FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE AFDELING DIENSTENCENTRUM KAMIANO 1 FUNCTIEDOEL Je draagt de eindverantwoordelijkheid met betrekking tot de werking van die afdeling van Dienstencentrum Kamiano. Je stroomlijnt het werk en de organisatie binnen de afdeling en zorgt ervoor dat het personeel en de financiële middelen efficiënt worden ingezet. Je bewaakt de inhoudelijke werking en coacht de opvoeders in hun opdracht. Je ondersteunt en bewaakt een aangenaam werkklimaat zodat mensen graag komen werken en dat ook uitstralen naar de zorggebruikers. Je werkt actief aan een goede relatie tussen de afdeling, de zorggebruikers, het dienstencentrum en de vzw. 2 POSITIE OF PLAATS IN DE ORGANISATIE Je legt verantwoording af aan de directeur van Dienstencentrum Kamiano. Je maakt deel uit van het directieteam van het Dienstencentrum. Je bent leidinggevend ten aanzien van het personeel van die afdeling. 3 KWALIFICATIEVEREISTEN OF GELIJKWAARDIG NIVEAU Diploma in een menswetenschappelijke richting (opvoeder, ergotherapeut, kinesist, ) Niveau: minimaal A1 Minimum 2 jaar ervaring in de sector. Leidinggevende ervaringen strekken tot aanbeveling. 4 RESULTAAT EN TAAKOMSCHRIJVING Resultaat 1: Er is een zorgaanbod dat kwalitatief en inhoudelijk beantwoordt aan de hedendaagse visie en aan de behoefte van de zorggebruikers. : In samenwerking met het directieteam en de personeelsleden werken aan en bewaken van de visie op zorg en de uitwerking hiervan binnen in de afdeling. Opvolgen van de inhoudelijke werking door het coachen van de personeelsleden van de afdeling. Mee voorbereiden van en indien nodig deelnemen aan gebruikersraden. Opvolgen van een goede communicatie naar gebruikers en familie / voogden. Toezicht houden op de uitvoering van het kwaliteitsbeleid in de afdeling. Resultaat 2: Er is een vlotte dagelijkse werking in de afdeling. Staat in voor de permanentie (dienstrooster, verlofregeling, vervanging bij ziekte, ). Zorgt voor de nodige administratie (kasboek, dienstlijsten, verslagen, briefwisseling, logboek, ). 1
Staat in voor de praktische organisatie (vervoer, budgetten, maaltijden, was, aanwezigheden, infrastructuur, praktische regelingen i.v.m. de gebruikers, ). Bewaakt de inhoudelijke werking (verbeterprojecten, handelingsplanning, klachten en tevredenheid, gebruikersraden, ). Waarborgt een goede samenwerking met externe diensten (verpleegkundigen, therapeuten, technische dienst, ). Delegeert en verdeelt taken binnen het team maar draagt de eindverantwoordelijkheid. Resultaat 3: Het personeel functioneert goed. Er is een aangenaam werkklimaat. De doelen en taken van het team zijn duidelijk. Zet lijnen uit voor een efficiënte werkorganisatie Volgt de personeelsmiddelen op, controle van de budgetten en uitgaven van de groep. Staat mee in voor de selectie van nieuwe personeelsleden. Coacht en begeleidt de individuele personeelsleden (jaarlijkse werkgesprekken, evaluatiegesprekken, informele contacten, introductie nieuwe personeelsleden, opvolgen vorming, ). Doet aan teamcoaching Leidt het teamoverleg. Bewaakt een goede werksfeer (open communicatie, problemen bespreekbaar stellen, informatie doorgeven, ). Zorgt voor de vrijwilligers van de afdeling (werven, introductie, begeleiden, ). Staat in voor de werving en de opvolging van stagiair(e)s in de afdeling, verdeelt de stagebegeleidingen binnen het team. Bewaakt een goede werkcultuur (o.a. aandacht voor evenwicht werk privé) Resultaat 4 : Er is een degelijk beleid in Dienstencentrum Kamiano Neemt deel aan het directieteam van Dienstencentrum Kamiano (bepaalt mee het personeelsbeleid, het financieel beleid, het kwaliteitsbeleid, ). Vormt een schakel tussen het begeleidend team van de afdeling en de directie van Dienstencentrum (bepalen en bewaken van de grenzen voor het dienstencentrum, vertalen van het beleid naar de dagdagelijkse werking binnen de afdeling en omgekeerd, concretiseren van het beleid). Deelnemen aan overlegvormen tussen de verschillende diensten, afdelingen en dienstencentra en externe overlegorganen. 5 BESCHRIJVING KERNCOMPETENTIES VZW STIJN Kerncompetentie 1: Respectvol & hartelijk omgaan met personen met (of zonder) handicap Op een gelijkwaardige manier omgaan met personen (met een handicap): zorggebruikers, collega s,... Openstaan voor contact met personen met een handicap en hun sociaal netwerk. De rechten en de waardigheid van de personen met een handicap respecteren. Positief ingesteld zijn ten opzichte van anderen. 2
Heeft een open houding in contacten met personen met een handicap. Gaat spontaan op een correcte manier om met personen met een handicap. Houdt rekening met de eigenheid van personen met een handicap, met diens verwachtingen en wensen. Staat open voor vertrouwelijke informatie en respecteert hierbij privacy en beroepsgeheim. Is enthousiast en hartelijk in de omgang. Kerncompetentie 2: Geëngageerd Zijn job met hart en ziel uitvoeren. Gedreven zijn, voorstellen doen, initiatieven nemen. opnemen in plaats van ze te laten liggen voor anderen en ze volledig en met volle inzet uitvoeren. Is vriendelijk, zoekt contacten met anderen. Verschijnt meestal goed gezind en met een lach op het werk. Kent zelfzorg en past het toe. Reageert op een gepaste manier op de signalen van de zorggebruiker. Voert taken correct uit en heeft hierbij geen aanmoediging nodig. Doet zelf voorstellen. Kerncompetentie 3: Open communicatie Gepast met elkaar communiceren over goede en lastige zaken, ook over gevoelens, ongeacht het thema of de gesprekspartner. Luistert geconcentreerd naar de andere; vindt de mening van de andere belangrijk. Spreekt niet over anderen wanneer ze niet aanwezig zijn. Gaat vlot in dialoog, moeilijke gesprekken worden niet ontweken. Geeft en ontvangt feedback op een gepaste manier. Geeft en vraagt anderen spontaan nuttige informatie. Uit zijn mening of gevoel bondig en correct en geeft details waar nodig. Weet aan de hand van non-verbale reacties wat anderen bedoelen. Is er zich van bewust dat eigen non-verbale reacties de communicatie beïnvloeden. Kerncompetentie 4: Betrouwbaar en integer Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. In eer en geweten handelen. De werkelijkheid, inclusief de risico s en minder mooie kanten, correct weergeven. Zich houden aan de algemene en professionele gedragsnormen en aan de missie en visie van vzw Stijn. Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen. Het vertrouwen van zorggebruikers, van collega s en van vzw Stijn waard zijn. Geeft juiste en volledige informatie. Respecteert de gemaakte afspraken of beloftes. Houdt vertrouwelijke gegevens voor zich. Ziet de gevolgen van eigen handelen, komt uit voor eigen fouten. 3
6 BESCHRIJVING FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES Competentie 1: Zorggebruikersgericht Wensen en behoeften van de zorggebruikers/cliënten onderzoeken en hiernaar handelen. Actief ingaan op de uitgesproken en onuitgesproken behoeften van de zorggebruiker/cliënt. Gaat gepast om met elke individuele zorggebruiker, rekening houdend met zijn eigenheid. Toont belangstelling voor vragen, wensen, verwachtingen van de zorggebruiker, kan luisteren. Heeft respect voor de privacy van de zorggebruiker en houdt zich aan het beroepsgeheim. Is op de hoogte van de individuele mogelijkheden en beperkingen van de zorggebruiker. Geniet het vertrouwen van de zorggebruiker. Neemt klachten van zorggebruikers ernstig en lost ze ten gronde op. Competentie 2: Motiveren, coachen, sturen Richting en sturing geven aan teamleden door hen te helpen ontwikkelingsmogelijkheden te zien en te specifiëren. Hen helpen bij het optimaal benutten en versterken van hun competenties, zowel in de functie als in de loopbaan. Daarbij respect opbrengen voor en voortbouwen op de persoonlijkheid van elke collega. Anderen warm maken voor, overtuigen van het gestelde doel. Heeft vertrouwen in het potentieel en de zelfsturing van teamleden en moedigt hen aan zelf oplossingen te zoeken voor gestelde problemen. Stimuleert persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen van de teamleden. Stimuleert zelfstudie en delen van kennis bij medewerkers. Geeft teamleden spontaan opbouwende feedback over hun functioneren. Kan de beperkingen van teamleden realistisch weergeven, maar focust zich vooral op de kwaliteiten. Spreekt teamleden aan op een uitnodigende manier, zodat ze enthousiast aan hun opdracht beginnen. Reflecteert op het eigen handelen en dat van teamleden en verwacht van hen hetzelfde. Verstrekt duidelijke opdrachten Heeft inzicht in het groepsdynamisch proces en werkt daarmee. Brengt de situatie in kaart en doet voorstellen om hiermee om te gaan. Volgt de gemaakte afspraken op. Competentie 3: Duidelijk, zelfstandig en besluitvaardig zijn Zelf denken en iets ondernemen, met minimale ondersteuning van anderen, waarbij men een goed resultaat haalt. Stellen van hoge eisen aan zichzelf en aan de resultaten die men wil bereiken. Kunnen beoordelen in welke situaties al dan niet zelf kan beslist worden. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren. De spelregels en verwachtingen duidelijk maken en laten respecteren. Weet in alle situaties wat er verwacht wordt. Stelt zich verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dienstverlening. Durft nieuwe eigen ideeën uit te testen. Neemt initiatieven uit eigen beweging. 4
Durft beslissingen nemen en neemt een standpunt in, ook op basis van beperkte gegevens. Maakt goede keuzes en moet zelden terugkomen op beslissingen. Kijkt over de grenzen van zijn eigen functie of afdeling en ziet de gevolgen van beslissingen of acties voor anderen op korte en lange termijn. Ziet taken of problemen en pakt ze aan. Voert zonder hulp taken uit en beslist wanneer nodig. Houdt leidinggevende en collega's op de hoogte. Maakt duidelijk welke doelstellingen hij zichzelf oplegt en houdt er zich ook aan. Kan stijl, benaderingswijze of aanpak aanpassen wanneer nodig. Competentie 4: Meerzijdig partijdig zijn Inzicht hebben in en begrip kunnen opbrengen voor de verschillende standpunten van de verschillende partijen, hun context en achtergrond en van hieruit zoeken naar een consensus of oplossing. Openstaan voor en kunnen respecteren van ieders waarheid of mening. Overleg plegen met alle betrokken partijen. Een eigen mening kunnen uiten zonder deze op te dringen. Actief bevragen van en rekening houden met de andere standpunten. De betrokken partijen inzicht kunnen geven in de andere standpunten, de andere kant laten zien. Competentie 5: Methodisch en systematisch werken Op een efficiënte manier doelen en prioriteiten bepalen. Het werk plannen en organiseren door de nodige tijd, acties en middelen aan te geven om bepaalde doelen te kunnen bereiken. De planning en de uitvoering ervan bijsturen indien nodig. Bestudeert het probleem of de opdracht vanuit verschillende invalshoeken alvorens aan de slag te gaan. Komt met een resultaatgericht plan van aanpak met een duidelijke inschatting van tijd en middelen die nodig zijn en volgt dit op. Stelt prioriteiten: pakt eerst belangrijke of dringende zaken aan. Maakt een goed onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Werkt met duidelijke doelen en planning voor zichzelf en voor medewerkers en communiceert hier duidelijk over. Werkt ordelijk en systematisch. Combineert verschillende werkzaamheden effectief en efficiënt. Behoudt een overzicht van de door hem/haar te vervullen taken, is van alles voldoende op de hoogte en delegeert waar nodig. Heeft een zicht op de taken van alle medewerkers van het team en het gemeenschappelijke doel en volgt alles op. Volgt afspraken en regels consequent op en gaat na of anderen dit doen. Speelt in op wijzigende of onverwachte omstandigheden. Handelt efficiënt in situaties van verhoogde werkdruk, tijdsdruk of sociale druk. Is goed op de hoogte van werking en problemen van andere disciplines en afdelingen. 5