Handboek proeven DDS. Versie november 2010

Vergelijkbare documenten
De examinator houdt een voorgesprek met de kandidaten. De examinator maakt duidelijk wat wordt verwacht van de kandidaten en waarop wordt gelet.

Algemene criteria examens / exameneisen

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten:

Hoe moeten de roeiers instappen?

Roei- en examenreglement van Roeivereniging Voorne-Putten (RVVP)

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Jeugd- juniorenproeven. Overzicht proefeisen jeugd- juniorenproeven volgens het KNRB juniorenplan

EXAMEN-EISEN en ROEI-BEVOEGDHEDEN RV Aengwirden April 2011

Commando s. Boot naar buiten brengen

Roeivaardigheidseisen Skiff

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Reglement van Orde DDS

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7

Handleiding voor de instructeur

Stuur-Brevet: Afroeienonderdelen en bijbehorende waardering

KNRB NORMERING AFROEIEN

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 2 Hoe dit logboekje te gebruiken 3 Vaardigheden per klasse: afgetekend door instructeur 4 Behaalde klassen 25

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt:

Lesprogramma Scullen/sturen 2

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers

i1-coachcursus Roeitechniek Keuze uit: Eerste les Bakles (maximaal 20 ) Introductie

Januari Examenreglement van Roeivereniging Salland

Jeugdcoaches op de fiets

MEMO. 1. Overzicht Disciplines met doorstroommogelijkheden

AFROEI-EISEN RV BREDA

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie

Instructie comporoeien eerste deel

Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft

Theorie Skiff 1 & Skiff 2

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde

ROEITECHNIEK INLEIDING

Beginnerscursus Roei- en Zeilvereniging Daventria In 10 weken op weg naar 3 e klas havenbevoegdheid C

Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005

Roeicommando s. Yole de Mer

De modulaire methode Instructeurscursus

Basis Roei-Stuur instructiegids. Augustus 2014 versie 2.0 J.O. Roei-instructiegids HRV de Compagnie versie 2.1 (maart 2016)

Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb

Oefeningen voor versnelling in de haal

Roeicommando s Gig. Bakboord. Voor-schip. Pilot. Stuur. Mid. Achter-schip Stuurboord Stuurboord. oktober 2010

De modulaire methode Theorievragen

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn;

Informatie examen Havengestuurd zomer Theorie avond 2017: examendagen 2017: Het examen bestaat uit 2 delen:

Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74. Bijlage H: Foutencorrectie en blessures

Examenvragen Theorie-1

De modulaire methode Theorievragen

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Vervolgcursus roeien

Hemus Instructeurs Cursus (HIC) september 2006

Handleiding voor Skiff 1 e Nivo Instructeurs. Asser Roeiclub ARC

beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op B-niveau)

uitleg veiligheid eerst voordoen puntje vasthouden aan het vlot, niet oprijden puntje vast, niet oprijden

Roeien en boten. Botentypen. Roeiboek

Roeitechniek. Door Ruud Hoeben

Inhoud INLEIDING GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING

De modulaire methode Cursus boordroeien

A Doelgericht coachen, Toon

De modulaire methode Cursus boordroeien

De modulaire methode Instructeurscursus

Coach boekje BLIK 2016

Roei Opleidingen Programma ISALA

De modulaire methode Vervolgcursus sturen

Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015)

Wintercursus Verdieping lesgeven

ROEIEN DOE JE MET GEVOEL BLIJF OP DE HOOGTE VAN DE ROEITECHNIEK VERTAAL MET JE GEVOEL DE ROEITECHNIEK IN EEN VLOEIENDE RENDABELE BEWEGING IN DE BOOT

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE ROEIBOND. Junioren Leerplan

I. ROEIEN BIJ WATERSPORTVERENIGING VADA 1. INLEIDING

Boottypen. Inleiding. Soorten boten

2 Roeicommando s

Presentatie ALV Nautilus. Wouter Weerheijm/ARSR Skadi 26 maart 2018

Handen aan de boot. Onderwerpen

Boten en bootonderdelen

Het aankomen De wind Rondmaken Golven Onoverzichtelijke situaties Scheepvaart Varen op het Noordzeekanaal...

Instructie comporoeien tweede deel

RV VOORNE-PUTTEN. 4. VEILIGHEID Basis vaarregels Weersomstandigheden Te water raken ROEI TECHNIEK...

Theorievragen mei 2015

Vervolgopleidingen voor Roeiers en Instructeurs. juni 2015 versie 1.2 R.C.. Vervolgopleidingen. versie 1.2. juni HRV De Compagnie

Samenvatting Botenplan Update 2016

Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging

Gids Voor nieuwe leden Algemene info en vervolgopleidingen

Speedfoot ladder vorm van een elastiek of een dweil om de boot. Op deze manieren kan zeer specifiek de roeibeweging worden verzwaard.

Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan

Reglement van Orde. voor het gebruik van. roeiboten der KNZ&RV

WEDSTRIJDREGLEMENT R.V. HONTE ABEELENRACE 2018 /

Wedstrijden. zoals de Head of the River. Leonie Walta

Instructieplan Roeivereniging Weesp. Instructie Commissie Versie:

De agenda van 9 april

ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN

Theorieavond. URV Viking - 1 -

Roeiwijzer. 9e druk R.V. Honte maart 2014

Doel: vergemakkelijken van bepaalde bewegingen en andere oefeningen.

Theorie-examenboekje. van de Twentse Roeivereniging Amycus

PROEVENBOEK RV NAARDEN

Inhoud. Colofon. Disclaimer. Woord vooraf. Hoe de kaarten te gebruiken. Positief sporten. Zo gaat het goed. Oefeningen. Ergometer 1-8.

De Tien Geboden van de RIT

SRV Techniekdag. Het geven van een training Tbv ontwikkelen techniek èn conditie. 19 maart 2016 SRV techniekdag

Uiteraard speelt de coach ook een rol. Hij/zij maakt vaak het raceplan en bespreekt dit met de roeiers en daarvoor alvast apart met de stuur.

Roeien examen reglement

Het ROEIEN en de vaarregels

STUURLIEDENINSTRUCTIE SPAARNE LENTERACE 4,5 KM

Transcriptie:

Handboek proeven DD Versie Opgesteld door: Miriam van Endt (commissaris instructie) Eric Veeren (voorzitter proefcommissie) en diverse proefcommissie leden Aangepast in 008, 009 en 00 Wijzigingen bekrachtigd door het bestuur DD

Inhoudsopgave Wijziging in het proevensysteem... Inleiding... 4. Waarom een proevensysteem?... 4. Doelstelling... 4. Doelgroep... 4.4 Opzet... 4.5 Rode draad... 4.6 Overzicht proeven... 5.7 Overzicht bootgebruik a.d.h.v. behaalde proeven... 6 Proefafname algemeen... 7. Inschrijving... 7. Afschrijven boten / bemanning... 7. Frequentie proefafname... 7.4 Theorie... 7.5 Evaluatie van de proef... 7.6 Herhalings-kandidaten... 8.7 ijzondere kandidaten... 8.8 "Coachen" tijdens de proefafname... 8.9 Omstandigheden... 8.0 peciale gevallen... 8. Update haalbeeld... 8. Geldigheidsduur proef... 8. Instroom ervaren roeiers... 8.4 etrokkenheid instructeurs... 9.5 Aantal proefcommissie leden... 9.6 Te gebruiken boottypes... 9.7 ootgebruik algemeen... 9.8 Jeugd / Junioren... 9 asisproef... 0. oottype... 0. Voorwaarden voor deelname aan de asisproef... 0. Doel van de asisproef... 0.4 Proefeisen asisproef... 0.5 Protocol proefafname asisproef... 4. kiffproef () / oordproef ()... 4. oottype proef /... 4. Voorwaarden voor deelname aan de proef /... 4. Doel van de proef /... 4.4 Proefeisen /... 4.5 Protocol proefafname /... 5. kiffproef () / oordproef ()... 5. oottype proef /... 5. Voorwaarden voor deelname aan de proef /... 5. Doel van de proef /... 5.4 Proefeisen /... 5.5 Protocol proefafname /... 6. kiffproef () / oordproef ()... 4 6. oottype proef /... 4 6. Voorwaarden voor deelname aan de proef /... 4 6. Doel van de proef /... 4 6.4 Proefeisen /... 4 6.5 Protocol proefafname /... 4 7. tuurproeven voor 4-en (p4) en 8-en (p8)... 5 7. oottype proef p4/p8... 5 7. Voorwaarden voor deelname aan de proef p4/p8... 5 7. Doel van de proef p4/p8... 5 7.4 Proefeisen p4/p8... 5 7.5 Protocol proefafname p4/p8... 6 7.6 Minimum inhoud proefafname p4/p8... 6 ijlage: Tabel - Wijzigingen in het DD proevensysteem vanaf april 00... 7 ijlage : Tabel - Proefeisen t.a.v. de roeibeweging en corresponderend waterwerk/riemen... 8 Handboek proeven DD pagina van 8

Wijziging in het proevensysteem Wijziging per februari 008. INLEIDING. ij Voorroeien, asisproef, P4 en P8 wordt theoretische kennis getoetst betreffende vaarregels, materiaal, weer & veiligheid, DD etc. Wijziging per september 009. INLEIDING.7. In gestuurde nummers behoeft slechts de helft van de roeiers het voor een boot vereiste proevenniveau te bezitten. PROEFAFNAME ALGEMEEN. Leden met roeiervaring krijgen weliswaar slechts dispensatie voor /, maar mogen wel direct proef doen voor /. Wijziging per. PROEFAFNAME ALGEMEEN. ehaalde proeven t/m - en -niveau blijven onbeperkt geldig, ook na beëindiging van het lidmaatschap Handboek proeven DD pagina van 8

Inleiding. Waarom een proevensysteem? DD kent een zogenaamd proevensysteem. Zowel de leden als de boten zijn in het systeem ondergebracht. Deze proeven geven het vaardigheidsniveau van de roeier/stuur aan en de moeilijkheidsgraad van de boot. Kort gezegd: hoe meer proeven iemand bezit, hoe snellere, moeilijkere en tevens meer kwetsbare boten gebruikt mogen worden. Op deze wijze wordt op een gecontroleerde wijze ervoor gezorgd dat zowel de roeier, de stuur als het materiaal niet worden blootgesteld aan onnodige onveilige situaties als gevolg van het onvermogen van de roeier of stuur. Het proevensysteem en dit handboek zijn onlosmakelijk verbonden met het Reglement van Orde van DD.. Doelstelling Het doel van dit document is: Duidelijkheid verschaffen over de doelen, proefeisen en methode van proefafname. Het handboek is zodanig opgezet dat een beginnend proefcommissielid direct kan zien wat er van hem/haar verwacht wordt bij de proefafname. ovendien zal het bij de leden duidelijkheid verschaffen over de gestelde eisen en toetsing en bovendien een gevoel van 'objectiviteit van de proefafname' teweeg brengen.. Doelgroep Dit handboek is bedoeld voor zowel leden van de proefcommissie als voor proef kandidaten. Hierbij wordt echter een uitzondering gemaakt voor basisproef kandidaten. Voor hen bevat dit document te veel informatie. De bedoeling is dat de instructeurs hen de relevante zaken uitleggen..4 Opzet De beschrijvingen van de proefafname bestaan niet uit voorschriften van allerlei oefeningen, die afgelegd dienen te worden; Er wordt wel aangegeven of de onderdelen via praktijk-oefeningen getoetst kunnen worden of via theoretische vragen. Tevens wordt er een aantal oefening-suggesties aan de hand gedaan, maar het staat de proefcommissie uiteraard vrij om hiervan af te wijken naar eigen inzicht en creativiteit. Er zal nadruk worden gelegd op de specifieke onderdelen die sowieso altijd getoetst dienen te worden, tijd of geen tijd, weer of geen weer (bijv. veiligheid). Er is een deel 'Algemeen' in opgenomen, dat beschrijft hoe de proefcommissie omgaat met o.a.: het aantal aanwezige proefcommissieleden, de wijze van proef-evaluatie, het al dan niet aanwijzingen geven ('coachen') tijdens de proefafname, hoe om te gaan met mensen die een tweede keer opkomen, etcetera. In dit document wordt met "roeier" immer "roei(st)er" bedoeld..5 Rode draad Het handboek bespreekt de verschillende proeven aan de hand van een rode draad. Allereerst wordt gekeken naar de doelen, per proef Dus: wat wil je bereiken met de proefafname? Vervolgens is aan de hand van de doelen gekeken naar de proefeisen. Dus: hoe kan je aan de geformuleerde doelen de juiste eisen verbinden? En als laatste, logische stap volgt dan de proefafname, de toetsing Dus: hoe toets je de roeiers, a.d.h.v. de gestelde proefeisen, de doelen nog steeds in de gaten houdend? doelen proefeisen toetsing: protocol proefafname Handboek proeven DD pagina 4 van 8

.6 Overzicht proeven In onderstaand schema zijn de proeven van DD en bijbehorende boottypes in beeld gebracht. Per proef is globaal aangegeven welke doelstellingen erbij horen en welke aspecten de proef bevat. In de hoofdstukken t/m 7 worden de proeven één voor één nader uitgewerkt. asisproef (p) (in Cx+ of C4x+, met instructeur!) Theorie, turen (basis), asis roeibeweging (scullend) Doel: Leren van de basisvaardigheden en basis kennis. lessure vrije houding Zelfstandig het water op kunnen. P4 (in 4(x)+) turen in een 4(x)+, Kunnen manoeuvreren onder alle omstandigheden en bij hoge snelheid. P8 (in 8+) turen in een 8+ Kunnen manoeuvreren onder alle omstandigheden en bij hoge snelheid. (in Cx) Veiligheid&Techniek; Voldoende voor overstap naar - skiff? (in skiff) Techniek; voldoende voor overstap naar -skiff? (in skiff) Haal efficiëntie, scherpte, hang-trap coördinatie (in C-, met instructeur!) Veiligheid&Techniek: basis roeibeweging (boord). Voldoende voor overstap naar? (in -boot) Techniek; voldoende voor overstap naar -boot? (in -boot) Haal efficiëntie, scherpte, hang-trap coördinatie Doel: asistechniek skull verbeteren / Leren basistechniek boord. Individueel veilig varen (ongestuurd) Doel: Verbeteren techniek en ritme in roeibeweging. Doel: Hard varen, effectieve haal Om te oefenen voor een stuurproef dient men dispensatie aan te vragen bij de commissaris instructie. Nieuwe leden met roeiervaring kunnen dispensatie krijgen voor bepaalde proeven. Zie paragraaf.. Handboek proeven DD pagina 5 van 8

.7 Overzicht bootgebruik a.d.h.v. behaalde proeven Hieronder volgt een overzicht van de boottypes waar men, na het behalen van een bepaalde proef, in mag roeien of sturen. asisproef : Wherrie, C4x+, Cx+, Cx, Cx- (alleen onder begeleiding van een instructeur) C+ (alleen onder begeleiding van een instructeur) C- (alleen onder begeleiding van een instructeur) turen in wherries en alle C-materiaal : Zie asisproef èn x, OVx, Cx-, Cx-, 4x+ : Zie èn Gladde boten (A-materiaal) die in het reserveringboek zijn vermeld als boot. : Zie èn Gladde boten (A-materiaal) die zijn aangewezen als boot (zie bestuursbord). : Zie asisproef èn OV4+ C- of restricted - : Zie èn Gladde boten (A-materiaal) die in het reserveringboek zijn vermeld als boot. : Zie èn Gladde boten (A-materiaal) die zijn aangewezen als boot (zie bestuursbord). p4 : Zie asisproef èn turen in 4(x)+, OV4(x)+, A4(x)+ p8 : Zie p4 èn turen in 8+ N : Voor alle boten geldt dat ten minste /4 van het aantal roeiers de vereiste proef dient te hebben om in de betreffende boot te mogen varen. Voor gestuurde nummers moet tenminste de helft van de roeiers in het bezit zijn van de vereiste proef. N : Toewijzingen van boten voor wedstrijdgebruik worden door het bestuur kenbaar gemaakt via het bestuursbord. Handboek proeven DD pagina 6 van 8

Proefafname algemeen In dit hoofdstuk wordt een aantal aspecten van het afnemen van proeven besproken, welke niet specifiek aan een bepaalde proef gerelateerd zijn.. Inschrijving Inschrijving vindt plaats d.m.v. het proeven aanvraag boek, welke in de hal van DD, bij het afschrijfboek te vinden is. Intekenen kan tot ten laatste ½ week voor het betreffende proef afname moment. Indien eerder duidelijk is, dat er op dat moment slechts een beperkt aantal leden van de proefcommissie aanwezig kan zijn, kan de inschrijflijst eerder gesloten worden. Minimaal week voor de proefdatum hangt de proefcommissie op het bord boven het reserveerboek een papier op met daarop aangegeven welke kandidaat op welk tijdstip de proef gaat doen. Kandidaten mogen zich pas inschrijven, als hun instructeur of coach aangegeven heeft, dat het gewenste technische niveau bereikt is. Indien een kandidaat zich heeft ingeschreven, dient hij/zij ook op het juiste tijdstip aanwezig te zijn. Indien een kandidaat wegblijft zonder zich vooraf en met opgaaf van reden te hebben afgemeld bij een van de leden van de proefcommissie die die dag proeven afnemen, zal de proefcommissie het bestuur daarvan op de hoogte stellen. Hij/zij kan dan door het bestuur (commissaris instructie) tijdelijk uitgesloten worden van hernieuwde inschrijving. Per proefdag mag een kandidaat zich hoogstens voor proef opgeven, tenzij hij of zij van te voren anders met de proefcommissie is overeengekomen.. Afschrijven boten / bemanning Kandidaten dienen zelf zorg te dragen voor het reserveren van de boten voor de proefafname. Kandidaten voor de stuurproeven dienen daarnaast zelf zorg te dragen voor de aanwezigheid van de bemanning van de boot, tenzij door de proefcommissie anders aangegeven. Kandidaten die een boordproef willen doen, dienen zelf voor een partner te zorgen van gelijkwaardig niveau of hoger.. Frequentie proefafname In de winter worden op zaterdag proeven afgenomen, een maal per - 4 weken. De wintermaanden zijn : oktober t/m april Gedurende de zomermaanden zullen er ook proeven afgenomen worden op door de weekse dagen. De zomer maanden zijn : mei t/m september..4 Theorie De leden van DD worden geacht naast bepaalde praktische vaardigheden, ook een behoorlijke theoretische kennis te hebben (vaarregels, DD regels, commando's, veiligheid, materiaal, etc.). Deze theorie kan men o.a. vinden in de DD informatie map, die verkrijgbaar is bij de commissaris instructie. Ieder nieuw lid krijgt deze map bij binnenkomst overhandigd door de commissaris instructie. Een kopie van de map bevindt zich tevens in de klapper in de barruimte. Het PR (vaarreglement) en het DD document "Veilig roeien op de chie rondom Delft" liggen in de barruimte ter inzage en staan op www.rv-dds.nl -> over DD -> Documenten). De proefcommissie toetst tijdens de reguliere proefafname dmv 4 kaarten met een verschillende kleur (aanduidend een verschillend aspect zoals veiligheid, kennis roeien etc) enige theoretische kennis. ij blijk van onvoldoende theoretische kennis kan de kandidaat zakken voor de proef, ondanks goede praktische vaardigheden. Zie par..4. en 7.4. voor de vereiste theoretische kennis..5 Evaluatie van de proef Na afloop van de proeven worden de kandidaten in besloten gezelschap door de proefcommissie op de hoogte gebracht van de uitslag. Daarbij zijn alleen de proefcommissie, de kandidaten en hun instructeurs c.q. coaches aanwezig. Handboek proeven DD pagina 7 van 8

De uitslag wordt in het proevenboek geschreven en in korte bewoordingen beschreven waar het eventueel nog aan schort. Hierbij dient echter wel integer met de kandidaat te worden omgesprongen..6 Herhalings-kandidaten Wat betreft mensen die voor de tweede maal op gaan voor een proef : in principe wordt de proef niet twee maal door eenzelfde commissielid afgenomen, tenzij niet anders kan..7 ijzondere kandidaten De proefcommissie leden nemen geen proeven af bij teamgenoten, eigen pupillen of andere personen waarmee een bijzondere band bestaat..8 "Coachen" tijdens de proefafname In principe wordt er niet gecoached door de proefcommissie. Wel kan de commissie testen of iemand "coachbaar" is door een aanwijzing te geven en te kijken of de kandidaat hier adequaat mee weet om te gaan..9 Omstandigheden Het weer en overige waterweg gebruikers kunnen het voor een kandidaat moeilijker dan wel makkelijker maken. De proefcommissie zal hier zoveel mogelijk rekening mee houden..0 peciale gevallen Er zijn soms kandidaten die om bepaalde reden een proef niet op reguliere wijze kunnen doen. Indien hiervoor goede argumenten aangedragen worden, kan voor een dergelijk speciaal geval de proef anders worden afgenomen. Aan het bijbehorende recht op zelfstandig bootgebruik kunnen dan wel beperkingen worden gesteld door het bestuur. eoordeling van de argumentatie, beslissing tot proeftoekenning en de rechten c.q. beperking van het bootgebruik zijn de verantwoordelijkheid van het bestuur.. Update haalbeeld De proefcommissie beoordeelt de kandidaten op basis van het geldende KNR haalbeeld. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de fysieke (on)mogelijkheden van de betreffende kandidaat, waardoor afwijkende roeihalen toch geaccepteerd kunnen worden. Er wordt naar gestreefd dit jaarlijks in de proefcommissie te bespreken, eventueel onder begeleiding van een "Medewerker Deskundigheidsbevordering" vanuit de KNR.. Geldigheidsduur proef ehaalde proeven t/m het niveau en blijven onbeperkt geldig, ook na beëindiging het lidmaatschap van het betrokken lid. ehaalde - en -proeven vervallen bij beëindiging van het lidmaatschap en kunnen bij opnieuw actief lid worden alleen weer verkregen worden na opnieuw afleggen van de proeven. Een overzicht van alle leden en donateurs en behaalde proeven staat geregistreerd in de data-base van de verenigingsadministratie.. Instroom ervaren roeiers Leden die eerder ervaring hebben opgedaan bij een andere vereniging, dienen bij DD net als andere leden hun vaardigheden tijdens een proef aan te tonen. Zij kunnen echter, naar inschatting van de commissaris instructie, dispensatie krijgen voor de basisproef en eventueel hogere proeven en direct opgaan voor,,,, of. Om die te behalen dienen zij zowel over de benodigde praktische vaardigheden te beschikken als over de vereiste theoretische kennis. Deze dispensatie geldt voor maanden. Dispensatie krijgen voor een proef betekent hier: Toestemming krijgen om voor de betreffende proef te gaan oefenen en deze proef dan ook binnen maanden afleggen. Een ervaren roeier van buiten krijgt nooit / dispensatie, maar mag wel meteen opgaan voor de / proef. Handboek proeven DD pagina 8 van 8

.4 etrokkenheid instructeurs De aanwezigheid van instructeurs van de kandidaten en betrokkenheid bij de proefafname wordt zeer op prijs gesteld door de proefcommissie. Hierdoor wordt een terugkoppeling van de toetsing naar de instructie bewerkstelligd. De proefcommissie kan nagaan of kandidaat de juiste instructie heeft gehad, aanwijzingen geven voor verbetering van zowel de vaardigheden van de roeier als de gegeven instructie, zowel in geval van het 'zakken' van de kandidaat, als in geval van slagen. Indien kandidaten inschrijven voor een proef, vóórdat ze het gewenste niveau bereikt hebben, kan de instructeur daar direct op aangesproken worden..5 Aantal proefcommissie leden Alle proeven worden in principe door proefcommissie leden afgenomen, met uitzondering van de en proef. Deze worden door leden van de proefcommissie afgenomen..6 Te gebruiken boottypes Proeven worden individueel behaald en afgenomen in het bij de betreffende proeven horende boottype..7 ootgebruik algemeen Roeiers mogen alleen roeien/sturen in de boten waarvoor men de benodigde proeven heeft. Het geven van toestemming tot het gebruik van bepaalde boten kan NOOIT door leden van de proefcommissie gedaan worden. Dit is de verantwoordelijkheid van het bestuur..8 Jeugd / Junioren Voor minderjarige leden (leden jonger dan 8 jaar) bestaat binnen DD een apart opleidingstraject met bijbehorende proeven. Deze komen overeen met de beschrijvingen van de proeven t/m zoals beschreven in dit document.jeugd/junior leden kunnen ook proeven halen uit het hier beschreven systeem, al heeft dit niet de voorkeur. Voor hen gelden dan dezelfde regels als voor meerderjarigen. Dit jeugdproeven systeem valt buiten de inhoud van dit document. Daarnaast kunnen alle jeugd/juniorleden de stuurproeven, sp4 en sp8, de boordroeiproeven en halen volgens de regels voor meerderjarigen. In het jaar dat junioren 5 jaar worden en hun J-I () hebben kan er zelfstandig gevaren worden, mits zij toestemming hebben van hun ouders en het bestuur. Tot die tijd zal een jeugd/junior ALTIJD met een coach/instructeur op de kant moeten varen/sturen Handboek proeven DD pagina 9 van 8

asisproef. oottype De basisproef wordt afgenomen in een C4x+ of Cx+ (skull). Voorwaarden voor deelname aan de asisproef De roeier dient te beschikken over een goed gezichtsvermogen ten behoeve van het sturen en over basis zwemvaardigheden.. Doel van de asisproef De roeier toetsen op veiligheid, zowel qua roeien als qua sturen. Onder veiligheid wordt verstaan : zodanig omgaan met de boot dat er geen ongelukken (met de roeiers of met andere vaarweg gebruikers) kunnen gebeuren, de roeiers geen blessures kunnen oplopen en het materiaal heel blijft..4 Proefeisen asisproef De basisproef toetst op het aanwezig zijn van basisvaardigheden. asisvaardigheden omvatten die vaardigheden die nodig zijn voor het veilig uitvoeren van een normale training in een skull-geriggerde boot..4. Roeitechnische competenties Een redelijke skull-haal maken waarbij eigen veiligheid is gewaarborgd: d.w.z. blessurevrij roeien in een redelijke haal. Praktische uitwerking: - ij de inpik de handen vanuit het schoudergewricht omhoog brengen - De haalvolgorde benen-rug-armen - De recovervolgorde armen-rug-benen - Gecontroleerd aanglijden - Polsen gestrekt in de haal - Juiste handgreep van riemen: duimen op de uiteinden van de riemen en ontspannen greep - Ontspannen schouders in gehele beweging (zithouding) - Een blessurevrije rughouding (verschilt per persoon) - Gelijkheid tussen bak- en stuurboordriem - Gelijkheid met de slag zodat de veiligheid van materiaal en mens wordt gewaarborgd - Kennis van de termen behorende bij de roeihaal De proefeisen m.b.t. roeibeweging en corresponderend waterwerk staan vermeld in tabel..4. tuurtechnische competenties Op adequate wijze de veiligheid van materiaal en roeiers te kunnen garanderen tijdens het roeien. Praktische uitwerking: De stuur dient te kunnen: - Veilig de boot naar buiten en naar binnen te kunnen brengen. - Weten wat te doen bij in- en uitstappen van de roeiers (vasthouden boot, commando overslagen dicht). - Veilig weg te kunnen varen en aanleggen rekening houdend met overig vaarverkeer. - Rond te kunnen maken, houden, strijken - Te kunnen werken met de commando s stuurboord sterk en bakboord best - Juiste commando's kennen bij handelingen en deze vlot kunnen uitvoeren. - Overwicht op roeiers hebben. - ehendigheid in manoeuvreren met de boot. Handboek proeven DD pagina 0 van 8

.4. Vereiste theoretische kennis De roeier dient kennis te hebben van de volgende zaken: - Roeimateriaal, commando's en vaarregelement: Reglement van Orde (zie www.rv-dds.nl -> over DD -> Documenten) De onderdelen van een C4 (is o.a. om in het schadeboek de juiste bewoordingen te kunnen gebruiken) Verschillende boottypen De juiste roei- en tilcommando's en tilprocedures De basiselementen van het innenvaart Politie Reglement (het uittreksel PR ligt in barruimte ter inzage en staat op www.rv-dds.nl -> over DD -> Documenten) Document "Veilig roeien op de chie rondom Delft"(zie www.rv-dds.nl -> over DD -> Documenten) Huisregel "Niet rondmaken voor het vlot" Huisregel "tellen op het water" - Gebouw Mededelingenborden Openen en afsluiten loodsen Gebruik van de verschillende boeken (schadeboek, reserveerboek, afschrijfboek, proevenformulier) - Vereniging estuur Commissies Verenigingskleuren, tenue, bladen, vlag Mogelijkheden van roeien bij DD na de basisproef.5 Protocol proefafname asisproef - De proef wordt afgenomen in een C4x+ of een Cx+ - Het in het water leggen van de boot (alle roeiers; leerling stuurcompetenties) - Het optuigen van de boot (team materiaalcompetenties) - Instappen (leerling stuurcompetenties) - Wegvaren (leerling stuurcompetenties) - tukje roeien (leerling stuurcompetenties, leerling,, 4 en 5 roeicompetenties) - Eventueel bijzondere stuurmanoeuvre uitvoeren (= dus niet verplicht!) - Rondmaken - Aanleggen - Uitstappen - Instappen (leerling ) - Etc. - innenbrengen van de boot (een van de leerlingen waarbij alle leerlingen of de boot naar buiten of naar binnen moeten hebben laten brengen) - Afdrogen en opruimen (team) - ovendien wordt (net als bij de overige proeven) tevens de theoretische kennis van de vaarreglementen, materiaal e.d. getoetst door middel van een aantal theorie vragen. Handboek proeven DD pagina van 8

4. kiffproef () / oordproef () 4. oottype proef / De skiffproef () wordt afgenomen in een Cx. De boordproef () wordt afgenomen in een C-, op EIDE boorden. 4. Voorwaarden voor deelname aan de proef / De roeier dient in het bezit te zijn van de basisproef, of heeft dat niveau elders opgedaan en dispensatie voor / gekregen van de commissaris instructie. Aangezien het bij gaat om de basistechnieken van het boordroeien is het oefenen voor in de ongestuurde C om veiligheidsredenenen verplicht onder begeleiding van een instructeur (net als de basisproef)! 4. Doel van de proef / Getoetst wordt of de roeier individueel (ongestuurd) veilig kan varen in een technisch redelijke haal. Hierbij wordt beoordeeld of de stap van C-materiaal naar het meer kwetsbare -materiaal en de ongestuurde C-nummers verantwoord is, zowel qua techniek, sturen als veiligheid. 4.4 Proefeisen / 4.4. Roeitechnische competenties De proefeisen m.b.t. roeibeweging en corresponderend waterwerk staan vermeld in tabel. kiffproef : Verbeterde roei-techniek skullen t.o.v. basisproef. Er wordt getoetst op technisch redelijk roeien in een normale trainingshaal zonder te slifferen. oordproef : asis houding voor boordroeien (blessure vrij). Er wordt op beide boorden getoetst op technisch redelijk roeien in een normale trainingshaal zonder te slifferen. 4.4. tuurcompetenties Je plaats op het water kennen. Voldoende omkijken, veilig sturen, inschatten van de situatie en accuraat handelen. 4.4. Vereiste theoretische kennis De roeier dient kennis te hebben van dezelfde zaken als vereist bij de basisproef (par..4.) en specifiek de inhoud te kennen van het DD document "Veilig roeien op de chie rondom Delft". 4.5 Protocol proefafname / - Naar buiten en naar binnen brengen van de boot. - Het vaarklaar maken van de boot. Wegvaren. Uitzetten, controle op overig verkeer op het water. - ij binnenbrengen afdrogen van de boot, slidings schoonmaken, luikjes open etc. - De roeitechniek gedurende een normale, rustige haal, wordt beoordeeld zoals in de vinklijst (tabel ) is aangegeven. - Aanleggen. Op de juiste hoek en met de juiste snelheid op het vlot aankomen, tijdig houden etc. oot zodanig aan het vlot, dat zij zonder problemen naar binnen kan (puntje in de goede richting) - ehendigheid in manoeuvreren met de boot. Uitvoeren van enkele oefeningen zoals : strijken, rondmaken, bocht sturen, aanleggen, slalommen tussen boeien, etc. - Anticiperen en reageren op overig vaarverkeer en onverwachte situaties. Kan getoetst worden middels simulaties, via complexe commando s, of hulpmiddelen zoals boeien etc. Kan ook theoretisch getoetst worden. - Tijdens de proef continu blijven letten op veilig varen (kijkt de roeier vaak genoeg om, worden er op tijd de goede beslissingen genomen, worden de bruggen correct genomen e.d.) - Kennis vaarregels kan soms ook in de praktijk getoetst worden, bij passage van een brug of ontmoeting met ander vaarverkeer. Handboek proeven DD pagina van 8

5. kiffproef () / oordproef () 5. oottype proef / De skiffproef () wordt afgenomen in een -skiff. De boordproef () wordt afgenomen in een -boot, op boord (voorkeursboord). 5. Voorwaarden voor deelname aan de proef / De roeier is in het bezit van c.q. of heeft dat niveau elders opgedaan en dispensatie voor of gekregen van de commissaris instructie. 5. Doel van de proef / Getoetst wordt of de roeier in een technisch gecontroleerde, doorgaande trainingshaal kan varen. 5.4 Proefeisen / De nadruk ligt in deze proef op het technisch niveau van de roeier. kiffproef : Verbeterde roei-techniek skullen t.o.v.. oordproef : Verbeterde techniek boordroeien op het voorkeursboord. 5.4. Roeitechnische competenties De proefeisen m.b.t. roeibeweging en corresponderend waterwerk staan vermeld in Tabel. De roeier kan vertellen hoe de haal uitgevoerd moet worden (bewust roeien) en kan op aanwijzing een fout verbeteren (=basiscontrole van roeitechniek). De roeier heeft een goed gevoel voor het juiste ritme in de haal en roeit watervrij De roeier kan de technische punten in een continue trainingshaal correct blijven uitvoeren (actieve tempowisseling is geen eis). De roeier blijft bij het vereiste technische niveau veilig varen; De roeier kan oefeningen uitvoeren en weet wat het doel van de oefening is (=bewust roeien en basiscontrole van roeitechniek) De roeier kan in een ploeg roeien () en hierbij: commando s opvolgen, gelijk roeien en daarbij het eigen technisch niveau behouden. 5.4. tuurtechnische competenties Je plaats op het water kennen. Voldoende omkijken, veilig sturen, inschatten van de situatie en accuraat handelen. 5.4. Vereiste theoretische kennis De roeier dient kennis te hebben van dezelfde zaken als vereist bij de basisproef (par..4.) en specifiek de inhoud te kennen van het DD document "Veilig roeien op de chie rondom Delft". 5.5 Protocol proefafname / - Naar buiten en naar binnen brengen van de boot. Het vaarklaar maken van de boot. Wegvaren. Uitzetten, controle op overig verkeer op het water. - ij binnenbrengen afdrogen van de boot, luikjes open etc. - Technische punten volgens checklist in doorgaande trainingshaal. - Indien nodig techniek aanwijzingen geven en controleren op effect. - Tijdens de proef continu blijven letten op veilig varen (kijkt de roeier vaak genoeg om, worden er op tijd de goede beslissingen genomen, worden de bruggen correct genomen e.d.). Handboek proeven DD pagina van 8

6. kiffproef () / oordproef () 6. oottype proef / De skiffproef () wordt afgenomen in een -skiff. De boordproef () wordt afgenomen in een -boot, op boord (voorkeursboord). 6. Voorwaarden voor deelname aan de proef / De roeier is in het bezit van c.q., of heeft dat niveau elders opgedaan en dispensatie voor of gekregen. 6. Doel van de proef / Getoetst wordt of de roeier in staat is tot efficiënt varen in wedstrijdtempo. 6.4 Proefeisen / 6.4. Roeitechnische competenties De roeier dient over een afstand van tenminste km continue in een harde haal en wedstrijdtempo te kunnen varen. Daarbij dient het (roei)technische niveau constant te zijn. De roeierdient tijdens die kilometer te laten zien dat hij/zij veilig met het materiaal, zichzelf en overige watergebruikers om gaat. Er wordt geen minimum snelheid vereist. Er wordt derhalve ook geen tijd geklokt. De haal moet duidelijk hard zijn en het tempo moet in verhouding tot de kracht staan. De roeier dient derhalve wel degelijk over een goede conditie te bezitten. De nadruk ligt niet zozeer op netjes roeien (dat komt in de / proef aan de orde), maar op het vermogen van de roeier een boot snel te laten lopen. Afwijkingen van het technische ideaalbeeld zijn daarbij toegestaan. Het belang van de wedstrijdroeier is ook anders: hard gaan i.p.v. alleen het plezier hebben van het roeien. De wedstrijdhaal kenmerkt zich als volgt: De uitpik: sterk, hangende aan de buikspieren, ontspannen schouders, soepele keerbeweging, snelheid wegstrekken van de armen vergelijkbaar met de bootsnelheid Inpik: Ver voorin, gestrekte armen. Trap- hang positie: van zeer groot belang voor de effectiviteit van de haal die daarmee direct aan de bootsnelheid is gerelateerd. Fasering: de overgang tussen de verschillende fasen in de wedstrijdhaal zijn minder duidelijk te onderscheiden dan in de instructiehaal. De proefeisen t.a.v. roeibeweging en corresponderend waterwerk staan in tabel. 6.4. tuurtechnische competenties Veilig gedrag op het water (omkijken, sturen) zijn van groot belang. Daarop wordt getoetst. 6.5 Protocol proefafname / - De / proef wordt door minimaal leden van de proefcommissie afgenomen. - Naar buiten en naar binnen brengen van de boot. - Het vaarklaar maken van de boot. Wegvaren. Uitzetten, controle op overig verkeer op het water. - ij binnenbrengen afdrogen van de boot, slidings schoonmaken, luikjes open etc. - De roeier dient over een afstand van tenminste km in een westrijdtempo en hard te varen. Handboek proeven DD pagina 4 van 8

7. tuurproeven voor 4-en (p4) en 8-en (p8) 7. oottype proef p4/p8 De stuurproef 4 (p4) wordt afgenomen in een 4(x)+ (boord of skull geriggerd), met een voorinliggende of achterinzittende stuur. De stuurproef 8 (p8) wordt afgenomen in een 8+ 7. Voorwaarden voor deelname aan de proef p4/p8 p 4: De kandidaat dient ten minste de asisproef te hebben p 8: De kandidaat dient in het bezit te zijn van p4 Of Kandidaat heeft dat niveau elders opgedaan en dispensatie voor P8 gekregen. ovendien: Om te mogen oefenen voor p4 en p8 dient men dispensatie verkregen te hebben van de commissaris instructie. Deze dispensatie is maanden geldig, en geldt niet voor het sturen van wedstrijden. Gedurende de dispensatieperiode dient er altijd iemand aan de kant van de boot mee te fietsen. 7. Doel van de proef p4/p8 Het stellen van eisen aan een stuurman/vrouw heeft ten doel: - Verhogen van de veiligheid van roeiers. - Voorkomen van beschadigingen aan het materiaal. - ijdragen aan de effectiviteit van de training / wedstrijd en het plezier van de roeiers. 7.4 Proefeisen p4/p8 De proefeisen voor p4 en p8 zijn in eerste instantie identiek. De verschillen tussen het sturen van een 4 en een 8 zitten met name in de bootsnelheid, de bootbreedte, manoeuvreerbaarheid, overzicht, overwicht op de roeiers. Deze verschillen maken dat het sturen in een 8 meer ervaring vereist dan het sturen van een 4, en bovendien is dus een toetsingstraject in stappen benodigd: eerst wordt het sturen in een 4(x)+ getoetst, vervolgens in een 8+. 7.4. tuurtechnische competenties - De kandidaat dient over meer stuurvaardigheden te beschikken dan de basisvaardigheden die bij de basisproef worden getoetst. Voorbeelden : sturen met commando s (zonder roer), commando's geven zonder versterker, rondmaken in smal water, brugpassage op snelheid, strijkend aanleggen - Geven van complexe commando s, luid, duidelijk en direct, zodat ze prompt door alle roeiers opgevolgd worden. Hieronder valt o.a : het hebben van overwicht, duidelijk aangeven wanneer de oefening begint en vervalt, de in- en uitpik op de juiste momenten aangeven. - Proef moet volbracht kunnen worden, onafhankelijk van de weersomstandigheden of staat van dienst van versterker of stuurtouw. 7.4. Vereiste theoretische kennis De roeier dient kennis te hebben van ten minste dezelfde zaken als vereist bij de basisproef (par..4.). ovendien dient men de volgende zaken ook te weten: - Verschil tussen boordroeien en scullen (voor zover betrekking op het sturen) - De stuurman/vrouw dient de vaarregels te kennen - De stuurman/vrouw dient de inhoud van het DD document "Veilig roeien op de chie rondom Delft" te kennen - Hoe te handelen in ongevallen (: eigen veiligheid, : veiligheid roeiers, : veiligheid materiaal). - Hoe te handelen in onverwachte situaties - Kennis van materiaal (onderdelen boot) - Gebruik van zwemvesten (wie, wanneer, waar vind je die?) Handboek proeven DD pagina 5 van 8

- Kennis veiligheidseisen KNR t.a.v. de boot: boegbal aanwezig, hielstrings aanwezig en vast, minimum afmetingen en inrichting stuurplaats - Gebruik van de versterkers - De juiste wijze van tillen van de boot, en de correcte commando's tijdens het tillen - De juiste commando's tijdens het varen. - Reglement van orde, met name de roeiregels (incl. vaarverboden). - Op de hoogte zijn van de huisregel "niet rondmaken voor het vlot". Alle reglementen, overzicht onderdelen van de boot, commando's en tilinstructies zijn te verkrijgen bij de commissaris instructie en staan op www.rv-dds.nl. 7.5 Protocol proefafname p4/p8 - Naar buiten en naar binnen brengen van de boot. Hierbij speelt het geven van de juiste commando s een rol, alsmede het controleren van de vrije vaart. De stuur moet weten hoe verschillende boottypes te water gelaten dienen te worden en welke commando s daarbij behoren. - Het vaarklaar maken van de boot. Luikjes dicht, versterker aansluiten, instapcommando s. - oot vasthouden bij in- en uitstappen van de roeiers. - Wegvaren. Uitzetten, controle op overig verkeer op het water. - Commando s geven tijdens de training. nel en efficiënt vertalen van de aanwijzingen van de coach in duidelijke roeicommando s. Toetsen via het laten uitvoeren van een serie oefeningen / handelingen - ehendigheid in manoeuvreren met de boot. Uit laten voeren van enkele oefeningen zoals : strijken, rondmaken, bocht sturen, (strijkend)aanleggen, slalommen tussen boeien, etc. - Anticiperen en reageren op overig vaarverkeer en onverwachte situaties. Kan getoetst worden middels simulaties, via complexe commando s, of hulpmiddelen zoals boeien etc. Kan ook theoretisch getoetst worden. - Juiste passage van bruggen, veilig en correct aansnijden van bochten - Aanleggen. Op de juiste hoek en met de juiste snelheid op het vlot aankomen, tijdig houden etc. oot zodanig aan het vlot, dat zij zonder problemen naar binnen kan (puntje in de goede richting) - ij binnenbrengen letten op zaken als luikjes open en afdrogen van de boot, etc. - Kennis vaarregels kan soms ook in de praktijk getoetst worden, bij passage van een brug of ontmoeting met ander vaarverkeer. - ovendien wordt (net als bij de overige proeven) ook de theoretische kennis van de vaarreglementen, materiaal e.d. getoetst door middel van een aantal theorie vragen. 7.6 Minimum inhoud proefafname p4/p8 Duur en inhoud van de proef is afhankelijk van getoonde capaciteiten. De volgende onderdelen dienen ALTIJD getoetst te worden (tijd of geen tijd, weer of geen weer): - innen of buiten brengen van de boot. - Wegvaren en aanleggen. - turen zonder roer (m.b.v. commando s) en zonder versterker - Geven van commando s bij het uitvoeren van een serie oefeningen/handelingen Theorievragen: Zie par. 7.4.. waarbij 4 kaarten (van verschillende kleur) worden getoetst en goed dienen te worden beantwoord. N. Alle achtergrond documenten (weer&veiligheid&vaarregels&materiaal&theorie) liggen ter inzage in de barruimte op DD en staan op www.rv-dds.nl. De voorschriften van de KNR staan op www.knrb.nl. ovendien zijn de documenten verkrijgbaar via de commissaris instructie. Handboek proeven DD pagina 6 van 8

ijlage: Tabel - Wijzigingen in het DD proevensysteem vanaf april 00 Wijzigingen per April 00 ALGEMEEN. ij ALLE proeven wordt ook theoretische kennis getoetst betreffende vaarregels, materiaal, weer & veiligheid, DD etc.. Kennis van het document "Veilig roeien op de chie rondom Delft" is vereist bij ALLE proeven.. In het handboek staat een algemeen deel waarin één en ander staat omschreven over de handelwijze van de kandidaten en proefcommissie bij de proefafname. 4. Enkele items in de tabel met proefeisen t.a.v. lichaamswerk en waterwerk zijn veranderd. 5. oordroeiproeven heten voortaan,, (i.p.v. G, G, G) 6. Nieuwe leden met roeiervaring worden tijdens een persoonlijk gesprek met de commissaris instructie dispensaties verleend voor bepaalde proeven. Zij dienen hun eerste proef wel binnen maanden af te leggen. AIPROEF. De te toetsen roei- en stuurvaardigheden zijn gevat in competenties, die in het lesplan van de nieuwe basisproef zijn opgenomen.. De basisproef wordt afgenomen in Cx+ of C4x+. Nadat de asisproef is gehaald mag men in alle C-materiaal sturen, dus ook in C4. kiff / oord. Doel / : individueel (ongestuurd) veilig kunnen varen. Oefenen voor mag ook in ongestuurde Cx plaatsvinden, echter alleen onder begeleiding van een instructeur.. -proef wordt in een ongestuurde C afgenomen, op beide boorden. Oefenen hiervoor mag alleen geschieden onder begeleiding van een instructeur. kiff / oord. wordt in een - of restricted - afgenomen, alleen op het voorkeursboord. kiff / oord. Doel / : efficiënt varen in wedstrijdtempo. Proefeis: de kandidaat dient over een afstand van tenminste km continue in een harde haal en hoog tempo te kunnen varen.. -proef wordt alleen op het voorkeursboord afgenomen. tuurproeven. tuurproeven: proefeisen sturen zijn zwaarder dan voorheen.. De stuur dient op de hoogte te zijn van het document "Veilig roeien op de chie rondom Delft".. De stuur dient op de hoogte te zijn van de voorschriften van de KNR met betrekking tot het materiaal gebruik i.v.m. veiligheid N. Alle achtergrond documenten (weer&veiligheid&vaarregels&materiaal&theorie) liggen ter inzage in de barruimte op DD. Het document "Veilig roeien op de chie rondom Delft" staat tevens op de website van DD. De voorschriften van de KNR staan ook op de website van de KNR. ovendien zijn de documenten verkrijgbaar via de commissaris instructie. Handboek proeven DD pagina 7 van 8

ijlage : Tabel - Proefeisen t.a.v. de roeibeweging en corresponderend waterwerk/riemen ROEIEWEGING CORREPONDEREND WATERWERK/RIEMEN INPIK p INPIK p Eenparig aanglijden X X X X X X X Gestrekte armen en polsen X X X X X X X Handen omhoog bewegen vanuit X X X X X X X Water naderen X X X X schoudergewricht laden ver vooraan in het water steken X X laden verticaal in het water steken X X X X X X X Krachtige beentrap X X X X Druk pakken X X X X Directheid en goede koppeling X X Direct druk pakken X X ymmetrisch lichaamswerk X X X X Gelijkheid tussen bakboord- en X X X X X X X stuurboordriem Gelijkheid met de slag X X X X Houding schouders/ meedraaien X X X HAAL p Hang-trap coördinatie X X X X Druk gelijkmatig verdelen X X X X tuwhaal/ harde haal X X Handen horizontaal bewegen X X X X X X X Vlakke haal X X X X X X X Doorval (positie), o.a. niet inzakken X X X X X X X ymmetrisch lichaamswerk X X X X Gelijkheid tussen bakboord- en X X X X X X X stuurboordriem Gelijkheid met de slag X X X X oot horizontaal X X X X Volgorde / fasering X X X X X X X HAAL p UITPIK p UITPIK Hangen aan buikspieren, schouders mee naar achteren nemen X X X X X X Haal afmaken, druk houden X X X X Houding schouders (ontspannen, bij boordroeien: meedraaien) X X X X X X X Handen vanuit ellebogen naar beneden X X X X Verticaal uitdrukken X X X X bewegen Polsen draaien (bij boordroeien alleen X X X X X X X choon uit X X X X de pols van de binnenhand draaien) Wegzetten met de handen bij elkaar X X X X alans X X X X ymmetrisch lichaamswerk X X X X Gelijkheid tussen bakboord- en stuurboordriem X X X X X X X oepel rondje achter X X X X Gelijkheid met de slag X X X X p RECOVER p RECOVER Armen strekken X X X X X X X Watervrij / balans X X X X ovenlichaam inbuigen X X X X X X X Watervrij / balans X X X X Eenparig glijden X X X X X X X Watervrij / balans X X X X Handen horizontaal naar voren bewegen X X X X X X X Watervrij / balans X X X X ymmetrisch lichaamswerk X X X X Gelijkheid tussen bakboord- en X X X X X X X stuurboordriem Gelijkheid met de slag X X X X oot horizontaal X X X X Volgorde / fasering X X X X X X X Tijdig blad draaien X X X X Tabel : Proefeisen ten aanzien van de roeibeweging en corresponderend waterwerk (per proef) Handboek proeven DD pagina 8 van 8 p