Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 14 VASTGESTELD

Vergelijkbare documenten
Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers III, vlek 17, 18 en 19 ONTWERP

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers I V A S T G E S T E L D

Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 16b VASTGESTELD

Tijdelijke School Meeroevers. Beeldkwaliteitplan

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Tijdelijke School Meeroevers. Beeldkwaliteitplan

Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers III, vlek 17, 18 en 19 VASTGESTELD

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Duinkampen 23 te Paterswolde

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers VASTGESTELD. Datum: 13 maart 2012 NL.IMRO.0040.

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Bestemmingsplan. Zuidpolder-Oost. derde partiële herziening 2009

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Ruimtelijke onderbouwing

P l a n r e g e l s vrs

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Thematische herziening archeologie

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Uitwerkingsplan Velmolen oost, fase 1 (partiële herziening Velmolen Zicht) Toelichting, regels en plankaart

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis VASTGESTELD

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 1; fase 2. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN. projectnr revisie september 2009

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis VOORONTWERP

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Gemeente Smallingerland. Bestemmingsplan Maartenswouden, 3e herziening

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: Afwijken van het bestemmingsplan

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Gemeente Smallingerland. Bestemmingsplan Maartenswouden, 3e herziening

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Uitwerkingsplan. Nassaulaan. Definitief. Gemeente Baarle-Nassau Postbus AC Baarle-Nassau. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 juli 2012

Ruimtelijke onderbouwing

1. INLEIDING BESTAANDE SITUATIE PERCEEL EN OMGEVING GEMEENTELIJK BELEID DIVERSE TOETSINGSCRITERIA JURIDISCHE REGELING...

Ruimtelijke onderbouwing vrijstaande woning Lübeck 1

Gemeente / Olst-Wijhe Bestemmingsplan / Noorder Koeslag, partiële herziening plankaart 2011

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Beheersverordening Krommeniedijk

Startdia met foto Ruimte Informatieavond Bestemmingsplan Zwin Pasnagelshof 3 september 2012

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Bestemmingsplan Bergse Haven 1eW.jzigingsplan:K«ikindePot

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

BESTEMMINGSBEPALINGEN

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Transcriptie:

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 14 VASTGESTELD Datum: 22 januari 2013

Bestemmingsplan Meerstad -Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 14 V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting en bijlagen Regels en bijlagen Verbeelding 22 januari 2013 Projectnummer 231.12.01.10.00

O v e r z i c h t s k a a r t G e m e e n t e S l o c h t e r e n, b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

T o e l i c h t i n g 231.12.01.10.00.toe

I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 9 2 B e l e i d 13 2.1 Provincie 13 2.2 Gemeente 14 3 P l a n b e s c h r i j v i n g 17 3.1 Stedenbouwkundige opzet 17 3.2 Juridisch kader en vormgeving 24 4 T o e t s a a n w e t - e n r e g e l g e v i n g 31 4.1 Wet geluidhinder 31 4.2 MER 32 4.3 Wet milieubeheer 32 4.4 Externe veiligheid 33 4.5 Bodem 33 4.6 Luchtkwaliteit 35 4.7 Ecologie 36 4.8 Archeologie 37 4.9 Water 38 5 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d 39 6 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d 41 1. Waterparagraaf Meerstad-Midden 2. Financiële haalbaarheid 231.12.01.10.00.toe

1 I n l e i d i n g In het gebied tussen Harkstede, Slochteren en de stad Groningen zal 'Meerstad' verrijzen (zie navolgende afbeelding). Hiermee wordt door de gemeenten Groningen en Slochteren ingespeeld op de regionale behoefte voor wonen, werken en recreëren. Het hart van de plannen voor Meerstad wordt gevormd door een meer (Woldmeer). Voor de ontwikkeling van Meerstad is het Masterplan Meerstad Groningen opgesteld (september 2005). Dit plan geeft in hoofdlijnen aan wat waar komt. De concrete uitwerking vindt plaats in bestemmingsplannen. Het Masterplan voorziet in de ontwikkeling van een gebied dat overeenkomt met het huidige oppervlak van de stad Groningen. De bestaande (boerderij)bebouwing en de oude linten van de dorpen Engelbert, Middelbert en Harkstede zijn grotendeels ingepast binnen het stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied. Volgens het Masterplan zal twee derde van Meerstad uit water en natuur bestaan en een derde uit bebouwing. Vanwege de lange looptijd van 25 jaar of meer wordt de planvorming flexibel benaderd. De ontwikkelstrategie wordt van tijd tot tijd bijgesteld, laatstelijk eind 2011. In de ontwikkelstrategie van december 2011 is het verwachte aantal woningen naar beneden bijgesteld naar circa 6.500. Het Masterplan blijft basisprincipe voor de inrichting van het gebied. MEERSTAD M e e r s t a d : l i g g i n g e n b e g r e n z i n g vlek 14-22 januari 2013 9

BESTEMMINGSPLAN MEER- STAD-MIDDEN In 2007 is het eerste bestemmingsplan vastgesteld; het bestemmingsplan Meerstad-Midden. Dit plan heeft betrekking op het gebied ten zuiden van het Slochterdiep, globaal genomen tussen de Borgweg en de Hoofdweg, de bebouwde kom van Harkstede en het natuurgebied Rijpma. Ook de NAM-locatie 'Eemskanaal' hoort hierbij, evenals de hoofdontsluitingen voor Meerstad op de A7 en het Euvelgunnetracé. In het bestemmingsplan Meerstad-Midden zijn enkele uit te werken bestemmingen opgenomen. Deze bestemmingen kunnen worden uitgewerkt in uitwerkingsplannen. Voor een gedeelte van de bestemming Woongebied (uit te werken) is onderhavig uitwerkingsplan opgesteld. Het gaat om een gebied waarvoor in 2007/2008 en gedeeltelijk in 2009 vrijstellingsprocedures zijn gevoerd om te kunnen beginnen met het bouwrijp maken 1 en de aanleg van Meeroevers 2. Deze uitwerking sluit op hoofdlijnen aan bij de vrijstellingsregels, maar detailleert deze aan de hand van een beeldkwaliteitsplan. De navolgende afbeelding geeft de relatie tussen het bestemmingsplan en het plangebied weer. H e t p l a n g e b i e d a l s o n d e r d e e l v a n h e t b e s t e m m i n g s p l a n M e e r s t a d - M i d d e n Onderhavig uitwerkingsplan volgt op het Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers I (op 28 december 2010 in werking getreden), uitwerkingsplan II/a (op 6 december 2011 in werking getreden), een uitwerkingsplan voor een tijdelijke school in Meeroevers (in werking getreden 1 Ruimtelijke onderbouwing Meerstad, Deelplan 1 (bouwrijp maken). BügelHajema Adviseurs, 15 april 2008. 2 Ruimtelijke onderbouwing Meerstad, Meeroevers - fase 1. BügelHajema Adviseurs, 12 maart 2009. 10 vlek 14-22 januari 2013

13 maart 2012) en een uitwerkingsplan voor de Hoofdweg 189 (vaststelling eind 2012); de juridisch-planologische regeling voor de eerdere fasen van Meeroevers. Het plangebied maakt deel uit van het gebied tussen het Grunostrand en 'Klein Harkstede', aan de noordoostzijde van de Hoofdweg. Op de afbeelding hierboven zijn de globale ligging en begrenzing aangegeven. Het plangebied sluit aan bij de andere uitwerkingsplannen voor woongebieden voor Meeroevers (zie ook paragraaf 3.1) en omvat een gebied dat in en direct achter het bebouwingslint van de Hoofdweg is gelegen. Het vigerend planologisch regime voor het plangebied is, zoals aangegeven, het bestemmingsplan Meerstad-Midden (en de partiële herziening daarvan d.d. 27 oktober 2011). Dit plan is op 20 december 2007 vastgesteld, op 31 juli 2008 (gedeeltelijk) goedgekeurd en zes weken later in werking getreden. Op 23 juni 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak uitspraak gedaan over dit bestemmingsplan. Het plan is daarmee in hoofdzaak onherroepelijk geworden. 3 PLANGEBIED Voorliggend uitwerkingsplan is tevens een wijzigingsplan: het voorziet in het schrappen van de voor dit gebied geldende dubbelbestemming Hinderzone in het bestemmingsplan Meerstad-Midden (zie paragraaf 3.2). Zo wordt voorkomen dat twee planfiguren naast elkaar moeten worden geraadpleegd. In het volgende hoofdstuk is het ruimtelijk beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau beschreven. In hoofdstuk 3, de planbeschrijving, is vervolgens ingegaan op de toekomstige inrichting van het plangebied en de wijze waarop dat juridisch is geregeld. Hoofdstuk 4 is gewijd aan milieuhygiënische aspecten. In de laatste twee hoofdstukken komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan bod. LEESWIJZER 3 Er is goedkeuring onthouden aan punten die geen betrekking hebben op het uitwerkingsgebied. vlek 14-22 januari 2013 11

2.1 2 B e l e i d P r o v i n c i e Het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (17 juni 2009) bevat het richtinggevend ruimtelijk beleid voor de provincie Groningen. Hoofddoelstelling van dit Omgevingsplan is duurzame ontwikkeling - voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien. Dit is uitgewerkt in drie centrale uitgangspunten: - werken aan een duurzame leefomgeving; - eigen karakter handhaven en versterken; - sterke steden en een vitaal platteland. Het plangebied is op de overzichtskaart van het Omgevingsplan aangeduid als 'Gebiedsontwikkeling Meerstad'. De provincie typeert Meerstad als een complex en grootschalig project van bovenregionale betekenis, waar met de bouw van 10.000 woningen een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de gewenste concentratie van de woningbouw in de stad Groningen. Daarnaast is aangegeven dat Meerstad de ontwikkeling van natuur en recreatie binnen het deelgebied 'Midden-Groningen' kan bevorderen. In het Omgevingsplan is Meerstad ook aangewezen als zoeklocatie voor noodberging bij wateroverlast. Het watersysteem van Meerstad zal zodanig worden vormgegeven dat het geschikt is als noodwaterberging. Tijdens de planperiode zal echter nog geen daadwerkelijke noodwaterberging plaatsvinden, omdat het watersysteem en de waterkwaliteit zich eerst moeten stabiliseren. Medio 2008 heeft de provincie het bestemmingsplan Meerstad-Midden goedgekeurd (zie inleiding). Op dat moment was het Omgevingsplan nog niet van kracht. Bij het vaststellen van het Omgevingsplan 2009-2013 is rekening gehouden met de ontwikkeling van Meerstad. Er mag daarom van worden uitgegaan dat met dit uitwerkingsplan aan de centrale uitgangspunten van het provinciaal beleid wordt voldaan. vlek 14-22 januari 2013 13

2.2 G e m e e n t e BESTEMMINGSPLAN MEER- STAD-MIDDEN Het gemeentelijk beleidskader voor het plangebied is verwoord in het bestemmingsplan Meerstad-Midden (zie inleiding). Op dit punt wordt dan ook volstaan met een verwijzing naar de toelichting van dit plan (hoofdstuk 3 en 4). Het plangebied valt binnen het gebied dat in het bestemmingsplan Meerstad- Midden is aangeduid als 'deelgebied 3'. Voor dit deelgebied zijn enkele bindende marges voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen aangegeven. Zo zijn per functie minimale en/of maximale oppervlaktepercentages aangegeven. Voor het aantal te bouwen woningen, de woningdichtheid en de bebouwingskarakteristieken zijn aantallen, dan wel hoogtes voorgeschreven. Doeleinden Deelgebied 3 Wonen en woon-werkcombinaties 40-60% Bedrijfsdoeleinden T Horeca en detailhandel T Natuurdoeleinden T Wijkgroenvoorzieningen 10-25% Water 15-50% Recreatieve doeleinden en sportdoeleinden max.20% De op de kaart aangeduide buurt- en wijkontsluitingen max.5% Niet met name genoemde en met (T) gemarkeerde doeleinden tezamen max.35% Aantal woningen 400-1300 Woningdichtheid 4-20 De marges in deze tabel gelden voor het gehele deelgebied. Aangezien dit uitwerkingsplan betrekking heeft op een gedeelte van deelgebied 3 (een ander deel is opgenomen in uitwerkingsplannen voor andere fasen), kan het dus zijn dat individuele percentages afwijken. Overigens komen horeca, sport en recreatie niet in dit uitwerkingsplan voor. Bureau Meerstad monitort bij het opstellen van elk ruimtelijk (deel)plan, de percentages. Zo wordt gewaarborgd dat elk deelgebied uiteindelijk aan alle uitwerkingsregels voldoet. Voor de functies die in dit uitwerkingsplan zijn opgenomen en de bijbehorende oppervlaktes wordt verwezen naar de bijlagen. Daarin is ook een cumulatieve tabel opgenomen waarin de functies in dit uitwerkingsplan en eerdere uitwerkingsplannen in Meeroevers samen zijn berekend. WELSTANDSNOTA SLOCH- TEREN In 2010 heeft de gemeente Slochteren een nieuwe Welstandsnota opgesteld. Deze nota is niet van toepassing op grote delen van Meerstad. Daarvoor geldt nog steeds de Welstandsnota Slochteren uit 2004. Het plangebied valt onder beide nota s, met dien verstande dat de gronden in het plangebied successievelijk vallen onder de ene of de andere nota. Deze nota s gaan uit van een gebiedsgewijze opzet waarbij de welstandscriteria zijn afgestemd op de aard van het desbetreffende gebied. De welstandsnota voorziet niet in welstandcriteria voor nog te ontwikkelen gebieden. Daarin kan alsnog worden voorzien 14 vlek 14-22 januari 2013

door voor deze gebieden een aanvulling op de welstandsnota vast te stellen. Meeroevers II Vlek 14 is zo'n ontwikkelingslocatie waarvoor het wenselijk is de welstandsnota aan te vullen. Inmiddels is het Beeldkwaliteitsplan Meeroevers II/b Vlek 14 opgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan en voorliggend uitwerkingsplan zijn op elkaar afgestemd. In het beeldkwaliteitsplan zijn op basis van het stedenbouwkundig ontwerp zogenaamde gebiedsgerichte welstandscriteria ten behoeve van de welstandstoetsing opgenomen. Overigens geldt het beeldkwaliteitsplan niet voor de in deze uitwerking opgenomen woonbestemming aan de Hoofdweg. Voor dat perceel voldoet de geldende welstandsnota. Het volgende hoofdstuk volgt in hoofdlijnen de opzet van dit beeldkwaliteitsplan en gaat daarbij ook in op het stedenbouwkundig ontwerp. vlek 14-22 januari 2013 15

3.1 3 P l a n b e s c h r i j v i n g S t e d e n b o u w k u n d i g e o p z e t Meeroevers is het eerste gebied dat in het kader van Meerstad wordt ontwikkeld. Er zijn goede redenen juist met dit gebied te beginnen. Met Meeroevers kan het beoogde imago van Meerstad direct goed worden neergezet; uiteenlopende woonmilieus die (in)direct aan het water zijn gelegen, op korte afstand van de stad Groningen. Daarnaast kan de ambitie om tegelijkertijd met de eerste woningen voorzieningen te ontwikkelen hier gestalte krijgen. Uit onderzoek onder potentiële Meerstadbewoners is gebleken dat naast het wonen aan het water, een grote voorkeur bestaat voor een dorps en natuurlijk woonmilieu. Dit woonmilieu kan bij uitstek in het plangebied worden gecreeerd, waar diverse combinaties tussen wonen, Groen In en Om de Stad (GIOS) en lichte (aan huis gebonden) bedrijfsactiviteiten mogelijk zijn. Ook dit maakt dat Meeroevers een goed vertrekpunt vormt voor de ontwikkeling van Meerstad. S t e d e n b o u w k u n d i g e h o o f d o p z e t M e e r o e v e r s vlek 14-22 januari 2013 17

S t e d e n b o u w k u n d i g o n t w e r p Het stedenbouwkundig ontwerp voor het plangebied is weergegeven aan het slot van deze paragraaf. Dit ontwerp is overgenomen uit het Beeldkwaliteitsplan Meeroevers II/b Vlek 14 (juli 2012). De hoofdstructuur van Meeroevers bestaat uit de volgende deelgebieden: - De Hoofdweg, het bestaande bebouwingslint waar Meeroevers aan wordt opgehangen. - De Groene radialen die de ruimtelijke verbinding vormen tussen de Hoofdweg en het Woldmeer. - Het Oeverpad, dat samen met het bijbehorende Waterfront, de ruggengraat van Meeroevers vormt. - De Meeroeverslaan, de hoofdontsluitingsweg van Meeroevers. - De Kwelvaart, van belang voor de waterhuishouding en als ecologische verbinding tussen de Groene Radialen. - Langs de Erven, een intieme woonstraat tussen de Hoofdweg en de Kwelvaart. F a s e r i n g M e e r o e v e r s 18 vlek 14-22 januari 2013

Meeroevers zal gefaseerd worden ontwikkeld (zie bovenstaand kaartje). Ten noorden van onderhavig uitwerkingsgebied zal Meeroevers III worden aangelegd. Meeroevers I ligt aan de oostkant. Meeroevers IV heeft betrekking op het gebied ten zuiden van Meeroevers II. In dit woongebied komen een kleine haven en een (tijdelijke) basisschool te liggen. K a v e l s a a n d e h o v e n ( B r o n : b e e l d k w a l i t e i t s p l a n ) Binnen Meeroevers II/b worden verschillende woonmilieus ontwikkeld. Vanaf de Hoofdweg gezien bestaat het plangebied uit de volgende deelgebieden: - L i n t H o o f d w e g : Aan de Hoofdweg liggen twee percelen met bestaande woningen, twee onbebouwde percelen en ten zuiden hiervan een perceel met een grote boerderij. De twee onbebouwde percelen zullen niet bebouwd worden. Hier wordt een groene inrichting voorgestaan. De boerderij komt in aanmerking voor herbestemming, dan wel sloop-nieuwbouw. De Welstandsnota s van de gemeente Slochteren vormen hierbij het leidend toetsingskader. Ingezet wordt op het respecteren van de bestaande karakteristieken van de bebouwing- en verkavelingsstructuur. Bij ver- en nieuwbouw dient ontworpen te worden in samenhang met de bestaande bebouwing en het omliggende landschap. - K a v e l s a a n d e h o v e n : Dit gebied is gesitueerd achter het bebouwingslint van de Hoofdweg. De nieuwe bebouwing volgt het bestaande waaiervormige verkavelingspatroon. Op deze manier wordt de ontwikkeling zorgvuldig ingepast in het huidige landschap. De woningen worden gebouwd rondom twee hoven, die door hun kleinschaligheid een intiem karakter hebben. Rondom elke hof zijn circa tien kavels gegroepeerd waarop vrijstaande en enkele halfvrijstaande woningen kunnen worden gebouwd. De kavels in het hart van beide hoven zijn kleiner dan vlek 14-22 januari 2013 19

de kavels langs de buitenrand, die grenzen aan de bestaande percelen aan de Hoofdweg. Op deze manier wordt een geleidelijke overgang van de grote percelen aan de Hoofdweg naar de kleinere kavels in het hart van de hoven gecreëerd. De hoven vormen intieme, groene woonbuurtjes met een eigen karakter. Het landelijke karakter van de omgeving wordt versterkt door een aangename afwisseling van woningen met langs- en dwarskappen in een verspringende rooilijn. De woningen zijn qua vorm geïnspireerd op de Groningse boerderij, die als typisch kenmerk heeft dat het hoofdgebouw, inclusief alle op-, aan-, en uitbouwen onder één dak worden gerealiseerd. - K a v e l s l a n g s d e e r v e n : Dit gebied ligt op de grens van twee werelden; die van het oude lint van de Hoofdweg en die van het nieuwe woongebied van Meeroevers. De situering tussen Kavels aan de hoven en de Kwelvaart zorgt voor een aangename groene en landelijke setting. Aan de achterzijde sluiten de nieuwbouwkavels aan op de Kwelvaart. De Kwelvaart is van belang voor de waterhuishouding van Meeroevers en is een belangrijke ecologische verbinding tussen de verschillende groene radialen die Meeroevers doorkruizen. De oevers van de Kwelvaart worden diervriendelijk ingericht en beplant met riet dat voor een natuurlijke scheiding tussen de achtertuinen en de Kwelvaart zorgt. De kavels in dit woongebied variëren in grootte van circa 400 tot 1.500 m². Hierop worden vrijstaande woningen en halfvrijstaande woningen gebouwd. De woningen verspringen ten opzichte van elkaar, maar hebben een gelijke hoofdvorm met een zadeldak. Voor een nadere omschrijving van deze deelgebieden en detailleringen wat betreft de inrichting van de kavels en vormgeving/materialisatie van de woningen wordt verwezen naar het beeldkwaliteitsplan. In het navolgende wordt nog wel afzonderlijk op de landschappelijke dragers van het (omliggende) gebied en op het thema duurzaamheid ingegaan. 20 vlek 14-22 januari 2013

K a v e l s l a n g s d e e r v e n ( B r o n : b e e l d k w a l i t e i t s p l a n ) L a n d s c h a p p e l i j k e d r a g e r s De Hoofdweg is een bestaand landschappelijk lint met een afwisseling van erven, weilanden en beboste kavels. De Hoofdweg vormt de landschappelijke drager van Meeroevers. Het Woldmeer, de blauwe kern van Meerstad, wordt als nieuwe landschappelijke drager aan het landschap toegevoegd. Op basis van het bestemmingsplan Meerstad-Midden wordt tussen de dragers Hoofdweg en Woldmeer het deelgebied Meeroevers gefaseerd ontwikkeld. In het navolgende wordt eerst op de (nieuwe) bebouwing langs de Hoofdweg ingegaan. Ter plekke van deelgebied Meeroevers kenmerkt het bebouwingslint van de Hoofdweg zich door een grote afwisseling in open en gesloten percelen. Kleine vrijstaande woningen staan over het algemeen vlak aan de weg. Samen met de dichte erfbeplanting vormen deze kavels kleine, gesloten, groene kamers. Het contrast tussen deze kavels en de naastgelegen open weiden, waarbij soms boerderijen een eind van de Hoofdweg af staan, is bijzonder groot. Kleine vlek 14-22 januari 2013 21

gesloten groene kamers worden langs de Hoofdweg dus afgewisseld met grote, open, groene kamers en vergezichten over de weilanden. O n t w i k k e l i n g B e b o u w i n g s l i n t l a n g s d e H o o f d w e g In de planontwikkeling voor Meeroevers wordt de ruimtelijke kwaliteit van deze afwisseling onderkend en gerespecteerd en waar nodig versterkt. Nieuwe bebouwing en groen voegen zich naar het bestaande op twee manieren: 1. Grote afwisseling tussen gesloten groene kamers, open groene kamers en doorzichten In de planontwikkeling voor Meeroevers worden de huidige contrasten versterkt. Nieuwe bomen en struikhagen zullen de verschillende landschappelijke kamers duidelijker definiëren. Doorzichten naar het ach- 22 vlek 14-22 januari 2013

tergelegen Woldmeer worden begeleid door boomrijen en wegen en paden. 2. Verspreid staande solitaire bebouwing van verschillende korrelgrootte De differentie aan korrelgrootte en rooilijnen van de bestaande bebouwing wordt gehandhaafd en versterkt door op enkele plaatsen nieuwe solitaire bebouwing toe te voegen aan het lint. Respecteren betekent het handhaven van de bestaande, verspreid staande, solitaire bebouwing en de bestaande afwisseling tussen open en gesloten groene ruimten. Versterken van deze variatie betekent voornamelijk het toevoegen van groenstructuren die de open, groene ruimten duidelijker definiëren. Op enkele plaatsen kan nieuwe bebouwing worden toegevoegd. Deze moet solitair zijn met voldoende variatie in voorgevelrooilijnen en korrelgrootte. D u u r z a a m h e i d De zogenaamde Groninger Woonkwaliteit vormt het uitgangspunt voor woningbouw in het plangebied. Op basis van een (in 2008 geactualiseerde) intentieovereenkomst worden afspraken gemaakt over de thema s duurzaamheid, levensloopbestendigheid en toegankelijkheid, veiligheid en gezondheid. De woningen in het plangebied worden uitgerust met een individuele warmtepomp. De woningen krijgen geen gasaansluiting. Dit betekent dat voor verwarming en dergelijke alternatieve energiebronnen moeten worden aangesproken. Alle woningen zijn voldoende op de zon gericht om gebruik te kunnen maken van passieve en actieve zonne-energie. Een belangrijk ontwerpuitgangspunt van Meeroevers is de dooradering van de natuur op verschillende schaalniveaus. Het gaat hierbij om het creëren van goede leefomstandigheden en verbindingen voor planten en dieren, maar ook om het beleefbaar maken van de natuur voor de bewoners, van natuur rond het huis tot grote aaneengesloten natuurgebieden. In en om de woning zijn veel mogelijkheden om goede leefomstandigheden voor planten en dieren te creëren. Daarbij valt te denken aan gevelbeplanting, nestkasten en vogelhuisjes, kruidentuintjes, begroeide schuurtjes en gevelstenen met nestmogelijkheden voor vogels en vleermuizen. vlek 14-22 januari 2013 23

C o n c e p t - s t e d e n b o u w k u n d i g o n t w e r p M e e r o e v e rs 3.2 J u r i d i s c h k a d e r e n v o r m g e v i n g BEELDKWALITEITSPLAN Het beeldkwaliteitsplan (zie vorige paragraaf) geeft een volledige visie op de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit in het plangebied alsmede van de eisen die in de toekomst worden gesteld aan het welstandstoezicht. Voor zover het beeldkwaliteitsplan betrekking heeft op een goede ruimtelijke ordening is dit vertaald in dit uitwerkingsplan. Harde normen uit het beeldkwaliteitsplan (zoals bouwhoogten en goothoogten of de plaats van bepaalde gebouwen) zijn als bouwregels opgenomen. Als de norm afhankelijk is van de toekomstige situe- 24 vlek 14-22 januari 2013

ring of om nadere afweging vraagt, kan deze via een nadere eisen-regeling of via het binnenplans afwijken met een omgevingsvergunning 4 worden afgewogen. Dit plan is, zoals aangegeven, de derde uitwerking van een deel van deelgebied 3 van het bestemmingsplan Meerstad-Midden (moederplan). De uitwerking geldt voor de bestemming Woongebied (uit te werken) die in artikel 4 van het bestemmingsplan Meerstad-Midden is opgenomen. In dit gebied is naast de bestemming Woongebied een dubbelbestemming van toepassing. Het gaat om de bestemming Hinderzone. Deze dubbelbestemming wordt overgenomen in dit uitwerkingsplan (en vervalt daardoor in het Moederplan). De onder artikel 20.6 van het moederplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt bij de uitwerking derhalve verwerkt. Om te voorkomen dat dubbele zones ontstaan, voorziet het moederplan in de mogelijkheid middels wijziging de betreffende delen van de dubbelbestemmingen uit het moederplan te schrappen. In artikel 14 van dit plan wordt hieraan uitvoering gegeven. Dat maakt dit plan tot een gecombineerd uitwerkings- en wijzigingsplan. JURIDISCHE OPZET De juridische opzet van dit plan vertoont veel gelijkenis met het uitwerkingsplan voor de eerdere fasen van Meeroevers. Dat is logisch omdat de stedenbouwkundige opzet en de beeldkwaliteitsvisie voortborduren op de eerdere fasen van Meeroevers. Het bestemmingsplan Meerstad-Midden is voor de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro, 1 juli 2008), ter visie gelegd (en vastgesteld). Dat betekent dat dit plan volgens de oude eisen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) tot stand is gekomen. Dit uitwerkingsplan komt onder de nieuwe Wro tot stand. Dit heeft gevolgen voor de terminologie en de procedures. Zo wordt in het moederplan bijvoorbeeld gesproken over artikel 11 WRO. Dit is in de nieuwe Wro vervangen door artikel 3.6 Wro. Ook zijn diverse termen als vrijstelling en voorschriften in de Wro vervangen door respectievelijk ontheffing en regels. Tot 1 juli 2009 gold de oude WRO nog steeds voor uitwerkings- en wijzigingsplannen 5, maar na deze datum zijn de eisen van de nieuwe Wro van toepassing. Dit geldt niet voor de nieuwe standaardiserings- en digitaliseringseisen die sinds 1 januari 2010 van kracht zijn geworden (zie artikel 8.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening). Er is wel geprobeerd om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de nieuwe standaard, maar dat lukt niet volledig doordat de betreffende dubbelbestemmingen niet bestaan in de nieuwe standaard. NIEUWE WRO 4 Artikel 2.11, sub c juncto 2.12 lid 1, sub a onder 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). 5 Voorzover in dit plan over uitwerkingsplan wordt gesproken, wordt de combinatie uitwerking-/wijzigingsplan bedoeld. vlek 14-22 januari 2013 25

WABO Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. De Wabo heeft ook weer een nieuwe terminologie geïntroduceerd. Deze is in dit plan opgenomen. In de Wabo staat de omgevingsvergunning centraal. In de omgevingsvergunning worden zeer veel toestemmingen uit het omgevingsrecht geïntegreerd, waaronder de voormalige bouwvergunning en afwijking van het bestemmingsplan (voorheen ontheffing en daarvoor vrijstelling genaamd), maar ook de kapvergunning en sloopvergunning. Kort gezegd komt het er op neer dat nu met één procedure al die toestemmingen kunnen worden verkregen. De proceduretijd kan daarmee behoorlijk worden verkort. De inhoud van de toestemmingen en de voorwaarden die daarvoor golden veranderen echter niet. Het bestemmingsplan, in dit geval het uitwerkingsplan, is net als voorheen toetsingskader voor een te verlenen vergunning. ZELFSTANDIG LEESBAAR Dit uitwerkingsplan is zo opgesteld dat het zelfstandig leesbaar is. Dit betekent dat niet wordt verwezen naar de van toepassing zijnde voorschriften uit het moederplan, maar dat deze zijn overgenomen in de regels van dit plan. Het merendeel van de uitwerkingsregels heeft een vertaling gekregen in de verbeelding. Andere regels zijn wel uitgewerkt, maar zijn alleen indirect uit dit plan af te leiden, omdat zij betrekking hebben op een minimum- of maximumpercentage, op aantallen of op de uitvoering die na vaststelling zal plaatsvinden. Tot slot zijn er uitwerkingsregels die niet in dit deelgebied van toepassing zijn, omdat bepaalde functies niet in dit gebied voorkomen. Bij het opstellen van dit plan is rekening gehouden met toekomstige uitwerkingen die nog moeten plaatsvinden, zodat ook in die plannen van uitwerking reële uitvoering kan worden gegeven aan de uitwerkingsregels van artikel 4 en volgende. De regels van het moederplan geven de vrijheid om binnen de deelgebieden verschillende uitwerkingen op te stellen. De Wro biedt bovendien de vrijheid om uitwerkingen bij te stellen of opnieuw vast te stellen bij gewijzigde inzichten. BEGRENZING In dit plan zijn de kavels opgenomen die op korte termijn in ontwikkeling worden genomen en waarvoor de beeldkwaliteitseisen voldoende zijn uitgewerkt, zodat op het beoogde kwaliteitsniveau kan worden gestuurd. Gebieden die nog niet op de nominatie staan om te worden uitgegeven of waarvoor nog te weinig zicht is op te stellen bouw- en gebruikseisen zijn buiten het plangebied gelaten. BESTEMMINGEN De bestemming Woongebied uit te werken uit het moederplan gaat uit van de hoofdfunctie wonen, maar geeft ook de mogelijkheid voor allerlei andere functies binnen het plangebied. Dit uitwerkingsplan heeft hoofdzakelijk betrekking op de functie wonen en daaraan ondergeschikte bedrijvigheid, groenvoorzieningen, water en verkeer. Er zijn zes hoofdbestemmingen opgenomen: Drie Groenbestemmingen, Verkeer, Wonen en Woongebied. Hierna wordt op elke bestemming afzonderlijk ingegaan. 26 vlek 14-22 januari 2013

De bestemmingen zijn net als de definities van artikel 1 in alfabetische volgorde opgenomen. G r o e n, G r o e n - 1 e n G r o e n - 2 In dit uitwerkingsplan zijn drie groenbestemmingen opgenomen. De bestemming Groen komt overeen met de openbare groenvoorzieningen waaronder het GIOS (zie paragraaf 3.1). De bestemming Groen - 1 betreft afschermend groen aan de achterzijde van woningen/tuinen. Dit gebied krijgt een groen karakter en zal naar alle waarschijnlijkheid niet openbaar toegankelijk zijn omdat het met de kavels wordt mee verkocht. Doelstelling van deze bestemming is een groene uitstraling te creëren aan de achterzijde van de bouwpercelen. Door de groenvoorzieningen met de bouwpercelen mee te verkopen, krijgen de eigenaren meer grond in eigendom. Daar staat tegenover dat de groenvoorzieningen worden onderhouden door die eigenaren. Deze gronden maken echter geen deel uit van het bouwperceel en op deze gronden mag dus ook niet (vergunningsvrij) worden gebouwd. De bestemming Groen - 2 heeft betrekking op de open groengebiedjes aan de Hoofdweg. Deze gebieden zouden eventueel als (open) tuinen kunnen worden ingericht, maar kunnen bijvoorbeeld ook als agrarische cultuurgrond (grasland, akker, weiden van vee) worden gebruikt. V e r k e e r De bestemming Verkeer is toegekend aan het doorlopende deel van Langs de Erven. De doodlopende delen van Langs de Erven zijn in de bestemming Woongebied opgenomen, al dan niet met een aanduiding ontsluiting om de globale ligging daarvan te markeren. Langs de Erven en de andere ontsluitingswegen zijn 30 km-wegen. In die zin hoeft geen rekening gehouden te worden met de Wet geluidhinder. Dat is anders voor de Hoofdweg die als 60 km-weg een geluidszone heeft. Hiervoor is een specifieke regeling opgenomen in de overige regels (13.3). Bij de opzet van dit plan is overigens in verband met een goede ruimtelijke ordening wel rekening gehouden met afstanden van woningen tot de as van de verschillende 30-km wegen. In paragraaf 4.1 is een nadere toelichting opgenomen ten aanzien van het wegverkeerslawaai. W o n e n Deze bestemming is gelegd op de bestaande bebouwing aan de Hoofdweg. De bestemming komt grotendeels overeen met bestemming Woondoeleinden uit het moederplan Meerstad-Midden maar heeft alleen een aan de nieuwe standaarden aangepaste naam gekregen. Aangezien indertijd niet duidelijk was wat er met het betreffende pand ging gebeuren is het meegenomen in de uit te werken bestemming Woongebied. Nu duidelijk is dat de bestaande bebouwing gehandhaafd kan worden of eventueel vervangen door een soortgelijke woonboerderij is er voor gekozen het pand te bestemmen met een eigen woonbestemming. vlek 14-22 januari 2013 27

W o o n g e b i e d De bestemming Woongebied is het gebied waar woningen, tuinen en erven, alsmede woonstraten, fiets- en wandelpaden, parkeerplaatsen en ondergeschikte groen- en watervoorzieningen kunnen worden gerealiseerd. De meeste regels van de bestemming Woongebied zijn afgestemd op het beeldkwaliteitsplan en behoeven daarom hier geen nadere toelichting. De bestemmingsregeling voor het totale gebied is globaal van opzet, met dien verstande dat de belangrijkste ruimtelijke uitgangspunten uit het beeldkwaliteitsplan vertaald zijn in de regels. Hieronder worden enkele belangrijke regels toegelicht. Omdat er nog kan worden geschoven met de exacte plaats van de woningen zijn in de verbeelding geen bouwvlakken en woningaantallen opgenomen. De ligging van de woningen is in de bouwregels gerelateerd aan de ligging van de toekomstige wegen en overige bestemmingen. Daarmee bestaat de vrijheid om in bepaalde gebieden, bijvoorbeeld vanwege een gewijzigde woningbehoefte, te schuiven met het aantal aaneen gebouwde, dan wel vrijstaande woningen. In het hele gebied zijn bij recht vrijstaande woningen toegestaan. In het middengebied zijn daarnaast ook twee-onder-een-kapwoningen toegestaan. Met een omgevingsvergunning kan hier na afweging in enkele gevallen van worden afgeweken. Lichte bedrijvigheid is op bepaalde plaatsen in combinatie met wonen mogelijk. Aan huis verbonden bedrijven (zie de definitie in artikel 1 voor de exacte omschrijving) zijn bij recht toegestaan. Andere bedrijven aan huis (zoals een kapper of een fietsenmaker) zijn niet rechtstreeks toegestaan. In verband met de mogelijkheid van meer aanloop en lawaai vragen dergelijke vormen van bedrijvigheid om een nader afwegingsmoment. De nadere eisenregeling in de bestemming Woongebied is bedoeld voor het aanpassen van bouwplannen ten behoeve van een goede afstemming op de omgeving of om variatie in het bebouwings- en/of straatbeeld te scheppen. De regeling dient ter aanvulling op de globale opzet. Het beeldkwaliteitsplan speelt bij dit alles een leidende rol. D u b b e l b e s t e m m i n g H i n d e r z o n e In het plangebied ligt een hinderzone, die is gesitueerd rondom de zuidelijk gelegen manege. Deze hinderzone is overgenomen in dit uitwerkingsplan. Dit is ook de reden dat de hinderzone uit het moederplan met een wijziging (zie artikel 14) is gehaald. De hinderzone heeft als consequentie dat in het achterste deel van een aantal tuinen geen hindergevoelige bebouwing mag worden geplaatst. Het betreft hier met name gebouwen waarbinnen gewoond wordt. O v e r i g e r e g e ls Het bestemmingsplan kent verder enkele aanvullende regelingen ten aanzien van welstand om duidelijk te maken binnen welke grenzen, ook vanuit artikel 11 Woningwet, eisen aan bouw- en goothoogten mogen worden gesteld. Verder zijn regels (anti-dubbeltelbepaling en overgangsrecht) opgenomen uit 28 vlek 14-22 januari 2013

het Besluit ruimtelijke ordening, die overigens nagenoeg overeenkomen met het moederplan. In de overige regels zijn ook de hogere grenswaarden met betrekking tot de Wet geluidhinder nader vorm gegeven, overeenkomstig de doelstellingen zoals die bij het moederplan het bijbehorende besluit hogere grenswaarden is bepaald. Dit is gebeurd door het vastleggen van een aanduiding Geluidzone-weg 48 db, waarbinnen bij een omgevingsvergunning voor de bouw van woningen een bepaalde geluidsisolatie moet worden gerealiseerd. In artikel 14 is conform uitwerkingsregel 4.3.9 onder a van het bestemmingsplan Meerstad-Midden geregeld dat de dubbelbestemmingen in het bestemmingsplan Meerstad-Midden vervallen voor het gebied van een uitwerking. vlek 14-22 januari 2013 29

4 T o e t s a a n w e t - e n r e g e l g e v i n g In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan milieueisen en andere ruimtelijk relevante wet- en regelgeving. De onderzoeken die hierna worden aangehaald, hebben ook betrekking op het overige Meeroevergebied. 4.1 W e t g e l u i d h i n d e r Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat als gevolg van het verkeer op de Hoofdweg er binnen een deel van het plangebied waar nieuwe woningen kunnen worden gebouwd een geluidsbelasting zal optreden van meer dan de voorkeursgrenswaarde van 48 db van de Wet geluidhinder. De geluidsbelasting op de nieuwe woningen zal niet boven de 53 db uitkomen. 6 Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Meerstad-Midden zijn hogere grenswaarden voor geluid vastgesteld. Zie hiervoor de Beschikking hogere grenswaarden geluid Meerstad-Midden d.d. 20-11-2007. Met deze beschikking is het toegestaan dat maximaal 329 woningen en andere geluidsgevoelige objecten binnen Meeroevers (deelgebied 3 genaamd) een geluidsbelasting mogen ontvangen van meer dan de voorkeurswaarde van 48 db. De maximaal toegestane geluidsbelasting is 53 db. Dit is als uitwerkingsvoorschrift opgenomen in het bestemmingsplan Meerstad-Midden. Bij de vaststelling van onderhavig uitwerkingsplan dient dit in acht te worden genomen. Het maximum aantal is vastgesteld onder de voorwaarde dat bij de uitwerking het aantal woningen met een geluidsbelasting hoger dan 48 db zoveel mogelijk wordt beperkt en een zo hoog mogelijke leefkwaliteit wordt nagestreefd. Met het akoestisch onderzoek en de doorwerking van de resultaten in dit uitwerkingsplan is hieraan uitvoering gegeven. Er zullen naar verwachting vijf woningen een geluidsbelasting ontvangen van maximaal 53 db (zie hiervoor de geluidscontour op de verbeelding). Hierdoor wordt er voldaan aan het uitwerkingsvoorschrift. Bij de bouw van de woningen kunnen er maatregelen genomen worden zoals gevelisolatie en oriëntatie van buitenruimtes aan een geluidsluwe kant. Hierdoor zal er sprake zijn van een acceptabel woon- en leefklimaat. De verkeersintensiteit en de snelheid op de erftoegangsweg in het plangebied is zodanig laag dat de geluidsbelasting hiervan op de nieuwe woningen niet boven de voorkeurswaarde van de Wet geluidhinder uitkomt. De geluidsbelasting op de gevel van het bestaande woonhuis voor de boerderij binnen het plangebied is maximaal 58 db. Op grond van artikel 76, lid 3 van de 6 Akoestisch onderzoek Uitwerkingsplan Meeroevers II/B vlek 14. WMA, 20 juli 2012. vlek 14-22 januari 2013 31

Wet geluidhinder gelden de geluidsnormen niet voor woningen die op het tijdstip van de vaststelling van een bestemmingsplan of van een wijzigings- of uitwerkingsplan aanwezig zijn langs een bestaande weg. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is er wel onderzoek naar gedaan zodat eigenaar bij eventuele verbouwplannen rekening kan houden met deze geluidsbelasting. 4.2 M E R Voor het plangebied is het Milieueffectrapport Meerstad Deelplan 1 (MER, juni 2007) van toepassing. De navolgende tekst is afgestemd op deze milieueffectrapportage, waarvoor een positief toetsingsadvies is afgegeven door de Commissie-m.e.r. 4.3 W e t m i l i e u b e h e e r Rondom het plangebied is een aantal bedrijven gevestigd die op grond van de Wet milieubeheer over een hinder- of veiligheidszone beschikken. Deze zones vallen buiten de grenzen van het plangebied met uitzondering van de hinderzone van Manege De Rigoletto. Deze zone is bij benadering - op navolgende afbeelding weergegeven (blauwe stippellijn). Aangezien de nieuwe woningen buiten deze zone zullen worden gebouwd en binnen de zone verder geen hindergevoelige bebouwing is toegestaan, is hier geen sprake van een conflictsituatie. 32 vlek 14-22 januari 2013

4.4 E x t e r n e v e i l i g h e i d Het plangebied valt niet binnen de invloedssfeer van inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid vallen. Ook is het plangebied buiten de effectafstand van aardgastransportleidingen gelegen (bron: Risicokaart Groningen). Om te bepalen of er sprake is van een aanvaardbaar risico wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen, kan gebruik worden gemaakt van de gegevens uit de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen. Hieruit blijkt dat binnen de provincie Groningen geen wegvakken voorkomen waar het risico de normen overschrijdt. 4.5 B o d e m Voor het onderdeel bodem zijn verschillende bronnen geraadpleegd. De resultaten hiervan zijn weergegeven op de Bodemkwaliteitskaart Meerstad-Midden 7. Hieruit is naar voren gekomen dat enkele locaties in Meeroevers zijn verontreinigd of als verdacht worden aangemerkt. De boerderij binnen het plange- 7 Bodemkwaliteitsplan Meerstad-Midden, 25 mei 2011, vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren op 27 september 2011 onder nr. 2011/2847. vlek 14-22 januari 2013 33

bied geldt als 'verontreinigd, mogelijk saneringplichtig'. Zoals aangeven in paragraaf 3.1 komt dit pand in aanmerking voor sloop en herbouw. In dat kader zal ook nader bodemonderzoek worden verricht. De omgevingsvergunningen voor het bouwen worden pas verleend als middels het onderzoek is aangetoond dat de bodem geschikt is (gemaakt) voor het gebruik voor woondoeleinden. Voor de overige gronden binnen het plangebied is geen (nader) bodemonderzoek nodig. B o d e m k w a l i t e i t s k a a r t ' v l e k 1 4 ' V e r d a c h t e l o c a t i e s b i n n e n e n r o n d h e t p l a n g e b i e d 34 vlek 14-22 januari 2013

4.6 L u c h t k w a l i t e i t De Wet milieubeheer geeft aan dat voor een ruimtelijk plan zorgvuldig moet worden gekeken naar de luchtkwaliteit en dat de normstelling, zoals deze is opgenomen in de Wet milieubeheer, in acht moet worden genomen. In dat kader zijn voor het project Meerstad twee onderzoeken gedaan naar de luchtkwaliteit. Het gaat om de volgende onderzoeken: a. Rapportage Luchtkwaliteit Meerstad. Luchttoets conform het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Wet milieubeheer (Grontmij, 11 april 2008). b. Rapportage Luchtkwaliteit Bestemmingsplan Meerstad: Luchttoets conform de Wet milieubeheer (5.2 Luchtkwaliteitseisen) (Grontmij, 14 mei 2008). Op grond van deze rapportages kunnen de volgende conclusies worden getrokken. a. Berekeningen hebben plaatsgevonden voor 2010 bij autonome ontwikkeling, 2010 inclusief planrealisatie, 2020 bij autonome ontwikkeling en 2020 inclusief planrealisatie. In geen van deze situaties is sprake van overschrijding van de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. Er is ten aanzien van het Besluit luchtkwaliteit 2005 dan ook geen knelpunt voor de bestemming. Aangezien in de Wet milieubeheer (5.2 Luchtkwaliteitseisen) de normen voor de verschillende stoffen onveranderd zijn overgenomen, zijn er ten aanzien van de Wet milieubeheer ook geen knelpunten voor de bestemming. b. Uit de berekeningen met Geostacks voor de verschillende varianten blijkt dat er in de toetsjaren geen overschrijdingen zullen optreden van de normen voor NO 2 en PM 10 zoals deze zijn vastgelegd in de Wet milieubeheer. De concentraties van de stoffen zwaveldioxide (SO 2 ), koolstofmonoxide (CO), stikstofoxiden (NO x ), lood en benzeen liggen in Nederland zo laag dat mag worden aangenomen dat aan de grenswaarden wordt voldaan. Ter onderbouwing van deze aanname is op het meest kritische punt nabij het Meerstadgebied een berekening uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er in de toetsjaren geen overschrijdingen zijn van de grenswaarden voor de overige stoffen uit de Wet milieubeheer. Uit het onderzoek naar de invloed van Meerstad op de luchtkwaliteit in de wijdere omtrek, blijkt dat er op die wegen waar een significante bijdrage is van het verkeer uit Meerstad, geen overschrijdingen zijn van de luchtkwaliteitseisen zoals opgenomen in de Wet milieubeheer. vlek 14-22 januari 2013 35

4.7 E c o l o g i e Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet (Ffw). Onderzoek door Buro Bakker 8 heeft uitgewezen dat binnen het plangebied beschermde flora en fauna aanwezig is. LICHT BESCHERMDE ZOOGDIEREN In het plangebied komen een groot aantal licht beschermde zoogdieren (tabel 1, Flora- en faunawet) voor. Het gaat om muizen, marterachtigen, egel, haas, konijn, vos en ree. Hiervoor geldt geen ontheffingsplicht. VLEERMUIZEN De strikt beschermde (tabel 3, Flora- en faunawet) gewone dwergvleermuis, grootoorvleermuis en laatvlieger hebben verblijfplaatsen rond het plangebied. De bebouwing waarin deze vleermuizen hun verblijfplaatsen hebben, blijft behouden. Ook het merendeel van de vliegroutes, die grotendeels samenvallen met de bestaande wegenstructuur, wordt niet aangetast. Slechts een gedeelte van een vliegroute zal verdwijnen, maar hiervoor is geen compensatie nodig, omdat het een zeer marginale vliegroute betreft. In de toekomst zullen voldoende nieuwe jachtgebieden en vliegroutes binnen het openbaar gebied en de woongebieden ontstaan. VOGELS/STEENMARTER Er is een aantal verblijfplaatsen van vogels rond het plangebied aanwezig die jaarrond worden benut, zoals die van de soorten steenuil en kerkuil. Er is ontheffing verkregen voor het slopen van de bebouwing aan de Hoofdweg 179 met het oog op de aanwezigheid van kerkuil en steenmarter. Ter compensatie hiervan zijn enkele nestkasten in de omgeving geplaatst. In het woonhuis van Hoofdweg 183 bevindt zich een verblijfplaats van steenuil. Deze woning blijft behouden. Hoofdweg 179 en 183 vallen buiten het plangebied. FAUNAPASSAGES De berekende verkeersintensiteiten enerzijds en de verwachte migratiebehoefte van fauna anderzijds, geven geen aanleiding om binnen het plangebied faunapassages aan te leggen. Wel wordt gedacht aan kleinere voorzieningen ter plaatse van de grotere kruisingen, bijvoorbeeld in de vorm van een sleuf in het wegdek met een afdekrooster, dan wel betonnen legger. INHEEMSE SOORTEN EN MICRORELIËF Binnen het GIOS zullen zoveel mogelijk inheemse boomsoorten worden gebruikt. Het gaat dan met name om soorten als es, eik, berk en els. De plaatselijke toepassing van deze soorten is afhankelijk van het natuurlijk substraat en de bodem. Het GIOS krijgt een natuurlijk karakter. Het microreliëf dat wordt aangebracht, komt de soortenrijkdom ten goede. 8 Ecologisch onderzoek naar beschermde flora en fauna Meerstad 2010. Buro Bakker, mei 2011. 36 vlek 14-22 januari 2013

4.8 A r c h e o l o g i e Archeologische (verwachtings)waarden dienen op grond van de Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen is door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd 9. Dit heeft geleid tot een archeologische kwaliteitskaart waarop is aangegeven waar archeologische resten kunnen worden verwacht en welke kwaliteit deze mogelijk zullen hebben. Ten behoeve van het bestemmingsplan Meerstad-Midden is door ARC in drie fases een Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn door de betrokken gemeenten, de provincie en de voormalige Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) beoordeeld. Dit heeft er toe geleid dat de gebieden met een hoge archeologische (verwachtings)waarde op de verbeelding van het bestemmingsplan zijn overgenomen. Het plangebied is nader onderzocht door middel van een verkennend megabooronderzoek 10, teneinde eventuele waarden en de omvang daarvan vast te stellen. De resultaten van dit onderzoek zijn door de betrokken gemeenten, de provincie en de voormalige RACM beoordeeld. Dit heeft geleid tot een kaart waarop gebieden zijn aangegeven waar nader proefsleuvenonderzoek is aanbevolen. De resultaten van deze onderzoeken 11 zijn opgenomen in het selectiebesluit van 4 november 2008. Op dit punt wordt ook verwezen naar de inmiddels verleende vrijstelling voor het bouwrijp maken van het plangebied (zie inleiding). Uit het selectiebesluit kan worden opgemaakt dat eventuele archeologische waarden buiten het plangebied zijn gelegen. Zoals aangegeven in de inleiding, is voor het plangebied een vrijstellingsprocedure gevoerd om met het bouwrijp maken te kunnen beginnen. In dat kader wordt er al gewerkt in het betreffende gebied onder de voorwaarden van het selectiebesluit. Dit betekent dat er in het kader van dit uitwerkingsplan geen nadere regels (aanlegvergunningstelsel) of andere eisen hoeven te worden gesteld. 9 Plangebied Meerstad. Gemeenten Groningen en Slochteren. Inventariserend cultuurhistorisch onderzoek. RAAP, januari 2002. 10 Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van megaboringen in Deelplan 1 van het projectgebied Meerstad te Harkstede, gemeente Slochteren (Gr). ARC 2007-60, 22 november 2007. 11 - Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad fase 1, deelgebied B te Harkstede gemeente Slochteren (Gr.), ARC- Rapporten 2008-132, 16 oktober 2008. - Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad te Ruischerbrug, gemeente Slochteren (Gr.) fase 1, ARC-Publicaties 194, Groningen 2008. vlek 14-22 januari 2013 37

4.9 W a t e r De waterhuishoudkundige aspecten van het plangebied zijn op hoofdlijnen reeds geregeld in de verleende vrijstelling voor het bouwrijp maken (zie inleiding). Op basis daarvan wordt de hoofdwaterinfrastructuur voor heel Meeroevers aangelegd. Voor het plangebied, de eerste fase van de verdere inrichting van Meeroevers, is de waterstructuur verder gedefinieerd en uitgewerkt. Deze zal bij de exacte verkaveling nog verder vorm krijgen. OVERLEG Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen en het bestemmingsplan Meerstad-Midden heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met het Waterschap Hunze en Aa's over de (toekomstige) waterhuishoudkundige situatie binnen het plangebied. Deze paragraaf vat de belangrijkste afspraken samen. Voor een uitgebreide beschrijving van het (toekomstige) watersysteem wordt verwezen naar de bijlagen waarin de 'waterparagraaf' uit het bestemmingsplan Meerstad- Midden integraal is overgenomen. De technische details van het watersysteem zijn te lezen in het separaat te raadplegen Milieueffectrapport Meerstad Deelplan 1 (MER, juni 2007). WATERSTRUCTUURVISIE Vooruitlopend op het bestemmingsplan Meerstad-Midden is een waterstructuurvisie 12 opgesteld, welke is overgenomen in het MER. De Commissie m.e.r. heeft hierbij enkele kanttekeningen geplaatst, waarna de verwachte interne en externe fosfaatbelastingnormen zijn bijgesteld. Ook is afgesproken dat het zogenaamde 'PCLake' metamodel (voor zover mogelijk en beschikbaar) als extra toetsingsinstrument zal worden ingezet. In de waterstructuurvisie is een 'ontwikkelvariant' opgenomen. Deze geldt als uitgangspunt voor het watersysteem binnen Meeroevers. Daarmee is Meeroevers een kleinere versie van het uiteindelijke watersysteem voor het gehele Meerstadgebied. Alle onderdelen van het totale systeem zijn aanwezig: Woldmeer (met een 100% zandbodem), kwelvaart, natuurlijke zuivering door een bezinkbekken en moeraszone en recirculatie via kwaliteitsduikers. Het gebied is qua grondbalans, watersysteem en waterbeheer als een opzichzelfstaand plan te realiseren, maar zal later worden ingepast in het grotere geheel van Meerstad. Er wordt een heldere waterkwaliteit nagestreefd met zo weinig mogelijk bacteriologische verontreiniging. Het meer wordt aangelegd met een waterdiepte van circa 1,70 m ten opzichte van winterpeil, met een resulterende vaardiepte van circa 1,10 m. WATERONTHEFFING Voor aanpassingen in het watersysteem is een watervergunning van het Waterschap Hunze en Aa's nodig. Deze zal worden aangevraagd; overleg met het waterschap hierover is gaande. 12 Waterstructuurvisie Meerstad. Royal Haskoning, januari 2005. 38 vlek 14-22 januari 2013

5 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d De gebiedsontwikkeling in het plangebied Meerstad vindt plaats in een aantal deelgebieden met een eigen exploitatie. Het plangebied van deze uitwerking ligt in het exploitatiegebied Meerstad-Midden. De gebiedsontwikkeling van Meerstad-Midden wordt uitgevoerd door de Grondexploitatiemaatschapppij Meerstad B.V. (GEMM). De gemeente Groningen is sinds maart 2012 enig aandeelhouder geworden van de GEMM. De gemeente Groningen is daarmee verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de uitvoering van de grondexploitatie binnen het exploitatiegebied van Meerstad-Midden. Het exploitatiegebied Meerstad-Midden is grotendeels gelegen in de gemeente Slochteren. De gemeente Slochteren is als publiekrechtelijke organisatie verantwoordelijk voor de realisatie van publieke voorzieningen en voert tevens het beheer over de openbare ruimte. Ook is de gemeente Slochteren bevoegd gezag voor onder meer vergunningverlening en de vaststelling van bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen. De GEMM heeft de grondexploitatie voor het deelplan Meerstad-Midden voor het laatst in december 2011 herzien. De gemeenteraad van Groningen heeft deze begroting in haar vergadering van 25 januari 2012 vastgesteld. Deelgebied Meeroevers is onderdeel van de grondexploitatie Meerstad-Midden. In Meeroevers II/b vlek 14 worden circa 30 woningen gerealiseerd. De benodigde gronden zijn in eigendom van de GEMM. vlek 14-22 januari 2013 39