Richtlijnen milieueffectrapportage

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Rijkevorsel. (De Kroon Destrooper N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Richtlijnen milieueffectrapportage

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inrichting van de KMO-ZONE LINDEKENSVELD te LUMMEN

4 april 2005 PRMER-0117-RL. Vlaamse Landmaatschappij Provinciale afdeling Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Richtlijnen milieueffectrapportage. MER voor PRAYON NV Exploitatie van een chemisch bedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Milieueffectrapport voor een varkensbedrijf met varkensplaatsen in de toekomstige situatie te Heuvelland

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Project-MER-Verslag. Project: MER N42-N42b: Vak Zottegem-Geraardsbergen. Initiatiefnemer:

Bio-warmtekrachtkoppeling (bio-wkk) Oostrozebeke

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bekaert N.V. te Zwevegem

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot varkens in Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Afvalvoorbehandelingsinstallatie BIFFA Treatment n.v. - Vilvoorde

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Milieueffectrapport voor de uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkensinrichting tot varkens

Hervergunning van de raffinaderij Petroplus

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

UITBREIDING BIJ UMICORE NV TE HOBOKEN

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

27 september 2011 PRMER-0589-RL

Hervergunning en verandering van EOC Belgium Latex Division II te Evergem

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

The Brussels Airport Company Pier A-West

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Hervergunning en wijziging centrale Langerlo. Initiatiefnemer:

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning Internationale Luchthaven Brugge-Oostende

Varkensbedrijf Snels te Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Project-MER-Verslag. Hervergunning en uitbreiding voor de meeverbranding van biomassa-afval van een electriciteitscentrale

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen milieueffectrapportage. ITC Rubis Terminal Antwerp NV wijziging en uitbreiding op- en overslagactiviteiten

Richtlijnen milieueffectrapportage

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage. O.D.M. N.V. te Moorslede

Fysicochemische installatie en uitbreiding van de deponie bij Indaver NV

Richtlijnen milieueffectrapportage. Aardgasvervoerleiding Herentals Zandhoven - Zoersel (Halle) FLUXYS NV

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project:

Hervergunning en verandering van Ford Werke GmbH te Genk

Project-MER-Verslag. Project: Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel. Initiatiefnemer: BP Chembel NV Amocolaan GEEL

Ondergrondse aardgasopslag, Loenhout

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Hervergunning van ArcelorMittal Genk FCS. Initiatiefnemer:

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Stadsontwikkelingsproject Slachthuissite

Renogen biomassa-wkk te Ham

Transcriptie:

administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage Milieueffectrapport voor een varkenshouderij met stalruimte voor 6514 stuks te Hoogstraten ten gevolge van verplaatsing en samenvoeging van bestaande bedrijven Van Thillo bvba 18 maart 2005 PRMER-0111-RL

1. Inleiding De bvba Van Thillo beschikt momenteel over een vergunning voor het houden van 3500 mestvarkens in zijn bedrijf te Hoogstraten. In 2002 wilde de initiatiefnemer het bedrijf van zijn schoonvader (2400 varkens + 16000 stuks pluimvee) op het zelfde exploitatieadres overnemen. Wegens een weigering van de aanvraag tot hernieuwing (3500 mestvarkens + 2400 varkens) komt de vergunde situatie echter niet overeen met de huidige situatie (5200 varkens). De procedure om alsnog de vergunning te bekomen is hangende bij de Raad van State. De exploitant wil de procedure stopzetten als hij door samenvoegingen een vergunning kan krijgen voor: 2 beren, 642 zeugen, 160 opfokzeugen en 5710 andere varkens. Hij wil deze vergunning bekomen in 2 fases. In een eerste fase wordt een aanvraag ingediend voor 4698 varkens, na overname van een bedrijf te Brecht (58000 slachtkippen). Hierdoor blijft de exploitant onder de mer-plichtige grens (= toekomstige toestand zonder MER). In de tweede fase worden nog twee bedrijven overgenomen, een bedrijf uit Brecht (29000 slachtkippen) en een bedrijf uit Rijkevorsel (1000 varkens). Na omvorming en samenvoeging geeft dit een geheel van 6514 varkens (= toekomstige toestand met MER). Om de capaciteit te kunnen huisvesten zullen twee stallen worden uitgebreid en worden twee nieuwe ammoniakemissiearme stallen gebouwd op het bedrijf te Hoogstraten. Ook voor de grondwaterwinning zal een uitbreiding worden aangevraagd. De initiatiefnemer van dit project is Van Thillo bvba, Terbeeksestraat 73a, 2321 HOOG- STRATEN. Deze activiteit is onderworpen aan de MER-plicht volgens hoofdstuk 2, artikel 3, punt 8c van het mer-besluit van 23/03/1989, zijnde bedrijf met stalruimte voor gespeende varkens van meer dan 5 000 stuks wanneer het bedrijf gelegen is in een agrarisch gebied niet vallend onder hoofdstuk 1, artikel 3, punt 9b van het mer-besluit. Het kennisgevingsdossier is ingediend bij de Cel Mer op 21 december 2004. Op dat ogenblik was het mer-besluit van 23/03/1989 van kracht. Thans is het mer-besluit goedgekeurd op 10 december 2004 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 februari 2005 van kracht. Het kennisgevingsdossier is door de Cel Mer van de afdeling algemeen Milieu- en Natuurbeleid volledig verklaard op 3 januari 2005. De terinzagelegging bij het gemeentebestuur van Hoogstraten liep van 21 januari 2005 tot 11 februari 2005, bij het Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 2

gemeentebestuur van Brecht van 20 januari 2005 tot en met 18 februari 2005 en bij het gemeentebestuur van Rijkevorsel van 21 januari tot en met 17 februari 2005. Deze terinzagelegging werd aan de bevolking aangekondigd d.m.v. aanplakking aan het gemeentehuis en bekendmaking in twee weekbladen. Parallel werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. In het kennisgevingsdossier wordt aangegeven dat er mogelijk grensoverschrijdende effecten te verwachten zijn. Daarom werd conform artikel 4.3.4 5 van het decreet betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 de volledig verklaarde kennisgeving op 18 januari door de administratie opgestuurd naar de bevoegde Nederlandse autoriteiten. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Cel Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen (zie bijlagen). 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Cel Mer: recent kaartmateriaal m.b.t. elke relevante discipline te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende; een verklarende woordenlijst, lijsten met figuren en tabellen, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; de bron van de gebruikte basiskaarten te vermelden (vb. topografische kaarten = NGI); alle relevante straatnamen en waterlopen op kaart te situeren; eventuele achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; in een inleiding tevens de benodigde vergunningen (correcte omschrijving gewenst), incl. een korte beschrijving van de procedure, en de rol van het MER in een dergelijk proces te schetsen; een duidelijk plan te gebruiken van de huidige bedrijfsterreinen, alsook een gedetailleerd plan van het toekomstige project met een precieze ruimtelijke situering van o.a. terreinverhardingen, grondwaterwinning, mestverwerkingsinstallatie ; om bij de toetsing aan de MER-plicht Hoofdstuk 1, art.3, punt 8c te vervangen door Hoofdstuk 2, art.3, punt 9c (p.3). Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 3

3. Beschrijving van de huidige bedrijfstoestand Er dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de huidige situatie, de huidige vergunde situatie en de toekomstige situatie met en zonder MER voor het bedrijf te Hoogstraten. Bij de beschrijving van de huidige bedrijfstoestand zal in alle gevallen uitgegaan worden van de 5200 varkens in functie van de effectbespreking. Bij de beschrijving van de huidige en toekomstige bedrijfstoestand zal de nadruk gelegd worden op het bedrijf te Hoogstraten. De bedrijven te Brecht en Rijkevorsel zullen in mindere mate aan bod komen. De mestverwerkingsinstallatie te Hoogstraten zal uitgebreid besproken worden met aandacht voor capaciteiten en afzetmogelijkheden. De ingebouwde maatregelen van de installatie tegen geurhinder zullen worden aangegeven. De problematiek op het bedrijf te Hoogstraten m.b.t. het behalen van onvoldoende stalpunten dient te worden beschreven bij de huidige toestand. Op pagina 24 van de kennisgeving wordt vermeld dat alle varkens gevoederd worden met brijvoeder. Verderop (pagina 26) staat aangegeven dat de overige vleesvarkens droge voeders krijgen. Dit zal nader toegelicht worden. Bij de beschrijving van de huidige bedrijfstoestand vraagt de Cel Mer tevens: de hoeveelheid mest (zowel absoluut als procentueel t.o.v. het totaal) die op de eigen grond uitgevoerd wordt of geëxporteerd wordt; de beschrijving van de natuurlijke begroeiing op en rond het bedrijfsterrein zoals hagen, struwelen, alleenstaande bomen, ; een beschrijving van het gebruikte ventilatiesysteem en schoorsteentype in de stallen; overzicht van het waterverbruik voor de dieren en het reinigen van de stallen (grondwater, regenwater); reeds genomen maatregelen om de milieu-impact te reduceren aan te geven bij de beschrijving van de huidige situatie; indien mogelijk en nuttig, ter verduidelijking de projectbeschrijving te illustreren met beeldmateriaal; Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 4

4. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b Dit MER wordt opgesteld in het kader van de aanvraag van de milieuvergunning voor de wijziging en uitbreiding van een bestaande varkenshouderij te Hoogstraten via de verplaatsing van drie bestaande veeteeltinrichtingen (waarvan twee met omvorming). Bij de samenvoeging wordt de over te zetten vergunde productie van de drie bedrijven met 25% gereduceerd. Door de weigering van de vorige vergunningsaanvraag in 2002 wil de exploitant om een andere manier een vergunning bekomen voor 6514 dieren. Momenteel strookt de vergunde situatie niet met de werkelijke situatie. Een duidelijke beschrijving van de doelstellingen en verantwoording van het bedrijf dient opgenomen te worden in het rapport. 5. Voorgenomen projecten en alternatieven art.4.3.7. 1,1,c, d en e Het voorgenomen project bestaat uit de wijziging en uitbreiding van een bestaand varkensbedrijf gelegen te Hoogstraten door overname en samenvoeging van 2 kippenbedrijven te Brecht en 1 varkensbedrijf te Rijkevorsel. De activiteiten op de bedrijven te Brecht en Rijkevorsel worden stopgezet. In het MER zal uitgebreider aandacht besteed worden aan de beschrijving van de aanlegfase te Hoogstraten, en indien mogelijk aan de afbraakfases of de wijzigingen die zullen plaatsvinden op de bedrijven te Brecht en Rijkevorsel. Bij de uitvoeringsalternatieven zal de nadruk liggen op de keuze van de staltypes. In het kader van de beperking van de geur- en ammoniakemissies zal ook de mogelijkheid van luchtwassers (biologische, chemische) nagegaan worden. 6. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De kennisgeving heeft voldoende opgave gedaan van het juridisch/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is. Het juridisch/beleidsmatig kader zal aangevuld worden Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 5

met het decreet integraal waterbeheer. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name ook aangeven of de voorwaarde onderzoeksturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of een combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. In het MER wordt opgave gedaan van alle wetgeving en beleidsplannen in de vorm van een overzichtsmatrix. De meest relevante wetgeving en beleidsplannen m.b.t. het project worden verder uitgewerkt en grondig beschreven i.f.v. het te realiseren project. In het kader van het Milieubeleidsplan 2003-2007 wordt voldoende aandacht besteed aan de reductiedoelstellingen voor verzurende emissies. De thema s vermesting, verzuring en verstoring door geurhinder zijn in het bijzonder van belang. 7. Bestaande toestand en milieueffecten 7.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient het gebied met de omgeving (het relevante studiegebied) te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Deze referentiesituatie dient te worden aangevuld met de beslissingen, die worden verwacht te zijn uitgevoerd, vooraleer het voorgenomen project zal aanvangen. Relevante ontwikkelingsscenario s dienen te worden uitgewerkt zoals aangegeven in het kennisgevingdossier. Als blijkt dat het ruilverkavelinsproject Meer nog niet afgewerkt is, dient dit als een ontwikkelingsscenario s in het MER behandeld te worden. De kennisgeving geeft op voldoende wijze een beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden en waar in het raam van het MER bijkomende inventarisatie noodzakelijk is. In het MER dient de methodologische aanpak en de gebruikte informatiebronnen waarop gesteund wordt voor de beschrijving van de bestaande toestand grondig te worden beschreven. Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 6

Voor de discipline Fauna en Flora wordt melding gemaakt van de soorten met een hoge faunistische of floristische waarde in het studiegebied van het bedrijf te Hoogstraten indien de gegevens voorhanden zijn. Naast het voorgenomen project is het ook nodig informatie en kennis te vergaren over activiteiten, projecten of plannen die vergund en/of gepland zijn en redelijkerwijze in de onmiddellijke toekomst worden uitgevoerd in de nabije omgeving en die samen met het voorgenomen project een cumulatief effect kunnen teweeg brengen. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. 7.2. Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De kennisgeving geeft een volledige en projectgerichte beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk hierbij is dat in de tekst van het MER voor elk onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet. De effectbespreking zal per milieuthema onderzocht worden. De Cel Mer kan zich vinden in deze werkwijze, mits per thema ook een duidelijke en verhelderende omslag gemaakt wordt naar de relevante milieudisciplines. Cumulatieve effecten dienen te worden onderzocht met name zal dienen te worden nagegaan in welke mate omliggende activiteiten gelijkaardige milieueffecten genereren. Er zal ook worden aangegeven hoe de watertoets (cfr. Decreet integraal waterbeleid) wordt ingepast in het rapport. Zo dient zeker aandacht te worden besteed aan de grondwaterwinning die mogelijks wordt uitgebreid. Ook de impact van het verdwijnen van de bedrijven te Brecht en Rijkevorsel op de verschillende milieuthema s zal kort besproken worden. Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 7

Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) Geplande situatie. 7.3. Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e Voor het voorgenomen project zal de huidige situatie worden vergeleken met de geplande situatie. De geplande situatie is de toestand waarbij het bedrijf een vergunning heeft verkregen voor het houden van 6514 varkens, na overname van de 3 andere bedrijven. In het kader van de uitbreiding en bouw van stallen zullen uitvoeringsalternatieven uitvoerig aan bod komen, met een duidelijke vergelijking van de verschillende alternatieven. De uiteindelijke keuze voor een bepaald alternatief zal duidelijk onderbouwd worden. 8. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt tussen leemten m.b.t. project, m.b.t. inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorspelen naar de besluitvorming. 9. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering. 10. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 8

In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. Tevens zal men in deze synthese aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is en welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken indien dit niet het geval zou zijn. 11. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 5,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. Indien dit nog niet bij de projectbeschrijving het geval is geweest zal in dit hoofdstuk tevens aangegeven worden welke materialen voor dit project zullen worden gebruikt. 12. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat zij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Relevante figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. 18 maart 2004, ir. M. CHERRETTE Afdelingshoofd Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 9

Bijlagen Bijlage 1: Bekendmaking en ter inzagelegging gemeente Bijlage 2: Lijst van inspraakreacties geen Bijlage 3: Lijst van reacties administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen PROVINCIE NOORD-BRABANT, Afdeling Milieu (Nederland) De volgende instanties hebben laten weten geen opmerkingen te hebben op de inhoudsafbakening en methodologie: geen Bijlage 4: Lijst van aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die niet reageerden op het kennisgevingdossier: AROHM, Afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen Antwerpen AMINAL, Afdeling, Milieuvergunningen Antwerpen AMINAL, Afdeling Natuur, Antwerpen AMINAL, Afdeling Bos en Groen Antwerpen AMINAL, Afdeling Land, Antwerpen AMINAL, Afdeling Water Antwerpen AROHM, Afdeling ROHM Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, VLM, Provinciale afdeling Herentals, De Gouverneur van de Provincie Antwerpen, College van Burgemeester en Schepenen van Brecht, College van Burgemeester en Schepenen van Hoogstraten, College van Burgemeester en Schepenen van Rijkevorsel, Gemeentebestuur Zundert (Nederland) Ministerie Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (Nederland) Richtlijnen milieueffectrapportage PRMER-0111 10