PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Een derde van de uitgaven gaat naar de woning De gemiddelde uitgaven van Belgische gezinnen in 2014 In 2014 gaf een doorsnee gezin in België bijna 36.000 euro uit; Eén derde van het huishoudbudget ging naar de woning; Transport en communicatie is goed voor 15%; Brusselse gezinnen geven verhoudingsgewijs vooral meer uit aan de woning maar minder aan energie dan Vlaamse en Waalse gezinnen; 83 op 100 gezinnen bezitten een auto. Verdeling van de uitgaven van de Belgische huishoudens (2014)
In 2014 bedroegen de gemiddelde uitgaven van huishoudens in België 35.922 euro. Huishoudens besteedden 15,1% van hun budget aan uitgaven voor voedings- en genotmiddelen (5.412 euro per jaar), waarvan 13,1% aan uitgaven voor voeding en niet-alcoholische dranken, 1,3% aan alcoholische dranken en 0,7% aan tabak. Het grootste deel van de uitgaven (34,9%) gaat naar de woning: - 29,0% of 10.434 euro voor de woning zelf: de huur (werkelijk betaald voor huurders of 'geschatte' huur voor eigenaars), kosten en energie-uitgaven, onderhoud en herstelling van de woning; - 5,8% of 2.091 euro voor de aankoop van meubelen en van huishoudtoestellen, dagelijks onderhoud (huishoudproducten), gereedschap voor huis en tuin,... Transport en communicatie vormen eveneens een belangrijke uitgavenpost (14,9%), gevolgd door persoonlijke verzorging en diensten (10,8%), cultuur en vrije tijd (8,2%), horeca (6,5%), kleding en schoeisel (4,6%) en gezondheid (4,6%). Dat blijkt uit de resultaten van het huishoudbudgetonderzoek dat de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium in 2014 organiseerde. Dit onderzoek wordt ook gebruikt bij de berekening van de consumptieprijsindexen en voor de actualisatie van de indexkorf. Vergelijking tussen de gewesten van enkele veel voorkomende uitgavenposten Het is interessant om eens een blik te werpen op het uitgavenpatroon van de huishoudens in de drie gewesten. Brusselse gezinnen geven verhoudingsgewijs vooral meer uit aan de woning maar minder aan energie. Een groter deel van hun budget gaat eveneens naar voeding en niet-alcoholische dranken (13,5%, precies evenveel als in het Waals Gewest, tegen 12,8% in Vlaanderen). 4,8% van het gezinsbudget gaat naar gezondheidsuitgaven (in de beide andere gewesten is dat 4,6%). Vlamingen geven verhoudingsgewijs vooral meer uit aan kleding en schoenen (5,1% tegen 3,8% in Wallonië en 4,0% in Brussel), de aankoop van auto s (5,4%, tegen 5,2% in Wallonië en 3,7% in Brussel), aan cultuur en vrije tijd (8,6%, tegen 7,9% in Wallonië en 7,1% in Brussel), aan cafés en restaurants (5,4%, tegen 3,8% in Wallonië en 4,2% in Brussel) en ten slotte ook aan hotels en soortgelijke accommodaties (1,7%, tegen 1,1% in Wallonië en 1,4% in Brussel). Walen geven proportioneel meer uit aan energie (6,3%, tegen 4,9% in Vlaanderen en 4,2% in Brussel). 2/5
3/5 COICOP Benaming Gemiddelde uitgaven voor het geheel van de huishoudens in % van de totale uitgaven Vlaanderen Wallonië Brussel 01 Voeding en niet-alcoholische dranken 12,8% 13,5% 13,5% 02 Alcoholische dranken en tabak 1,8% 2,3% 1,9% 03 Kleding en schoenen 5,1% 3,8% 4,0% 04 Woning, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen 27,8% 30,3% 32,5% 045 Elektriciteit, gas en andere brandstoffen 4,9% 6,3% 4,2% 05 Meubelen, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten 6,0% 5,3% 6,4% 06 Gezondheid 4,6% 4,6% 4,8% 07 Transport 12,1% 12,0% 10,3% 0711 Aankoop van auto's 5,4% 5,2% 3,7% 0713 Aankoop van fietsen 0,17% 0,03% 0,02% 08 Communicatie 2,9% 3,0% 3,2% 09 Cultuur en vrije tijd 8,6% 7,9% 7,1% 095 Kranten, boeken en ander papierwerk 1,0% 1,0% 1,1% 0951 Boeken 0,4% 0,4% 0,5% 10 Opleiding 0,5% 0,3% 0,8% 11 Restaurant en horeca 7,2% 5,1% 6,0% 1111 Cafes en restaurants 5,4% 3,8% 4,2% 1120 Hotels en soortgelijke huisvestingsdiensten 1,7% 1,1% 1,4% 12 Persoonlijke verzorging en diensten 10,5% 11,9% 9,4% Het bezit van duurzame goederen Ook het bezit van duurzame goederen wordt onderzocht in het huishoudbudgetonderzoek. In 2014 hadden 83 op 100 huishoudens een auto, een ongewijzigd cijfer in vergelijking met het vorige huishoudbudgetonderzoek van 2012. Het percentage huishoudens met een personenwagen is een pak hoger in Vlaanderen (88%) en Wallonië (85%) dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (56%). 1 op 20 huishoudens bezit een motorfiets en 1 op 25 een bromfiets of een scooter. Ook het bezit van deze vervoersmiddelen is lager in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De televisie is bijna alomtegenwoordig in de Belgische woonkamers: 96 op 100 huishoudens bezitten er (minstens) een. Hetzelfde geldt voor koelkasten (99%) en wasmachines (92%). In 61 op de 100 woningen staat een vaatwasmachine. Bijna één op 4 huishoudens (23%) bezit een hond of meerdere honden en iets meer dan één op 4 bezit een of meerdere katten (28%). Walen bezitten vaker een hond (31%) of een kat (34%) dan Vlamingen (respectievelijk 21 en 27%) en zeker dan Brusselaars (7 en 18%).
4/5 Methodologische opmerking Het huishoudbudgetonderzoek (HBO) schat elk jaar de uitgaven van de Belgische huishoudens op basis van een representatieve steekproef op het niveau van het Koninkrijk en de drie gewesten. Elke maand worden door ruim 500 huishoudens de uitgaven opgetekend. Het aantal huishoudens die gedurende 2014 werden opgevolgd bedroeg 6.135. De geïmputeerde huurprijs is een fictieve huurprijs toegewezen aan de eigenaars en de huishoudens die een woning gratis bewonen. De bedoeling is een schatting te maken van de prijs die de huurder voor zijn huurwoning zou betalen en dus van het financiële voordeel verbonden aan het statuut van eigenaar.
5/5 Bijkomende inlichtingen Voor meer inlichtingen kan u terecht bij Stephan Moens: 02/277.63.47 statpress@economie.fgov.be Bronvermelding Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium. Aanvullende cijfergegevens Tabellen met gedetailleerde gegevens zijn terug te vinden: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/budget/