Voorwoord. Bondi Sciarone

Vergelijkbare documenten
Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Leesboekje familie en vrienden

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

DIT IS HET DiKiBO-ZAKBOEK VAN

Voorwoord 6. Woordenlijst 283

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Nederlands voor buitenlanders

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

spiekboek spiekboek rekenen plus de beste basis voor het rekenen groep LEERHULP.NL

Antwoorden Thema 2 Feesten

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Melkweg. Lijn 5. Lezen Alfa A. Reizen

TAKENBOEK DEEL 1 0-A1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Inhoud. Woord vooraf 8

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

ADJECTIFS CARDINAUX. Les multiples de honderd et de duizend s'écrivent en un mot et sont invariables.

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

Leesboekje de school

Eigen Kracht-conferentie. Samen met Eigen Kracht... een plan maken voor jouw toekomst!

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

Werkwoordoefeningen bij les 5

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other

ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 1 THUISKOMEN

Getallen en bewerkingen

BASISCURSUS SCHRIJVEN 0-A1 VOOR ANDERSTALIGE VOLWASSENEN

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

1. Luisteren. 2. Luisteren

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

In de buurt. hoofdstuk. De meeste steden in Nederland. bestaan uit verschillende buurten. Kleine stukjes stad die net even anders

TASKFORCE VLUCHTELINGEN

Je vrienden kan je kiezen, je familie niet. Misschien ben jij de oudste thuis of heb je een oudere broer of jongere zus. Ook al heb je soms ruzie en

TASKFORCE VLUCHTELINGEN

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

JOHAN CRUIJFF MIJN VERHAAL. in makkelijke taal

3t/m5. thema: Groep. De Meester bij de meesters WIE GEEF JIJ EEN. Lucee woont in Sierra Leone. Lees haar verhaal!

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Overstapprogramma 6-7

ONDER VOOGDIJ WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR JONGEREN

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in.

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

Les 1 Hoe heet jij? - Taalonthaal - AUDIOLESSEN..

Naam cursist:. Bronnenboekje 1 maandag 18 juni 2012

Les 2 Uit welk land kom jij?

Thema Gezondheid Beginnerslessen

DE KLEINE ONDERNEMER 50% KORTING HEEFT OOK KLEINGELD, ZEG MAAR.

TELLEN EN REKENEN MET TIG

Mijn huis, mijn thuis

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING NN PARAPLUFONDS 1 N.V.

Examen Rekenen en Wiskunde

TELLEN EN REKENEN MET TIG

Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders. Oefenboek

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Sietse Kuipers. Leren en oefenen met breuken voor groep 7 en 8

课 文 kèwén Tekst 1. 我 叫 Tim 你 呢? 我 叫 Anne 你 好 吗? 我 很 好 你 呢? 我 也 很 好 谢 谢. 生 词 shēngcí Nieuwe woorden 1. 你 jij/jou 呢 vraagwoord 谢 谢.

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

HET ALLERMOOISTE LIEVELINGSGETAL Marisca Milikowski

Veelgestelde vragen Rabobank Clubkas Campagne

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

1 Basisrekenen en letterrekenen.

Wat eten we vanavond?

Inhoud Woorden lijst 1 lijst 2 lijst 3 lijst 4 lijst 5 lijst 6 lijst 7 lijst 8 lijst 9 lijst 10 lijst 11 lijst 12

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

aanvullende informatie over de sloppenwijken in Caracas

biografie en leerplan wie ben ik? wat kan ik? wat wil ik?

Alleen is maar alleen

Lesbrief. Jan. (g)een. thuis. Pieter. Luuk. Ontmoeting. Ontmoeting. Ontmoeting. Lesbrief. onderbouw basisschool

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Vragenlijst tieners. Algemene vragen. Waar woon jij?

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Transcriptie:

Voorwoord Woord en Beeld een leerwoordenboek. Om de beteken van losse woorden op te zoeken een standaard woordenboek, alfabetch geordend, de jute keus. In een leerwoordenboek het de bedoeling dat de curst(e) een aantal woorden leert die qua beteken verband met elkaar hebben. De beteken van woorden in Woord en Beeld wordt zo veel als mogelijk met tekeningen uitgebeeld. Er zijn drie typen woorden: 1 woorden waarvan de beteken een eenduidig concreet object aangeeft: mes, bord, oog, 2 woorden waarvan de beteken in relatie tot andere woorden duidelijk wordt: vader, zoon, kind, 3 woorden waarvan de beteken alleen contextueel duidelijk kan worden gemaakt: vinden, geloven, mschien, De woorden in Woord en Beeld heb ik in 18 lessen ( onderwerpen ) verdeeld. In principe kunnen de lessen door elkaar worden gebruikt, hoewel er vanaf het begin een zekere oplopende moeilijkheidsgraad. Bij elke les vindt de curst extra uitleg over een grammaticaal probleem. Ook vindt hij een tekst waarin een aantal woorden uit de les gebruikt. Zo n tekst nodigt docenten en cursten uit een suggestie te doen om zelf het woordmateriaal in praktch Nederlands toe te passen. Woord en Beeld in belangrijke mate totstandgekomen met hulp van Yke Schotten (illustrator) en Jacky van Het (vormgever). De beteken uitbeelden van woorden van type 2 en 3 vergt zowel veel fantasie als inlevingsvermogen. Ik ben hen beiden zeer dankbaar. Woord en Beeld bedoeld voor beginners die al een beetje Nederlands kennen. Voor suggesties, op- en aanmerkingen houd ik me graag aanbevolen. U kunt hiervoor altijd contact opnemen met de uitgever. Bondi Sciarone nt2@bua.nl

Inhoud 1 man, vrouw, kind 7 2 tellen 13 3 klok, tijd 18 4 jaar, maand, week 23 eten, drinken 29 6 veel weinig 39 7 winkel, supermarkt, markt 3 8 school 63 9 tijd 74 woning 89 11 verkeer 96 12 lichaam 1 13 dokter 114 14 werk 121 1 vrije tijd 128 16 natuur 139 17 feest 146 18 kaart 14 index 19

1 man, vrouw, kind Woorden 1 de man, meneer, heer de vrouw, mevrouw, dame 2 de kinderen het kind het meje de jongen het meje 3 het gezin de ouders de vader de moeder de dochter de zoon de dochter de kinderen 7 1 man, vrouw, kind

4 de achternaam Smit de persoon het hu het gezin wonen de personen Het gezin Smit woont in dit hu. de naam de achternaam de voornaam heten Hij heet Jan Smit. noemen Ik noem haar Anne. 6 de man, meneer, heer de vrouw, mevrouw, dame getrouwd Woord en beeld 8

7 de familie het gezin het gezin jan smit henk smit getrouwd de broer getrouwd 8 de zus de broer de nicht de neef de neef de tante de oom de nicht 9 1 man, vrouw, kind

9 wonen de stad de straat 1 3 7 9 Smit het nummer Naam Adres Woonplaats het adres Vast Mobiel @ E mail @ de telefoon (vast) de telefoon (mobiel) de e-mail Woord en beeld

Grammatica ik, mijn, mij Ik heet Jan. Mijn naam Jan. Maria noemt mij Jan. jij, jouw, jou Jij heet Maria. Jouw naam Maria. Ik noem jou Maria. hij, zijn, hem Hij heet Peter. Zijn naam Peter. Ik noem hem Peter. zij, haar, haar Zij heet Anne. Haar naam Anne. Ik noem haar Anne. Smit Jansen de Wit wij, ons, onze jullie, jullie, jullie zij, hun, ze/hen Wij heten Smit. Onze naam Smit. Ze noemen ons Smit. Jullie heten Jansen. Jullie naam Jansen. Ik noem jullie Jansen. Zij heten De Wit. Hun naam De Wit. Ik noem ze/hen De Wit. 11 1 man, vrouw, kind

Tekst 11 de familie de opa de oma Ik heet Jan. Mijn vrouw heet Maria. Wij zijn getrouwd. We hebben drie kinderen: een jongen en twee mejes; een zoon en twee dochters. Ik heet Maria. Mijn man heet Jan. Wij zijn de ouders van drie kinderen. Wij vormen een gezin van vijf personen. Onze kinderen heten Peter, Anne en Sara. Peter de broer van Anne en Sara. Hij heeft twee zussen: Anne en Sara. Mijn vader hun opa en mijn moeder hun oma. Mijn broer hun oom en mijn zus hun tante. En de kinderen van hun oom en tante zijn hun neven en nichten. Al deze mensen vormen één familie. Woord en beeld 12

2 tellen Woorden 1 0 1 2 3 4 nul een twee drie vier vijf 6 7 8 zes zeven acht 9 negen tien tellen Ik tel tot tien: een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien. 13 2 tellen

2 4 + 3 7 4-3 1 7 8 9 7 8 9 4 6 x 4 6 x 1 2 3 1 2 3 min 0. + 0. + plus, en 4 x 2 8 4 : 2 2 7 8 9 7 8 9 gedeeld door 4 6 x maal, keer 4 6 x 1 2 3 1 2 3 0. + 0. + 3 negen 9 min - twee 2 zes 6 fout, verkeerd negen 9 min - twee 2 zeven 7 goed, jut Woord en beeld 14

4 het cijfer het getal 11 12 13 14 1 16 elf twaalf dertien veertien vijftien zestien 20 21 22 twintig eenentwintig (een-en-twintig) tweeëntwintig (twee-en-twintig) 30 40 0 60 70 80 90 dertig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig 0 200 00 2000 honderd tweehonderd duizend tweeduizend 1 2 tellen

6 rekenen tien plus + vijf vijftien 1 optellen tien min - vijf vijf aftrekken tien keer x vijf vijftig 0 vermenigvuldigen tien gedeeld door : vijf twee 2 delen Ik tel op: tien plus vijf vijftien. Ik trek af: tien min vijf vijf. Ik vermenigvuldig: tien maal vijf vijftig. Ik deel: tien gedeeld door vijf twee. Hoeveel tien plus tien plus tien? + +? + plus + plus Ik reken: tien plus tien twintig plus tien dertig. 3 x? x maal, keer Ik reken: drie maal tien dertig. Woord en beeld 16