gemeente Stadskanaal Landschappelijk Wonen Mussel Verkoopbrochure maart 2014 - kaveltekening en prijzen - bestemmingsplan - beeldkwaliteitsplan
Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt u de verkaveling en de kavelprijzen. Op bladzijde 5 t/m 9 zijn de regels opgenomen van het bestemmingsplan. Dit zijn zowel de bouwvoorschriften, als de regels voor het gebruik van uw perceel. Het volledige bestemmingsplan is te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl. Tot slot vindt u het beeldkwaliteitsplan. Hierin staan richtlijnen voor het ontwerpen van uw woning. Deze richtlijnen worden gehanteerd bij de toetsing van uw bouwplan aan redelijke eisen van welstand.
15. 14. 13. 12. 9. 11. 10. 8. 7. 6. 5. 4. 3. 2. 1.
Inleiding Iedere bouwaanvraag behoort aan een aantal voorwaarden te voldoen voordat een bouwvergunning kan worden verleend: 1. het moet voldoen aan de bouwvoorschriften van het bouwbesluit 2. het bouwplan dient te passen binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. 3. er dient een positief welstandsadvies verkregen te worden. De welstandscommissie beoordeelt ieder bouwplan aan de hand van een aantal criteria. Hiermee wordt bepaald in hoeverre naar samenhang wordt gestreefd of dat meer individuele vrijheid mogelijk is. De criteria die zijn opgesteld zijn geen strikte regels maar handleidingen voor een zorgvuldige interpretatie en beoordeling. Libau beoordeelt de ingediende plannen in een commissiesamenstelling, d.w.z. dat meerdere deskundigen hun mening over een bouwplan kunnen geven. Deze beoordeling is openbaar, de conclusie gaat als een advies naar B&W van de gemeente. In een uitzonderingsgeval kan de gemeente afwijken van het advies van de Welstandscommissie, de reden hiervan dient schriftelijk gemotiveerd te worden. De welstandscommissie kan zelf ook afwijken van de opgestelde criteria. Zij beroept zich daarbij op de Algemene Welstandscriteria zoals beschreven in paragraaf 3.3 van de Welstandsnota Stadskanaal. Dit gebeurt Indien een bouwplan wel voldoet aan de criteria van het beeldkwaliteitplan maar in algemene zin onder de maat blijft. Ook is het mogelijk dat een plan niet aan alle criteria voldoet maar een dermate hoge architectonische kwaliteit heeft dat het de criteria overstijgt. Functie van het beeldkwaliteitplan Het beeldkwaliteitplan is een aanvulling op het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan regelt in stedenbouwkundige zin de positie, situering en hoofdmassa; het beeldkwaliteitplan is gericht op de meer specifieke verschijningsvorm van de bebouwing. Een door de raad vastgesteld beeldkwaliteitplan wordt als onderdeel toegevoegd aan de Gemeentelijke Welstandsnota. De intentie van het beeldkwaliteitplan is om per deelgebied de onderlinge samenhang tussen de bebouwing aan te sturen, maar ook om per individueel plan een benoemde kwaliteit te waarborgen. Libau is een resultaatgerichte organisatie wat inhoudt dat niet enkel formeel naar de criteria wordt gekeken op basis waarvan een plan wordt goedgekeurd of afgewezen. In haar advisering geeft zij vaak concreet aanwijzingen waarmee een plan kan voldoen of die voor een zichtbare verbetering van een ontwerp zorgen. Naar aanleiding van een eerste advies wordt in een aantal gevallen direct overleg met de planmaker(s) gezocht om in een kort tijdsbestek tot een goed eindresultaat te komen. Plangebied (foto) Het plangebied aan de noordzijde van Mussel heeft als kenmerk landschapsversterkend wonen meegekregen. De betekenis hiervan is dat het een overgangsgebied is tussen de dorpskern en het landschap. De kavelindeling is dusdanig vastgelegd dat zowel het zicht vanuit het dorp op het landschap als het zicht vanuit het plangebied naar het dorp zijn gewaarborgd. Door deze keuze zijn een aantal clusters ontstaan met eigen karakteristieken. Dit heeft ervoor gezorgd dat het beeldkwaliteitplan in drie plandelen is gesplitst, met voor elk plandeel eigen criteria. Te onderscheiden zijn: deel A: lintbebouwing van 6 woningen aan de Musselweg deel B: laanbebouwing van 7 woningen - dorpszijde deel C: laanbebouwing van 2 woningen - landschapszijde
Plandeel A lintbebouwing aan de Musselweg Beleidsintentie: In dit plandeel is gekozen voor een traditionele benadering. Hiermee wordt een hoge mate van samenhang beoogd, zowel tussen de nieuwe woningen onderling als wat betreft de aansluiting op de bestaande bebouwing. De situering en typologie zijn daarom gebaseerd op het aanwezige bebouwingsbeeld zoals dat zichtbaar is aan het lint. Plaatsing: er is een vaste rooilijn aanwezig, het voorste hoekpunt van de woning dient op deze rooilijn te staan de hoofdrichting van de woning dient evenwijdig te zijn aan de richting van de kavel bijgebouwen mogen zich niet aan de openbare zijde bevinden (aan een laan of groengebied). Een uitzondering kan gemaakt worden indien het bijgebouw een zichtbare eenheid vormt met de woning en een voldoende transparant karakter heeft. Massavorm: hoofdzakelijk één bouwlaag met kap, dit geldt ook voor bijgebouwen de kapvorm is een zadeldak, mansardedak, schilddak of samengestelde dakvorm. Een volledig dakschild aan de voorzijde is niet mogelijk, wel mag een wolfseind worden toegepast. De nok van de kap dient voldoende dominant te zijn om de hoofdrichting van de woning zichtbaar te ondersteunen rechthoekig grondvlak, of met verbreding conform boerderijtype een samengesteld grondvlak is mogelijk waarbij de hoofdrichting dominant zichtbaar dient te zijn zijvleugels en uit- en aanbouwen dienen ondergeschikt te blijven aan de hoofdvorm Aanzichten: de straatgevels zijn representatief en kennen een voldoende open karakter, dit geldt ook voor de zijgevels van woning op een hoeklocatie per woning een individuele uitstraling, voor de beoordeling hiervan worden de plannen onderling met elkaar vergeleken. gevels in metselwerk, onderdelen in een ander materiaal dienen hieraan ondergeschikt te blijven dakvlakken in pannen, onderdelen in een ander materiaal dienen hieraan ondergeschikt te blijven Opmaak: gevels in rood en/of bruine steen daken in zwarte, bruine of rode pannen lichte geveldelen zijn mogelijk indien deze ondergeschikt blijven aan het totaalbeeld de detaillering dient de typologie van de woning te ondersteunen, eenvoudige, traditionele detaillering
Referentiebeelden plandeel A
Plandeel B laanbebouwing dorpszijde Beleidsintentie: in dit plandeel is een meer vrije expressie van de individuele woningen mogelijk. De samenhang tussen de vijf volumes ontstaat door de onderlinge afstemming in de volumegrootte, de aanwezigheid van een kapvorm en de afstemming in kleur. Plaatsing: er is een vaste rooilijn aanwezig. De woningen mogen met een zekere marge ten opzichte van deze rooilijn geplaatst worden. In principe een hoofdrichting haaks op of evenwijdig aan de rooilijn. Een andere richting is mogelijk indien dit de expressie van de woning en het gehele bebouwingsbeeld ten goede komt Uitgebouwde elementen zoals entree s en erkers dienen achter de rooilijn te blijven bijgebouwen staan naast of achter de woning en zijn ondergeschikt; tenzij ze als eenheid met de woning zijn ontworpen Massavorm: hoofdzakelijk één bouwlaag met kap, dit geldt ook voor de bijgebouwen de kapvorm is in principe vrij maar dient de expressie van de woning te ondersteunen. Indien de woning een hoofdrichting heeft dient de nok van de kap deze voldoende te ondersteunen Het grondvlak is vrij Zijvleugels en aan- en uitbouwen dienen ondergeschikt te blijven aan de hoofdvorm Plat afgedekte elementen zijn mogelijk maar mogen niet overheersen. Aanzichten: de straatgevels zijn representatief en kennen een voldoende open karakter, dit geldt ook voor de zijgevels van woning op een hoeklocatie per woning een individuele uitstraling; voor de beoordeling hiervan worden de plannen onderling met elkaar vergeleken diverse materialen voor de buitenzijde mogelijk, deze dienen de expressie van de architectuur te ondersteunen Opmaak: afstemming in kleur is gewenst, te opvallende (lichte) kleuren voor de gehele gevel worden uitgesloten. De expressie van de woning moet komen uit de massa, gevelcompositie en materiaalkeuze. Onderdelen in lichte kleuren zijn mogelijk mits deze ondergeschikt blijft aan het totaalbeeld de detaillering dient in samenhang te zijn met de architectonische expressie.
Referentiebeelden plandeel B
Plandeel C laanbebouwing landschapszijde Beleidsintentie: in dit plandeel is een vrije expressie van de woningen mogelijk. Dit betekent dat zowel een klassiek boerderijtype als een eigentijds ontworpen villa gerealiseerd kan worden. Omdat de woningen opvallen door hun positie aan de rand van het landschap wordt gelet op de expressie van de architectuur; een hoge mate van stijlzuiverheid is gewenst. Gezien deze opgave zal het betrekken van een vakbekwaam ontwerper bij het plan de kwaliteit van het plan en een eventueel overleg ten goede komen. Plaatsing: er is een vaste rooilijn aanwezig. De woningen mogen met een zekere marge ten opzichte van deze rooilijn geplaatst worden In principe een hoofdrichting haaks op of evenwijdig aan de rooilijn. Een andere richting is mogelijk indien dit de expressie van de woning en het gehele bebouwingsbeeld ten goede komt Uitgebouwde elementen zoals entree s en erkers dienen achter de rooilijn te blijven bijgebouwen staan naast of achter de woning en zijn ondergeschikt; tenzij ze als eenheid met de woning zijn ontworpen Massavorm: één bouwlaag met kap of twee bouwlagen plat afgedekt; bijgebouwen dienen in vorm afgestemd te zijn op de woning de kapvorm is in principe vrij maar dient de expressie van de woning te ondersteunen. Indien de woning een hoofdrichting heeft dient de nok van de kap deze voldoende te ondersteunen Het grondvlak is vrij Zijvleugels en aan- en uitbouwen dienen ondergeschikt te blijven aan de hoofdvorm Aanzichten: de straatgevels zijn representatief en kennen een voldoende open karakter diverse materialen voor de buitenzijde mogelijk, deze dienen de expressie van de architectuur te ondersteunen Opmaak: afstemming in kleur is gewenst, te opvallende (lichte) kleuren voor de gehele gevel worden uitgesloten. De expressie van de woning moet komen uit de massa, gevelcompositie en materiaalkeuze. Onderdelen in lichte kleuren zijn mogelijk mits deze ondergeschikt blijft aan het totaalbeeld de detaillering dient in samenhang te zijn met de architectonische stijlkeuze.
Referentiebeelden plandeel C