Protocol Beeldcoaching 2017-2019
Inleiding Beeldcoaching is een methodiek om de interactie leraarleerling te analyseren. Het doel is om leraren te coachen in bijvoorbeeld hun omgang met kinderen met specifieke hulpvragen. Dit gebeurt door videofragmenten van geslaagde en minder geslaagde contactmomenten te analyseren en te bespreken. Beeldcoaching kan de begeleiding van leraren optimaliseren. Het is een methode om leraren praktisch te ondersteunen bij de interactie, de didactiek en de klassenorganisatie. Beeldcoaching is een praktische methodiek voor begeleiders, waarmee zij het team, leerkrachten en leerlingen kunnen ondersteunen in hun werk. Het maakt de competenties van leerkrachten en leerlingen zichtbaar. Dit betekent dat je met elkaar op weg gaat naar vernieuwingen en veranderingen. Verder zetten we beeldcoaching in professionalisering en implementatie van de onderwijsvernieuwing, nieuwe methodes en tevens bij de ontwikkeling van het pedagogisch klimaat (een gemeenschappelijke lijn in aanpak). De ervaring leert dat beelden veel inzicht geven. Inzicht in sterke vaardigheden, maar ook in leerpunten. Vanuit dit inzicht kunnen bestaande en nieuwe vaardigheden worden ontwikkeld. Deze werkwijze is concreet en geschikt voor alle situaties waarin leerkracht, leerling of groep een steuntje in de rug nodig hebben. Beeldcoaching richt zich op de wisselwerking (interactie) tussen leerkracht en leerling. De methode biedt een kader om systematisch naar die wederzijdse beïnvloeding te kijken. Aan de hand van interventies kan het handelen van leerkrachten worden bijgesteld. Videobeelden geven niet alleen zicht op interactie tussen leerkracht en leerlingen en leerlingen onderling, maar ook in het klassenmanagement en de didactiek. 2
Visie beeldcoaching Met beeldcoaching willen wij systematisch coachen door midden van het bekijken en bespreken van video-opnames vanuit het principe van de basiscommunicatie (en relatie, competentie en autonomie). Daartoe spelen wij in op de specifieke hulpvragen/onderwijsbehoefte(s) van de leerling, de leraar of collega. Algemeen doel De leraar, leerling of collega is zich bewust van zijn eigen sterke en minder sterke pedagogisch/didactisch handelen/ gedrag en is bereid te werken aan zijn eigen gekozen werkpunten waarmee hij zijn (pedagogisch/didactisch) handelen/gedrag kan optimaliseren. Specifieke doelen De leraar, leerling of collega ontwikkelt bestaande en nieuwe kennis, attitudes en of vaardigheden ten gunste van de interactie/communicatie: Kennis: de leraar, leerling of collega heeft een duidelijk beeld van de basisprincipes die aan een goed contact in de klassensituatie ten grondslag liggen. Attitude: de leraar, leerling of collega is bereid deze basisprincipes toe te passen in de klassensituatie. Vaardigheid: de leraar, leerling of collega kan deze basisprincipes toepassen in de in de klassensituatie. 3
Werkwijze beeldcoaching Beeldcoaching is een coachingmethodiek waarbij de leraar werkt aan zijn professionele ontwikkeling. De professionele ontwikkeling wordt ingegeven door een specifieke begeleidingsvraag van de leraar en is altijd gericht op de ondersteuning bij een verandering en/of vernieuwing. Deze methodiek kan in veel situaties en vanuit allerlei onderwerpen toegepast worden. Men kan denken aan leiding geven aan een groep of klas, omgaan met een moeilijke klas of leerling, maar ook vragen vanuit het didactisch handelen bijvoorbeeld in het kader van adaptief en/of passend onderwijs kan leiden tot een beeldcoachingstraject. Klassenmanagement behoort eveneens tot de invalshoeken. Daarnaast kan beeldcoaching toegepast worden in de vorm van intervisie waarbij leraren in het kader van professionalisering eigen klassenbeelden presenteren aan een of meerdere collega s. Je kunt hierbij denken aan interactie, didactiek en/of klassenmanagement maar ook aan het invoeren van een nieuwe aanpak of methode/ methodiek. Tevens kan beeldcoaching ook ingezet worden bij het professionaliseren van begeleidersvaardigheden van bijvoorbeeld de intern begeleider en onderwijsassistent Video-opnamen brengen de interactie tussen individuen, tussen een individu en een groep in beeld. Ook didactiek en klassenmanagement vormen onderdeel van de opnames. Door beeldcoaching worden concrete en haalbare oplossingen gevonden voor de vragen en/of werkpunten die de leraar zelf inbrengt. Een beeldcoaching-begeleidingstraject start met een intakegesprek met de betreffende leraar. In het intakegesprek wordt de leervraag van de leraar zo concreet mogelijk benoemd. Dit gesprek wordt gevolgd door minimaal drie keer een klassenopname met na iedere opname een terugkijkgesprek. Indien gewenst kan de leerkracht na afloop van het traject beeldmateriaal krijgen. Voor de inzet van beeldcoaching kan gekozen worden: Op aanvraag van een leerkracht; Op aanvraag van de intern begeleider; Op aanvraag van de kwaliteitscoordinator; Op aanvraag van de directie; Op aanvraag van de begeleider van professionaliseringstrajecten; Op aanvraag van het team en/of kwaliteitsgroep. Wanneer de aanvraag niet komt vanuit de leerkracht zal deze altijd met de betrokken leerkracht besproken worden. Het beeldcoachingstraject zal pas in gang worden gezet na instemming van leerkracht en eventueel ouders. Begeleidingen vinden plaats aan de hand van een duidelijk geformuleerde leervraag. De begeleider moet in uitoefening van zijn specialisme zorgvuldigheid in acht nemen door te handelen naar de inhoud en geest van het protocol. In ieder geval wordt daaronder verstaan dat geen misbruik wordt gemaakt van aan hem toevertrouwde informatie. 4
Beeldcoachingstrajecten vanuit verschillende perspectieven Beeldcoaching met individuele leraar Een individuele leraar wil meer inzicht in zijn eigen beroepsvaardigheden krijgen om sterke kanten uit te bouwen en van minder sterke vaardigheden een verbeterpunt maken. Specifieke opnamen zijn aanleiding voor de terugkijkgesprekken en leiden tot professionalisering. Primair richt beeldcoaching zich op het vergroten van de deskundigheid van de leraar in het realiseren van een prettig pedagogisch klimaat, waarin ook de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen gedijen. Een voorbeeld hiervan: Een leraar kan handelingsverlegenheid ervaren in de omgang met een leerling met specifieke onderwijsbehoeften. Hier kan een begeleidingsvraag van een leraar uit voortkomen. Kernpunten hierbij zijn: Gerichtheid op en het versterken van positieve interacties; Aandacht voor zowel verbale als non-verbale uitingen, de klassenorganisatie en de didactiek; De mogelijkheden die er liggen in het contact tussen leraar en leerling te analyseren en diagnosticeren; Samen oplossingen zoeken die haalbaar zijn in de praktijk van de klassensituatie en die leraarvriendelijk zijn; Beeldcoaching versterkt het gevoel van competentie van de leraar ten aanzien van de omgang met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Beeldcoaching met een groepje leraren Het effect van een individueel traject kan vergroot worden als een leraar aan een of meerdere collega s presenteert wat hij in een individueel traject geleerd heeft. Dit geldt te meer als sprake is een duobaan of parallelgroep. In het kader van onderwijsontwikkelingen kan er bij meerdere leraren gefilmd worden. Zo kunnen zij naar elkaars beelden kijken en reflecteren op elkaars ontwikkelingen. Leraren vinden ondersteuning bij elkaar, er wordt met en van elkaar geleerd. Het gezamenlijk naar beelden kijken vindt plaats onder begeleiding van de beeldcoach. Je kunt hier ook denken aan implementatiezaken met een groepje leraren. Beeldcoaching bij het invoeren van onderwijskundige vernieuwingen Een (deel van een) team kan beeldcoaching gebruiken bij het realiseren van onderwijsvernieuwing door bijvoorbeeld het inzetten van een nieuwe methodiek of bij het verwerven van een bepaalde vaardigheid als het toepassen van zelfstandig werken of het ontwikkelen van een bepaald pedagogisch klimaat. Je kunt hierbij denken aan het uitdiepen van een didactische aanpak, een aanpak van kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte en dergelijke. De vraag kan een individuele zijn, maar het kan ook een vraag zijn vanuit een kwaliteitsgroep. Het gezamenlijk kijken naar en analyseren van bepaalde beelden kan een toegevoegde waarde hebben. Beeldcoaching en begeleidercommunicatie Behalve de leraar kan ook een leraar met een specifieke niet-lesgebonden taak (onderwijsassistente) een beeldcoachingstraject aangaan om zijn begeleidervaardigheden te professionaliseren. Daarnaast kan bij deze vorm van beeldcoaching gedacht worden aan vormen van teambegeleiding, overlegstructuren en oudercontacten. In dit kader kan eveneens gedacht worden aan beeldcoaching bij de professionalisering van een beginnende leraar. Verantwoording en scholing Voorwaarde voor het gaan filmen is de formele toestemming van ouders. Zonder medeweten van de ouders zal er niet gefilmd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de directie een protocol te hebben waarin duidelijk wordt wat en wie wel of niet gefilmd mogen worden. De beeldcoach zal door intervisie met andere gecertificeerde beeldcoachs werken aan de eigen professionaliteit. 5
Werkwijze van beeldcoaching Nadat de beeldcoach de hulpvraag heeft ontvangen, zal deze contact opnemen met de leerkracht die begeleid wil worden. In een intakegesprek formuleren de leerkracht en de begeleider samen een hulpvraag. Naar aanleiding van de hulpvraag stellen zij aandachtspunten vast voor videoopnamen. Indien dit relevant is en nog niet is gebeurd wordt aan de ouders toestemming gevraagd of aan hen medegedeeld dat er op korte termijn wordt gefilmd. Vanaf dat moment ziet de praktijk er doorgaans als volgt: De begeleider maakt een video-opname; De begeleider en eventueel de leerkracht analyseren de beelden; Begeleider en leerkracht houden een nagesprek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de geselecteerde beelden over interactie, basiscommunicatie, klassenmanagement en didactiek; Leerkracht en begeleider stellen samen werkpunten op; Bovenstaande videocyclus wordt meestal minimaal 3 tot 5 maal herhaald; De begeleiding eindigt altijd met een procesevaluatie; De begeleiding heeft nooit het karakter van een beoordeling en mag niet gebruikt worden in functioneringsgesprekken; Bij eventuele terugkoppeling naar het zorgteam staat de hulpvraag van de leerling met onderwijsbehoeften centraal en niet het handelen van de leerkracht. Bij eventuele terugkoppeling naar teamleden staat de hulpvraag centraal en niet het handelen van een leerkracht; De begeleider doet geen verslag aan derden, mits anders vooraf afgesproken; De begeleider treedt in een vertrouwensrelatie met de leerkracht. Daaruit vloeit voort dat anderen geen inzage krijgen in het videomateriaal zonder toestemming van de leerkracht. 6
BIJLAGE 1 Beeldcoaching gedragsconvenant 1. Algemene regels Waardigheid 1. 1. De begeleider beeldcoaching moet in de uitoefening van zijn specialisme de zorgvuldigheid in acht nemen door te handelen naar de inhoud en de geest van dit gedragsconvenant. 1.2. De begeleider beeldcoaching mag geen misbruik maken van het uit zijn positie voortvloeiende overwicht. Deskundigheid 1.3. De begeleider beeldcoaching moet de grenzen van zijn deskundigheid kennen en ernaar handelen. 1.4. De begeleider beeldcoaching houdt zijn professionele handelen in stand door zich in een supervisie- of intervisielijn te plaatsen. Vertrouwelijkheid 1.5. De begeleider beeldcoaching treedt in een vertrouwensrelatie met de leraar(en) met wie hij werkt. Daarom is de begeleider beeldcoaching verplicht tot geheimhouding over datgene wat hem binnen die vertrouwensrelatie ter kennis komt. 1.6. Daaruit vloeit voort dat anderen geen inzage mogen krijgen in het videomateriaal zonder dat de leraar daar toestemming voor heeft gegeven. 1.7. Het feit dat de begeleider beeldcoaching opleidingssupervisie heeft, moet aan de leraar bekend worden gemaakt. Materialen die in de opleidingssupervisie worden ingebracht zijn vertrouwelijk materiaal. 1.8. Videomateriaal mag niet voor openbare presentaties worden gebruikt zonder schriftelijke toestemming van de degene die prominent (in close-up) in beeld is gebracht. 1.9. Het gebruik van materiaal in videoproducties mag alleen na schriftelijke toestemming van betrokkenen. 1.10. Het videomateriaal moet in beginsel voor de leraar ter inzage zijn. 1.11. Desgewenst ontvangt de leraar een kopie van de fragmenten die voor de begeleiding zijn gebruikt. Collegialiteit 1.12. De begeleider beeldcoaching behoort zijn collega s alle hulp en steun te verlenen die hij met zijn deskundigheid en ervaring kan bieden, om hen in staat te stellen tot een professionele uitoefening van het specialisme overeenkomstig deze gedragsconvenant. 2. Verticale relaties Ouders / verzorgers 2.1. Ouders / verzorgers van de kinderen moeten op de hoogte worden gesteld van het feit dat de beeldcoachingsmethode op school worden gehanteerd en hier middels de schoolgids, de nieuwsbrief of schoolkrant aan herinnerd worden. Bevoegd gezag 2.8. De begeleider beeldcoaching die door het bevoegde gezag om een begeleiding wordt gevraagd, verschaft niet automatisch inzage in het videomateriaal. Daarvoor moet de leraar eerst toestemming geven. 2.9. De begeleider beeldcoaching gaat geen opdrachten aan die het karakter hebben van een beoordeling. 2.10. De begeleider beeldcoaching die in opdracht van het bevoegde gezag werkt doet dit zoveel mogelijk in samenspraak en met toestemming van de leraar. 3. Verstrekken van gegevens aan derden 3.1. Dit mag nooit zonder toestemming van betrokkenen. 7
Aanvraagformulier beeldcoaching Naam: Groep: Aanvraag door: Datum: Aard van de begeleiding: Begeleider : Leerlingniveau Leerkrachtniveau Groepsniveau Omschrijving van het probleem: De hulpvraag: In te vullen na afloop van de begeleiding Aantal opnames: Aantal nagesprekken: De leerkracht ervaart de begeleiding als: 8