Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen t. 140591 f. 0591 685599 Postbus 30001 7800 RA Emmen e. gemeente@emmen.nl i. gemeente.emmen.nl Gemeente Emmen Aan de raad van de gemeente Emmen team Concern Strategie en Advies ons kenmerk uw kenmerk bijlage behandeld door A.M. Bosma BSN datum 9 mei 2018 telefoon 140591 fax e-mail gemeente@emmen.nl onderwerp Gemeentefonds - Uitkomsten maartcirculaire 2018 Geachte leden van de raad, In deze brief wordt in hoofdlijnen een schets gegeven van de uitkomsten van de maartcirculaire 2018. Er is zoveel mogelijk geprobeerd de soms ingewikkelde materie op een toegankelijke wijze weer te geven. Voor een compleet beeld en de volledige informatie wordt verwezen naar de circulaire. 1.1. Financiële uitkomsten - effect op het begrotingsresultaat 2018 tot en met 2022 Bij het maken van de berekeningen is als volgt gehandeld: gebruik makend van de rekenmodule Pauw wordt de uitkomst van de maart-circulaire 2018 berekend; hiervan wordt dan de uitkomst van de berekening december-circulaire 2017 afgetrokken het alsdan ontstane verschil is nog niet het resultaat voor onze begroting; daarvoor wordt het verschil gecorrigeerd met: o taakmutaties; o integratie-decentralisatieuitkeringen; o 3 decentralisaties - integratieuitkering sociaal domein (Jeugd, AWBZ en Participatie); vervolgens resteert het effect op het begrotingsresultaat. Cijfermatig ziet het er als volgt uit (x C 1): Stand december-circulaire 2017 222.161.000 223.129.000 223.655.000 223.202.000 223.597.000 Stand maart-circulaire 2018 223.599.000 231.112.000 235.741.000 238.357.000 242.733.000 Verschil (= resultaat) = A 1.438.000 1.983.000 12.086.000 15.155.000 19.136.000 Waarvan door te geven bedragen = B Taakmutaties 0 0 0 0 0 Integ ratie/d ecentral satieu itkeri n gen 258.000 696.000 733.000 837.000 837.000 Integratieuitkering sociaal domein 0 1.234.010 1.234.010 1.234.010 1.234.010 Totaal door te geven bedragen 258.000 1.930.010 1.967.010 2.071.010 2.071.010 Effect op het begrotingsresultaat (A-B) 1.180.000 6.052.990 10.118.990 13.083.990 11.064.990 1111111111111111111111111111111111111111111111111111111 * 1 8 _ 0 2 043 1 *
blad 2-5 De genoemde effecten op het begrotingsresultaat zijn verwerkt in de perspectiefbrief 2019 en worden verwerkt in de Berap 2018-1 (2018) en kadernota 2019 (2019-2022). 1.2. Oorzaken effect op het resultaat Er zijn een aantal verschillende oorzaken van het effect op het resultaat Oorzaken effect o~ het begrotingsresultaat: Effect accresontwikkeling 1.861.000 5.514.000 9.535.000 12.670.000 16.620.000 Aandeel in voorzieningen knelpunte sociaal domein -595.000 Vellig Thuis -74.000-149.000-149.000-224.000-224.000 WMO volumemiddelen -12.000 686.990 731.990 637.990 667.990 Overige/afronding 1.000 1.000 1.000 Totaal 1.180.000 6.052.990 10.118.990 13.083.990 17.064.990 a. Ontwikkeling accres Voor de jaren 2018 tot en met 2022 zijn de accresramingen aangepast. Dit in verband met het regeerakkoord en de startnota. b. Aandeel in voorzieningen knelpunten sociaal domein De VNG heeft zich bij het sluiten van het IEP sterk gemaakt voor het instellen van een stroppenpot. Er zijn teveel gemeenten die tekort komen op het sociaal domein, met name door vermeende verdeelstoornissen bij de Jeugdzorg. De rijksoverheid herkent zich hier niet in, maar is akkoord gegaan om de discussie voor eens en voor altijd af te sluiten. Afspraak is dus nu dat voor het jaar 2018 een pot van C 200 miljoen wordt gevormd, die het ministerie VWS en de gezamenlijke gemeenten ieder voor de helft voeden. De leden van de VNG moeten hier nog wel akkoord mee gaan, dat wordt geagendeerd op de ALV van juni 2018. Daardoor zal pas bij de septembercirculaire 2018 hiervan een financiële vertaling worden gegeven. Het aandeel van de gemeenten ad C 100 miljoen wordt uitgenomen uit het gemeentefonds, iedere gemeente betaalt naar rato mee. Rijk en gemeenten storten in een decentralisatie-uitkering. Vervolgens kunnen gemeenten daar een beroep op doen. De verdeling van het bedrag van C 200 miljoen zal worden aangeleverd door de VNG. Het zal nog een hele klus worden hier objectieve criteria voor te ontwikkelen. NB. Deze stroppenpot moet los gezien worden van de C 108 miljoen die beschikbaar is voor het zgn. transitiefonds Jeugdhulp. Hiervoor moeten ook nog criteria worden ontwikkeld. c. Veilig Thuis Verder wordt er nog geld herverdeeld voor de taak 'Veilig Thuis'. Het gaat om huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten betalen evenredig mee door verlaging van de uitkeringsfactor om vervolgens toe te voegen aan de DU 'Vrouwenopvang'. d. WMO-volumemiddelen In deze circulaire wordt de volumecomponent 2019 gecompenseerd ad C 51 miljoen voor WMO 2015 en C 24 miljoen voor WMO 2007 (met name huishoudelijke hulp). Aangezien wij geen volume indexatie op de gebiedsbudgetten toepassen is het voorstelom deze extra middelen ten gunste van het begrotingsresultaat te brengen. 1.3. Taakmutaties Er zijn geen taakmutaties in deze circulaire.
blad 3-5 1.4.lntegratie-decentralisatieuitkeringen Het effect van de integratie-decentralisatieuitkeringen is als volgt te specificeren: Integratie/decentralisatieuitkeringen Door te geven bedragen t.g.v. beleidsveld Vrouwenopvang Totaal (inc! WMO-hhl 258.000 696.000 733.000 837.000 837.000 258.000 696.000 733.000 837.000 837.000 Toelichting: a Veilig Thuis Er wordt geld herverdeeld voor de taak 'Veilig Thuis'. Het gaat om huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten betalen evenredig mee door verlaging van de uitkeringsfactor om vervolgens toe te voegen aan de DU 'Vrouwenopvang'. Deze DU wordt ontvangen door enkele centrumgemeenten. We praten over 12 miljoen in 2018, oplopend tot C 39 miljoen in 2021. Wellicht kunnen wij dit deels inzetten voor reeds eerder bijgeraamde kosten voor Veilig Thuis Drenthe. Dit wordt nog nader onderzocht. 1.5. Decentralisaties Het effect op de budgetten van de 3 decentralisaties is als volgt te specificeren: Integratieuitkering sociaal domein Door te geven bedragen t.g.v. beleidsveld Jeugdhulp 0 0 0 0 0 WMO Beschermd wonen 0 0 0 0 0 WMO Begeleiding - abonnementstanet 0 1.234.010 1.234.010 1.234.010 1.234.010 Part.budget W-deel 0 0 0 0 0 Part.budget WSW-deel 0 0 0 0 0 Totaal 0 1.234.010 1.234.010 1.234.010 1.234.010 Toelichting: a Er wordt een bedrag van C 145 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd voor het abonnementstarief Wmo. De vertaling van het abonnementstarief gaat via de onderliggende objectieve verdeelmodellen. Voor ons is dit bedrag ruim C 1,2 miljoen. Dit is conform verwerkt in de perspectiefbrief 2019 en wordt ook verwerkt in de kadernota 2019. 1.6. Tekorten in het sociaal domein Aangaande de tekorten in het sociaal domein zijn tussen het Rijk en de VNG de volgende afspraken gemaakt: A. Een voorziening voor de door gemeenten ervaren knelpunten Met het IEP is afgesproken om een tijdelijke voorziening te treffen voor gemeenten, die geconfronteerd worden met een stapeling van tekorten bij de uitvoering van de taken in het sociaal domein. De omvang van de voorziening is C 200 miljoen. De voorziening wordt gevuld met C 100 miljoen in 2018 vanuit de VWSbegroting en C 100 miljoen in 2018 uit de algemene uitkering. De verdeling van de middelen over de gemeenten zal worden aangeleverd door de VNG. Onder voorbehoud van instemming tijdens de Algemene ledenvergadering (AL V) in juni door de leden van de VNG worden in deze circulaire de middelen voor de voorziening apart gezet binnen het gemeentefonds in een decentralisatie-uitkering. Als er middelen overblijven in de decentralisatie-uitkering dan vloeien deze middelen naar de algemene uitkering. Verdere informatie over deze voorziening en de verdeling van de middelen over de gemeenten volgt in de septembercirculaire 2018. Naast bovengenoemde voorziening is in het Regeerakkoord voor de drie jaren 2018, 2019 en 2020 C 18 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor het transformatiefonds Jeugd. Deze bedragen komen bovenop de reeds gereserveerde bedragen, waardoor in totaal voor de periode 2018-2020 een bedrag van C 36 miljoen per jaar beschikbaar is. Verdere informatie over de uitwerking en verdeling van het transformatiefonds volgt in de septembercirculaire 2018.
blad 4-5 B. Procesafspraak onderzoek overgang middelen jeugd naar algemene uitkering Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Nu afgesproken is dat de integreerbare middelen van de integratie-uitkering Sociaal domein per 2019 overgaan naar de algemene uitkering, is met het IBP afgesproken dat een eenduidig beeld van de feiten met betrekking tot het onderdeel Jeugd kan helpen deze overgang naar de algemene uitkering verder vorm te geven. Afgesproken is om een onderzoek uit te voeren naar de verschillen tussen de uitgaven van gemeenten, de bestemming daarvan en de verdeling. Dit onderzoek zal worden meegenomen in het lopende onderzoekstraject naar de verdeelmodellen in het sociaal domein van het Ministerie van BZK. Het onderzoek heeft geen betrekking op de hoogte van het macrobudget en een onafhankelijke stuurgroep zal de resultaten toetsen om de objectiveerbaarheid te waarborgen. Verdere informatie over de uitwerking en verdeling van het transformatiefonds volgt in de septembercirculaire 2018. C. Objectivering BUIG Met het IBP heeft het kabinet toegezegd een handreiking te willen doen en voor een aantalonderdelen ten aanzien van de gebundelde uitkering bijstand (BUIG) de ROB om advies te vragen. De taakopdracht voor de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) wordt als volgt: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van bijstand. Definancieringssystematiek voorziet erin dat het Rijk een macrobudget verstrekt dat toereikend is voor de geraamde lasten en dat gemeenten via het objectiefverdeelmodel geprikkeld worden om uitgaven te beperken. Het Rijk en gemeenten vragen de ROB om een analyse te maken, of en zo ja hoe, de beoogde prikkelwerking wordt beïnvloed door het tijdstip van de bekendmaking van budgetten en de gemeentelijke begrotingscyclus, de financierinq van vangnetuitkeringen, en de verhoogde in- en uitstroom van statushouders. Eventueel kan - als de ROB dit relevant vindt - de impact van nacalculatie hierin worden meegenomen. Bij voorkeur adviseert de ROB hierover voor de zomer. Daarnaast biedt het extra accres in het gemeentefonds voor gemeenten ruimte om meer te investeren in participatie en werk. Dit leidt ook tot een daling van het aantal personen met een bijstandsuitkering. Er ligt de komende jaren ook een belangrijke opgave om uitstroom van statushouders uit de bijstand te realiseren. D. Geen open einde regelingen voor gemeenten bij uitwerking maatregelen regeerakkoord Er zijn zorgen bij gemeenten dat de invoering van het abonnementstarief en de bewindvoering voor kosten zorgen bij gemeenten, die zij niet kunnen beïnvloeden. Het Rijk heeft met de VNG afgesproken dat gezamenlijk zal worden verkend hoe inhoudelijk een uitvoerbare regeling kan worden vormgegeven. In het bestuurlijk overleg tussen de VNG en het Ministerie van VWS van 14 maart jongstleden is afgesproken dat in het bestuurlijke overleg van 24 april concluderend wordt gesproken over de vormgeving van de maatregel met betrekking tot het abonnementstarief. Op het punt van de kosten voor beschermingsbewind is de VNG betrokken bij de vormgeving van het adviesrecht van gemeenten conform het Regeerakkoord. 1.7. Risico bij BTW Compensatiefonds De BTW die de gemeente in rekening krijgt gebracht kan worden gedeclareerd bij het BTW Compensatiefonds (BCF). Het BCF heeft een budgetplafond op macroniveau. Het gemeentefonds en het BCF zijn communicerende vaten: als er geld overblijft onder het plafond, dan gaat dit naar het gemeentefonds. Als het BCF geld tekort komt, dan wordt dit bijgepast uit het gemeentefonds. Op basis van de huidige (voorlopige) berekeningen blijven de uitgaven BCF onder het plafond. In de circulaires die tot nu zijn verschenen is er rekening mee gehouden dat er sprake is van een oplopende ruimte. Het gaat om de volgende reeks bedragen: x miljoen Ruimte onder PlafondBCF 274 348 423 490 569 Ons relatief aandeel in de genoemde bedragen is ongeveer 0,6 % (voor 2018 is dit C 1,6 miljoen en dit loopt op tot C 3,4 miljoen in 2022). In oktober 2016 heeft een beleidsdoorlichting BCF plaatsgevonden. In het rapport wordt gesteld dat de uitvoering verder vereenvoudigd kan worden door onder meer de afschaffing van de voorlopige afrekening van het plafond met het gemeentefonds. Het Ministerie is er over aan het nadenken om de ruimte onder het
blad 5-5 plafond van het BCF niet bij voorbaat te verwerken in de algemene uitkering, maar pas achteraf toe te voegen. Dit kan forse effecten hebben op de berekening van de opbrengsten uit het gemeentefonds. We lopen hier dus een risico. De verwachting is dat in de meicirculaire 2018 hierover meer bekend zal worden. Indien de ruimte onder het plafond van het BCF niet meer bij voorbaat wordt verwerkt in de algemene uitkering is het wellicht mogelijk een inschatting te maken van de toevoeging achteraf (en dit dan in de berekening van de opbrengst van het gemeentefonds te verwerken). In hoeverre dit mogelijk is en ook is toegestaan is ook te duiden op basis van de meicirculaire 2018. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmen, de gemee - delburgemeester, H.F. van Oosterhout