SCENARIOBESCHRIJVINGEN; Scenario 4. Verkeersincident: Busramp met buitenlandse kinderen Werkversie voor het scoren door de zorgaanbieders/instellingen 8 mei 2017
Notatiewijze tijden Afkortingen: T Tijdstip of Tijdsduur min minuten u uur/uren Dg dag Wk week Mnd maand Notatie: T: 0 min/u T 0 oftewel meteen bij de start van het incident; T: 0 x min Binnen een periode van T 0 t/m x minuten (uren, dagen, weken, maanden) daarna; T: x min + Vanaf x minuten (uren, dagen, weken, maanden) na het incident en daarna; T: Dg 0 Gedurende de dag (week, maand) van het incident zelf; T: Dg -1 Eén dag (week, maand) voor het incident; T: Dg +1 Eén dag (week, maand) na het incident ; Verdeelsleutel letselslachtoffers Bij diverse scenario s moeten letselslachtoffers over de individuele zorgaanbieders/instellingen worden verdeeld. Hiervoor is een verdeelsleutel opgesteld: Ambulancedienst, MKA en GGD: Het incident vindt plaats in uw regio. U bent primair aan zet voor de uitvoering en organisatie; Huisartsenpost: Het incident vindt plaats bij u in de buurt, 70% van de t3 s komt naar uw HAP; Ziekenhuis: Het incident vindt plaats bij u in de buurt, maar u bent geen aanloopziekenhuis. Het onderstaand percentage van het totaal aantal letselslachtoffers (zie tabel) komt bij u op de SEH. Dit percentage is in het tekstblok Operationele bijzonderheden zo nodig vertaald naar concrete aantallen voor uw organisatie. Naam % letselslachtoffers/patiënten Albert Schweitzer 7,5 Erasmus Medisch Centrum 20 Maasstad 20 Havenziekenhuis 2,5 Ikazia 7,5 IJsselland 5 Franciscus, locatie Vlietland 5 Franciscus, locatie Gasthuis 10 Beatrix 5 Van Weel Bethesda 7,5 Admiraal de Ruyter 5 Zorgsaam 5 TOTAAL % 100 19
Regiobeeld en waarschijnlijkheid Scenariokeuze 4. Verkeersincident: Busramp met buitenlandse kinderen Overal in Nederland zijn alle soorten verkeersincidenten mogelijk: weg, spoor (heavy & light rail), lucht en water. Wegincidenten zijn het meest algemeen en zijn om die reden gekozen. Gekozen is voor een busongeval met hoog slachtofferaanbod ( raapslachtoffers ) boven een kettingbotsing met laag slachtofferaanbod (extricatie). N.B.: Optreden in een tunnel wordt beschouwd als complicerende factor: zie operationele bijzonderheden; Er zijn diverse overzichten van zware busongevallen beschikbaar, waarbij inzicht wordt gegeven in het aantal doden en gewonden, maar de aard en ernst van de verwondingen wordt zelden gegeven. Hier wordt uitgegaan van ongeval met vrij veel gewonden. Er zijn veel studies van busongevallen, maar er zijn geen studies van de triageverdeling gevonden. Op basis van een analyse van Albertsson (2009); de busramp bij Wintersberg (1996) en die bij Verona (2017) wordt uitgegaan van een triageverdeling van t1 : t2 : t3 = 1 : 1 : 2; Er is gekozen voor een tourbus met buitenlandse kinderen (of colonne tourbussen), om diverse afwijkende soorten problemen te belichten, namelijk: afwijkende geneeskundige materialen en hulpmiddelen voor kinderen; rol Sofia kinderziekenhuis; bemoeienis van ambassades en buitenlandse verwanten (zoals bij de Poldercrash); mrsa (zoals bij repatriëring). De impacts van een ramp op een lokale gemeenschap zijn beschreven bij bomaanslag en worden hier niet herhaald; Nederland, Duitsland en Denemarken hebben relatief weinig mrsa problematiek, maar landen als Engeland, Frankrijk en Spanje juist relatief veel mrsa en mrmo meer in het algemeen; Dit scenario is vooral van toepassing op de ambulancedienst en ziekenhuizen. De MKA is uiteraard betrokken, maar heeft geen bijzondere taken in dit verband. HAP s zijn veelal betrokken bij busongevallen, voor t3 s, maar bij een buitenlandse bus is dat minder vanzelfsprekend. De GGD coördineert de psychosociale hulpverlening, wat in dit geval speciale eisen met zich meebrengt en derhalve behandeld wordt; Toerisme is belangrijk voor de hele regio, zo blijkt uit de regionale risicoprofielen van de veiligheidsregio s. Er zijn diverse bestemmingen en routes voor tourbussen. Een wegongeval met een tourbus kan overal in de regio voorkomen en alle ambulancediensten en ziekenhuizen (met afdeling kindergeneeskunde) kunnen betrokken worden bij een dergelijk ongeval; Op basis van de beschikbare casuïstiek wordt de waarschijnlijkheid van een busramp in Nederland geschat op eens per 10 50 jr. 20
Impacts Incident Er vindt een ernstig busongeval plaats, waarbij diverse doden en vele gewonden vallen; Er komen veel meldingen van het incident bij de meldkamer binnen. Het is meteen duidelijk dat de tourbus ernstig beschadigd is en op zijn zij ligt, maar het is niet direct duidelijk in welke rijrichting en bij welke hectometerpaal het ongeval zich heeft afgespeeld; De meldkamer schaalt op, maar de locatie is nog niet precies bekend; De first responders krijgen te maken met een incident- en kijkfile; Er is geen geschikte voorverkende locatie in de buurt voor de lifeliners; Eenmaal op de incidentplaats aangekomen wordt duidelijk dat het om een buitenlandse bus met (basis)schoolkinderen gaat. De brancardslachtoffers zijn niet direct bereikbaar omdat de bus op zijn zijkant ligt. De brandweer verwijdert de voorruit van de bus en begint samen met het ambulancepersoneel met de redding (geïntegreerde hulpverlening); T: 30 min + De hulpverlening op de incidentplaats wordt georganiseerd en uitgevoerd, maar de ruimte in de bus is beperkt en limiteert het hulpvermogen; T: 45 min + De gewondenspreiding wordt georganiseerd en uitgevoerd, maar blijft beperkt tot ziekenhuizen met kindergeneeskunde; De slachtofferregistratie levert weinig problemen op door de beschikbaarheid van een namenlijst (in de bus en op de school); Brancardslachtoffers worden opgevangen op de SEH, en - zo nodig - geopereerd en opgenomen op de IC; Ambulante slachtoffers worden vervoerd naar een opvangcentrum. Daarbij is het de vraag of de gewonde (t3) en niet gewonde slachtoffers conform regulier beleid gescheiden moet worden opgevangen of niet; De GHOR en ziekenhuizen krijgen allerlei telefoontjes vanuit het buitenland en via de ambassade, in de taal van oorsprong of gebrekkig Engels. Het duurt enige tijd voor de communicatie met het buitenland is gestroomlijnd; Diverse autoriteiten raken in toenemende mate betrokken en er is veel media aandacht, waaronder uit het buitenland in kwestie; Ambassadepersoneel en verwanten komen de slachtoffers opzoeken. Deze moeten bij het bezoek in het ziekenhuis - net als ieder ander - persoonlijke beschermingsmaatregelen dragen vanwege de mrsa-risico s; Het duurt enkele weken voor het laatste slachtoffer van de IC kan en gerepatrieerd kan worden. Er vallen veel gewonden: 10 t1, 10 t2, 20 t3; De brancardslachtoffers zijn lastig bereikbaar door diverse factoren (locatiebepaling, files, gekantelde bus); De slachtoffers hebben vooral nek en schedelletsel, breuken van schouder en bovenste extremiteiten, alsmede inwendig (buik)letsel van de veiligheidsriemen; T: 30 90 min De acute zorg en gewondenspreiding worden gecompliceerd door het feit dat alle slachtoffers (basisschool) kinderen zijn en uit een hoog risico land voor mrsa komen; De toestand van diverse slachtoffertjes is te slecht voor transport naar het Calamiteiten hospitaal. De ambulante kinderen en begeleiders zijn hevig aangedaan, zoeken telefonisch contact met het moederland en willen nieuws van de kinderen die er minder goed van afgekomen zijn. Veel mobieltjes liggen echter nog in de bus; Diverse ernstig gewonde kinderen moeten worden geopereerd en worden opgenomen op de IC. Het duurt enkele weken voor het laatste slachtoffer gerepatrieerd kan worden. 21
Operationele bijzonderheden Respons De GMK en MKA kiezen mogelijk voor tweezijdig aanrijden vanwege de onduidelijkheden rond de localisatie en filevorming; De MKA schaalt (waarschijnlijk stapsgewijs) op naar GGB-code 30 of 40 op geleide van de meldingen en keuzen van de first responders; De lifeliners moeten eerst een landingsplaats zoeken en kunnen de hulp van de politie nodig hebben; De reddingsteams van de brandweer werken samen met MMT of ambulancepersoneel bij de redding van de slachtoffers uit het wrak. Diverse brancardslachtoffers moeten eerst geplankt en gespind worden, of ter plaatse worden behandeld, alvorens zij uit het wrak kunnen worden gehaald. T: 30 90 min Men zet een gewonden verzamelplaats op conform de GGB-taakverdeling. Ambulances en MMT s verzorgen de hoofdketen en het noodhulpteam de nevenketen. Het Calamiteitenvoertuig en mogelijk ook het voertuig van het hulpnoodteam kunnen nodig zijn om voldoende materialen voor kinderen beschikbaar te krijgen, maar het is de vraag of deze tijdig beschikbaar zijn op de incidentplaats. Er zijn afspraken nodig hoe om te gaan met de mobieltjes van de slachtoffers in de bus en de telefonische oproepen; Ambulances volgen het mrsa-protocol; De taakverantwoordelijke transport regelt de gewondenspreiding vanuit de buddy MKA, maar in aangepaste vorm (naar ziekenhuizen met pediatrie). Ook is er een afweging nodig qua verdeling tussen het Sofia en andere ziekenhuizen, al dan niet met secundair transport; T: 45 120 min Bij opvang in het ziekenhuis zijn isolatiemaatregelen nodig, vanwege het risico op mrsa; De GHOR organiseert de slachtofferregistratie op basis van de namenlijst, de paspoorten en informatie van de busmaatschappij; De meeste t1 s en t2 s hebben operatieve ingrepen nodig en meer dan de helft (n=10) heeft aansluitend een langdurige IC-opname nodig; De slachtoffers krijgen in het opvangcentrum psychosociale hulpverlening. De kinderen spreken echter alleen hun moedertaal; Er zijn afspraken tussen GHOR en ziekenhuizen nodig om de communicatie met de pers, het buitenland en de ambassade te stroomlijnen; De verwanten van de slachtoffers worden opgevangen op het vliegveld en in de ziekenhuizen. Daarbij kunnen tolken nodig zijn. De verwanten moeten in het ziekenhuis ook beschermingsmaatregelen nemen; De slachtoffers worden zo spoedig mogelijk gerepatrieerd; Het duurt enkele weken voor het laatste slachtoffer van de IC ontslagen kan worden en kan worden gerepatrieerd. Verdeling: Uitgangspunt voor de ambulancedienst en MMT is:10 t1 en 10 t2 slachtoffers in gekantelde bus die lastig bereikbaar zijn, maar wel medische hulp nodig hebben voor ze uit het wrak kunnen worden bevrijd; Uitgangspunt voor alle ziekenhuizen is: diverse t1 en t2 slachtoffers uit een hoog risicoland voor mrsa, waarvan de meeste operatieve ingrepen nodig hebben en enkele een IC-opname gedurende diverse weken. Bijzondere aspecten: Slechte bereikbaarheid van de incidentplaats betekent tijdverlies, bijvoorbeeld door smalle wegen; in een tunnel, bij slecht weer, door filevorming; Tourbussen zijn veelal uitgerust met veiligheidsriemen, maar niet iedereen houdt die de hele tijd om; Als omstanders toch proberen ongestabiliseerde brancardslachtoffers te verplaatsen, kunnen er extra complicaties optreden; De noodzaak om tenten op te zetten op de incidentplaats is mede afhankelijk van de weersomstandigheden. 22