIKEN Uw -opslagapparaat is geheel compatibel met Apple Time Machine, Windows Backup and Restore, en Genie Timeline. U kunt een share instellen als doelnetwerkopslag voor de meeste back-upoplossingen. Let wel dat een gebruiker toegang moet hebben tot een share om zijn/haar computer te back-uppen. 84

AANSLUITEN OP EEN COMPUTER VIA USB In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u uw -netwerkopslag aansluit op een computer via USB. Voor informatie over hoe u het apparaat verbindt met het netwerk raadpleegt u Verbinden met het netwerk. Als uw netwerk is beperkt tot overdrachtsnelheden van 10/100 megabit of als u Wi-Fi gebruikt, zijn snellere overdrachten doorgaans mogelijk met de USB-aansluiting. In zulke gevallen adviseert dat u grote hoeveelheden bestanden kopieert van uw computer naar uw -netwerkopslag via USB. Let wel dat uw netwerkopslagapparaat niet mag verbonden zijn met het netwerk terwijl het is aangesloten op een computer via USB. STAPPEN VOOR AANSLUITING 1. Voordat u probeert de USBShare te maken, moet u de korte Installatiewizard voor het Dashboard succesvol voltooien. De wizard verschijnt wanneer u het apparaat voor het eerst verbindt met het netwerk en inlogt bij het Dashboard via uw webbrowser (raadpleeg Verbinden met het netwerk en Beheer (Dashboard)). 2. USBShare heeft standaard 0 GB opslagruimte. Voordat u het apparaat aansluit op uw computer via USB, wijst u opslag toe aan USBShare: 1. Terwijl de netwerkopslag nog is verbonden met het netwerk, opent u Dashboard - Drive-informatie. 2. In de rij met de USB-drive klikt u op het configuratiepictogram (gekruiste schroevendraaier en moersleutel). 3. Klik op Grootte USBShare wijzigen. 85

4. Er verschijnt een schuifregelaar om de grootte van USBShare aan te passen. 5. Sleep de schuifregelaar aar rechts om meer ruimte toe te wijzen aan USBShare (maximum is 500 GB). Nadat u klikt op de schuifregelaar, kunt u de pijlen naar links en rechts op uw toetsenbord gebruiken om een specifieke waarde voor de opslag in te stellen. 6. Klik op de knop Toepassen. 7. Een pop-upvenster vraagt u de wijziging te bevestigen. Let wel dat alle gegevens op de USBShare hierdoor worden verwijderd. Als u bestaande bestanden wilt behouden, selecteert u ANNULEREN en maakt u een back-up van de gegevens. Selecteer TOEPASSEN om door te gaan. 8. De nieuwe opslagcapaciteit wordt vermeld op de pagina Drive-informatie. 86

3. Schakel de netwerkopslag uit met de aan/uit-knop rechts boven in het Dashboard. 4. Zodra de blauwe LED is gedoofd, koppelt u de Ethernet-kabel van het apparaat los van het netwerk. 5. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de apparaatpoort aan de achterkant en op de computer. Gebruik hiervoor NIET de USB-uitbreidingspoort aan de voorkant. 6. Schakel de netwerkopslag in met de Aan/uit-knop aan de achterkant van het product. De LED begint te knipperen. 7. USBShare wordt op uw computer geactiveerd. Kopieer en plak of sleep bestanden naar de USBShare. Technische opmerking: USBShare wordt bij het aanmaken door het NAS OS geformatteerd in MS-DOS (FAT32) voor gebruik met pc's en Mac's. U kunt USBShare formatteren in een andere bestandsindeling (NTFS of HFS+) met behulp van het ingebouwde programma voor schijfbeheer van uw computer. 87

USB-APPARAAT LOSKOPPELEN Externe USB-, FireWire- en esata-apparaten bieden Plug&Play -functionaliteit. Dit betekent dat uw opslagapparaat kan worden aangesloten en losgekoppeld terwijl de computer is ingeschakeld. Om storingen te voorkomen is het echter belangrijk deze stappen te volgen bij het loskoppelen van uw -opslagapparaat. WINDOWS XP-GEBRUIKERS Klik in het systeemvak (in de rechterbenedenhoek van uw scherm) op het pictogram Uitwerpen. Dit is een kleine groene pijl boven een hardwareafbeelding. Er verschijnt een bericht waarin de apparaten worden vermeld die door het pictogram Verwijderen worden beheerd (er zou moeten verschijnen Hardware veilig verwijderen ). Klik in dit venster op het -opslagapparaat. Vervolgens verschijnt het volgende bericht: Hardware kan veilig worden verwijderd (of een vergelijkbare melding). Het apparaat kan nu veilig worden losgekoppeld. WINDOWS VISTA- & WINDOWS 7-GEBRUIKERS Klik in het systeemvak (rechts onder in uw scherm) op het pictogram Verwijderen (let op het witte vinkje in een groene cirkel). Er verschijnt een bericht waarin de apparaten worden vermeld die veilig kunnen worden verwijderd. Selecteer Verwijderen voor het apparaat dat u wilt deactiveren. Een bericht verschijnt met de melding dat u het apparaat veilig kunt verwijderen. 88

MAC-GEBRUIKERS Sleep het pictogram van het opslagapparaat naar de prullenmand. (Het hieronder afgebeelde pictogram is een algemeen USB-apparaatpictogram. Uw opslagapparaat kan worden weergegeven door een pictogram dat er als het apparaat zelf uitziet. Wanneer het pictogram van het bureaublad verdwijnt, kan het opslagapparaat worden losgekoppeld. 89

RAID BEHEREN EN EEN SCHIJF TOEVOEGEN Gebruik de pagina RAID-beheer van het Dashboard om de RAID-configuratie van uw Network Space MAX te controleren en te beheren. Opmerking: dit hoofdstuk verwijst alleen naar de Network Space MAX. Let wel dat de Network Space MAX twee schijven moet hebben om een RAID 0 toe te wijzen of een echte RAID 1 opnieuw op te bouwen. Opmerking voor gebruikers van Network Space 2: hoewel de behuizing van de Network Space 2 slechts één schijf telt, kunt u nog steeds voordeel halen uit de betrouwbare back-upfuncties. Ga naar Dashboard - Back-up om te vernemen hoe u gegevens veilig bewaart door automatische back-ups op een externe USB-harde schijf te configureren. OVER RAID-MODI RAID 0: RAID 0 is de snelste RAID-modus. In een RAID 0-array wordt de beschikbare capaciteit van elke schijf samengevoegd zodat er één logisch volume op de computer wordt geïnstalleerd. Het biedt de beste prestaties maar geen bescherming bij een eventuele schijfstoring. Let op: als een fysieke schijf in een RAID 0-array een storing vertoont, worden alle gegevens ontoegankelijk aangezien onderdelen van elk bestand zijn geschreven op beide schijven. 90

RAID 1: RAID 1 biedt bescherming aangezien alle gegevens tegelijkertijd worden geschreven naar elke schijf. Bij één enkele schijfstoring blijven de gegevens beschikbaar op de andere schijf. Vanwege de benodigde tijd om de gegevens twee keer te schrijven, neem de prestaties enigszins af. RAID 1 is een goede keuze wanneer veiligheid belangrijker is dan snelheid. Bij RAID 1 daalt de beschikbare schijfruimte echter ook met 50% omdat alle gegevens op elke harde schijf moeten worden geschreven. 91

STANDAARD-RAID - ENKELE EN DUBBELE SCHIJF De standaard RAID-modus hangt af van het model van de Network Space MAX: RAID-modus Capaciteit Bescherming Standaard bij RAID 0 100% Network Space MAX met dubbele schijf RAID 1 50% Network Space MAX met enkele schijf1 Aangezien het apparaat slechts één schijf heeft, kan de Network Space MAX single disk niet werken in een echte RAID 1-configuratie die alle gegevens schrijft naar een 'samenwerkende' harde schijf. Het apparaat wordt echter geleverd als gereed voor RAID en voorbereid voor RAID 1. Lees hieronder meer details over het opnieuw opbouwen van een RAID 1-array na het toevoegen van een tweede schijf. 1 Belangrijke info over het toevoegen van een harde schijf aan de Network Space MAX: beide schijven in de Network Space MAX moeten dezelfde capaciteit hebben. Voorbeelden: De Network Space MAX met enkele schijf beschikt over een harde schijf van 1 TB. Wanneer u een tweede schijf toevoegt, verzekert u zich ervan dat deze ook een capaciteit van 1 TB heeft. De Network Space MAX met 4 TB heeft twee schijven die elk een capaciteit van 2 TB hebben. Als een schijf een storing vertoont, vervangt u deze door een harde schijf met dezelfde capaciteit. 92

DASHBOARD - RAID-BEHEER RAID-modus: dit vak toont u het huidige RAID-schema voor uw netwerkopslag, alsook het aantal schijven in het schema. Selecteer de knop BEHEREN om de RAID-installatiewizard te starten. RAID-status: dit vak meldt u indien de array clean (gezond), gedegradeerd of bezig met een synchronisatie is (RAID opbouwen). Een geel waarschuwingspictogram geeft aan indien uw array onbeschermd is in het geval van één enkele schijfstoring. Dit is mogelijk te wijten aan een gedegradeerde beschermde RAID-array of aan uw keuze voor RAID 0. Drivetoewijzing: klik op de illustraties om de sleuven van elke schijf te kennen. Onderste sleuf = 1 en bovenste sleuf = 2 Raid Wijzigen U kunt uw RAID-configuratie op elk ogenblik wijzigen. Zo kunt u bijvoorbeeld eerst een RAID 0-array hebben en dan beslissen om te veranderen naar RAID 1 om gegevens op de Network Space MAX te beschermen. De RAID-installatiewizard is een eenvoudige hulpmiddel voor het aanpassen van de RAID. Enkele eenvoudige stappen zorgen ervoor dat aan uw behoeften wordt voldaan. Het is echter uiterst belangrijk dat u de mogelijke gevolgen voor de bestaande gegevens begrijpt die de nieuwe configuratie van de RAID met zich meebrengt. Gevolgen Van En Tijd Vereist Voor Aanpassing Van Raid 1. Wijzigen van RAID 0 naar RAID 1: Alle gegevens worden op alle shares verwijderd. Kopieer en back-up alle media op de Network Space MAX voordat u de RAID wijzigt. De USBShare verliest de toegewezen capaciteit en krijgt terug de standaardcapaciteit van 0 GB. Een RAID-synchronisatie (veranderen van RAID 0 naar RAID 1) kan wel drie tot vier uren duren. U kunt de Network Space MAX gebruiken en beheren tijdens de RAID-synchronisatie. Let wel dat het gebruik van het apparaat tijdens de synchronisatie ervoor zorgt dat het opnieuw opbouwen van de RAID 93

langer zal duren. 2. Wijzigen van RAID 1 naar RAID 0: Alle gegevens worden op alle shares verwijderd. Kopieer en back-up alle media op de Network Space MAX voordat u de RAID wijzigt. De USBShare verliest de toegewezen capaciteit en krijgt terug de standaardcapaciteit van 0 GB. Een RAID-synchronisatie (veranderen van RAID 1 naar RAID 0) duurt mogelijk tot wel vijf minuten. 3. Een RAID opbouwen bij het toevoegen van een nieuwe schijf aan een Network Space MAX met een enkele schijf: Alle gegevens en de USBShare worden behouden wanneer een RAID 1-array wordt aangemaakt. Het opbouwen van de RAID duurt enkele uren, afhankelijk van de capaciteit van de schijven. Alle gegevens en de USBShare worden verwijderd wanneer een RAID 0-array wordt aangemaakt. 4. Een beschermde RAID 1-array opnieuw opbouwen met een vervangende schijf: Dit kan plaatsvinden bij: Het toevoegen van een tweede harde schijf aan een Network Space MAX met een enkele schijf Het vervangen van een defecte harde schijf door een nieuwe schijf Gegevens blijven behouden. De USBShare behoudt de toegewezen capaciteit. Het opnieuw opbouwen van de RAID duurt enkele uren, afhankelijk van de capaciteit van de schijven. U kunt de Network Space MAX gebruiken en beheren tijdens de RAID-synchronisatie. Let wel dat het gebruik van het apparaat tijdens de synchronisatie ervoor zorgt dat het opnieuw opbouwen van de RAID langer zal duren. Raid-Installatiewizard Een Bestaande Raid Wijzigen 1. Klik op de knop BEHEREN om de RAID-installatiewizard te starten. 2. Kies links in het venster tussen RAID 0 en RAID 1. 94

3. De RAID wordt geconfigureerd zodra u VOLTOOIEN selecteert. ALLE GEGEVENS WORDEN VERWIJDERD. Ga NIET door als u de gegevens in ALLE SHARES van uw netwerkopslag wilt behouden. Selecteer daarentegen ANNULEREN om een back-up van uw media in alle shares te maken. Zodra een back-up van de gegevens is gemaakt, kunt u de RAID-installatiewizard opnieuw uitvoeren. 4. Als u de RAID wilt configureren, klikt u op VOLTOOIEN. 5. Een bevestigingsvenster vraagt u indien u wilt doorgaan. Klik op JA om de RAID-configuratie te starten. 6. De synchronisatie van RAID 0 naar RAID 1 duurt vier uur of langer, afhankelijk van de capaciteit van de harde schijven. Hoewel de netwerkopslag even offline gaat wanneer de RAID-configuratie opnieuw wordt ingesteld, hebt u toegang tot de opslag zodra de synchronisatie begint. Een groen vinkje verschijnt in het venster met de RAID-status zodra de RAID-configuratie voltooid is. 95

RAID - Synchronisatie RAID - Voltooid 96

EEN SCHIJF TOEVOEGEN OF VERVANGEN Het toevoegen of vervangen van een schijf houdt het volgende in: Een defecte schijf verwijderen (wanneer een schijf wordt vervangen). De nieuwe of vervangende schijf plaatsen. De RAID als 0 of 1 opnieuw opbouwen. Let wel dat de capaciteit van de nieuwe schijf gelijk aan deze van de vervangende schijf moet zijn. Verwijdering Van Schijf U moet de behuizing van de Network Space MAX openen om een schijf toe te voegen of te vervangen. Belangrijke informatie: als een afzonderlijke harde schijf in de Network Space MAX een storing vertoont, moet u contact opnemen met uw -wederverkoper of de klantenservice van voordat u de schijf vervangt zodat uw garantie niet komt te vervallen. Vervang een defecte harde schijf alleen door een nieuwe schijf van. Let op: Na continu gebruik van de netwerkopslag kunnen de schijven heet zijn. Wees voorzichtig wanneer u de behuizing opent en de schijven verwijdert. 97

1. Als u een defecte schijf vervangt, gaat u naar Dashboard > RAID-beheer om de harde schijf te identificeren die u moet verwijderen (Onderste sleuf = 1 en Bovenste sleuf = 2). 2. Schakel het apparaat uit en koppel de voeding los. 3. Open de Network Space MAX voorzichtig door aan de voorste rand van de behuizing te trekken, en in het bijzonder in het midden, waar het deksel vastzit op het onderste frame. adviseert dat u uw wijsvinger gebruikt om het deksel voorzichtig los te maken van het onderste frame bij het midden. 4. Als Schijf 2 is beschadigd, maakt u de bovenste schijf voorzichtig los van de SATA-aansluiting en verwijdert u de schijf uit de bovenste sleuf. Als Schijf 1 is beschadigd, maakt u eerst de bovenste schijf (Schijf 2) los en verwijdert u vervolgens de onderste schijf (Schijf 1). 98