Statenbrief Datum Onderwerp Kostenverhaal Windpark De Groene Delta Inlichtingen Patricia van Eijndthoven 026 359 88 00 post@gelderland.nl 1 van 5 Portefeuillehouder Josan Meijers Kerntaak en plandoel - Milieu, Energie en Klimaat - Toekomstbestendige energievoorziening Doel van deze brief Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - te besluiten conform het ontwerpbesluit 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) Ons college bereidt op dit moment een ontwerp-omgevingsvergunning voor Windpark De Groene Delta in Nijmegen voor. Hiervoor hebben wij op 4 september 2018 een ontwerp-besluit genomen (PS2018-574). De provincie is verplicht om de publieke kosten die zij in verband met de omgevingsvergunning maakt, op initiatiefnemer ENGIE Energie Nederland N.V. (hierna: ENGIE) te verhalen. Daarom hebben wij op besloten om een anterieure overeenkomst met ENGIE aan te gaan. Met het sluiten van deze anterieure overeenkomst is het kostenverhaal verzekerd. Uw Staten zijn op grond van artikel 6.12 lid 1 jo. artikel 6.25 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening verplicht om voor een bouwplan (in casu: de omgevingsvergunning voor het windpark) een exploitatieplan vast te stellen. Van deze verplichting kan op grond van artikel 6.12 lid 2 jo. artikel 6.25 lid 1 Wet ruimtelijke ordening worden afgeweken indien het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Bij Windpark De Groene Delta is dit het geval, nu ons college en ENGIE hierover een anterieure overeenkomst sluiten. Hiermee heeft de provincie de garantie dat de kosten die zij in verband met de omgevingsvergunning voor Windpark De Groene Delta maakt, voor rekening komen van ENGIE. De enige stap die nog moet worden gezet, is een formeel besluit van uw Staten om voor dit project geen exploitatieplan vast te stellen. Markt 11 6811 CG Arnhem BNG Bank Den Haag Postbus 9090 6800 GX Arnhem NL74BNGH0285010824 BIC-code BNG Bank: BNGHNL2G 026 359 99 99 post@gelderland.nl Btw-nummer: NL001825100.B03 www.gelderland.nl KvK-nummer: 51468751
2 van 5 2 Aanleiding ENGIE heeft op 9 februari 2018 bij ons college een omgevingsvergunning aangevraagd voor Windpark De Groene Delta. Het gaat om de bouw van twee windturbines in afwijking van het geldende bestemmingsplan. De locatie is het terrein van de voormalige Centrale Gelderland in Nijmegen. De provincie is op grond van de Grondexploitatiewet (afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening) verplicht om de publieke kosten die zij in verband met de omgevingsvergunning maakt, op ENGIE te verhalen. De gedachte achter de Grondexploitatiewet is de overheid de kosten van voorzieningen van openbaar nut kan verhalen op de bouwplannen die bij deze voorzieningen gebaat zijn. Zo ontstaat een eerlijke verdeling van de kosten en baten. Afspraken over kostenverhaal moeten uiterlijk bij het definitieve besluit over de omgevingsvergunning zijn gemaakt. In het geval van Windpark De Groene Delta gaat het alleen om kosten voor het verlenen van de omgevingsvergunning en kosten voor het uitkeren van eventuele planschade. Ons college heeft op besloten om hierover een anterieure overeenkomst met ENGIE aan te gaan. 3 Bestaand beleid c.q. kader Omgevingsvisie Gelderland Met de verlening van de omgevingsvergunning wordt uitvoering gegeven aan de ruimtelijke reservering Windenergie locaties in de Omgevingsvisie Gelderland. Het initiatief levert met een totaal opgesteld windvermogen van 5 tot 9 megawatt een bijdrage aan de provinciale taakstelling van 230,5 megawatt windenergie in 2020 en het streven naar energieneutraliteit in 2050. Ontwerp-besluiten Wij hebben op 4 september 2018 ingestemd met de ontwerp-omgevingsvergunning voor Windpark De Groene Delta (PS2018-574). Hiermee geeft ons college aan dat de verwachte milieueffecten van de windturbines binnen de geldende normen blijven en bovendien ruimtelijk aanvaardbaar zijn. De ontwerp-omgevingsvergunning ligt samen met een ontwerp-besluit (vergunning en ontheffing) op grond van de Wet natuurbescherming van 13 september 2018 tot en met 24 oktober 2018 ter inzage. Tijdens deze periode kan iedereen zienswijzen indienen. Hierna is het aan ons college om een definitief besluit over de omgevingsvergunning te nemen.
3 van 5 Anterieure overeenkomst In de anterieure overeenkomst spreken de provincie en ENGIE af dat ENGIE de kosten voor het doorlopen van de procedure van de omgevingsvergunning en voor het uitkeren van eventuele planschade aan de provincie vergoedt. De kosten voor het doorlopen van de procedure van de omgevingsvergunning bedragen 93.400. De hoogte van deze kosten is gebaseerd op een begroting die verschillende componenten bevat. De belangrijkste zijn uren voor het beoordelen van de vergunningaanvraag, het overleg met medeoverheden en het beoordelen van zienswijzen. In de anterieure overeenkomst spreken we af dat de kosten voor de uitkering van eventuele planschade voor rekening van ENGIE komen. Deze kosten zijn op dit moment nog niet bekend. Belanghebbenden kunnen een verzoek om een tegemoetkoming in planschade immers pas indienen na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning. Wel heeft ENGIE voor het windpark een planschaderisicoanalyse laten uitvoeren. Op basis van dit onderzoek is de verwachting dat de planschade nihil is. Dit komt met name door het industriële karakter van het gebied waarbinnen de windturbines zijn voorzien. Naast financiële afspraken bevat de anterieure overeenkomst nog enkele andere afspraken. Bijvoorbeeld over de onderlinge verantwoordelijkheden die de betrokken partijen hebben, de wijze van samenwerking en de communicatie over het project. 4 Argumenten/afwegingen/risico s Het voorstel aan uw Staten is om voor Windpark De Groene Delta te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. Voor de overheid vormt een exploitatieplan de publiekrechtelijke grondslag op basis waarvan zij de gemaakte publieke kosten kan verhalen op de particulieren die profiteren van het bouwplan (in casu: ENGIE). Het instrument exploitatieplan is met name bedoeld voor ruimtelijke plannen die grote uitleglocaties voor woningbouw mogelijk maken. Een exploitatieplan biedt dan een basis om de kosten van bijvoorbeeld het bouwrijp maken van kavels en allerlei openbare voorzieningen (ontsluiting, groen, parkeerplaatsen etc.) op projectontwikkelaars te verhalen. Voor Windpark De Groene Delta zijn dergelijke publieke kosten niet aan de orde en ligt de vaststelling van een exploitatieplan niet voor de hand. Bij dit project gaat het alleen om kosten voor het doorlopen van de procedure van de omgevingsvergunning en voor het uitkeren van eventuele planschade. Ons college heeft daarom bij het initiatief van ENGIE de voorkeur gegeven aan het maken van financiële afspraken in een anterieure overeenkomst (privaatrechtelijke spoor). Hier hebben wij verschillende redenen voor. De belangrijkste zijn: er is sprake van slechts één grondeigenaar; het kostenverhaal is relatief eenvoudig en overzichtelijk;
4 van 5 een anterieure overeenkomst biedt meer vrijheid en flexibiliteit; en de uniforme openbare voorbereidingsprocedure is niet van toepassing, dit in tegenstelling tot het exploitatieplan. Op grond van artikel 6.12 lid 2 jo. artikel 6.25 lid 1 Wet ruimtelijke ordening kunnen uw Staten in bepaalde gevallen afzien van de verplichting tot vaststelling van een exploitatieplan. Hierbij is hoofdzakelijk van belang dat het publieke kostenverhaal anderszins verzekerd is. De overige voorwaarden waaraan moet worden voldaan, gelden met name voor de realisatie van woningbouwlocaties en zijn voor de bouw van onderhavig windpark niet relevant. Nu ons college en ENGIE een anterieure overeenkomst aangaan is het kostenverhaal voor Windpark De Groene Delta verzekerd en is de vaststelling van een exploitatieplan niet nodig. Uw Staten hebben in het verleden al vaker besloten om geen exploitatieplan vast te stellen. Dat gebeurde bijvoorbeeld tegelijk met de vaststelling van de inpassingsplannen voor Windpark Bommelerwaard-A2 (PS2018-322), Windpark Bijvanck (PS2017-212) en Intensieve veehouderij Beemte-Vaassen (PS2015-296). Het verschil met onderhavige situatie is dat uw Staten bij die projecten ook bevoegd waren om te besluiten over het ruimtelijke spoor. Bij Windpark De Groene Delta daarentegen is geen sprake van een inpassingsplan, maar van een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan, waarvoor ons college het bevoegd gezag is. Het voorstel aan uw Staten is om te besluiten dat voor Windpark De Groene Delta geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Indien uw Staten positief besluiten, is het kostenverhaal voor het windpark definitief geregeld. Dit is van belang, omdat ons college de omgevingsvergunning niet mag verlenen zolang de economische uitvoerbaarheid van het initiatief ter discussie staat. 5 Financiële consequenties Indien uw Staten besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen, heeft dat geen financiële consequenties. Ons college en ENGIE gaan immers een anterieure overeenkomst aan waarin financiële afspraken worden gemaakt over het kostenverhaal voor Windpark De Groene Delta. Deze overeenkomst regelt de vergoeding van publieke kosten door ENGIE.
5 van 5 6 Proces en evaluatie Na de terinzagelegging van de ontwerp-omgevingsvergunning en het ontwerp-besluit op grond van de Wet natuurbescherming gaat ons college na of de ingekomen zienswijzen leiden tot aanpassing van de besluiten. Daarnaast stellen wij een zienswijzennota op. Afhankelijk van het aantal en de complexiteit van de zienswijzen kunnen wij eind 2018 / begin 2019 een definitief besluit nemen over de omgevingsvergunning en de vergunning en ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming. Hierna volgt de bekendmaking van deze besluiten en van het besluit van uw Staten om geen exploitatieplan vast te stellen. Belanghebbenden kunnen dan eventueel nog in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De oplevering van de windturbines vindt naar verwachting plaats in 2020. Gedeputeerde Staten van Gelderland Jan Markink - plv. Commissaris van de Koning Pieter Hilhorst - secretaris Bijlagen: 1 Ontwerpbesluit