VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD



Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

organisaties instellingen lokale overheden diversiteit

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

Kinderopvang met een sociale functie: hoe kan je dit vanuit een centrum voor kinderopvang in de praktijk realiseren?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise.

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

SESSIE GEZIN (BRON VAN GEZONDHEID)

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Uitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Subsidies inclusieve opvang

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

1. Is er al onderzoek gebeurd naar het percentage jongeren van vreemde origine in de Vlaamse jeugdbewegingen?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Huis Sofia 22 november 2011

MEMORIE VAN TOELICHTING

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4

In het partijprogramma en de congresteksten van CD&V staat: Niets specifiek over diversiteit in het lerarenkorps.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 kunnen als volgt worden omschreven:

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 2 subsidies

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

Addendum 1 horende bij de beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode

Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

DIVERSITEIT IN de gemeente

Nota Vlaamse Regionale Analyse: De Vlaamse regering bereikt een akkoord over de hervorming van de kinderbijslag

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Loket Kinderopvang stad Leuven

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Lokaal loket kinderopvang en registratie 1

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Graag wens ik een actuele stand van zaken te verkrijgen met betrekking tot het aanbod van voorzieningen voor ouderen in woonzorgcentra.

Algemeen. Gemeente: Stad Gent. Provincie: Oost Vlaanderen. Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types

Titel initiatief: Sociaal vertalen en tolken in Brussel Initiatiefnemer: vzw Brussel Onthaal ( ), Saincteletteplein 12 te 1000 Brussel

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan mensen. Iedereen

Groeipakket geeft vliegende start aan jonge gezinnen

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 1 subsidies

SESSIE ONDERWIJS (ONDERWIJS IN GEZONDHEID)

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Onze vraag: CD&V antwoordde ons:

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Beleidsvisie Sociaal Werk

Ondersteuning van de algemene werking vzw Pag-Asa ( ), Cellebroersstraat 16, 1000 Brussel

Nieuwe richtlijnen diabetes

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Aanvraag van subsidies voor projecten toegankelijkheid sport en jeugdwerk voor kinderen in armoede

Toegang tot gezondheidszorg voor Roma in België

Lokaal loket kinderopvang

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Transcriptie:

STUK 539 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 5 NOVEMBER 2014 VRAGEN EN VRAAG OM UITLEG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 5 november 2014 Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Liesbet Dhaene, voorzitter, mevrouw Carla Dejonghe, mevrouw Elke Roex, de heer Arnaud Verstraete, mevrouw Khadija Zamouri Andere leden: mevrouw Brigitte Grouwels, de heer Dominiek Lootens-Stael 1289

- 2 - INHOUD 1. Benoeming van de voorzitter en de ondervoorzitter van de commissie 2. Samengevoegde vragen Vraag van de heer Dominiek Lootens-Stael aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de zogenaamde moslimkamers in woonzorgcentrum De Overbron Vraag van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot kamers, aangepast aan de levensbeschouwing, in rust- en verzorgingstehuizen 3. Vragen Vraag van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke kansen, betreffende de eerstelijnswerking van het ROMA-project Vraag van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot de strijd tegen diabetes 4. Vraag om uitleg Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende het Lokaal Loket Kinderopvang

- 3-1. Benoeming van de voorzitter en de ondervoorzitter van de commissie De heer Dominiek Lootens-Stael, oudste lid in jaren, opent de vergadering en stelt voor om mevrouw Liesbet Dhaene te benoemen als voorzitter van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin. Mevrouw Liesbet Dhaene wordt met instemming van de leden benoemd tot voorzitter van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin. Onder applaus neemt zij plaats als voorzitter. Commissievoorzitter Liesbet Dhaene stelt voor om de heer Arnaud Verstraete te benoemen als ondervoorzitter van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin. De heer Arnaud Verstraete wordt met applaus benoemd tot ondervoorzitter van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin.

- 4-2. Samengevoegde vragen van de heer Dominiek Lootens-Stael aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende de zogenaamde moslimkamers in woonzorgcentrum De Overbron en van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot kamers, aangepast aan de levensbeschouwing, in rust- en verzorgingstehuizen Vraagsteller Dominiek Lootens-Stael heeft vernomen dat Woonzorgcentrum De Overbron in Neder-Over-Heembeek een instelling die de steun krijgt van zowel de Vlaamse overheid als de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de nabije toekomst een aantal kamers wil inrichten voor bejaarde moslims. Maaltijden, verzorging en animatie zouden dan worden aangepast aan hun cultuur en religie. Het rusthuis, dat nu 44 kamers telt, staat net voor een uitbreiding met 15 wooneenheden. Hiervan wil men 5 kamers exclusief voor moslims voorzien. Dit roept vragen en bedenkingen op. Kamers exclusief voorbehouden voor moslims is niets anders dan een discriminatie van niet-moslims. Bijkomend kan men zich heel wat vragen stellen bij die aangepaste verzorging. Wat houdt dat precies in? Betekent dit dat bejaarde moslims die niet door vrouwen verzorgd willen worden, daarbij op hun wenken worden bediend? Kortom, betekent dit, naast de discriminatie van niet-moslims, nog wat seksisme er bovenop? Is het collegelid op de hoogte van de plannen van De Overbron? Zijn hierover reeds contacten geweest met De Overbron? Wat is het standpunt van het College in deze? Hoe zal het collegelid toezien dat niet-moslims en vrouwelijk verzorgend personeel niet worden gediscrimineerd? Mevrouw Khadija Zamouri verwijst ook naar het onlangs verschenen nieuws dat men in het woonzorgcentrum De Overbron in Neder-Over-Heembeek kamers zal voorzien voor zorgbehoevende oudere moslims. Volgens de initiatiefnemer wil men hiermee inspelen op het gebrek aan professionele opvang in bestaande rusthuizen voor zorgbehoevende moslims. Via de bouw van deze voorzieningen zullen zij aangepaste maaltijden, verzorging en animatie krijgen die rekening houden met hun religieuze achtergrond. Net zoals in de rest van het land houdt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rekening met de vergrijzing van haar bevolking. In sommige gemeenschappen rust er een groot taboe op rusthuizen. Dat is cultureel en religieus gebonden. Daar waar de familie centraal staat, is de zorg voor de ouderen een familiale aangelegenheid. Spijtig genoeg is het niet altijd mogelijk om ouderen binnen de familie te verzorgen. Soms moeten bepaalde zorgen verstrekt worden door iemand die medisch gekwalificeerd is. De overheid voorziet RVT's waar ouderen de beste zorgen toegediend krijgen, zonder onderscheid van ras, kleur, geslacht, geaardheid of afkomst. Soms is dat ook een oplossing om vereenzaming en sociale isolatie tegen te gaan. Vele RVT's hebben nu reeds een multiconfessionele gebedsruimte en houden rekening met aangepaste voeding. In hoeverre kan de overheid, rekening houdend met haar neutraliteit, verder tegemoet komen aan die vragen? Op welke manier zal een zogenaamde moslimkamer anders zijn dan een gewone kamer?

- 5 - Misschien is dit een rol die eerder is weggelegd voor privé-initiatiefnemers. De vraag is hoe we als overheid de vergrijzing bij de verschillende gemeenschappen in Brussel zullen aanpakken. Is er vraag naar kamers of RVT's die rekening houden met bepaalde culturele noden? Geriatrisch verpleegkundige is een knelpuntberoep, wordt er bij de opleiding aandacht besteed aan de multiculturele Brusselse context? Zijn er cijfergegevens met betrekking tot de afkomst van de huidige rusthuisbewoners? Hoe ervaren zij hun verblijf in een rust- of verzorgingstehuis? Ervaren zij zekere beperkingen op het gebied van taal, verzorging, specifieke animatie, en dergelijk meer? Collegelid Bianca Debaets wenst een nuance aan te brengen bij de bewering dat vzw De Overbron concrete plannen heeft om moslimkamers in te richten. Het bestuur is zich bewust van de noodzaak van een doelgroepenbeleid en denkt na over de manier waarop dit zal gebeuren. Dit doen zij vanuit de overtuiging dat cultuursensitieve zorg - wat ruimer gaat dan enkel de moslimgemeenschap - een logische keuze is, gelet op de Brusselse sociologische en maatschappelijke realiteit. Het College beschouwt interculturalisering van de zorg als een belangrijke uitdaging. Het voert een actief beleid om de integratie en de participatie van Brusselaars met een migratieachtergrond te bevorderen, ook binnen de Nederlandstalige welzijns- en gezondheidssector. Er worden 4 strategische partners met een expliciete en structurele ondersteuningsopdracht rond interculturalisering van de zorg gesubsidieerd: Ovallo binnen de Brusselse Welzijns-en Gezondheidsraad, het Huis voor Gezondheid, het Regionaal Integratiecentrum Foyer en de dienst Interculturele Bemiddeling van de vzw Foyer, en het steunpunt Cultuursensitieve Zorg van het CGGZ Brussel. Deze partners worden regelmatig samengeroepen binnen het platform Interculturalisering in de zorg om de samenwerking en kennisdeling te versterken. Op de vraag of er nood is aan residentiële voorzieningen voor senioren die rekening houden met bepaalde culturele noden, ontbreekt een pasklaar antwoord. Er zijn over dit onderwerp verschillende studies uitgevoerd en de resultaten zijn niet eenduidig. Vaak verschilt de nood van individu tot individu. Sinds enkele jaren gaat er meer aandacht naar het thema interculturalisering van de zorg in hogescholen. De partners van het platform Interculturalisering in de zorg ondersteunen de zorgopleidingen daarbij. Concrete voorbeelden zijn: de aanpak die Odisee (HUB) uitwerkte om binnen de opleiding verpleegkunde in alle gedoceerde vakken aandacht te besteden aan interculturalisering en het MIP-project (multicultureel en internationaal project) waarbij gastsprekers rond het thema interculturalisering van de zorg college geven aan toekomstige verpleegkundigen. Op dit ogenblik zijn er geen cijfergegevens rond het aantal bewoners in residentiële ouderenvoorzieningen op basis van herkomst. Uit de huidige demografische cijfers blijkt wel dat 1/3 de van de Brusselse 65-plussers een migratiegeschiedenis heeft. Cultuursensitieve zorg is duidelijk een thema waar in de toekomst de nodige aandacht aan besteed moet worden. Dat mag niet beperkt worden tot ouderen in woonzorgcentra: er is bijvoorbeeld het succesvolle project van de Lork rond ditzelfde thema bij personen met een beperking. De heer Dominiek Lootens-Stael heeft, in tegenstelling tot wat het collegelid beweert, via de media vernomen dat er wel concrete plannen zouden bestaan voor moslimkamers in De

- 6 - Overbron. Volgens de heer Bert Anciaux, de afgevaardigd bestuurder, zou de organisatie beginnen met 5 kamers. De spreker stelt zich de vraag of de overheid dat moet financieren. Een dergelijk initiatief leidt volgens hem tot segregatie, wat haaks staat op de doelstellingen van alle initiatieven. Aparte begraafplaatsen zorgen al voor een onderscheid bij dood, met aparte kamers wil men nu ook onderscheid invoeren bij leven. Dat is een stap terug in de tijd. Hij vraagt zich af hoever men hierin wil gaan: zullen er ook kamers voor hindoe s of boeddhisten worden ingericht? In het onderwijs ziet hij hiervan het resultaat: nietmoslimkinderen worden verplicht om halalvoedsel te eten omdat er niets anders geserveerd wordt. Zal dat ook het geval zijn voor de senioren? Volgens de heer Dominiek Lootens-Stael is dat een gebrek aan respect voor de autochtone cultuur. Hij is het ermee eens dat alle culturen respect verdienen, maar verwacht ook respect van diegenen uit het buitenland die zich hier vestigen. Tot slot wijst hij erop dat er in Brussel voor Vlaamse senioren nu al te weinig plaatsen zijn waar zij in eigen taal opgevangen worden. Er moet duidelijkheid komen over de richting die uitgegaan wordt: zal men tegen de Brusselse Vlamingen zeggen dat er geen plaats meer is in homes, terwijl er kamers voorbehouden worden voor moslims? Indien dat het geval zou zijn pleit hij ervoor dat de privé dergelijke initiatieven zou financieren, zoals mevrouw Khadija Zamouri voorstelde. Mevrouw Khadija Zamouri stelt het op prijs dat er in de verpleegopleidingen een module bestaat waarbij studenten leren omgaan met verschillende culturen, net zoals dat het geval is in de lerarenopleidingen. Anderzijds vindt ze het jammer dat er geen concrete cijfers zijn over het aantal rusthuisbewoners met migratieachtergrond. Zij hoorde wel dat 1/3 de van de 65- plussers in Brussel van allochtone origine zijn: hoeveel zijn er dat dan precies? Het is duidelijk dat die bevolkingsgroep groeit en meer behoefte zal krijgen aan zorg. Hierop moet de overheid voorbereid zijn. Verder is zij van mening dat de overheid niet alles moet doen: ook voor de privésector ziet zij een rol weggelegd in de bejaardenopvang. Collegelid Bianca Debaets benadrukt dat de raad van bestuur van vzw De Overbron nog geen concrete plannen heeft voor moslimkamers. Er wordt wel gereflecteerd hoe men in de toekomst met die groeiende bevolkingsgroep moet omgaan. Hiermee wordt zeker niet in de richting van segregatie gedacht en wordt niet ingegaan tegen de visie van het College. Zij verzekert dat de overheid niet zal nalaten om te investeren in de uitbouw van infrastructuur waar senioren opgevangen worden in het Nederlands. De gegevens over de studies waarvan sprake zullen toegevoegd worden aan het verslag. (zie BIJLAGE) ***

- 7-3. Vragen Vraag van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke kansen, betreffende de eerstelijnswerking van het ROMA-project Vraagsteller Arnaud Verstraete verwijst naar Foyer Brussel die al jarenlang een uitstekende werking heeft met en voor Roma in het Brussels hoofdstedelijk gewest. De expertise die men heeft, is nuttig voor vele organisaties, scholen en verenigingen die met Roma geconfronteerd worden. Naast zijn werking op de tweede en derde lijn, werkt de Dienst Roma ook rechtstreeks met de Roma zelf. Het werken aan een betere scholarisatie van Romakinderen is de belangrijkste opdracht. Een team van bemiddelaars probeert een brug te slaan tussen de Roma en de scholen en legt eveneens de link met andere, ondersteunende diensten. Dit blijkt een goede aanpak te zijn omdat de bemiddelaars vertrouwd zijn met zowel de Romagemeenschap als de verschillende diensten. Ook de resultaten zijn positief. Het aantal Romaleerlingen is gestegen en het spijbelgedrag is verminderd. De collega s weten dat die problematiek vrij complex is. Het is geen onderwerp dat met cafépraat en clichés kan worden aangepakt. Net daarom is de expertise van de Foyer van essentieel belang om deze bevolkingsgroep te helpen en om andere organisaties te ondersteunen in hun contacten en werking met de Roma. Het aantal Roma is in Brussel toegenomen. Volgens Koen Geurts, auteur van het boek Roma in beweging, zouden er nu ongeveer 10.000 Roma leven in Brussel. Hij verwacht niet dat dit aantal nog sterk zal toenemen. Verschillende inburgerings- en integratieactoren, waaronder ook het Regionaal Integratiecentrum Foyer, zullen opgaan in een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA). Tijdens de vorige legislatuur heeft mevrouw Elke Van den Brandt over dit EVA al verschillende vragen gesteld waarop het toenmalig collegelid het antwoord schuldig moest blijven of moest erkennen dat Brussel blijkbaar geen prioriteit was en is voor de Vlaamse Regering. De vragen gaan over de eerstelijnswerking voor Roma. De VGC-administratie heeft op 29 september 2014 aan de Foyer laten weten dat de Romastewards nog tot eind 2014 gefinancierd worden. Voor 2015 en verder is de financiering niet duidelijk. Deze werkwijze doet vragen rijzen en getuigt niet van goed bestuur. Het doet het vertrouwen van de burger in de overheid wankelen. De betrokken vzw moet zeer snel medewerkers in vooropzeg plaatsen, wat grote onzekerheid veroorzaakt. Wordt de werking met bemiddelaars in de toekomst verder gesteund door de VGC? Waarop wordt er gewacht om helderheid te scheppen voor de organisatie en de werknemers? Wanneer wordt dit duidelijk? Indien de eerstelijnswerking voor Roma door de VGC niet meer ondersteund wordt, welk alternatief biedt dit College dan? Collegelid Bianca Debaets antwoordt dat het project Roma-stewards en de dienst Roma en Woonwagenbewoners kaderen binnen het stedelijk beleid en het beleid inzake etnischculturele minderheden van de VGC. Dat is een transversale werking waarbij wordt samengewerkt om de positie van de Roma-bevolking, en de Roma-kinderen en jongeren in het bijzonder, te verbeteren.

- 8 - De middelen die de VGC sinds 2012 ontvangt voor het project Roma-stewards van de Vlaamse overheid worden op basis van overleg en samenwerking toegewezen aan de vzw Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel en bedragen 170.000 euro per jaar. Overeenkomstig de bestaande meerjarenovereenkomst tussen de VGC, de Vlaamse Gemeenschap en het Regionaal Integratiecentrum Foyer is het project Roma-stewards samengebracht met de Roma-werking in het integratiecentrum. Beide projecten stellen 6 voltijdse equivalenten tewerk. Dankzij deze inbedding kan het team optimaal ingezet worden op de eerste lijn. Wat de verderzetting van het project Roma-stewards betreft, heeft de Vlaamse Regering zich geëngageerd om middelen te voorzien tot augustus 2016. Tegelijk hervormt de Vlaamse overheid de sector Inburgering en Integratie: de beleidsuitvoering zal gebeuren door een nieuw EVA. De bestaande inburgerings- en integratieorganisaties, waaronder vzw Regionaal Integratiecentrum Foyer, zullen vanaf 1 januari 2015 inkantelen in dat nieuwe EVA. De vraag die zich stelt, is binnen welke juridische structuur de Roma-werking zal worden verdergezet? Hierover is nog geen beslissing genomen. Het overleg hierover tussen de VGC en de Vlaamse overheid is aan de gang. De heer Arnaud Verstraete begrijpt uit het antwoord van het collegelid dat Vlaanderen het laatste woord heeft inzake de verderzetting van het project en dat er middelen zijn tot augustus 2016. De vraag die zich opdringt tegen 1 januari 2015 is wie het project verder kan uitvoeren. Hierover bestaat grote onduidelijkheid. Op basis van een brief van de VGC heeft het Regionaal Integratiecentrum de medewerkers van het project in vooropzeg gezet. Dat creëert een grote onduidelijkheid: zowel voor de medewerkers als voor het doelpubliek. Collegelid Bianca Debaets bevestigt nogmaals dat de Vlaamse overheid middelen voorziet tot augustus 2016. Maar zij wijst erop dat de vzw Regionaal Integratiecentrum vanaf 1 januari 2015 ingekanteld wordt in de nieuwe EVA, wat gevolgen heeft voor het werkgeverschap. Hierover heeft de administratie gecommuniceerd. Het Regionaal Integratiecentrum Foyer heeft als voorzorgsmaatregel de medewerkers in vooropzeg gezet. Zodra er duidelijkheid bestaat over het nieuwe werkgeverschap wordt dit gecommuniceerd aan het Regionaal Integratiecentrum Foyer. ***

- 9 - Vraag van mevrouw Khadija Zamouri aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, met betrekking tot de strijd tegen diabetes Vraagsteller Khadija Zamouri merkt op dat diabetes een ernstige en progressieve ziekte is waar 1 op 12 Belgen mee geconfronteerd wordt. Er wordt geschat dat tegen 2030 1 op 10 volwassen Belgen diabetes zal hebben. Het is 1 van de meest frequent voorkomende chronische ziekten van onze samenleving die gepaard gaat met een verhoogd overlijdensrisico door hart- en vaataandoeningen en met een verhoogd risico op blindheid en nieraantasting. De ziekte neemt epidemische vormen aan, ook in een grootstad als Brussel. Het UZ Brussel opende de eerste geïntegreerde diabeteskliniek in België waar een op maat gemaakte zorg wordt aangeboden met aandacht voor de culturele diversiteit van Brussel.Een geïntegreerde aanpak van een multidisciplinair team is onontbeerlijk voor de patiënt. De zogenaamde diabetespas die in 2003 in het leven werd geroepen, is een hulpmiddel voor zorgverleners bij de behandeling van diabetici. Er zijn 2 types van diabetes. Type 1 ontstaat meestal bij kinderen of jonge volwassenen onder 40 jaar, hoewel ook op oudere leeftijd nog type 1 diabetes kan ontstaan. Van alle personen met diabetes wordt minder dan 10% getroffen door type 1. Type 2 diabetes treft vooral volwassenen ouder dan 40 jaar. Bij overgewicht en bij gebrek aan lichaamsbeweging neemt de kans op de ziekte toe. Meer dan 90% van de mensen die aan diabetes lijden, hebben type 2 diabetes. Veel personen hebben weinig of geen klachten bij de diagnose van type 2 diabetes. Zij kunnen hier jarenlang mee rondlopen zonder het zelf te weten. Er wordt geschat dat 1 op 3 diabetes heeft zonder het te beseffen. Dit zijn hallucinante cijfers. Dit type 2 diabetes kan te maken hebben met erfelijke aanleg. Ook met ouder worden verhoogt het risico. Een gezonde leefstijl helpt om type 2 diabetes te voorkomen, Gezien de enorme maatschappelijke kost van diabetes, is het als overheid belangrijk om het ontstaan ervan zoveel mogelijk te voorkomen en mensen te wijzen op de gevaren van een verkeerd voedingspatroon. Ook verschillende verenigingen, die de nodige expertise hebben opgebouwd, spelen in op het sluipend gevaar voor deze aandoening en op de zorgen die diabetici nodig hebben om de ziekte onder controle te houden. De Diabetesliga heeft een beleidsplan 2014-2017 ontwikkeld waarbij enkele strategische doelstellingen, zoals kwalitatieve informatieverstrekking, belangenbehartiging, netwerkontwikkeling, stimuleren van preventie van type 2 diabetes en detecteren van risicopersonen, voorop staan. Hoeveel diabetespatiënten, onderverdeeld per type diabetes, telt het Brussels hoofdstedelijk gewest? Hoeveel daarvan zijn er in het bezit van een diabetespas? Is er in het verleden reeds een sensibiliseringsactie omtrent diabetes geweest? Is er sindsdien een evolutie te merken in het aantal diabetespatiënten? Collegelid Bianca Debaets antwoordt dat er volgens het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) geen betrouwbare gegevens bestaan over de prevalentie van type 1 en type 2 diabetes. Het WIV ondernam al verschillende pogingen om dit in kaart te brengen op basis van de diabetesconventie van het RIZIV. Deze cijfers bevatten alleen het aantal diabetespatiënten van type 1 of type 2 die minstens 2 maal per dag insuline inspuiten en

- 10 - minstens 30 bloedsuikermetingen per maand uitvoeren. Voor heel België vallen 31.000 type 1 en 77.000 type 2 diabetespatiënten onder de conventie. Voor Brussel gaat het over 10.601 patiënten in 2013, ook type 1 en type 2 samen. In 2013 heeft het WIV een nationale gezondheidsenquête gehouden waarin gepeild werd naar de prevalentie van diabetes. In het Brussels hoofdstedelijk gewest kampte in 2013 5,9% van de bevolking met diabetes, een stijging met 78% ten opzichte van 1997. In Vlaanderen en Wallonië werd een gelijkaardige evolutie vastgesteld. Deze toename heeft voornamelijk betrekking op de leeftijdscategorie boven 55 jaar. Volgens het Belgisch Diabetes Register zijn er ongeveer 11 nieuwe patiënten type 1 onder de 40 jaar per 100.000 inwoners per jaar. Voor het Brussels hoofdstedelijk gewest komt dit neer op ongeveer 60 à 70 nieuwe type 1 patiënten per jaar. Bij kinderen jonger dan 15 jaar is er een jaarlijkse toename van 3% nieuwe patiënten met type 1 diabetes. In Brussel zijn er 3.601 patiënten met een diabetespas. Er zijn een aantal sensibiliseringsacties rond diabetes voor Brusselaars die een verhoogd risico lopen of die al diabetes hebben. De meest uitgebreide actie is deze van het Réseau Santé Diabète dat sinds 1999 actief is in het centrum van Brussel. In Franstalig België loop sinds 2012 een nieuwe diagnoseprocedure die zwangere vrouwen beter screent op diabetes. Langs Nederlandstalige zijde wordt dit protocol nu bestudeerd om zijn kostefficiëntie te berekenen vooraleer het in te voeren. De eerste preventiemanier om diabetes te voorkomen bestaat uit het verbeteren van het voedingspatroon en meer beweging. De omgeving moet de Brusselaars, ongeacht hun sociale status, aansporen tot gezonde voeding en voldoende beweging: goedkopere kwaliteitsvoeding, voldoende sportaanbod, actieve vrijetijdsbesteding, een publieke ruimte die uitnodigt tot fietsen en stappen. De Diabetes Liga heeft tot 2016 een beheersovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap. Zij richt zich maar in beperkte mate op Brussel en onderneemt hier geen specifieke acties. De Liga heeft wel een samenwerking met het Huis voor Gezondheid. Zo werd een diabetes doetest ontwikkeld en worden kookateliers georganiseerd. Het Huis voor Gezondheid werkt samen met het UZ Brussel en het Sint-Jan ziekenhuis. In februari 2015 zal er een verwijzersavond doorgaan in het UZ. Dat is een contactavond tussen Brusselse huisartsen en specialisten, waar ook de dienst diabetologie bij betrokken wordt. Op de permanente vormingen die het Huis voor Gezondheid organiseert voor diabeteseducatoren van de eerste lijn komen zorgverleners spreken die actief zijn in de diabeteskliniek van het UZ Brussel en Sint-Jan. Binnen alle acties rond diabetes is er zeker aandacht voor doelgroepcommunicatie en wordt rekening gehouden met de multiculturele context van de grootstad. Er is een project in samenwerking met moskee Al Amal uit Anderlecht. Er werden 5 sessies gegeven over diabetes in samenwerking met een diëtiste die Frans, Nederlands en Arabisch sprak. In totaal werden hiermee 97 vrouwen bereikt. Commissielid Khadija Zamouri benadrukt dat 10601 patiënten die minstens 2 keer per dag insuline spuiten en minstens 30 keer per dag de bloedsuikerspiegel meten betekent dat er nog heel wat anderen zijn die geen insuline gebruiken. Tegelijk is een stijging van het aantal patiënten met 78% in het Brussels hoofdstedelijk gewest een alarmerende evolutie. Voorts

- 11 - heeft zij de indruk dat iedereen zich bezig houdt met diabets en dat er niet echt een duidelijke structuur bestaat. Dat maakt de therapeutische opvolging moeilijk. Daarom pleit ze voor een samenwerking tussen de verschillende gemeenschapscommissies in Brussel. Zij vraagt zich af of de diabetespas niet kan ingeschakeld worden als instrument om therapietrouw op te volgen en om te vermijden dat patiënten gaan shoppen bij verschillende instanties. In Vlaanderen kent zij het project zoet zwanger dat onderzoek doet bij zwangere vrouwen: bestaat iets dergelijks ook in het Brussels hoofdstedelijk gewest? Collegelid Bianca Debaets verduidelijkt dat de stijging van het aantal diabetespatiënten geldt voor de drie gewesten van ons land. Door de verschillende campagnes en testen wordt de ziekte meer ontdekt dan vroeger. Zoet zwanger bestaat niet in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Er is alleen de Franstalige tegenhanger Réseau Santé Diabète. Het collegelid beaamt dat therapietrouw een probleem is, net zoals het shoppen. Maar dat neemt niet weg dat er vanuit de VGC en het Huis van de Gezondheid ook preventieactiviteiten georganiseerd worden. ***

- 12-4. Vraag om uitleg Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende het Lokaal Loket Kinderopvang Vraagsteller Arnaud Verstraete verwijst naar de bespreking van de beleidsverklaring waarin het collegelid stelde dat zij concreet werk maakt van de uitrol van het Lokaal Loket Kinderopvang. Het loket is een neutraal informatie- en ondersteuningspunt voor gezinnen op zoek naar kinderopvang. Het werd door de vorige Vlaamse Regering opgenomen in het nieuwe decreet kinderopvang. Voor Brussel duidt het decreet de VGC aan als bevoegd lokaal bestuur. Voor Groen is dit dossier nauw gelinkt aan gelijke kansen en daarom erg belangrijk. Het aantal opvangplaatsen is beperkt en vooral kwetsbare gezinnen vallen uit de boot. De zoektocht naar een geschikte opvang voor hun toekomstig kind is voor ouders vaak een zware opgave. Gemiddeld doen ze 10 aanvragen. De criteria die gehanteerd worden en de manier waarop de wachtlijst wordt aangesproken is niet altijd duidelijk. En niet iedereen beseft hoe vroeg de zoektocht naar opvang moet beginnen. Het systeem kan interessant zijn voor opvangaanbieders, die zo minder administratieve kopzorgen hebben. Voor de overheid kan het een duidelijker zicht geven op het aantal mensen dat op zoek is naar een plaats en op de wijken waar de nood het hoogst is. Op dit ogenblik loopt er een pilootproject met 22 kinderdagverblijven, waarvoor ingeschreven kan worden via een centrale website. De software hiervoor wordt verfijnd en het College voorziet een uitbreiding van het systeem tot alle kinderdagverblijven in het voorjaar 2015. Dit is het juiste moment om het proefproject te evalueren vooraleer het te veralgemenen. Studies wijzen uit dat kinderen die van jongs af aan worden opgevangen vaak een betere loopbaan kennen. Dit geldt voor alle kinderen, maar de winst is het grootst voor kinderen die in een kansarm milieu geboren worden. In die zin is het onze verantwoordelijkheid te zorgen voor voldoende opvangplaatsen en voor voldoende toegankelijkheid ervan. Vanaf wanneer kunnen ouders zich inschrijven? M.a.w. hoeveel maanden moet je zwanger zijn om je nog ongeboren kind te mogen inschrijven? Hoe evalueren de betrokken kinderdagverblijven, de ouders en de denkgroep sociaal beleid dat nieuwe systeem? Geeft het systeem de overheid een beter zicht op de vraag per wijk? Heeft het collegelid concrete cijfers over vraag en aanbod in de wijken van de deelnemende kinderdagverblijven? Werkt het systeem kansenverhogend voor kwetsbare doelgroepen? Zijn zij voldoende op de hoogte? Is het systeem voldoende laagdrempelig? Heeft het collegelid een zicht op het percentage kinderen uit kansengroepen dat ingeschreven is via het proefproject? Commissielid Elke Roex vraagt meer duidelijkheid over de criteria. Op dit ogenblik bepaalt elke crèche die voor zichzelf. In het proefproject wordt gestreefd naar een eenvormig systeem. Hoe gaat dat in zijn werk? Wat zijn de resultaten hiervan? Hoe zal dat nieuwe systeem inspelen op de complexe vragen van ouders, die vaak hun kinderen maar halve dagen of een beperkt aantal dagen naar de opvang sturen?

- 13 - Collegelid Bianca Debaets verwijst naar het beleid van haar voorgangster, mevrouw Brigitte Grouwels, die de voorbije 10 jaar inzette op de versterking van de sociale functie en het voeren van een evenwichtig en gecoördineerd opnamebeleid in de Brussels Nederlandstalige kinderopvang. Er wordt voorrang gegeven aan gezinnen waar thuis ook Nederlands wordt gesproken, naar kansengroepen en kwetsbare gezinnen. In het verlengde daarvan werd een participatief voortraject voor het lokaal loket kinderopvang afgelegd en werd de vzw Samenwerken aan Kinderopvang Brussel opgericht. Het is die vzw die de organisatoren begeleidt naar een evenwichtig opnamebeleid en het lokaal loket kinderopvang organiseert. Sinds mei 2014 worden de vragen voor Nederlandstalige kinderopvang via een webtool centraal geregistreerd in 21 kinderdagverblijven. Op 1 februari 2015 zal het centraal registratiesysteem worden uitgerold naar de gesubsidieerde kinderopvangvoorzieningen in de 19 Brusselse gemeenten. Vanaf dan kunnen ouders zich, naast andere kanalen, online aanmelden. Er is geen minimum aantal maanden zwangerschap vereist om een opvangvraag te kunnen registreren. Het systeem heeft wel een autocontrole: indien de aanvrager een vermoedelijke geboortedatum ingeeft die meer dan 9 maanden in de toekomst ligt, wordt een foutmelding gegeven. Elke ouder krijgt ten vroegste vanaf 7 maanden voor startdatum op uniforme wijze antwoord. Voor vragen die later dan 7 maanden voor startdatum geregistreerd zijn, wordt geantwoord tijdens de eerste week van de maand volgend op het moment van registratie. Het inschrijven van kinderen blijft, binnen het decretale kader, een verantwoordelijkheid van de organisatoren. De proefdraaiende kinderdagverblijven volgen de voortgang van het proces maandelijks op via een centrale werkgroep. Ook de regiogroepen vormen een belangrijk terugkoppelingsinstrument voor het registratie- en opnamebeleid. Op basis van de feedback van de deelnemende kinderdagverblijven worden telkens de nodige aanpassingen doorgevoerd. Naarmate het proefproject vordert, vermindert het aantal aanpassingen. Ouders zullen hun opvangvragen pas begin volgend jaar zelf kunnen registreren. Bijgevolg kan er pas in een latere fase geëvalueerd worden. Het aantal geregistreerde gegevens is in de huidige fase relatief beperkt. Op termijn zal het lokaal loket een belangrijke bron van informatie worden betreffende vraag en aanbod. Het uitgangspunt van het lokaal loket is de zoektocht naar kinderopvang vereenvoudigen en de toegankelijkheid van de kinderopvang verhogen, met bijzondere aandacht voor kansengroepen en kwetsbare gezinnen. Om de laagdrempeligheid te garanderen is geopteerd om naast de webinschrijving, elk opvanginitiatief als toegang tot kinderopvang te behouden. Commissielid Arnaud Verstraete is niet echt tevreden met het antwoord van het collegelid omdat hij niet concreet hoorde wat het resultaat is van de evaluatie. Deelt de sector de overtuiging dat dit project meer kansen biedt, laagdrempelig werkt en eenvoudiger is? Hij heeft daarvan geen bevestiging gekregen. Tegelijk had hij gehoopt om cijfers te krijgen die aantonen dat de drempels echt weggewerkt worden, de toegang voor kansengroepen groter wordt en een beter antwoord gegeven wordt op de vraag naar kinderopvang. Hij benadrukt dat een evaluatie van het project nodig is vooraleer het veralgemeend wordt. Alleen op die manier kunnen lessen getrokken worden en kan bijgestuurd worden waar dat nodig is.

- 14 - Voorts vraagt hij of het correct is dat ouders zich ook op de traditionele manier kunnen inschrijven, zonder dat ze zelf toegang te hebben tot het internet. Commissielid Elke Roex wijst erop dat het lokaal loket alleen maar kan werken als er gemeenschappelijke inschrijvingscriteria zijn voor alle opvanginitiatieven. Zij verwijst naar Gent, waar de stad dezelfde criteria oplegt voor alle kinderdagverblijven. Alleen een evaluatie van het proefproject kan hierover duidelijkheid scheppen. Mevrouw Brigitte Grouwels wijst erop dat dit systeem een enorme stap vooruit is. Het lokaal loket is in alle geval beter dan de situatie vandaag, waarbij ouders zich soms op 10 verschillende plaatsen inschrijven om toch maar een plaats te bemachtigen. Collegelid Bianca Debaets bevestigt dat personen die geen toegang hebben tot het internet zich via de verschillende opvanginitiatieven kunnen inschrijven. De lokale verantwoordelijken zullen hen hierbij begeleiden. Zij vindt het evenwel nu te vroeg om tot een evaluatie over te gaan. De doelstelling is de toegang voor iedereen verbeteren. Maar, dat kan alleen geëvalueerd worden wanneer het systeem overal van toepassing is, zoals opgedragen door de Vlaamse gemeenschap. Het participatief voortraject zorgt voor de betere afstemming van het inschrijvingsbeleid voor de opvanginitiatieven.

- 15 - BIJLAGE Studies cultuursensitieve zorg: "De huidige en toekomstige behoeften van allochtone ouderen aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen", Jo Kavs en Guido Cuyvers, 2001 Vergrijzing een kleurrijk gegeven!, Ovallo, 2004 "De verkleuring van de vergrijzing. Zorg voor allochtone ouderen", Vlaams Welzijnsverbond, 2010 "Dementia among elderly Moroccan immigrants in the Netherlands", Caroline Rijkers, 2010 "Voorbereiding van de latere levensjaren: verwachtingen van kwetsbare groepen", Robbie Dumoulin, Jean-François Reynaert, Leen Heylen en Laurent Nisen, 2014