KRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht

Vergelijkbare documenten
Hoe ver moet de waterkwaliteit verbeteren om de ecologische KRWdoelen te kunnen halen?

Zoektocht naar stuurknoppen om de ecologische toestand van beken te verbeteren

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Data Science bij Waterschap De Dommel

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is.

Regionale Implementatie KRW

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren?

Waterkwaliteit en ecologie in juni 2016

Workshop KRW Maatlatten

Vermesting van regionaal water,

Ecologische Indexen Macrofauna

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Ecologische sleutelfactoren vormen een goede kapstok voor watersysteemanalyses in het Maasstroomgebied

Vermesting in meren en plassen

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

Ecologische kennisregels rijkswateren KRW-Verkenner. Mijke van Oorschot, Gertjan Geerling, Gerben van Geest, Joost van den Roovaart, Tom Buijse

Vermesting in meren en plassen,

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015

Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand. Gert van Ee 15 februari 2017

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

Waterplanten en macrofauna profiteren van KRW-maatregelen

Bijlage 2: Waterkwaliteit Kromme Rijn (DM hoort bij bestuursvoorstel DM )

Visstand meren (M14/M27) en de KRW

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Vermesting in meren en plassen,

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009

Handleiding doelafleiding en maatlatten overige wateren. IPO / UvW STOWA. Niels Evers, met medewerking van Reinier van Nispen 12 april 2012

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij)

Wat als we geen afvoer uit Vlaanderen hadden gehad

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Succesfactoren en leerervaringen van beekherstel uit de praktijk

Vermesting in meren en plassen,

Orde in de digitale dossierkast leidt tot meer begrip van aquatische ecosystemen

Algemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009

Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water. Planperiode Waterschap Noorderzijlvest

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta

KRW-verkenner in gebruik

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,

Handleiding doelafleiding overige wateren

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Jaarverslag Water 2015

Aanpassing KRW Maatlatten

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL43_10 Fliert

Vermesting zoet oppervlaktewater,

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen

Diatomeeën als indicator voor waterkwaliteit nabij rwzi s?

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

Maatlatten voor de Maas-regio

Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA )

Hydrobiologische Monitoring

Meetrapport Peelkanalen 2009, t.b.v. KRW-monitoring

Evaluatie, monitoring en meetnet. 1. Inleiding. 2. Evaluatiesysteem. 3. Monitoringsplan

Factsheet: NL07_0026_1

Illlllllllllllllllllll

Realistische ecologische doelen voor macrofauna in Noord-Brabantse beken

Temperatuur oppervlaktewater,

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Bezoek Hoogheemraadschap van Delfland aan Waterpark Groote Beerze, 17 oktober Oscar van Zanten, okt. 2014

Strategie Beheer en beekdalontwikkelplannen BOP 2015 Jacco de Hoog

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Aanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Extra WKC bericht. Situatie: Aanhoudende droogte. Datum:

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Ecologische Instrumenten voor de KRW. Overzicht

De doelen voor overig water in Flevoland

PROTOCOL TOETSEN EN BEOORDELEN VOOR DE OPERATIONELE MONITORING EN TOESTAND- EN TRENDMONITORING

Temperatuur oppervlaktewater,

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Toestand en trend MNLSO- en KRW-meetlocaties. Janneke Klein Joachim Rozemeijer, Nanette van Duijnhoven, Sibren Loos, Joost van den Roovaart

Monitoring aquatische biodiversiteit met DNA barcoding veelbelovend

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

Oeverinrichting Peildynamiek. Onderhoud

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Transcriptie:

KRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht Niels Evers, Luuk van Gerven (Royal HaskoningDHV), Ineke Barten, Mark Scheepens (Waterschap De Dommel) Om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van de KRW-doelen voor 2027, is de ecologische toestand van de beken in het beheergebied van waterschap De Dommel geanalyseerd op s. Voor 22 procent van de meetlocaties is over de periode 2003-2015 sprake van een significante verbetering. Deze verbetering komt vooral door meer kenmerkende en positieve macrofaunasoorten. Dit geeft aan dat maatregelen als beekherstel en verbetering van de waterkwaliteit bijdragen aan het behalen van de KRW-doelen. Op steeds meer plekken komen de doelen daarmee langzaam in zicht. Er zijn echter nog veel aanvullende maatregelen nodig. Waterschappen staan voor de uitdaging om in 2027 te voldoen aan de waterkwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Op dit moment zijn er nog vrijwel geen waterlichamen in Nederland die aan alle KRW-doelen voldoen [1]. In veel waterlichamen gaat het gelukkig wel de goede kant op en zorgen genomen maatregelen ervoor dat de chemische en biologische waterkwaliteit verbeteren. Zo is in veel beeksystemen de kwaliteit sinds de jaren negentig verbeterd [2], onder andere door inrichtingsmaatregelen (vooral beekherstel), maatregelen in de waterketen (verbeteringen op RWZI s, vermindering van overstorten) en het extensiveren van beheer en onderhoud (maaien en baggeren). Vaak is nog onduidelijk hoeveel extra inspanning nodig is om de KRW-doelen in 2027 te halen en welke inspanningen het meest kosteneffectief zijn. In dit drieluik van artikelen presenteren we een methodiek die verduidelijking geeft. Deze methodiek wordt toegepast op de beeksystemen van waterschap de Dommel (uitgebreid beschreven in [3]). De bijbehorende analyse richt zich op macrofauna, omdat macrofauna het meest indicatief is bevonden voor de ecologische toestand van beken. Dit eerste artikel gaat in op de probleemgrootte: verbetert de ecologische toestand, en zo ja, hoe snel en is deze voldoende om de KRW-doelen in 2027 te halen? Het tweede artikel behandelt de probleemoorzaak: welk stuurvariabelen (zoals inrichting, beheer en waterkwaliteit) hebben de meeste invloed op de ecologische toestand? We leggen de vinger op de zere plek om zo in te kunnen schatten welke aanvullende maatregelen het meest kansrijk (en kosteneffectief) zijn om de KRW-doelen te halen. Het derde artikel gaat over de probleemaanpak voor de waterkwaliteit: welke waterkwaliteit is bijvoorbeeld nodig om de ecologische doelen te halen en hoe kun je deze waterkwaliteit realiseren? Dit eerste artikel van het drieluik onderzoekt s voor macrofauna in de beken van waterschap De Dommel in de periode 2003-2015. Zo wordt inzichtelijk of de (KRW-)maatregelen van de laatste 10 tot 15 jaar de ecologie daadwerkelijk hebben verbeterd. Niet alleen voor beeksystemen, maar ook voor stilstaande wateren is macrofauna geanalyseerd op s. Tevens is een analyse uitgevoerd voor macrofyten, in zowel stilstaande als stromende wateren. Deze analyses zijn, gezien de omvang, niet opgenomen in dit artikel. Voor de resultaten verwijzen we naar [3]. 1

Methode en gegevens In het beheergebied van waterschap De Dommel liggen 140 meetlocaties waar de laatste 15 jaar volgens gestandaardiseerde KRW-systematiek macrofauna is bemonsterd. Van deze locaties zijn over het algemeen macrofaunagegevens beschikbaar van 2009 tot en met 2015, met voor een deel van de locaties ontbrekende jaren (door een roulerend meetnet). Een deel van de meetlocaties bevat ook bruikbare gegevens vanaf ongeveer 2003. Andere meetlocaties zijn juist recent toegevoegd en hebben nog slechts één of twee meetjaren. Gegevens van macrofaunabemonsteringen vóór 2003 zijn niet gebruikt omdat voor deze periode niet volgens de KRW-methodiek bemonsterd en gedetermineerd is. Zo zijn voor 2003 mijten bijvoorbeeld niet tot op soort gedetermineerd en is ook de monsterlengte niet gestandaardiseerd. Vanaf 2003 is dit wel gebeurd en dit is noodzakelijk om de KRW-methodiek uit te voeren. In de KRW-methodiek wordt de macrofaunatoestand vertaald naar een EKR-waarde (Ecologische Kwaliteitsratio) op de macrofaunamaatlat (zie kader 1 voor meer informatie). De volgende analyses zijn uitgevoerd: De beschikbare macrofaunamonsters uit de periode 2003 tot en met 2015 zijn getoetst met het programma QBWat (versie 5.33). Hieruit volgen de EKR s voor macrofauna en de onderliggende deelmaatlatscores die inzicht geven in de aanwezigheid van verschillende indicerende macrofauna soortengroepen. De uitkomsten (EKR s en deelmaatlatten) zijn vervolgens voor alle 140 meetpunten gevisualiseerd met figuren, door hun tijdverloop te plotten met een tool in het programma R (versie 3.3.1 [4]). Deze tool is ontsloten via een gebruiksvriendelijke app. Om een statistisch onderbouwd beeld te krijgen van de s per locatie zijn de EKR s en deelmaatlatten met het programma Trendanalist [5] getoetst op s. Daarbij zijn alleen de meetpunten meegenomen met minimaal zes meetjaren. Dit kwam neer op 54 meetpunten voor de macrofauna. KRW-maatlat macrofauna in beken (R4, R5 en R6) Als maat voor de biologische toestand is in dit onderzoek gebruik gemaakt van de KRW-maatlat voor macrofauna [6]. De EKR (Ecologische Kwaliteitsratio) is de uitkomst uit de maatlat tussen 0 (slecht) en 1 (zeer goed/referentie). De doelstelling voor de meeste beken van Waterschap De Dommel is 0.6. De macrofaunamaatlat staat vooral in de beken bekend om de goede relatie met stuurvariabelen als stroomsnelheid, zuurstof en substraat. De maatlat is opgebouwd uit drie soortengroepen: Dominant negatieve soorten (DN), Dominant positieve soorten (DP) en Kenmerkende soorten (KM). Deze zijn in een formule omgezet naar drie parameters: relatieve abundantie DN, relatieve abundantie DP+KM en percentage soorten KM. Deze parameters kunnen ook afzonderlijk bestudeerd worden om inzicht in veranderingen te krijgen en zijn zeer geschikt om ook diagnostische informatie uit de macrofaunamonsters te verkrijgen (hoe functioneert het ecosysteem?). 2

Dominant negatieve soorten kunnen in groten getale voorkomen bij een slechte waterkwaliteit en/of veel (zuurstofarm)slib. Voorbeelden zijn soorten uit de muggengroep (Chironomidae), wormen (Tubificidae) en de zoetwaterpissebed (Asellus aquaticus). Positief dominante soorten kunnen ook in grote aantallen voorkomen, maar dan bij een goede waterkwaliteit en veel stroming. Een belangrijk soortgroep hieruit vormen de vlokreeften (Gammarus sp.). De kenmerkende soorten komen eveneens voor bij een goede waterkwaliteit, veel stroming en veel variatie in substraat. Het grote verschil met de positief dominante soorten is dat kenmerkende soorten meestal in (veel) kleinere aantallen voorkomen. De kenmerkende soorten werken het sterkst door in de eindscore (EKR) van de maatlatten voor beken. Vooral in de laagste twee klassen bepalen de dominant negatieve soorten de EKR. De positief dominante soorten komen bij een hogere EKR steeds meer voor. Vooral omdat deze soorten niet alleen in de maatlatformule de werking van de negatieve soorten onderdrukken (meer positieve is automatisch relatief minder negatieve soorten), maar ook daadwerkelijk in de natuur omdat bijvoorbeeld de positieve vlokreeften de negatieve muggenlarven en wormen eten. Parameters en deelmaatlatten Officieel spreken we alleen van deelmaatlatten als deze EKR s opleveren als uitkomst. Bij macrofauna is dat eigenlijk niet zo omdat de parameters daar in percentages of aantallen zijn gekwantificeerd. Om verwarring met de abiotische parameters te voorkomen, is in dit artikel toch de term deelmaatlat gehanteerd. Resultaten en discussie Tabel 1 geeft een overzicht van de met Trendanalist berekende macrofaunas op de 54 locaties met een voldoende lange meetreeks. Voor de meetpunten met een significante is een matrix gemaakt waarin te zien is voor welke deelmaatlat(ten) de significant is (tabel 2). Van deze locaties laat circa 22 procent een positieve zien voor de EKR van macrofauna. Omdat er op EKR-niveau geen significante negatieve s zijn aangetoond, valt hieruit te concluderen dat de macrofaunakwaliteit langzaam verbetert, maar in een groot deel van het beheergebied nog gelijk blijft. Ook de deelmaatlatten laten op een deel van de meetpunten positieve s zien: 21% voor het aandeel kenmerkende (KM), 24% voor de dominant positieve plus kenmerkende (DP+KM) en 13% voor de dominant negatieve taxa (DN). Op het niveau van deze deelmaatlatten zijn er wel twee (ecologisch) negatieve s aangetroffen bij de deelmaatlatten voor de dominant positieve plus kenmerkende taxa (DP+KM). De verbeteringen bij diverse beken zijn ook waarneembaar in het terugkeren van specifieke soorten. De beekrombout is hier een mooi voorbeeld van (zie kader 2). 3

Tabel 1. Resultaten analist van macrofauna in de periode 2003-2015 met het aantal meetpunten met wel of geen (Trendanalist). De kleur geeft aan of de ecologisch positief (groen) of negatief (rood is). *3 s waren niet toetsbaar Deelmaatlatten Geen Richting Kleine Matige Grote Zeer grote Percentage met Macrofauna EKR 44 Positief 7 3 22% Negatief 0% Kenmerk_ taxa_perc* 42 Positief 1 2 6 21% Negatief 0% Pos_ken_ abund 42 Positief 1 4 5 24% Negatief 1 1 5% Negatief_ abund 48 Positief 0% Negatief 3 3 13% Tabel 2. De significante s in macrofauna-ekr en deelmaatlatten per meetpunt (meetpunten zonder significante s staan hier dus niet bij) Meetpunt met Waterloop Trend deelmaatlat Negatief_abund 250031 BEEKLOOP groot Trend deelmaatlat Kenmerk_taxa_perc 251018 BENEDEN DOMMEL groot Trend deelmaatlat Pos_ken_abund 251019 BENEDEN DOMMEL klein groot groot klein 251016 BOVEN DOMMEL matig 251101 BUULDER AA klein matig 250092 ESSCHE STROOM matig 250061 GENDER zeer groot 250036 KEERSOP groot klein klein 251030 KLEINE DOMMEL matig 250047 KLEINE DOMMEL matig 250117 NIEUWE LEIJ matig groot groot matig 250102 REUSEL groot matig 250035 RUN klein groot klein 251102 STERKSELSCHE AA groot matig 250044 STERKSELSCHE AA klein klein 250018 TONGELREEP matig matig matig klein 250014 TONGELREEP matig matig klein Trend macrofauna EKR 4

Beekrombout: een succesverhaal De libel de Beekrombout is een van de doelsoorten voor gezonde beken die geprofiteerd hebben van zowel de verbetering van de waterkwaliteit als een natuurlijker beheer en inrichting van de beken. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was er nog maar één populatie in Nederland, in de Beerze bij de Smalbroeken (Kampina, Brabant). De afgelopen 10 jaar heeft de Beekrombout zijn leefgebied weer uitgebreid met populaties in onder andere de Dommel en Keersop bij Dommelen en Tongelreep. Ook in de Beerze heeft de libel zich verspreid naar onder andere het landgoed de Baest bij Oirschot. Kenmerkend aan de uitbreidingslocaties is dat deze beken een redelijke stabiele, hoge zuurstofhuishouding hebben in combinatie met extensief of geen maaibeheer. De uitbreiding van het leefgebied van de Beekrombout is ook landelijk zichtbaar (zie bijvoorbeeld het jaarverslag 2016 van de Vlinder- en libellensitichting Nederland [7]). Juist de toename van de Beekrombout is ook toe te schrijven aan het feit dat deze libel een goede vlieger is, waardoor hij makkelijk nieuw geschikt leefgebied kan koloniseren. Dit geldt echter zeker niet voor alle beekmacrofauna. Een voorbeeld met ecologisch positieve s voor enkele deelmaatlatten en de EKR is weergegeven in afbeelding 1. Dit betreft de Tongelreep vlak benedenstrooms van de grens met België bij Achelse Kluis (meetpuntcode 250014). Op deze locatie is in de jaren negentig beekherstel uitgevoerd en de afgelopen tien jaar is de waterkwaliteit vanuit België verbeterd. Deze ontwikkelingen resulteren gezamenlijk tot significante verbeteringen van de EKR en alle bijbehorende R5-deelmaatlatten vanaf 2003 tot en met 2015. 5

Afbeelding 1. Ontwikkeling van de toestand voor macrofauna (EKR en deelmaatlatten) in de periode 2003-2015 in de Tongelreep op locatie met meetpuntcode 250014 Een opvallende uitkomst is de zeer grote negatieve bij meetpunt 250061 in de Gender voor de deelmaatlat dominant positieve plus kenmerkende taxa (DP+KM). Op het gebied van chemie is daar door de jaren heen een flinke daling in de minimale zuurstofconcentratie en verzadiging waargenomen. De minimale zuurstofverzadiging ligt sinds 2005 ook onder de (gemiddelde) norm van 50%. Dit is waarschijnlijk de oorzaak van de afname in de abundantie van positieve en kenmerkende soorten. Deze hypothese wordt nader onderzocht om indien mogelijk gericht maatregelen te kunnen treffen. Conclusies Voor macrofauna zijn er sinds 2003 lokaal positieve s zichtbaar. Van de macrofaunameetpunten met voldoende lange meetreeksen laat ruim een vijfde een positieve EKR- zien. Ook de deelmaatlatten laten op deze meetpunten vrijwel uitsluitend voor de ecologie positieve significante s zien. Voor de kenmerkende en positieve taxa is op bijna een kwart van de meetpunten een significant positieve zichtbaar. Voor de negatieve soorten geldt dat slechts voor een tiende van de locaties. Negatieve s zijn slechts incidenteel gevonden, bij de abundantie van DP+KM-taxa. Vooral de toename van het aantal kenmerkende en positieve soorten kan worden toegeschreven aan de 6

uitvoering van beekherstelmaatregelen waarbij de stroomsnelheid en beschaduwing zijn toegenomen en het profiel minder uniform is gemaakt. De waterkwaliteit verbetert langzaam en daardoor neemt het percentage negatieve soorten binnen deze periode langzamerhand af. Aanbevelingen De vele maatregelen die in de beken in het beheersgebied van waterschap De Dommel de afgelopen 20 jaar zijn uitgevoerd laten op veel locaties al een verbetering van de ecologie zien. Het gaat om zowel beekherstelmaatregelen als verbetering van de waterkwaliteit door aanpassingen van RWZI s en vermindering van overstorten (in Nederland en Vlaanderen). Om de KRW-doelen overal te kunnen halen is nog veel werk te doen; er staan de komende 10 tot 20 jaar ook nog veel maatregelen op het programma. Het waterschap lijkt op de goede weg te zijn, al lijkt 2027 erg krap om voor alle KRW-waterlichamen de doelen te kunnen halen. De uitvoering van maatregelen neemt tijd in beslag en de ecologie reageert vaak traag. Daarnaast vergt ook het benodigde hydrologische herstel veel tijd. Op het niveau van deelmaatlatten zijn soms al eerder verbeteringen te zien, doordat bijvoorbeeld negatieve soorten snel verdwijnen bij verbetering van de waterkwaliteit, maar de kenmerkende soorten nog niet direct terug zijn. Goede statistisch onderbouwde analyses zijn alleen mogelijk met voldoende lange meetreeksen en op uniforme manier verzamelde en gedetermineerde gegevens. Het onderzoek laat zien dat dergelijke reeksen goed inzicht kunnen geven in de ecologische ontwikkeling van de beken. Omdat er veel wordt geïnvesteerd, onder andere met beekherstel en maatregelen in de waterketen, is het belangrijk om de ecologische ontwikkeling goed te kunnen volgen. Hierdoor kunnen maatregelen effectiever worden uitgevoerd en is bijsturing mogelijk. Goede macrofaunabemonstering is dus ook voor de toekomst belangrijk en bestaande reeksen moeten bij voorkeur niet onderbroken worden. Het aantal monsters van macrofyten was nu nog zeer beperkt door te korte meetreeksen, maar kunnen ook in de toekomst veel aanvullende informatie geven en zijn dan voor analyse bruikbaar. Zeker omdat macrofyten op andere stuurvariabelen reageren (bijvoorbeeld ook op nutriënten in de bodem). Referenties 1. KRW-factsheets, 2015. Factsheets definitief december 2015. Waterkwaliteitsportaal: http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/ 2. Pesman, M., Evers, C. H. M., Kits, M. (2016). Succesfactoren en leerervaringen van beekherstel uit de praktijk. H2O-Online, 7 november 2016. 3. Schipper, M., Evers, C. H. M. (2017). Data- en analyses ecologie en relaties met stuurvariabelen. Waterschap De Dommel. Royal HaskoningDHV BE1732 4. R Core Team (2016). R: A language and environment for statistical computing. R Foundation for statistical Computing, Vienna, Austria. https://www.r-project.org/ 5. Trendanalist: programma voor statistische analyses. AMO-Icastat: http://www.amonl.com/wordpress/software/analist/ 6. Molen, van de et al. D. (2012). Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water 2015-2021. STOWA 2012-31 7

7. De Vlinderstichting (2016). Vlinder- en libellenstand 2016. http://www.vlindernet.nl/doc/vlinderstand_2016.pdf 8