Opvolgingsonderzoek Verwijderen van Fietsen

Vergelijkbare documenten
Verwijderen van fietsen

Verwijderen van fietsen

Evaluatie pilot "bike rules"

Raadsvoorstel en besluit

Fietsknippen Amsterdam

aanwijzen gebied verbod parkeren fietsen buiten de toegestane stallingmogelijkheden Centraal Stationsgebied

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Programma Fietsparkeren Zuid

Fietsparkeerdruk Stationseiland oktober 2008

Plan van aanpak handhaving fietsparkeren Heerhugowaard. 1. Inleiding

Handboek handhaving fout gestalde fietsen

Meer plek in het fietsenrek

Aanpak overlast geparkeerde fietsen Werkomschrijving

Fietsdepot jaaroverzicht 2016

Handhaving gevaarlijk en hinderlijk gestalde fietsen

Rapportage Twijnstraat

Meer plek in het fietsenrek

Nr september 2017 Officiële publicatie van Gemeente Almere GEMEENTEBLAD. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

Procedure (brom)fietsenoverlast


GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Ja College Financieel Juridisch

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwer p

Gemeente Amsterdam T.a.v. de gemeenteraad Postbus Amsterdam. Geachte leden van de gemeenteraad,

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Welkom. Agenda externe orientatie raad over fietsparkeren

Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014

PLAN VAN AANPAK TOEZICHT EN HANDHAVING FIETSPARKEREN

CVDR. Nr. CVDR55307_1. Beleidsnotitie overlast (brom) fietsen

Fietswrak: fiets die niet meer bruikbaar is doordat zij een cruciaal onderdeel mist of stuk is zoals zadel, wiel of stuur. 2

Fietsparkeren Stationsgebied 20/04/2007 1

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verwijderen van fietsen bij het station. BW-nummer

Handhavingsbeleid voor het verwijderen van fietswrakken, weesfietsen en verkeerd, hinderlijk of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen

Ongebruikte fietsen in stadsdeel Centrum

Beleidsregels meevoeren en opslaan (brom)fietsen Roosendaal

Zorgt de gemeente Den Haag ervoor dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn?

GEEF FIETSEN DE RUIMTE! Een vernieuwde inventarisatie van het tekort aan fietsenrekken rond het NS station in Zwolle.

Leiden, 11 november 2003.

GEMEENTEBLAD. Nr

Fietsen in de Rekken!

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Ten aanzien van (brom)fietsen die niet juist zijn gestald was tot en met 31 december 2013 in artikel 5:12 van de APV het volgende bepaald:

ECLI:NL:RVS:2017:1627

Geachte voorzitter, RIS Aan de leden van de Commissie Leefomgeving. Jacqueline Pieters. Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Bijlage 1 Suggesties voor informatievoorziening

VERWIJDERINGSREGELING FIETSEN EN BROMFIETSEN 2004 ZOALS VASTGESTELD D.D. 2 NOVEMBER 2004

Fietswrak of niet? Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Centrum

ECLI:NL:RBDHA:2016:12168

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

GEMEENTEBLAD. Nr Beleid fietsparkeren gemeente Westervoort. 1. Basis van de notitie

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

Samenvatting beleidsnotitie preventie overlast (brom)fietsen

Plan van aanpak stallen van (brom)fietsen in het kernwinkelgebied

Opvolgingsonderzoek Verzelfstandiging openbaar primair onderwijs in Amsterdam-West

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Rik Thijs

Raadsinformatiebrief Nr. :

HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN

Opvolging aanbevelingen 2017

Bedrijfsbelangenvereniging. Landsmeer. Parkeren centrum. Landsmeer

Plan van Aanpak Evaluatie evenementen Binnenterrein Castellum / Hoge Woerd

Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013

RAADSINFORMATIEBRIEF 18R.00673

REKENKAMERBRIEF 27 JUNI 2019 DEFINITIEF

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

DIGITAAL AFSCHRIFT 2014_BW_00913

GEMEENTEBLAD. Nr Wegsleepverordening De Ronde Venen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Fietsparkeren in Leiden

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE RIJSWIJK 2019

Reglement van orde Rekenkamer West-Brabant

Zaanpanelonderzoek 23 Fietsparkeerplekken bij het station te Zaandam, Overlast brommers

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Raadsvoorstel. BOA Oostzaan. Veiligheid. Gebied en Wijkzaken A. de Neef P.J. Möhlmann. Inzet BOA Oostzaan

Auto vergunninghouder weggesleept na gewijzigde verkeerssituatie Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid Dienst Stadstoezicht

gemeente Bergen op Zoom.

Bijlage 1: Evaluatie aanpak fietsenoverlast rond het station; Steller: Peter Beentjes (VVH/HOO)

Structuurvisie Amsterdam lange termijn. Mobiliteitsaanpak Amsterdam lange termijn. Kader Fietsparkeren Amsterdam middellange termijn

Opvolgingsonderzoek Handhaving openbare ruimte

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

SAMENVATTING. Samenvatting

Weesfietsenbeleid Sittard-Geleen

Verwijderen van fietsen

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Parkeeronderzoek Gemeente Grave. Centrum 2015

Fiets weg zonder rechtsbescherming Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Bestuursdienst

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Iets later dan de bedoeling was maar hier is dan toch nieuwsbrief nr. 2

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

Handboek fietsknippen met participatie

56 Artist impression. Fietsverwonderingen. Iris van der Horst, programmamanager

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. L. Smink WZ OA 10G /

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Gemeente Mill en St. Hubert. Parkeeronderzoek centrum Mill

Vergadering van 17 december 2013 bestemd voor de gemeenteraad

Transcriptie:

ONDERZOEKSRAPPORT Opvolgingsonderzoek Verwijderen van Fietsen Handhaving op fietsparkeren in Centrum, Oost en West 31 MEI 2018 Dit is het onderzoeksrapport van de Rekenkamer Amsterdam (de rekenkamer) van het opvolgingsonderzoek Verwijderen van fietsen. Het onderzoek wordt gerapporteerd in twee delen: de rekenkamerbrief (deel 1) en dit onderzoeksrapport (deel 2). De rekenkamerbrief is een bondige samenvatting van de resultaten. Het onderzoeksrapport bevat in detail de bevindingen en beantwoording van de onderzoeksvragen. De digitale reportages kunt u hier raadplegen.

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Inhoudsopgave Stand van zaken per aanbeveling... 2 1 Aanbeveling 1 Eenduidige definities... 3 2 Aanbeveling 2 Heldere regels... 8 3 Aanbeveling 3 Samenhangende communicatie... 11 4 Aanbeveling 4 Betere samenwerking... 17 4.1 Opvolging aanbeveling... 19 4.2 Overige bevindingen... 23 5 Aanbeveling 5 Onderzoek gestickerde fietsen... 27 6 Aanbeveling 6 Informatiegestuurd handhaven... 30 6.1 Opvolging aanbeveling... 31 6.2 Overige bevindingen... 33 Onderzoeksverantwoording... 37 7 Colofon... 37 8 Aanleiding... 37 9 Onderzoeksvraag... 38 10 Relevante ontwikkelingen... 38 10.1 Bestuurlijke behandeling... 38 11 Werkwijze... 39 12 Geraadpleegde personen... 40 13 Geraadpleegde documenten... 41 Bijlage 1 Voorbeelden van borden... 43 Bijlage 2 Sociale media en het beïnvloeden van fietsparkeergedrag... 45 Bijlage 3 Oude en Nieuwe Waarschuwingsstickers... 46 Bijlage 4 Fluctuaties in aantallen verwijderde wrakken en verwaarloosde fietsen... 47 Eindnoten... 49 1

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Stand van zaken per aanbeveling De rekenkamer deed in haar onderzoek naar het verwijderen van fietsen uit mei 2014 zes aanbevelingen. We zijn nagegaan op welke wijze het college uitvoering heeft gegeven aan de aanbevelingen. Per aanbeveling geven we aan of de aanbeveling niet (rood), gedeeltelijk (oranje) of volledig (groen) is uitgevoerd of dat het college nog bezig is met de uitvoering van de aanbevelingen (blauw): Achtereenvolgens zetten we onze bevindingen hierna uiteen waarop onze conclusie is gebaseerd. In groen omlijnde kaders staat een toelichting op de oorspronkelijke aanbeveling en de reactie van het college op de aanbeveling. 2

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK 1 Aanbeveling 1 Eenduidige definities Aanbeveling 1 Maak heldere en simpele definities voor overlastgevende fietsen Toelichting aanbeveling Duidelijke regels zijn een essentiële voorwaarde voor naleving van die regels. Heldere en simpele definities voor overlastgevende fietsen zijn daarvoor belangrijke bouwstenen, zowel voor fietseigenaren als voor handhavers en beleidsadviseurs. Eenduidige communicatie over de definities en regels door de centrale stad en stadsdelen draagt voor de doorsnee Amsterdamse fietser bij aan de begrijpelijkheid van de regels. Een fietser fietst immers niet alleen door zijn eigen gebied. Wij constateerden dat er door de centrale stad en de stadsdelen verschillende definities werden gehanteerd voor overlastgevende fietsen. De volgende termen werden gebruikt voor overlastgevende fietsen: hinderlijk en gevaarlijke fietsen, ongebruikte fietsen (met of zonder mankementen), verwaarloosde fietsen, weesfietsen of verlaten fietsen (met of zonder mankementen), fietswrakken, foutgeparkeerde fietsen, harde fietsen en zachte fietsen. Reactie college mei 2014 Het college herkende de constatering van de rekenkamer dat de stadsdelen en centrale stad verschillende definities gebruiken voor overlastgevende fietsen. Het college gaf aan de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) de opdracht om in overleg met de stadsdelen te komen tot eenduidige definities. Daarbij gaf het college aan dat de handhaving plaatsvindt op basis van de Algemeen Plaatselijke Verordening. De daarin onderscheiden categorieën fietsen zouden ook scherper worden gedefinieerd en zo nodig uitgebreid. Ook beloofde het college erop toe te zien dat deze definities onderdeel worden van het nieuwe digitale registratiesysteem van het Fietsdepot en van de digitale applicaties die stadsdelen (gaan) gebruiken. Voorts beloofde het college de opnieuw geformuleerde definities te gebruiken in het onderzoek dat DIVV in het najaar van 2014 zou uitvoeren om te meten in hoeverre het aandeel verwaarloosde en niet-gebruikte fietsen in de openbare ruimte is afgenomen. 3

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Definities opgesteld en gebruikt bij beleidsvorming Het college van burgemeester en wethouders heeft vier definities opgesteld voor te verwijderen fietsen. In de beleidsvorming voor het fietsparkeren zijn consequent dezelfde definities gebruikt. In het rapport uit 2014 adviseerde de rekenkamer de raad om het college te vragen om eind 2014 te komen met een kader fietsparkeren. De wethouder verwachtte destijds dit kader in december 2014 aan de raad voor te leggen. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad pas in september 2015 het Kader Fietsparkeren vastgesteld. In het kader zijn definities opgenomen voor verschillende te verwijderen fietsen. In het Handboek Handhaving Fietsparkeren dat in maart 2016 door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld, worden dezelfde definities gehanteerd. In het handboek worden deze definities nader uitgewerkt aan de hand van beoordelingscriteria en fotomateriaal om duidelijk te maken wanneer er sprake is van een specifieke categorie fiets. 1 Dit handboek is gepubliceerd op de website van de gemeente. 2 In het Stedelijk Handhavingsprogramma worden ook dezelfde te verwijderen fietsen onderscheiden met de bijbehorende definities. 3 In tabel 1 zijn de vier definities voor overlastgevende fietsen en de daarbij mogelijke acties voor verwijdering opgenomen. 4 4

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Tabel 1 Vier definities voor overlastgevende fietsen en omschrijving mogelijke acties Definitie Wrakken Verwaarloosde fietsen Ongebruikte fietsen Foutgeparkeerde fietsen Omschrijving actie Verwaarloosde fietsen, waarbij het in economische zin niet meer de moeite is de fiets nog te repareren. Fietswrakken kunnen direct (zonder waarschuwing) worden verwijderd op basis van de Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening. Fietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud zijn en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren (bijvoorbeeld het ontbreken van het stuur of ketting). Verwaarloosde fietsen kunnen worden verwijderd op basis van APV art. 4.27 lid 2b. Fietsen die langer dan 2 of 6 aaneengesloten weken niet zijn gebruikt. Ongebruikte fietsen kunnen worden verwijderd op basis van APV art. 4.27 lid 2a. Fietsen die buiten de rekken of vakken staan, waar dat niet is toegestaan (in aanwijzingsgebieden) of voor overlast of onveilige situaties zorgen (bijvoorbeeld geparkeerd voor een nooduitgang of op een smalle stoep). Foutgeparkeerde fietsen kunnen worden verwijderd op basis van APV art. 4.27 lid 1 en 3. Bron: Gemeente Amsterdam, Kader Fietsparkeren, 9 september 2015 volgorde aangepast door rekenkamer. Definities hebben verschillende uitgangspunten Bij de definities valt op dat er twee verschillende uitgangspunten worden gehanteerd. Enerzijds staat de kwaliteit van de fiets centraal (wrak en verwaarloosd), anderzijds staat de wijze waarop de fiets geparkeerd staat centraal (foutgeparkeerd of ongebruikt). Dat betekent dat de categorieën elkaar niet uitsluiten. Immers, fietswrakken en verwaarloosde fietsen kunnen ook foutgeparkeerd staan en zijn vrijwel zeker ook ongebruikt. De relevantie van deze kanttekening lijkt beperkt. Maar deze definities roepen wel direct de vraag op of er sprake is van een prioritering van de overlastgevende fietsen: Is de kwaliteit van de fiets belangrijker dan de plek waar die geparkeerd staat? We verwachten daarom dat er een duidelijke volgorde geldt bij het verwijderen van fietsen, waarbij eerst beoordeeld wordt of een fiets een fietswrak is, vervolgens een verwaarloosde fiets en als dat niet geval is of er een andere verwijderingsgrond is op basis waarvan de fiets verwijderd kan 5

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM worden. In het Kader Fietsparkeren is een rederneerlijn opgenomen, waarin uitgegaan wordt van een dergelijke prioritering bij het verwijderen van fietsen. 5 Definities in de praktijk niet consequent gebruikt In de praktijk worden de vier definities niet consequent door alle betrokken actoren in de fietsverwijderketen gebruikt. Dit blijkt uit dat: 1 de vele wrakken die als verwaarloosde fiets worden verwijderd en aangeleverd 2 de vier definities niet gebruikt worden als managementinformatie; 3 de vier definities slechts beperkt worden gebruikt als indicatoren bij monitorinformatie; Ad 1. De vele wrakken die als verwaarloosde fiets worden verwijderd en aangeleverd In het Kader Fietsparkeren is een redeneerlijn opgenomen waarin staat dat wrakken en verwaarloosde fietsen als eerste moeten worden verwijderd en pas daarna indien nodig (als de rekbezetting >85% is) de ongebruikte fietsen. Deze redeneerlijn is gebaseerd op een theoretische inschatting van de meest kosteneffectieve manier van verwijderen, namelijk die de minste (maatschappelijke) kosten met zich meebrengt. 6 Helaas blijkt deze redeneerlijn niet aan te sluiten bij de meest praktische manier van het verwijderen van fietsen door de fietsverwijderteams in de stadsdelen a. Dat is namelijk om alle fietsen gelijktijdig te verwijderen als ongebruikte fiets, ongeacht de kwaliteit van de fiets. Ook juridisch is dit de duidelijkste verwijderingsgrond. Alle fietsen staan immers na twee of zes weken in overtreding. 7 Nadeel van deze werkwijze is dat het problemen op levert bij het Fietsdepot, omdat er op straat geen onderscheid gemaakt wordt tussen een fietswrak, verwaarloosde fiets of een goede fiets. 8 De opslag en verwerking door het Fietsdepot verschilt namelijk per soort fiets. Het blijkt voor de handhavers lastig een onderscheid te maken tussen fietswrakken en verwaarloosde fietsen. Centrum is daarom kritisch over het gebruik van de criteria in het handboek. Voor een goede beoordeling, zou een fietsenmaker moeten vaststellen wat de herstelkosten van de fiets zijn. West geeft ook aan dat het voor fietsverwijderaars lastig is het onderscheid tussen een verwaarloosde fiets en wrak te maken. 9 Oost is positiever en stelt dat het handboek bruikbaar, duidelijk, praktisch en makkelijk uitvoerbaar is. In de praktijk lijkt het echter ook voor de handhavers in Oost lastig. Het Fietsdepot is namelijk kritisch over de aangeleverde kwaliteit van de verwijderde fietsen uit Oost en constateert dat het onderscheid tussen fietswrakken, verwaarloosde fietsen en overige fietsen onvoldoende is. 10 Bij een evaluatiebijeenkomst in november 2016 over het handboek bleek ook a Het gebruik van het vocabulaire van de gemeente Amsterdam voor stadsdelen en bestuurscommissies is niet eenduidig. Hoewel er binnen het huidige stelsel sprake is van bestuurscommissies wordt er binnen de gemeente ook nog steeds gesproken over stadsdelen. In dit rapport gaan we wat losjes om met de termen en komt u zowel stadsdelen als bestuurscommissies tegen. 6

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK dat handhavers het onderscheid tussen fietswrakken en verwaarloosde fietsen ondanks de criteria in het handboek lastig vinden. Tot slot kunnen er ook juridische gronden zijn waardoor handhavers een bewuste afweging maken om wrakken voorzichtiger te beoordelen, waardoor meer fietsen worden beoordeeld als verwaarloosd in plaats van fietswrak. Dit zorgt ervoor dat fietseigenaren hun fiets nog kunnen ophalen na verwijdering en leidt wellicht tot minder bezwaren. b Ad 2. Vier definities worden niet gebruikt als managementinformatie Managementinformatie kan hele interessante informatie opleveren. Zo gebruikt Oost de vier definities om inzicht te krijgen in het aantal verwijderde fietsen, het realiseren van de doelstellingen en om daarop te kunnen sturen. We constateren dat de vier stedelijke definities voor overlastgevende fietsen nu niet altijd terugkomen in de managementinformatie. Zowel het Fietsdepot als Centrum gaan uit van de wettelijke gronden waarop de fietsen verwijderd worden en hebben daardoor een meer gedetailleerde indeling van de fietsen. Het is wel mogelijk om de verwijderde fietsen van Centrum onder te brengen in de categorieën die bij de vier definities gebruikt worden. Dat het Fietsdepot de definities niet gebruikt, betekent dat het voornemen van het college om de definities op te nemen in het registratiesysteem van het Fietsdepot niet is uitgevoerd. West hanteert in de rapportage over de verwijderde fietsen een indeling naar twee categorieën: wrakken en een samengevoegde categorie: verwaarloosd, hinderlijk en parkeerduur. 11 De cijfers fluctueren nogal, afhankelijk van de keuze die is gemaakt om bijvoorbeeld verwaarloosde fietsen als wrak te behandelen of juist niet. Bijlage 4 geeft meer informatie over de fluctuaties in aantallen verwijderde wrakken en verwaarloosde fietsen. Ad 3. Monitorgegevens sluiten sluiten nog onvldoende aan bij de vier definities Het college maakt in de monitorgegevens (die het verzamelt om te bepalen waar de grootste knelpunten zijn bij het fietsparkeren) geen gebruik van de vier vastgestelde definities. Voor het Meerjarenplan Fiets 2012-2016 werd in de Fietsmonitor de definities 'verlaten en verwaarloosde fietsen' gehanteerd. In 2014 plaatste de rekenkamer kanttekeningen bij het gebruik van deze begrippen, waarna in 2015 door de gemeente de vier nieuwe definities werden vastgesteld. Deze nieuwe indeling van definities heeft niet geleid tot aanpassing van de fietsmonitor, ondanks dat het college dat wel had aangegeven in de reactie op de aanbeveling. Volgens de gemeente is de verklaring hiervoor dat de definities pas van kracht werden toen medio 2016 ook de Algemeen Plaatselijke Verordening was aangepast en vastgesteld. Dit neemt echter niet weg dat in deze overgangssituatie gelijktijdig voor beide definitie-categorieën gerapporteerd kon worden, zoals was toegezegd. De doelstellingen van het Meerjarenplan Fiets 2017-2021 die gemonitord zullen worden is bij de belangrijkste hotspots wat betreft fietsparkeren een maximale bezettingsgraad van de rekb Of dit echt zo is, viel niet op te maken uit de data over bezwaren van het Juridisch Bureau omdat daar de exacte verwijderingsgrond van fietsen niet wordt geregistreerd. 7

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM ken van 85% en een parkeerdruk buiten de rekken van maximaal 125%. Daarnaast gaat de gemeente in 2018 de doelstellingen uit het Kader Fietsparkeren monitoren. Waarbij zal worden aangesloten bij de definities uit het Kader Fietsparkeren. Het doel is daarbij om relevante sturingsinformatie te krijgen voor de handhaving. 12 Er is hier echter nog sprake van planvorming. Hoe dit in de praktijk zal worden ingevuld is nog niet duidelijk. Het feit dat de definities niet altijd worden gebruikt, zit soms in het doel van een meting of rapportage. Zo is er in 2016 een fietsparkeerdrukmeting uitgevoerd. De fietsparkeerdrukmeting had als doel inzicht te krijgen in de omvang van de fietsparkeerdruk in het hele gebied binnen de ring A10 (zonder Noord). Dat was voor die tijd niet bekend. De onderzoeksresultaten zijn gebruikt in het Meerjarenplan Fiets 2017-2022 om te bepalen waar de grootste fietsparkeeropgaven liggen. Bij deze fietsparkeerdrukmeting zijn alleen de aantallen fietsen, bakfietsen, bromfietsen (geel kentekenplaatje) en snorfietsen (blauw kentekenplaatje) op straat geteld en de aanwezige parkeervoorzieningen. Er is bij deze telling geen onderscheid gemaakt tussen vormen van overlastgevende fietsen volgens de definitie-indeling. De reden die hiervoor gegeven wordt, is dat de kosten te hoog zouden worden om onderscheid te maken tussen de overlastgevende fietsen volgens de definities. 13 2 Aanbeveling 2 Heldere regels Aanbeveling 2 Hanteer simpele en eenduidige regels voor fietsparkeren Toelichting aanbeveling De rekenkamer concludeerde dat de variëteit aan regels voor het fietsparkeren in de gemeente Amsterdam groot is. Het ging niet alleen om regels afkomstig uit verschillende wetten (zoals de Algemene Plaatselijke Verordening, de afvalstoffenverordening en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) die per stadsdeel anders werden geïnterpreteerd, maar daarnaast stelden stadsdelen ook eigen regels op voor maximale parkeerduurtermijnen en het parkeren van fietsen in de fietsparkeervoorzieningen. Ook constateerde de rekenkamer dat een maximale fietsparkeerduur geldt volgens de APV voor fietsen in de fietsparkeervoorzieningen (rekken, vakken etc.), maar geen oplossing biedt voor fietsen buiten deze voorzieningen die de maximale fietsparkeerduur overschrijden. Voor de stadsdelen was het een uitdaging om hiermee om te gaan. Volgens de rekenkamer leidde dit tot een wirwar aan regels en wist de fietseigenaar in Amsterdam vaak simpelweg niet welke parkeerregel hij op welke locatie moest naleven. Dat was vooral ook een probleem omdat fietsers zich vaak van het ene gebied naar het andere per fiets bewegen en nog erg moeten wennen aan het bestaan van regels voor het fietsparkeren. Om de fietser hierover meer bewustzijn bij te brengen zijn eenvoudige heldere regels van belang. Zo is het ver- 8

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK standig om bij de maximale parkeerduur herkenbare regels voor in en buiten de fietsparkeervoorziening te formuleren. Bijvoorbeeld een zelfde maximale parkeerduur bij een zelfde soort locatie (woonbuurt, station, winkelgebied) in elk gebied. Reactie college mei 2014 Het college nam de aanbeveling over. Het college schreef in de bestuurlijke reactie dat de regels voor het parkeren van fietsen eenduidig en eenvoudig moeten zijn. Deze regels zouden in het op te stellen Kader Fietsparkeren worden uitgewerkt. Vooruitlopend hierop zou het college daar waar mogelijk en nodig voorstellen tot wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening aan de raad voorleggen. Met het vaststellen van het Kader Fietsparkeren en de uitwerking in het Handboek Handhaving Fietsparkeren is meer eenduidigheid gekomen in de regels rondom het fietsparkeren. Ook is de Algemeen Plaatselijke Verordening aangepast en zijn er aanwijzingsbesluiten c genomen. Het Kader Fietsparkeren refereert expliciet aan de conclusies van de rekenkamer wat betreft het gebrek aan eenduidige en transparante regels. 14 Het Kader Fietsparkeren geeft dan ook richting aan meer uniformiteit in de maximale parkeerduur binnen de gemeente Amsterdam. De regels zijn veel transparanter en gelden nu door de hele stad: Zeswekenregel: Er geldt een uniforme maximale parkeerduur van zes weken binnen de ring A10, ten zuiden van het IJ. 15 c Het Algemeen Bestuur van een bestuurscommissie is op basis van het bevoegdhedenregister bestuurscommissies door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd om een gebied aan te wijzen waarin door fiets- en bromfietsen uitsluitend in een daarvoor bestemde parkeervoorziening geparkeerd mag worden. 9

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Tweewekenregel en in de voorziening. Er geldt een maximale fietsparkeerduur van twee weken rond alle NS-stations, bij de ponten over het IJ en rond uitgaansgebieden: Leidseplein, Rembrandtplein en de Eerste van der Helststraat, tussen Gerard Douplein en Sarphatipark. In gebieden waar de tweewekenregel geldt, moeten de fietsen ook in een rek of vak geparkeerd staan. Fiets die buiten de rekken of vakken staan, kunnen worden verwijderd 16. De afgelopen jaren zijn er steeds meer gebieden aangewezen waar uitsluitend in de fiets- en scooterparkeervoorzieningen (vak, rek of nietje) geparkeerd mag worden (Artikel 4.27, lid 3 van de APV). Ook wordt bekeken of deze regels ook van toepassing moeten worden bij de metrostations. Begunstigingstermijnen: Er gelden uniforme begunstigingstermijnen, dat zijn termijnen waarin de gemeente de fietser de gelegenheid geeft om de overtreding te herstellen. Deze staan vermeld in het Handboek Handhaving Fietsparkeren. Dit handboek is te vinden op de website van de gemeente Amsterdam. Voor de fietsen in gebieden waar een maximale parkeerduur geldt van zes weken is de begunstigingstermijn zeven dagen, waar een maximale parkeerduur van twee weken geldt, is de begunstigingstermijn twee dagen en voor een fiets die buiten de voorziening is geparkeerd, geldt een begunstigingstermijn van één uur. 17 Op basis van de evaluatie van het handboek wordt mogelijk de begunstigingstermijn aangepast naar 15 minuten. Besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. 18 Een afwijking op bovenstaande uitgangspunten treedt nu in werking rondom het gebied De Rode Loper. Voor dit gebied is in februari 2018 door het dagelijks bestuur van bestuurscommissie Centrum het besluit genomen dat de fietsen in de voorzieningen gestald moeten worden, maar dat daarbij de zeswekenregel gehandhaafd blijft (in plaats van de tweewekenregel die nu geldt rond aanwijzingsgebieden). 19 De reden hiervoor is dat er naast bezoekers ook veel bewoners fietsen op straat parkeren waarvoor een maximale parkeerduur van twee weken te kort is. Ook Zuid wil een dergelijk besluit nemen voor het gebied rond De Rode Loper. Om te voorkomen dat er een wildgroei aan verschillende regels ontstaat, kwam tijdens een ambtelijk groepsgesprek op 7 maart 2018 aan de orde dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen de aanwijzingsgebieden bij stations (tweewekenregel en parkeren in de voorzieningen) en de overige aanwijzingsgebieden (zeswekenregel en parkeren in de voorzieningen). Er zijn echter nog geen besluiten in voorbereiding om de geldende regels voor de huidige aanwijzingsgebieden aan te passen. 20 10

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK 3 Aanbeveling 3 Samenhangende communicatie Aanbeveling 3 Samenhangende Communicatie Communiceer doelgericht en samenhangend en besteed daarbij aandacht aan: (a) het helder uitleggen van regels; (b) het doorbreken van de 'mindset' dat er geen regels zijn voor de fietsparkeerder; (c) het juridisch correct waarschuwen van overtreders van de regels. Toelichting aanbeveling Goede communicatie is essentieel. Eenvoudige en simpele regels en definities zijn daarbij een eerste voorwaarde. Willen fietsers dit soort regels oppikken moet er allereerst het besef zijn dat die regels er zijn. Het doorbreken van de mindset van fietsers vraagt om stadsbrede voorlichtingscampagnes. We constateerden ook dat de verschillende waarschuwingsstickers die handhavers gebruiken voorafgaande aan het verwijderen van fietsen in geen van de gevallen voldeden aan alle wettelijke eisen die de Algemene wet bestuursrecht stelt aan een formele waarschuwing. Daarnaast waarschuwden de stadsdelen de fietsparkeerders ook op verschillende manieren. Daarom deden we de aanbeveling om overtreders van regels juridisch correct te waarschuwen. Reactie college mei 2014 Het college nam de aanbeveling over. In de bestuurlijke reactie gaf het college aan het eens te zijn met de rekenkamer dat doelgerichte en samenhangende communicatie essentieel zijn. Het college dacht hierbij aan (gebieds-)gerichte communicatie met eventueel ondersteunende communicatie vanuit de centrale stad. Volgens het college moesten de stadsbrede regels uit het op te stellen Kader Fietsparkeren uiteraard wel stadsbreed worden uitgelegd. En volgens het college sprak het voor zich dat de overtreders van de regels juridisch correct moeten worden gewaarschuwd. De rekenkamer benadrukte in het nawoord de kern van de aanbeveling, namelijk dat er bij fietsers een knop om moet, dat het besef moet ontstaan dat er regels zijn voor het parkeren van fietsen in de stad. Dit vergt een doelgerichte en samenhangende manier van communiceren, die zich niet kan beperken tot bepaalde gebieden, fietsers zijn immers mobiel. Bij de behandeling van het rapport in de raadscommissie gaf de wethouder aan de aanbeveling over te nemen. 11

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM De aanbeveling van de rekenkamer is gericht op a) heldere communicatie over de regels, b) het doorbreken van een mindset bij de fietsparkeerder en c) het juridisch correct waarschuwen. a) Heldere communicatie over de regels Van 'heldere communicatie over regels' is sprake als de regels op een uniforme wijze in de stad worden gecommuniceerd, er voldoende borden zijn op plekken waar dat nodig is en het taalgebruik eenvoudig is. Wij constateren dat de gemeente stadsbrede campagnes voert om de regels duidelijk te maken en daarbij voldoende eenduidig communiceert. Het college van burgemeester en wethouders vindt het van belang dat op uniforme wijze wordt gecommuniceerd over de regels voor fietsparkeren. Dit werd in het Kader Fietsparkeren beschreven: "Het is belangrijk te realiseren dat de fietser zich door de stad beweegt. Maatregelen die in het ene gebied gelden worden dus ook opgemerkt door fietsers uit andere gebieden. De communicatie rond fietsparkeren vraagt om meer gezamenlijkheid (stad en stadsdelen) en uniformiteit. 21 Op dit moment wordt er onderzocht wat er aan campagnes nodig en mogelijk is ter ondersteuning van de maatregelen uit het Meerjarenplan Fiets. 22 De website van de gemeente bevat een pagina die uitsluitend gericht is op fietsen in Amsterdam. Op die pagina zijn ook de regels voor fietsparkeren te vinden. De regels zijn eenvoudig opgeschreven. Via een kaart is aangegeven waar welke regels gelden voor het fietsparken (tweewekenregel en zeswekenregel). 23 De gemeente maakt ook gebruik van sociale media om te communiceren over fietsen in Amsterdam. De berichten die de gemeente hierover op Facebook (Fiets Amsterdam) en Twitter (@FietsAmsterdam) plaatst zijn ook te vinden op de website van de gemeente. 24 Bij de invoering van de zeswekenregel is in september 2016 een stadsbrede campagne ingezet om de fietsers te wijzen op de nieuwe regels. Uit de evaluatie van deze campagne blijkt dat de bekendheid van de zeswekenregel is toegenomen van 33% naar 56%. 25 In de NS-stationsgebieden en andere aanwijzingsgebieden met een maximale fietsparkeerduur van twee weken, informeert de gemeente parkerende fietsers via verschillende informatieborden over de maximale parkeerduur. De borden voor de regels van het fietsparkeren zijn groen van kleur, de borden geven verschillende informatie: een bord laat via 12

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK een kaart zien welk gebied het betreft, een ander bord geeft kort de regels weer en op nog een ander bord staat een waarschuwing dat je fiets verwijderd wordt als je niet voldoet aan de regels. Er zijn ook borden in rood en wit, deze geven de locaties van de fietsenstallingen aan. Daarnaast zien we in andere gebieden dat de fietsparkeerregels worden aangegeven met witte borden en rode tekst. Tot slot slaat de gemeente soms een beetje doordat bij het verwijderen van fietsen wegens werkzaamheden/evenementen regelmatig heel veel gele borden gebruikt worden. 26 In bijlage 1 zijn voorbeelden van verschillende borden opgenomen. Hoewel er meerdere borden gebruikt worden, zijn ze voldoende aanwezig en worden de regels eenvoudig uitgelegd. Als er in bewonersgebieden verwijderacties worden gehouden op basis van de zeswekenregel dan is in het handboek opgenomen dat er gebruik gemaakt wordt van standaard bewonersbrieven om buurtgerichte acties aan te kondigen. In de bijlage van het Handboek Handhaving Fietsparkeren zijn verschillende voorbeelden van bewonersbrieven opgenomen. Gelijktijdig met het versturen van de bewonersbrief start dan (op hetzelfde postcodeniveau) de campagne Doe mee, parkeer je fiets oké' en/of Klaar met je Fiets. Zo weten bewoners vooraf wat ze moeten doen om te voorkomen dat hun fiets wordt verwijderd en kunnen zij desgewenst hun oude fiets laten ophalen. d Ook worden de acties aangekondigd via andere media, zoals tags op fietsen, posters, flyers, nieuwsbrief, de buurtnieuwsbrief en het huis-aan-huisblad. 27 In het handboek staat dat de gemeente een kalender voor Amsterdammers maakt met acties voor handhaven op de maximale parkeerduur van zes weken. Deze kalender zou online, in de krant en de afvalwijzer worden gepubliceerd zodat burgers sneller en beter op de hoogte zouden zijn van acties. 28 De kalender is niet in gebruik genomen. Daarom wordt in de evaluatie van het handboek ambtelijk voorgesteld de publiekskalender niet meer te noemen in het handboek. 29 b) Doorbreken van de 'mindset' dat er geen regels zijn voor de fietsparkeerder De gemeente communiceert voldoende helder over de regels voor fietsparkeren. Een stap verder is dat de gemeente bewust inzet om de 'mindset' van de fietser dat er geen regels zijn voor de fietsparkeerder te veranderen. Of de gemeente hier voldoende aandacht voor heeft, hebben we op basis van drie punten bekeken: 1) is er beleidsmatige aandacht voor, 2) is er bij structurele communicatie uitingen of stedelijke campagnes aandacht voor, 3) wordt gemeten of er sprake is van het doorbreken van de 'mindset' bij de fietsparkeerder. Ad 1 Beleidsmatige aandacht In het beleid van de gemeente is voldoende aandacht voor het doorbreken van de mindset d De campagne 'Klaar met je fiets' is geëvalueerd. Besloten is de campagne voort te zetten, maar wel met het doel dat de ophaalservice overbodig wordt MJP Fiets: Vanaf half 2017 besteedt de bijbehorende campagne meer aandacht aan de reguliere mogelijkheden om een oude fiets in te leveren, via de openbare afvalcontainer of een Afvalpunt. Het is de bedoeling dat de ophaalservice overbodig wordt. 13

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM van fietsers om ze meer bewust te maken van het bestaan van fietsparkeerregels. Zo staat in het Kader Fietsparkeren dat ongebruikte fietsen en wrakken niet thuis horen in de openbare ruimte en dat het niet altijd erg is om een stukje te moeten lopen om de fiets te kunnen parkeren. 30 Het Uitvoeringsprogramma fietsparkeren van West besteedt ook aandacht aan gedragsbeïnvloeding van de fietser in Amsterdam. Zo gaat het erom de fietser bewust te maken dat je op drukke plekken iets meer moeite moet doen om je fiets te stallen; als de fiets niet meer gebruikt wordt, deze naar de afvalverwerking gebracht wordt; als de fiets langere tijd niet gebruikt wordt, deze op een plek wordt gestald waar anderen er geen last van hebben. 31 In het Handboek Handhaving Fietsparkeren wordt ook benadrukt dat het van belang is om de fietser duidelijk te maken dat de fietser profiteert van de handhaving omdat dit bijdraagt aan de beschikbaarheid van fietsparkeerplekken. Ad 2 Aandacht in structurele communicatie uitingen of stedelijke campagnes In het Meerjarenplan fiets 2017-2022 is ruim aandacht voor het realiseren van een gedragsverandering bij de fietsers, zodat er minder hinder door fietsers wordt ervaren. Dit wordt het 'nieuwe fietsparkeren' genoemd. De gemeente gaat hiervoor een nieuwe stadsbrede campagne ontwikkelen. Deze nieuwe campagne zal gericht zijn op het bewust maken van fietsers dat in drukke (uitgaans-)gebieden de fiets soms beter wat verder weg geparkeerd kan worden. Een ander doel van de campagne is om bij parkerende fietsers te wijzen op de aanwezigheid van fietsenstallingen, waar de fiets beter geparkeerd kan worden dan in de openbare ruimte. 32 De rve VO&R werkt aan een concrete uitwerking voor deze campagne gericht op het nieuwe fietsen. Centrum laat ook zien het gedrag van de fietser van belang te vinden, door in hun reactie op het Meerjarenplan Fiets het college te adviseren om stevig in te zetten op het gedrag van de fietser. Centrum noemt hier het vrijhouden van ruimte op de stoep, door de fiets een stukje verder te parkeren, waarmee andere gebruikers van de openbare ruimte worden gefaciliteerd. 33 De gemeente zet gebiedsgerichte campagnes in drukke gebieden in, zoals 'Fietsvrij Rembrandtplein', om de fietser ervan bewust maken dat de fiets daar niet overal geparkeerd kan worden, maar dat er regels gelden. De gemeente plaatst ook berichten op sociale media. Voorbeelden hiervan uit 2017 zijn te vinden in bijlage 2. Een andere manier waarop de gemeente probeert de 'mindset' van de fietser te veranderen is door de inzet van fietscoaches op plekken waar veel sprake is van fietsparkeeroverlast. Dit gebeurt soms door de gemeente zelf en soms ook in samenwerking met andere organisaties. Voorbeelden van plekken waar wordt gewerkt met fietscoaches zijn: Leidseplein, de Dam, De Hallen, Hogeschool van Amsterdam, Oostpoort en Christiaan Huygensplein. Ad 3 Het meten van het doorbreken van de mindset Als het gaat om het bewerkstelligen van een gedragsverandering dan zou gemeten moeten worden of de ingezette maatregelen leiden tot een toename van mensen die zich aan de regels houden of een afname van het aantal overtredingen. De gemeente evalueert de inzet 14

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK van fietscoaches en campagnes die worden ingezet. Deze evaluaties en metingen laten zien dat fietsers zich steeds meer bewust zijn van de fietsparkeerregels en daarmee bijdragen aan het doorbreken van de mindset. De gemeente (Centrum) heeft op verschillende momenten gekeken of de inzet van fietscoaches effectief is om het gedrag van de fietsparkeerder te beïnvloeden. Het bleek dat het parkeergedrag van de fietser door de inzet van fietscoaches effectief kan worden beïnvloed (80% is bereid de fiets ergens anders te parkeren als de fietser daarop wordt aangesproken). Een voorwaarde is dat er voldoende plek is om de fiets netjes te parkeren, de regels helder worden gecommuniceerd, de fietscoaches de fietsers op een nette manier aanspreken en de inzet gecombineerd wordt met handhaving. Het effect van de fietscoaches ebt echter snel weg als de fietscoaches weg zijn, ook is het gebied waar de fietscoaches actief zijn van invloed op de effectiviteit van de fietscoaches. Het blijft lastig te beoordelen of de inzet van fietscoaches op de lange termijn effect hebben, maar het lijkt dat het bijdraagt aan een toenemend bewustzijn dat de fiets niet meer overal kan worden neergezet. 34 In 2015 is de campagne 'Bike Rules' geëvalueerd. Bij deze campagne werd in de Fietsflat via grondmarkeringen en borden aangeven welke regels gelden: 1) fietsen moeten in het rek en 2) fietsen mogen maximaal twee weken geparkeerd staan. Uit de evaluatie blijkt dat de bekendheid van de regel dat in de voorzieningen moet worden geparkeerd niet is toegenomen (die blijft rond de 80%), wel zijn de fietsers meer bekend met de maximale parkeerduur (van 33% naar 68%). De borden zelf worden door ongeveer de helft van de parkeerders opgemerkt. Uit de tellingen blijkt dat de fietsers de fiets al in hoge mate in de voorzieningen parkeerden (90% en dat dit gestegen is naar 95%). De gebruikers schatten de kans dat hun fiets wordt weggeknipt groot in. Dit is gestegen van 16% naar 63%. 35 Er is in deze evaluatie niet gekeken naar het aantal overtredingen van de parkeerduur van twee weken. De campagne 'Klaar met je Fiets' die in maart 2015 is gestart. Deze had als een van de doelstellingen: " bijdragen aan de bewustwording en gedragsverandering bij het publiek: het achterlaten van een oude fiets in de openbare ruimte is asociaal". Doelstelling hierbij was dat 35% van de Amsterdammers zich bewust is dat het niet normaal is om je fiets in de openbare ruimte te laten verkrotten. Uit de metingen blijkt dat voor aanvang van de campagne al twee derde van de respondenten dit niet normaal vond en dat dit percentage niet is toegenomen na afloop van de campagne. Deze campagne heeft dus niet bijgedragen aan het veranderen van de mindset. 36 15

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM c) Juridisch correct waarschuwen van overtreders van regels In het Handboek Handhaving Fietsparkeren is duidelijk aangegeven wanneer en hoe er gehandhaafd wordt bij verschillende overtredingen die bij het fietsparkeren kunnen worden begaan. Een waarschuwingssticker heeft in de praktijk een waarschuwende functie: Let op, als u geen actie onderneemt wordt uw fiets verwijderd. In het Handboek Handhaving Fietsparkeren is een bijlage opgenomen waarin de voorbeeldteksten zijn opgenomen voor alle vormen van handhaving op fietsparkeerovertredingen. In het handboek werden zeven verwijderlabels (stickers) voor fietsovertredingen onderscheiden. 37 Deze verwijderlabels zijn in de praktijk niet gebruikt. Het bleek voor de handhavers niet uitvoerbaar om met zoveel verschillende stickers te werken. Positief is dat uiteindelijk de gemeente gekozen heeft voor één type sticker, die alle stadsdelen gebruiken. Naar aanleiding van de evaluatie van het handboek is geadviseerd het handboek hierop aan te passen. 38 In bijlage 3 zijn de oude stickers van Centrum, Oost en West opgenomen, evenals de nieuwe sticker voor alle fietsverwijderaars van Amsterdam. De nieuwe sticker voldoet grotendeels aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht. 39 De sticker vermeldt de datum, geeft aan wanneer de fiets verwijderd wordt, en het tijdstip van de overtreding. Minimale vereisten informatiesticker De waarschuwingsstickers die de toezichthouders op de fietsen plakken zijn in juridische zin beschikkingen. In de beschikking moet volgens de Awb staan: 40 de datum; de aard van de overtreding (omschrijving en wetsartikel); de termijn die de overtreder heeft om herstelmaatregel uit te voeren (begunstigingstermijn); hoe de situatie kan worden hersteld; de kosten die op de overtreder worden verhaald. De sticker is een enorme vooruitgang vergeleken met de eerdere verschillende stickers uit 2014. Wat nog niet helemaal correct is, is dat op de sticker de aard van de overtreding aangeduid wordt met een algemene zin met daarin een opsomming van meerdere overtredingen en voor de kosten en de hersteltermijn wordt verwezen naar de website www.amsterdam.nl/fiets. De gemeente geeft met deze sticker aan dat bestuursdwang wordt toegepast, als de overtreding niet ongedaan wordt gemaakt binnen de daarvoor geldende begunstigingstermijn. Ambtelijk wordt er regelmatig gekeken of de sticker verbeterd moet worden. De stickers worden door het Fietsdepot gekocht en uitgegeven. Bij bestelling van nieuwe stickers vraagt het Fietsdepot aan betrokkenen, communicatie, handhavers en het Juridisch Bureau of ze nog voldoen aan de wettelijke vereisten en of er andere aanpassingen noodzakelijk zijn. 41 16

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK 4 Aanbeveling 4 Betere samenwerking Aanbeveling 4 Samenwerking Zorg voor betere samenwerking door: (a) heldere afspraken te maken tussen het Fietsdepot en de stadsdelen en het aanleveren van verwijderde fietsen; (b) bij incidentele acties een stedelijke aanpak te overwegen. Toelichting aanbeveling Uit ons onderzoek bleek dat de samenwerking en coördinatie tussen de stadsdelen en DIVV (zowel beleid als Fietsdepot) nog niet optimaal was. Het efficiënt verwijderen en verwerken van fietsen is noodzakelijk omdat stadsdelen steeds vaker en intensiever gaan handhaven op fietsparkeren. Door meer samen te werken en de handhaving op een efficientere manier in te richten, is het mogelijk om ondanks een toename in het aantal verwijderde fietsen, de kosten voor handhaving te beperken. De aanbeveling bestond uit twee delen. a) Heldere afspraken maken tussen het Fietsdepot en de stadsdelen Over de aanlevering van fietsen bij het Fietsdepot bestonden geen afspraken tussen de stadsdelen en het Fietsdepot. Dit leidde regelmatig tot filevorming bij het Fietsdepot omdat de stadsdelen tegelijk aankwamen. Daarnaast waren ook de grote verwijderingsacties (bijvoorbeeld rondom stations en bij evenementen) niet op elkaar afgestemd, zodat er soms te veel fietsen bij het Fietsdepot werden aangeleverd en op andere momenten de capaciteit van het Fietsdepot juist niet optimaal werd benut. Door het maken van afspraken zou met name de piekbelasting bij het Fietsdepot voorkomen moeten worden. Naast de piekbelasting waren er nog twee problemen waarover afspraken gemaakt zouden kunnen worden: namelijk de lange bewaartermijn van hinderlijk geplaatste fietsen en het aanleveren van verwaarloosde fietsen en wrakken door de stadsdelen. Probleem was dat veel verwaarloosde fietsen eigenlijk als fietswrak konden worden getypeerd, onnodig naar het Fietsdepot gebracht werden en op basis van de afvalstoffenverordening direct naar het Afvalpunt gebracht konden worden. b) Overweeg bij incidentele acties een stedelijke aanpak Een samenwerking tussen de stadsdelen zou ook nuttig kunnen zijn op projectbasis. De gemeente onderkende dit probleem. Er was ook begonnen aan het doorvoeren van verbeteringen, maar die kwamen nog niet goed van de grond. 17

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Reactie college mei 2014 Het college nam de aanbeveling over. Het college liet in de bestuurlijke reactie weten van mening te zijn dat een goede samenwerking tussen het Fietsdepot en de stadsdelen essentieel is. Sinds begin 2013 was er al sprake van intensiever contact tussen de partijen. Het Fietsdepot bereidde een digitale handhavingskalender voor (naar verwachting klaar in de tweede helft van 2014). In deze handhavingskalender zouden verwijderacties kunnen worden aangekondigd en op elkaar kunnen worden afgestemd om zo piekbelasting en lange wachttijden bij het Fietsdepot te voorkomen. In het Kader Fietsparkeren zou uitgewerkt worden in welke gevallen een centraal aangestuurde aanpak te prefereren is boven afzonderlijke acties van de stadsdelen. 18

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK De aanbeveling om de samenwerking tussen de stadsdelen en het Fietsdepot te verbeteren spitste zich toe op a) het maken van heldere afspraken over het verwijderen van fietsen en b) het overwegen van een stedelijke aanpak bij incidentele acties. We gaan eerst in op de opvolging van deze aanbeveling. Vervolgens bespreken we nog aanvullende bevindingen die wat dieper ingaan op de situatie rondom de samenwerking tussen de stadsdelen en het Fietsdepot. 4.1 Opvolging aanbeveling a) heldere afspraken maken tussen het Fietsdepot en de stadsdelen over het aanleveren van verwijderde fietsen Bij deze aanbeveling ging de rekenkamer concreet in op twee punten waar verbetering noodzakelijk was. Ten eerste was dat afspraken over de dagelijkse aanvoer van fietsen gericht op een betere spreiding van de stroom over de dag. Ten tweede betrof dat de kwaliteit van de aangeleverde fietsen. Afspraken over de dagelijkse aanvoer van fietsen en het verbeteren van de spreiding In het Handboek Handhaving Fietsparkeren wordt vastgesteld dat de capaciteit van het Fietsdepot bepalend is voor de hoeveelheid verwaarloosde, ongebruikte en foutgeparkeerde fietsen die in Amsterdam kunnen worden verwijderd. e In het handboek wordt benadrukt dat de capaciteit van het Fietsdepot optimaal kan worden benut als het Fietsdepot een gelijkmatige aanvoer van fietsen krijgt. 42 Het Fietsdepot heeft een beperkte registratiecapaciteit waardoor 1) er een maximaal aantal fietsen per dag is dat bij het Fietsdepot kan worden geregistreerd en 2) continuïteit bij de aanlevering van fietsen wenselijk is. Het eerste punt de maximale registratiecapaciteit per werkdag wordt bepaald door de het contract met Philadelphia waarin is afgesproken dat de maximale registratiecapaciteit 225 fietsen per dag bedraagt, als er meer fietsen geregistreerd moeten worden moet meerwerk betaald worden. Om beter grip te houden op de dagelijkse instroom gaf het college in de reactie aan dat er in 2014 een digitale handhavingskalender voor handhavers (planningstool) in alle gebieden zou komen. Het Fietsdepot heeft dit opgepakt en een planningstool gemaakt. 43 Concreet was deze planningstool een gezamenlijke Outlookagenda waarin de stadsdelen de geplande fietsverwijderacties van meer dan 40 fietsen konden aangegeven. De stadsdelen maken geen gebruik van deze planningstool. Het Fietsdepot zegt het gebruik van een dergelijk instrument niet te kunnen afdwingen. De stadsdelen Oost, Zuid en Centrum kondigen bij het Fietsdepot wel aan wanneer zij een actie gaan uitvoeren. Vervolgens zorgt het Fietsdepot ervoor dat de capaciteit er is om dit mogelijk te e Aangeleverde fietsen bij het Fietsdepot: 2015 62.303 (waarvan 24.920 verwaarloosd), 2016: 63.719 (waarvan 23.797 verwaarloosd) en 2017: 80.497 (waarvan 23.114 verwaarloosd). Bron: opgave Fietsdepot. 19

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM maken. 44 De maximale dagelijkse registratiecapaciteit wordt volgens het Fietsdepot in 2016 36 keer overschreden en in 2017 113 keer. 45 Dit blijkt ook uit onderstaand kader. Aantal dagen dat meer dan 225 fietsen bij het fietsdepot worden aangeleverd Het Fietsdepot heeft geanalyseerd hoe vaak er sprake was een overschrijding van de dagelijkse maximale registratiecapaciteit. Deze analyse is hieronder opgenomen. Bron: opgave Fietsdepot per mail aan rekenkamer op 13 maart 2018 Uit de analyse blijkt in 2017 een grote stijging in het aantal dagen dat er sprake is van het aanleveren van meer dan 225 fietsen per dag ten opzichte van 2016. Bovenstaand kader roept de vraag op of de uitvoering van het verwijderen van fietsen en de contractafspraken van het Fietsdepot met Philadelphia voldoende op elkaar aansluiten. En vervolgens welke aanpassingen nodig zijn om de stroomlijning te verbeteren; moeten de contractafspraken worden aangepast of moet het proces anders worden georganiseerd? Bij het tweede punt het aanvoermoment van de stadsdelen constateerden we in 2014 dat de stadsdelen veelal gelijktijdig aankwamen om de fietsen af te leveren bij het Fietsdepot. Dit zorgde voor filevorming, wat leidde tot extra wachttijd voor de handhavers. We zien nu dat de stadsdelen hiermee proberen rekening te houden. Zo bewaart West de fietsen aan het einde van de dag op de werf en brengt de fietsen 's ochtends als eerste naar het Fietsdepot. Bij Centrum begint een team later dan de andere teams en werkt van 09.00 tot 17:00, met als doel bij te dragen aan een betere spreiding van de aanvoer bij het Fietsdepot. 46 Volgens het Fietsdepot is er echter nog steeds onvoldoende sprake van een constante flow in de aanvoer van fietsen. 47 In 2014 was deze maximale opslagcapaciteit bijna bereikt. Dit zorgde ervoor dat de knelpunten tussen de aanlevering door de stadsdelen en het Fietsdepot groot waren. In november 2014 heeft het college besloten de bewaartermijn voor gevaarlijk of hinderlijk geparkeerde fietsen op het Fietsdepot te verkorten van dertien weken naar zes weken. Dit maakt het mogelijk om bij het Fietsdepot op jaarbasis 104.000 goede fietsen te bewaren. 48 20

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Dit besluit heeft de druk op het Fietsdepot wat betreft de opslagcapaciteit verlaagd, waardoor de situatie minder nijpend is dan in 2014. Kwaliteit van de aangeleverde fietsen Bij aanbeveling 1 constateerden we dat voor het Fietsdepot een onderscheid in kwaliteit van de fietsen van belang is. Dat betekent een onderscheid in fietswrak, verwaarloosde fiets en goede fiets. Dit onderscheid is van belang vanwege de registratiecapaciteit, opslagcapaciteit (bewaartermijn, capaciteit, ophaalpercentage) en de afspraken met de koper. Het ontbreken van een onderscheid tussen fietswrakken, verwaarloosde fietsen en 'goede' fietsen leidt ertoe dat de registratiecapaciteit niet optimaal wordt benut en dat het Fietsdepot de gemaakt afspraken met de opkoper niet kan nakomen. Tabel d Soorten fietsen en gevolgen voor registratie, opslag en afspraken met de opkoper Categorie fiets Registratie Opslag Opkoper Fietswrak Fietsen moeten worden afgeleverd bij AEB en niet bij het Fietsdepot. Verwaarloos- Enkele kenmerken twee weken bewaar- 1 per fiets de fiets termijn capaciteit op depot voor 40.000 fietsen ophaalpercentage: 0,5% ophaalpercentage 3% (zeswekenfiets) 'Goede' fiets Gedetailleerde regi- zes weken bewaar- 40 per fiets stratie van kenmer- termijn ken capaciteit op depot voor 104.000 fietsen ophaalpercentage foutgeparkeerde fietsen (37%) Bron: Opslagcapaciteit 'goede fietsen': Gemeente Amsterdam, Collegevoordracht, Verkorten bewaartermijn om de opslagcapaciteit van het Fietsdepot te vergroten en verhogen tarief Fietsdepot, 11 november 2017, p. 4 & Opslagcapaciteit verwaarloosde fietsen: Rekenkamer Amsterdam, Definitief verslag Betrokkenenoverleg over voorlopige bevindingen, 7 maart 2018, p. 7 & Capaciteit Fietsdepot: Ophaalpercentages: Gemeente Amsterdam, Mogelijk nieuwe locatie fietsdepot: onge- 21

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM bruikte metrotunnel bij CS, p. 5 & Opkoper: Rekenkamer Amsterdam, Gespreksverslag Oost, 15 november 2017, p. 3 Aangepast na gesprek Fietsdepot. Om het probleem rondom de kwaliteit van de aangeleverde fietsen bij het Fietsdepot op te lossen zijn afspraken vastgelegd in het Kader Fietsparkeren en het Handboek Handhaving Fietsparkeren. Deels is dit ook al bij aanbeveling 1 aan de orde gekomen, om te benadrukken dat het hier ook te maken heeft met samenwerking benoemen we deze hier nogmaals. Een belangrijke afspraak uit het Kader Fietsparkeren was dat fietswrakken niet meer bij het Fietsdepot worden afgeleverd, maar worden aangeleverd bij AEB. 49 De stadsdelen Centrum en Oost brengen de fietswrakken naar AEB, West brengt deze nog naar Kapteijn Metaal Recycling. 50 Volgens het Fietsdepot worden er nog steeds fietswrakken bij het Fietsdepot afgeleverd: 50% van de aangeleverde verwaarloosde fietsen is wrak en van de ongebruikte en foutgeparkeerde fietsen is nog zo n 20% wrak en het overgrote deel verwaarloosd. Het blijkt dat met name tussen de ongebruikte fietsen van de stadsdelen Oost en West te veel verwaarloosde fietsen zitten. 51 Dit komt doordat de beoordelingscriteria in het handboek in de praktijk niet zo eenduidig zijn (zie ook aanbeveling 1). 52 Ook wordt de redeneerlijn uit het Kader Fietsparkeren (zie aanbeveling 1) door de stadsdelen niet altijd gevolgd. 53 Dit leidt ertoe dat als de stadsdelen fietsen aanleveren die zijn verwijderd als ongebruikte fietsen dit zowel fietswrakken, verwaarloosde fietsen en 'goede' fietsen zijn. b) bij incidentele acties een gezamenlijke aanpak Naast structurele samenwerking is het voor stadsdelen ook nuttig om projectgericht samen te werken. Tot op heden gebeurt dat zeer beperkt. In 2017 is er om deelfietsen uit de stad te verwijderen gekozen voor een centraal stedelijk gecoördineerde actie. 54 In het Meerjarenplan Fiets is budget (ca 2 miljoen verspreid over vijf jaar) opgenomen voor een eenmalige schoonmaakactie van ongebruikte fietsen binnen de Ring A10 ten Zuiden van het IJ. Het plan was deze actie al in 2017 te houden, maar vanwege de urgentie om deelfietsen in de stad te verwijderen is dit uitgesteld. De rve Verkeer en Openbare Ruimte zal in samenwerking met de stadsdelen een uitvoeringsplan opstellen voor deze schoonmaakactie. Naast dat dit ruimte in de fietsparkeervoorzieningen moet opleveren, moet dit leiden tot een verbetering van de handhavingsorganisatie en een meer uniforme wijze van het verwijderen van fietsen. 55 Er wordt nu overwogen te kiezen voor een meerjarige aanpak vanaf 2018 tot 2022. 22

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK 4.2 Overige bevindingen Naast bovenstaande conclusies over de opvolging van de aanbevelingen hebben we gedurende het opvolgingsonderzoek meer interessante bevindingen gedaan die te maken hebben met de samenwerking tussen de stadsdelen en het Fietsdepot. De volgende bevindingen lichten we hieronder nader toe: Beoogde verbeteringen in de fietsverwijderketen komen niet van de grond Betrokkenen onderkennen zelf de noodzaak van meer samenwerking Meerdere oorzaken voor de knelpunten bij de beoordeling van fietswrakken en verwaarloosde fietsen Start centrale fietsverwijderorganisatie per 1 januari 2019 Mogelijk besluit tot een tweede locatie van het Fietsdepot vereist coördinatie en een strikte beoordeling van de kwaliteit van de fietsen Beoogde verbeteringen in de fietsverwijderketen komen niet van de grond In 2014 constateerde de rekenkamer dat de samenwerking tussen de stadsdelen en het Fietsdepot moest verbeteren om de efficiëntie van het fietsverwijderproces te vergroten. Knelpunt was dat de betrokken partijen vanuit hun eigen belangen naar elkaar wezen voor het vinden van de beste oplossing. In tabel 2 geven we inzicht in de verschillende rollen en belangen van de betrokken partijen. Tabel 2 Betrokken partijen bij het verwijderen van fietsen en hun belang Partij rve V&OR Stadsdelen Fietsdepot (rve Parkeren) Juridische Bureau Burger Rol Opstellen be- Uitvoering Registratie en Opstellen ju- Kunnen be- leid van de hand- opslag van ridisch kader. schikken over having op het fietsen. Afhandeling voldoende fietsparkeren. Teruggave bezwaar en beschikbare Oren- en van fietsen beroepspro- fietsparkeer- ogenfunctie aan eigenaar. cedures. plekken en bij het signa- Voorkoming ordelijke leren en van gegronde openbare agenderen bezwaren. ruimte. van knelpun- Adviseren Kennis heb- ten. over het ver- ben van de beteren van fietsparkeer- de juridische regel uitvoerings- Verwijderde kwaliteit. fiets terugkrijgen. 23

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Partij rve V&OR Stadsdelen Fietsdepot (rve Parkeren) Juridische Bureau Burger Belang Doelrealisa- Efficiënte wij- Bewaken van Zorgvuldig Ruimte voor tie: Meer ze van fiets- de beperkte verwijderen het fietspar- ruimte op verwijderen, registratie- en van fietsen keren. straat om mede vanwe- opslagcapaci- om burgers Duidelijkheid fietsen te ge de beperkt teit en nako- de kans te over doel en parkeren. De beschikbare men afspra- geven fietsen regels van maximale handhavings- ken met de op te halen. fietsverwijde- bezetting van capaciteit. opkoper. Consequente ren. de fietspar- navolging van Zorgvuldig en keervoorzie- de procedure snel kunnen ningen is 85% afspraken om ophalen van en de par- (gegronde) fiets. keerdruk bui- bezwaren te ten de rekken voorkomen. is maximaal 125%. Voor verbetering was meer wederzijds begrip voor elkaar standpunten noodzakelijk. 56 Niet alleen de rekenkamer constateerde dat er verbeteringen noodzakelijk en mogelijk waren. Er werden in die tijd meerdere onderzoeken uitgevoerd die gelijksoortige conclusies trokken. 57 We constateren nu dat er binnen de gemeente Amsterdam nog altijd weinig vooruitgang wordt geboekt om de stroomlijning in het gehele proces van de fietsverwijderketen te verbeteren. Bij de rve Verkeer en Openbare Ruimte wordt aangegeven dat dit te maken heeft met de organisatie rondom het fietsparkeren. Er zijn meerdere betrokkenen met verschillende belangen en er is niet één bestuurder verantwoordelijk voor het fietsparkeren, aangezien de stadsdelen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. 58 Betrokkenen erkennen zelf de noodzaak van meer samenwerking Tijdens een ambtelijk groepsgesprek dat de rekenkamer op 7 maart 2018 organiseerde ter afronding van de onderzoeksfase bleek dat de betrokkenen bereid zijn om op korte termijn initiatieven te ontwikkelen om verbeteringen door te voeren. Tijdens de groepsbijeenkomst werd de toezegging gedaan om bij een bijeenkomst over ketensamenwerking bij het verwijderen van fietsen vier punten vast te leggen waar de komende periode aan gewerkt zal worden om de samenwerking te verbeteren. 59 De volgende punten actiepunten zijn daaruit voortgekomen: 1. Starten met een stuurgroep, waarin de ketenpartners rve THOR, rve Parkeren, rve V&OR, Juridisch Bureau en stadsdelen (manager fietsparkeerhandhaving) zijn ver- 24

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK tegenwoordigd. De stuurgroep komt periodiek bijeen (één keer per zes weken) om beleid, uitvoering, prioritering, planning en processen af te stemmen; 2. Op korte termijn zal in een aantal praktijkbijeenkomsten van de medewerkers Fietsdepot en handhavers de definitiediscussie over wrakken/verwaarloosde fietsen worden beslecht; 3. De stadsdelen zorgen ervoor dat met ingang van 1 mei 2018 een contactpersoon is aangewezen voor de ketenpartners (voor afstemming over knelpunten en processen); 4 De ketenpartners rve THOR, rve Parkeren, rve V&OR, Juridisch Bureau en stadsdelen (manager fietsparkeerhandhaving) gaan werken aan het opstellen van een uniform werkproces voor de handhaving fietsparkeren (van signaleren t/m verkoop van fietsen). Daarnaast gaat West intensief samenwerken met Centrum. Concreet betekent dit dat vooruitlopend op de nieuwe organisatievorm de fietsverwijderaars van West worden toegevoegd aan het team van Centrum en dat gezamenlijk ook de handhaving op fietsparkeren in West wordt opgepakt. Oost gaf aan bereid te zijn om af te stemmen op welke momenten wordt gemarkeerd, gestickerd en verwijdert om te zorgen voor meer gelijkmatige aanvoer. 60 Oorzaken voor knelpunten bij fietswrakken en verwaarloosde fietsen We constateerden al dat de beoordelingscriteria uit het Handboek Handhaving Fietsparkeren onvoldoende een oplossing bieden om een goed onderscheid te maken tussen fietswrakken en verwaarloosde fietsen. Uit verschillende gesprekken die de rekenkamer gevoerd heeft en het verslag van de bijeenkomst Update Handhaving Fietsparkeren komen als mogelijke oorzaken naar voren: Beoordeling van de fietsen op straat is onvoldoende. Verschillende verklaringen worden daarvoor aangedragen: Het beoordelen van fietsen is subjectief. 61 Fietsverwijderaars zijn onvoldoende opgeleid om de fietsen goed te beoordelen; 62 Het beoordelen van fietsen op straat is niet goed mogelijk en kan alleen door een taxateur gebeuren. 63 Bewuste keuze om fietsen in meer of mindere mate te beoordelen als fietswrak of verwaarloosde fiets, met als genoemde verklaringen: Voorzichtig beoordelen van fietsen om claims te voorkomen; 64 Vanwege efficiëntie-overwegingen verwaarloosde fietsen als wrak beoordelen en mogelijk risico van een gegrond bezwaar en claim incalculeren. 65 Bovenstaande punten onderstrepen dat de definities niet consequent worden toegepast door alle betrokkenen, zoals ook bij de opvolging van aanbeveling 1 aan de orde kwam. Realisatie van het cluster Stadsbeheer Het college heeft op 13 februari 2018 besloten tot de vorming van het cluster Stadsbeheer. 25

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Dit cluster bundelt een groot deel van de uitvoerende werkzaamheden in de openbare ruimte, gericht op het dagelijks beheer en onderhoud van de stad. Het toezicht en de handhaving van de openbare ruimte zullen worden ondergebracht bij de rve Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR). Alle medewerkers die op dit moment in de stadsdelen en bij de rve Handhaving & Toezicht werken bij het toezicht en de handhaving in de openbare ruimte worden hier ondergebracht. Binnen THOR zal gewerkt worden met een driedeling in gebiedsgebonden inzet, specialistische inzet en flexibele inzet. De handhaving op het fietsparkeren wordt hierbij als handhavingsspecialisme ondergebracht bij een toegewijd team. De opgave bij het fietsparkeren is samen met de ketenpartners (de rve s V&OR,THOR, Parkeren en het Juridisch Bureau) te komen tot een efficiënt en effectief ingericht proces waarbij de gezamenlijke opgave centraal staat. Per 1 januari 2019 zal de nieuwe organisatie formeel starten, maar inmiddels is de dagelijkse aansturing van het toezicht en de handhaving al samengevoegd. 66 Nieuwe Fietsdepot vereist coordinatie en strikte beoordeling van de kwaliteit van de fietsen De gemeente heeft een haalbaarheidsstudie afgerond naar de mogelijkheid om een alternatieve of tweede locatie van het Fietsdepot in de tunnelbuis nabij het Centraal Station te openen. Uit de haalbaarheidsstudie blijkt dat het waarschijnlijk mogelijk is om daar een Fietsdepot te realiseren. De voordelen van een Fietsdepot op deze locatie zijn: 1) het verminderen van de reistijd voor de fietsverwijderaars, waardoor het aantal ritten toeneemt, 2) voor de eigenaren van de verwijderde fietsen is het eenvoudiger om de fiets op te halen, dit zorgt voor verhoging van het ophaalpercentage naar 80 à 90%. Bij de haalbaarheidsstudie is in eerste instantie uitgegaan van de opslag van uitsluitend 'goede' fietsen. Hiervoor moet er een betere afstemming plaatsvinden bij het aanleveren van fietsen dan in de huidige situatie. En de vervuiling van fietswrakken tussen de aangeleverde fietsen moet worden tegengegaan. Afhankelijk hiervan wordt besloten of het nieuwe depot bij CS een tweede depot wordt of dat dit depot in de plaats van het huidige fietsdepot (in Westpoort) komt. Daarnaast is het noodzakelijk dat het huidige registratiesysteem bij het Fietsdepot en de verwijderapplicatie ifiets bij de stadsdelen worden vervangen voor een systeem waarin fietseigenaren zelf hun fiets kunnen terugvinden. Ook kan het noodzakelijk blijken nieuwe besluiten te nemen over de bewaartermijn van verwijderde fietsen en nieuwe afspraken te maken met de opkoper. Op basis van de huidige gegevens is de verwachting dat bouw van het tweede Fietsdepot in de tunnelbuis nabij CS eind 2020 kan starten. 67 26

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK 5 Aanbeveling 5 Onderzoek gestickerde fietsen Aanbeveling 5 Verschil stickers en 'verwijderd' Doe nader onderzoek naar de verschillen tussen de gestickerde en verwijderde fietsen Toelichting aanbeveling Uit ons onderzoek bleek dat er aanzienlijke verschillen bestonden tussen het aantal gestickerde en het aantal door de handhavers verwijderde verwaarloosde fietsen. Centrum verwijderde in 2014 62% van de gestickerde verwaarloosde fietsen, West 53% en Oost slechts 34%. In de gesprekken die wij voerden passeerden verschillende mogelijke verklaringen voor dit verschil de revue: Burgers kunnen gestickerde fietsen opknappen of verplaatsen; Derden kunnen gestickerde fietsen ophalen (diefstal aangezien de fietsen onrechtmatig worden verwijderd); De handhavers doen niet helemaal zorgvuldig hun werk. Daarom vond de rekenkamer dat het college de verschillen tussen gestickerde en verwijderde fietsen nader moest onderzoeken. Op die manier kon duidelijk worden wat de daadwerkelijke verklaring voor de verschillen tussen gestickerde en verwijderde fietsen is. Reactie college mei 2014 Het college neemt de aanbeveling over. Het college vond het doen van onderzoek naar de verschillen in het aantal gestickerde en verwijderde fietsen zinvol, omdat het kan bijdragen aan een efficiëntere werkwijze van de handhavers (voorkomen van nodeloos stickeren). Het college benadrukte dat het voor de gemeente geen doel op zich is om zoveel mogelijk gestickerde fietsen te verwijderen. Het is een middel om het doel, meer ruimte in de rekken en een goed bruikbare, openbare ruimte te realiseren. Wanneer fietsers door het stickeren aangespoord worden hun fiets op te knappen en weer te gebruiken, dan vindt het college dit juist positief. Bovendien is het ook nog eens goedkoper dan deze fietsen te laten verwijderen door de handhavers. 27

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM De gemeente heeft geen onderzoek uitgevoerd naar de verschillen tussen het aantal gestickerde en verwijderde verwaarloosde fietsen. In tegenstelling tot de bestuurlijke reactie in 2014, wordt ambtelijk nu aangegeven dat een dergelijk onderzoek niet bijdraagt aan het efficiënter verwijderen van fietsen en het voorkomen van onnodig stickeren. Wij constateren dat de aanbeveling vooral geïnterpreteerd is als het verminderen van 'onnodig' stickeren, wat niet de kern van de aanbeveling was. 68 Overigens kwam tijdens het ambtelijk groepsgesprek op 7 maart 2018 aan de orde dat er volgens de betrokkenen geen sprake is van 'onnodig' stickeren. Stickeren is immers noodzakelijk om een fiets te kunnen verwijderen. 69 De rekenkamer deed deze aanbeveling om meer zicht te krijgen op het gehele proces nadat een fiets gestickerd is, het gaat dus niet om de vraag of er sprake is van onnodig stickeren. De vraag is veel meer wat er gebeurt nadat een fiets gestickerd is. Vooral als geconstateerd wordt dat de verschillen tussen het aantal gestickerde en verwijderde fietsen in één gebied aanzienlijk groter is dan elders. Worden burgers inderdaad meer gestimuleerd om de fiets te gaan gebruiken, dan is het stickeren van fietsen een effectief instrument. Of leidt het stickeren van fietsen op bepaalde plekken tot ongewenste processen, zoals derden die fietsen verwijderen of handhavers die gestickerde fietsen naar de oud-ijzerhandelaar brengen in plaats van naar het Fietsdepot? De gemeente heeft hier de afgelopen periode geen aandacht aan besteed. Met de inwerkingtreding van de zeswekenregel in 2016 is een andere situatie ontstaan dan in de jaren daarvoor als het gaat om de verhouding tussen gestickerde en verwijderde 28

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK fietsen. Voor 2016 konden stadsdelen uitsluitend verwaarloosde fietsen verwijderen op basis van een tweeweken-begunstigingstermijn, nu kunnen de stadsdelen binnen de ring de fietsen verwijderen op basis van de zes-weken-parkeerduurregel, waarbij een begunstigingstermijn van één week geldt. Centrum heeft in het jaarverslag 2015, 2016 en 2017 wel aandacht voor de verhouding tussen het aantal gestickerde en verwijderde fietsen.. In de jaarverslagen 2016 en 2017 ziet Centrum een groot verschil tussen het aantal gestickerde en verwijderde fietsen voor fietsen die buiten het rek (foutgeparkeerde fiets) in een aanwijzingsgebied zijn geplaatst. Als oorzaak hiervoor noemt Centrum de begunstigingstermijn van een uur voor het parkeren van de fiets buiten het rek in een aanwijzingsgebied, zoals het Leidseplein. Volgens Centrum hebben fietsers kennis van deze regel en maken daarvan gebruik door de fiets buiten de voorziening te parkeren, vervolgens boodschappen te doen en ervoor te zorgen dat de fiets binnen het uur weer verwijderd is. 70 Onderstaande tabel laat zien hoeveel fietsen door de fietsverwijderaars in de stadsdelen Centrum, Oost en West gestickerd zijn en hoeveel er verwijderd zijn in 2017. Tabel 3 Gestickerde en verwijderde fietsen in 2017 Centrum Oost West Gestickerde fietsen 48.993 17.192 32.716 Verwijderde fietsen 33.119 12.664 12.891 Verhouding gestickerd/verwijderd 68% 71% 42% Bron: Centrum: Jaarverslag Fietsknipteam 2017, p. 3. Oost: E-mail aan rekenkamer, 2 februari 2018. West: Aantal verwijderde fietsen 2015, 2016, 2017, februari 2018. In de tabel valt op dat het percentage gestickerde en verwijderde fietsen in West in 2017 aanzienlijk lager is dan in Centrum en Oost. Om te duiden of dit een structureel verschil is hebben we ook gekeken naar de gegevens vanaf 2015, dan valt op dat de verhouding gestickerde/verwijderde fietsen in Oost in 2017 relatief hoog was, namelijk 71% van de gestickerde fietsen werd verwijderd. In 2013 scoorde Oost juist relatief laag. Toen werd slechts 34% van de gestickerde verwaarloosde fietsen verwijderd. 71 29

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM 6 Aanbeveling 6 Informatiegestuurd handhaven Aanbeveling 6 Informatiegestuurd handhaven Stimuleer informatiegestuurd handhaven door: (a) informatie over fietsen te registreren in één digitale verwijderapplicatie; (b) de kosten van het verwijderen van fietsen te monitoren. Toelichting aanbeveling Bij informatiegestuurd handhaven wordt gebruikt gemaakt van de beschikbare informatie om de handhaving in te zetten op die plekken waar dit echt noodzakelijk is. De rekenkamer concludeerde dat de data die aanwezig was in onder andere de verwijderingsapplicaties die de stadsdelen Centrum en West gebruikte nog onvoldoende werd benut om doelgericht te handhaven en het proces te verbeteren. Er werd nog te weinig nagedacht over de gewenste handhavingsintensiteit op verschillende plekken: Is het efficiënt om iedere week op een station te handhaven of is iedere twee weken efficiënter? Daarnaast constateerde de rekenkamer dat Oost nog geen geautomatiseerd systeem gebruikte voor het verwijderen van fietsen en dat de stadsdelen Centrum en West een digitale verwijderapplicatie op de iphone gebruikten. Bij het Fietsdepot zou een nieuw registratiesysteem in gebruik worden genomen, maar dit werd steeds uitgesteld. Hierdoor werden gegevens dubbel geregistreerd. Het verwijderen van fietsen zou efficiënter kunnen worden als alle stadsdelen de informatie over de fietsen zou vastleggen in een applicatie en deze informatie gekoppeld wordt aan het registratiesysteem van het Fietsdepot. Verder was het ook belangrijk om zicht te hebben op de kosten van het verwijderen. Twee van de drie stadsdelen hadden geen volledig zicht op de werkelijke kosten en opbrengsten. Hierdoor ontbrak een financiële prikkel om het proces te verbeteren. Inzage in de kosten kon eveneens helpen om meer informatiegestuurd te handhaven. Reactie college mei 2014 Het college nam de aanbeveling over. In de reactie van het college staat dat het college deze aanbeveling ondersteunt, bij de behandeling in de raadscommissie geeft de wethouder duidelijk aan de aanbeveling over te nemen. Het college gaf in de bestuurlijke reactie aan dat de randvoorwaarden hiervoor zijn enerzijds draagvlak bij de stadsdelen en anderzijds een geslaagd automatiseringstraject van de handhaving. Volgens het college was dit laatste weerbarsti- 30

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK ger dan gedacht. Centrum en West gebruikten al een goed werkende digitale applicatie als middel bij het registreren van te verwijderen fietsen. De applicatie zou in de tweede helft van 2014 worden aangesloten op het nieuwe digitale registratiesysteem van het Fietsdepot. De techniek was echter nog niet op orde. Dat is de reden dat dit systeem nog niet ingevoerd kon worden. Daarnaast liet het college weten dat in het Kader Fietsparkeren de wijze waarop de gemeente informatiegestuurd gaat handhaven verder zou worden uitgewerkt. Ook zou onderzocht worden of en hoe nieuwe technologische toepassingen (apps, chips, smart-cycling) hierbij gebruikt kunnen worden. De digitale applicatie van Centrum en West maakten het mogelijk goed zicht te hebben op welke soorten fietsen zij verwijderden. In het nawoord stelde de rekenkamer de vraag of techniek echt de oorzaak is van de vertraging en het een onmogelijke opgave is of dat een gebrek aan prioriteit een rol speelt. De aanbeveling van de rekenkamer gaat meer specifiek in op: a) Informatie over fietsen in één digitale verwijderingsapplicatie; b) Monitoren van de kosten van het verwijderen van fietsen. Hieronder lichtten we toe in hoeverre deze punten gerealiseerd zijn. Vervolgens gaan we nog in op andere interessante bevindingen die uit dit opvolgingsonderzoek blijken gerelateerd aan informatiegestuurd handhaven bij het fietsverwijderen. 6.1 Opvolging aanbeveling a) Informatie over fietsen in één digitale verwijderapplicatie Hoewel er heel wat verbeterd is, voldoet de huidige verwijderapplicatie nog niet en is dit deel van de aanbeveling nog in uitvoering. Bij het Fietsdepot is een vernieuwd registratiesysteem FRIS geïmplementeerd dat gekoppeld is aan de verwijderapplicatie van de hand- 31

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM havers. De handhavers (met uitzondering van Zuidoost) werken bij het verwijderen van fietsen met de digitale handhavingsapplicatie ifiets. Stadsdelen hebben allen een eigen contract met de aanbieder waardoor de functionaliteiten per gebied verschillen. 72 Vanuit de rve Parkeren en rve THOR (in oprichting) wordt gewerkt aan een marktverkenning naar een betere en goedkopere digitale oplossing voor de hele fietsverwijderorganisatie. 73 Met de oprichting van de rve THOR komt er één aanspreekpunt en centrale aansturing. Er komt daarmee een einde aan de situatie dat elk stadsdeel zijn eigen contract heeft met verschillende functionaliteiten. Het nieuwe systeem moet de volgende verbeterpunten opleveren: 74 Sterke reducering van de huidige kosten van FRIS en I-Fiets; Betere dienstverlening voor de burger vanwege zoekfunctie via internet; Kostenbesparing door reductie aantal telefoontjes naar 14020; Beter plannen van werkzaamheden en aanlevering van fietsen bij Fietsdepot; Betere kwaliteit foto's; Betere en eenvoudig te genereren managementrapportages; Facturatie aan eigenaar en opkoper gekoppeld aan de voorraad; Toegang tot het systeem voor het Juridisch Bureau; Een grotere organisatie maakt het systeem minder kwetsbaar; Beter zicht op de voorraad; Ook voor de realisatie van een Fietsdepot nabij het Centraal Station is een vereiste dat er een nieuw automatiseringssysteem komt voor het verwijderen van fietsen. 75 b) Monitoren van de kosten van het verwijderen van fietsen De rekenkamer vond in 2014 dat het zicht op de kosten moest verbeteren om daarmee een financiële prikkel te hebben om het proces te verbeteren. Het nadeel van het ontbreken van het zicht op de kosten is dat er geen afgewogen keuze kan worden gemaakt in prioritering, frequentie en de te leveren kwaliteit bij de handhaving. In het Kader Fietsparken is eenmalig een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd om te bepalen hoe de maatschappelijke kosten voor het verwijderen van fietsen zich verhouden tot de kosten voor het bijplaatsen van fietsparkeervoorzieningen. Daaruit blijkt dat de kosten voor het verwijderen van fietsen lager zijn dan het bijplaatsen. Ook is gekeken naar de maatschappelijke kosten voor het verwijderen van wrakken, verwaarloosde fietsen en ongebruikte fietsen. De prioritering om eerst wrakken, verwaarloosde fietsen en vervolgens ongebruikte fietsen te verwijderen was hierop gebaseerd. Er is weliswaar inzicht in de kosten voor het verwijderen per fiets, maar niet in de kosten voor de benodigde inzet van het fietsverwijderteam, waarbij alle werkzaamheden in ogenschouw worden genomen. Anno 2018 hebben de stadsdelen een redelijk zicht op de kosten van het verwijderen van fietsen, alleen wordt deze informatie nog te weinig benut om te monitoren en keuzes te maken. Daarom beoordelen we dit deel van de aanbeveling als gedeeltelijk gerealiseerd. 32

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Onderstaande tabel geeft op hoofdlijnen een inschatting van de kosten. Tabel 4 Kosten fietsverwijderen (2017) in Centrum, Oost en West Centrum (in ) Oost (in ) West (in ) Personele kosten 394.587 140.000 155.000 Inhuur 240.938 193.000 276.000 Voertuigen 62.000 22.000 34.600 Overig 26.000 44.600 TOTAAL 695.409 381.000 510.200 Bron: Opgave stadsdelen bij rekenkamer Centrum, Oost en West De nu dus wel aanwezige informatie over de kosten wordt niet gebruikt als financiële prikkel om het proces te verbeteren. Het beschikbare budget, dat veelal een onderdeel is van het totale handhavingsbudget openbare ruimte, bij de stadsdelen bepaalt de mate van de handhavingsinzet op het fietsparkeren. De afweging vindt niet andersom plaats. De stadsdelen vragen hier wel om in hun advies aan het college op het Kader Fietsparkeren en het Meerjarenplan Fiets. 76 Bij het advies van de stadsdelen op het Meerjarenplan Fiets gaan de stadsdelen met name in op de handhavingsinzet die van de stadsdelen gevraagd wordt, zonder dat hiervoor een kostenraming en dekking gegeven wordt. Het college zegt dit wel mee te nemen bij de uitvoering van het Meerjarenplan Fiets en waar nodig zal er budget worden toegekend aan de stadsdelen. Dit gaat om de maatregelen waarvoor budget is gereserveerd en die volgens het MJP Fiets in samenwerking tussen uitvoeringsprogramma en stadsdelen zullen worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor de maatregelen waarbij vanuit het uitvoeringsprogramma om extra handhaving wordt gevraagd. Reguliere handhaving valt hier niet onder, en hier kan ook geen budget voor worden toegekend. Ook wordt aangegeven dat V&OR graag samen met de stadsdelen de benodigde handhavingscapaciteit voor het thema fiets nagaat, met oog voor de onderscheiden bevoegdheden van centrale stad en stadsdeel. Desgewenst kan dat input zijn voor een financiële aanvraag bij de volgende Voorjaarsnota. 77 6.2 Overige bevindingen Naast de bevindingen over de opvolging van de aanbevelingen benoemen we hier nog meer interessante bevindingen over het informatiegestuurd handhaven bij het verwijderen van fietsen. Informatiegestuurd handhaven is gewenst De gemeente Amsterdam is reeds langere tijd van plan om informatiegestuurd handhaven toe te passen. Dit geldt niet alleen bij het verwijderen van fietsen maar bij alle vormen van handhaving. Dit blijkt uit het Actieprogramma Informatiegestuurd handhaven uit 2014 en 33

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM het Implementatieplan uit 2016. In het Kader Fietsparkeren uit 2015 komt dit specifiek voor de handhaving op fietsparkeren ook naar voren: "Monitoring is essentieel is voor een effectief beleid, omdat dit ervoor zorgt dat er efficiënte en effectieve keuzes gemaakt kunnen worden". Aanvullend hierop blijkt uit de Nota van Beantwoording bij het Kader Fietsparkeren dat het college het wenselijk vindt dat de (schaarse) handhavingscapaciteit wordt ingezet daar waar de problemen het grootst zijn. Handhavers kunnen beter in de probleemgebieden handhaven dan in gebieden waar nog voldoende capaciteit is in de rekken (zelfs als daar wrakken staan). 78 Handhavingsfrequentie aan de hand van meerdere informatiebronnen In het Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018 staat dat de beschikbare handhavingscapaciteit zo effectief mogelijk zal worden ingezet op basis van informatie uit de fietsparkeerdrukmeting. De handhavingsfrequentie wordt afgestemd op de druk in een gebied. 79 Deze fietsparkeerdrukmeting is uitgevoerd in 2016 in het gebied binnen de ring A10 ten zuiden van het IJ. Dit onderzoek biedt de stadsdelen inzicht in de drukste buurten, waar handhaving het meest noodzakelijk is. 80 In 2018 zal er een parkeerdrukmeting worden uitgevoerd in de hele stad. Na 2019 zal dit onderzoek periodiek worden uitgevoerd. 81 Pas wanneer er sprake is van een frequente periodieke meting kan worden bepaald of de handhaving op de juiste plekken wordt ingezet. Daarnaast kunnen ook andere informatiebronnen worden gebruikt om de beschikbare handhavingscapaciteit zo optimaal mogelijk in te zetten, hierbij kan gedacht worden aan de data over het aantal verwijderde fietsen, de kennis die de gebiedsmanager van een gebied hebben, het aantal bezwaren en de aard van de bezwaren die binnen komen bij de gemeente nadat een fiets verwijderd is. Handhavingsinzet wordt op verschillende manieren bepaald Alle stadsdelen maken gebiedsplannen, waarin de handhaving op fietsparkeren soms een onderdeel is. In het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) leggen de stadsdelen Oost en West op hoofdlijnen vast welke resultaten bij het handhaven op fietsparkeren worden nagestreefd en welke aanpak wordt gehanteerd. Centrum doet dit niet in het handhavingsprogramma, omdat het fietsverwijderteam niet onder de afdeling Handhaving openbare ruimte valt. Verder blijken de stadsdelen de beschikbare informatie over de fietsparkeerdruk op verschillende manieren te gebruiken bij het bepalen waar de handhavingsinzet het meest noodzakelijk is. Oost maakt systematisch gebruik van de centraal uitgevoerde fietsparkeerdrukmeting. De stadsdelen Centrum en West maken daarvan geen gebruik, maar gebruiken de informatie van de gebiedsmanagers en eigen metingen. West zegt geen capaciteit beschikbaar te hebben om een goed afgewogen planning te maken. 34

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Oost Oost gebruikt de fietsparkeerdrukmeting uit 2016 en schouwen op straat om de handhavingsinzet te plannen. Oost gebruikt de informatie op twee manieren. Ten eerste om te bepalen hoeveel fietsen er jaarlijks in het gebied verwijderd zouden moeten worden. Ten tweede om gebieden te prioriteren bij het verwijderen van fietsen. In drukke wijken wordt twee keer per jaar gehandhaafd op basis van de zesweken-parkeerduur regel en in minder drukke gebieden een keer per jaar. in winkelstraten drie keer per jaar. Daarnaast wordt ook gehandhaafd naar aanleiding van klachten en verzoeken. Verder wordt extra ingezet gepleegd rond studentencomplexen, zoals Casa 400. Oost geeft aan dat de gebieden met een hoge fietsparkeerdruk volgens de meting, gebieden zijn die veelal blijvend druk zijn, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van appartementencomplexen. In de praktijk blijkt het lastig deze gebieden onder controle te krijgen. 82 Centrum Centrum maakt geen gebruik van de centraal uitgevoerde fietsparkeerdrukmeting, maar van eigen informatie. Voor de planning van het fietsenknipteam gebruikt Centrum de informatie van de gebiedsmakelaars over het gebied en daarnaast de informatie die de handhavers zelf verzamelen. Centrum telt in een straat waar gehandhaafd wordt altijd de op dat moment aanwezig fietsen. Dit zorgt ervoor dat Centrum over recente informatie beschikt van drukke gebieden. Centrum controleert jaarlijks alle straten op de aanwezigheid van wrakken en verwaarloosde fietsen. De handhaving op de zes-weken-parkeerduurregel gebeurt op die plekken waar de drukte van geparkeerde fietsen het grootst is. Centrum probeert daarbij ook de effecten te meten van de handhaving op de zes-weken-parkeerduurregel. Hieruit blijkt dat er geen eenduidig effect is. In sommige straten zijn daadwerkelijk minder fietsen aanwezig, in andere gebieden zijn dit er nog steeds veel. Mogelijke verklaringen zijn nieuwbouw van woningen of buitenlandse bezoekers die fietsen kopen, omdat dit goedkoper is dan huren, en deze vervolgens achter laten in de openbare ruimte. 83 West West maakt bij het opstellen van de planning voor het handhaven op fietsparkeren voornamelijk gebruik van de fietsparkeerdrukmeting die zelf zijn uitgevoerd en de kennis van de gebiedsmanager. De planning werd incidenteel opgesteld door de gebiedspool. Het ontbreekt in West aan structurele capaciteit voor het opstellen van een gedegen planning voor het verwijderen van fietsen. Vanwege de afnemende beschikbare handhavingscapaciteit wordt de planning bijgesteld. West streeft er niet naar om alle straten in het gebied te handhaven op basis van de zes-wekenparkeerduurregel. 84 35

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Overige data wordt nog onvoldoende benut Naast de data over de fietsparkeerdrukmeting en de verwijderde fietsen kan ook de informatie over het aantal verwijderde fietsen en over de binnengekomen bezwaren vaker gebruikt worden om de handhavingsinzet te bepalen. Dat gebeurt nog niet overal. Alleen Oost geeft aan de informatie over de (gegronde) bezwaren al eens benut te hebben om de handhaving te verbeteren 85. Onderstaande tabel toont welke informatie af te leiden is uit een overzicht van het aandeel gegronde bezwaren per gebied. Tabel 5 Aantal (gegronde) bezwaren na het verwijderen van een fiets (2017) Centrum Oost West Aantal bezwaren 235 111 115 Gegronde bezwaren 24 42 70 Percentage gegronde bezwaren 10% 38% 61% Bron: Rekenkamer o.b.v. Excelbestand Werklijst stadsbreed sept. 2016-2017, Juridisch bureau, 15 januari 2018 De cijfers in tabel 5 laten zien dat zoals verwacht daar waar de meeste fietsen worden verwijderd ook het meeste aantal bezwaren ontvangt. Zo verwijderde Centrum in 2017 32.477 fietsen, vergeleken met 12.149 in Oost en 12.891 in West. Opvallend is dat West, vergeleken met Centrum en Oost, veel gegronde bezwaren heeft. In West werd in 2017 61% van de bezwaren gegrond verklaard, vergeleken met 10% in Centrum en 38% in Oost. Om hiervoor een goede verklaring te vinden is ook de aard van het bezwaar van belang. De rekenkamer heeft hiervan geen cijfers beschikbaar, maar heeft wel begrepen dat het aantal gegrond verklaarde bezwaren veelal komt door een procedurefout, zoals een niet goed ingevulde sticker of het ontbreken van een foto. 86 Het gaat er dan dus niet om of een fiets wel of niet terecht verwijderd is. Wel kan dit informatie geven over de manier waarop de fietsverwijderaars hun werk doen. Zij kunnen er dan op gewezen worden zorgvuldiger om te gaan met de verwijderprocedures. In de adviezen naar aanleiding van de evaluatie van het handboek is opgenomen om op basis van de gegronde bezwaren een nieuwe instructieronde voor de fietsverwijderaars te organiseren, waarbij de instructie gericht is op het correct invullen van de sticker. 87 Daarnaast zijn er vaste terugkoppel momenten afgesproken met het Juridisch Bureau om de gegronde bezwaren door te spreken met de handhavers. 88 Opvallend is het relatief lage aandeel gegronde bezwaren in Centrum. Uit het hoge aandeel gegronde bezwaren in West, kan worden afgeleid dat de handhavers in West minder zorgvuldig handhaven. Het gevolg is dat West aan burgers in totaal ook een relatief hoog bedrag betaalde aan vergoedingen voor onterecht verwijderde fietsen, namelijk 4.406, vergeleken met 1.479 in Centrum en 1.581 in Oost 89. 36

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Onderzoeksverantwoording 7 Colofon Rekenkamer Amsterdam directeur onderzoekers dr. J. A. (Jan) de Ridder drs. M. (Marcella) van Doorn (projectleider) drs. D. A. (Daniëlle)van der Wiel 8 Aanleiding De Rekenkamer Amsterdam publiceerde in mei 2014 het rapport Verwijderen van fietsen Handhaving op fietsparkeren in Centrum, Oost en West. In dit rapport worden de onderzoeksresultaten behandeld van het onderzoek dat we hebben verricht naar het verwijderen van fietsen in de stadsdelen Centrum, Oost en West. De belangrijkste conclusies waren: Dat er geen duidelijke definities en regels waren bij het verwijderen van fietsen; De communicatie richting de burgers over de regels onvoldoende duidelijk was; Het proces van fietsverwijderen niet optimaal verliep. In het verlengde van de conclusies deed de rekenkamer zes aanbevelingen om het verwijderen van fietsen te verbeteren: 1 Maak heldere en simpele definities voor overlastgevende fietsen. 2 Hanteer simpele en eenduidige regels voor fietsparkeren. 3 Communiceer doelgericht en samenhangend en besteed daarbij aandacht aan: a) het helder uitleggen van regels; 5 b) het doorbreken van de mindset dat er geen regels zijn voor de fietsparkeerder; c) het juridisch correct waarschuwen van overtreders van de regels. 4 Zorg voor betere samenwerking door: a) heldere afspraken te maken tussen het Fietsdepot en de stadsdelen over het aanleveren van verwijderde fietsen; b) bij incidentele acties een stedelijke aanpak te overwegen. 5 Doe nader onderzoek naar de verschillen tussen gestickerde en verwijderde fietsen. 6 Stimuleer informatiegestuurd handhaven door a) informatie over fietsen te registreren in één digitale verwijderapplicatie; b) de kosten van het verwijderen van fietsen te monitoren. 37

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Deze aanbevelingen werden alle door het college overgenomen. Met dit opvolgingsonderzoek willen wij de gemeenteraad informeren over de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders uitvoering heeft gegeven aan onze aanbevelingen. 9 Onderzoeksvraag In dit opvolgingsonderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: In welke mate is uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de rekenkamer? 10 Relevante ontwikkelingen 10.1 Bestuurlijke behandeling Het rapport Verwijderen van fietsen is door alleen door de bestuurscommissie Oost behandeld. De bestuurscommissie Centrum en West hebben dit niet gedaan. Op 17 juni 2014 besteedde de bestuurscommissie Oost uitgebreid aandacht aan het rekenkamerrapport Verwijderen van fietsen. Naast het rapport van de rekenkamer wordt gelijktijdig aandacht besteed aan een memo van het dagelijks bestuur: Kanttekeningen bij rekenkamerrapport verwijderen van fietsen, waarin het dagelijks bestuur uiteen zet het op twee punten niet eens te zijn met de rekenkamer: 1) geen zicht op de kosten en 2) onrechtmatige verwijdering van fietsen. In de voordracht van Méérbelangen werd juist aandacht gevraagd voor twee punten 1) een verklaring voor de hogere uitgaven voor fietsverwijderen in 2013 terwijl er minder fietsen zijn verwijderd en 2) de meer versnipperde organisatie bij het verwijderen van fietsen. Tijdens de behandeling werden vragen gesteld over de reden voor de hogere kosten zonder toename van het aantal verwijderde fietsen, over de versnipperde organisatie, de verschillen bij de andere stadsdelen, het ontbreken van digitalisering van het aantal gestickerde en verwijderde fietsen en de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het Kader fietsparkeren dat wordt opgesteld door de centrale stad. De portefeuillehouder gaf een reactie op de vragen van de fracties en zegde toe in september met een memo te komen over de invloed die de bestuurscommissie kan en wil hebben op het Kader Fietsparkeren. De behandeling van het rapport Verwijderen van fietsen leidde niet tot een besluit over het rapport gericht aan het dagelijks bestuur of het college van burgemeester en wethouders. 38

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Vervolgens besprak de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid het rapport op 17 september 2014. Tijdens de behandeling werd de wethouder gevraagd het standpunt over de opvolging van de aanbevelingen te verduidelijken. De wethouder gaf aan alle aanbevelingen over te nemen. Daarvoor was het nodig om een Kader Fietsparkeren op te stellen met heldere stedelijke regels en ruimte voor maatwerk in buurten. Volgens de wethouder zou dit kader de Amsterdammer duidelijkheid geven over de geldende regels en wat het gevolg is van het niet naleven daarvan. De wethouder verwachtte dit kader in december 2014 aan de raad voor te leggen. De gemeenteraad besloot op 1 oktober 2014 conform de voordracht. Daarmee nam de gemeenteraad de aanbevelingen uit het rapport van de rekenkamer over en verzocht het college om alle aanbevelingen uit het rapport uit te voeren. 11 Werkwijze De rekenkamer doet aanbevelingen bij een onderzoek om daarmee bij te dragen aan het verbeteren van de uitvoering van het verwijderen van fietsen. In dit opvolgingsonderzoek wordt onderzocht: de mate waarin de aanbevelingen door het college van burgemeester en wethouders zijn overgenomen; de mate waarin het beleid, de regels en de uitvoering van het verwijderen van fietsen is gewijzigd in lijn met de aanbevelingen. Het oordeel over de mate waarin uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen hebben we gebaseerd op: de ambtelijke schriftelijke reactie op de vraag van de rekenkamer naar de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen in het rapport; de relevante documenten die zijn verschenen na publicatie van het oorspronkelijke rapport, waaruit volgens de ambtelijke organisatie blijkt op welke wijze de aanbevelingen ter hand zijn genomen; toelichtende gesprekken met betrokken ambtenaren data-analyse over verwijderde en aangeleverde fietsen data-analyse over het aantal (gegronde) bezwaren een afsluitend groepsgesprek met betrokkenen ambtenaren (7 maart 2018). Bij de stand van zaken per aanbeveling staan wij per aanbeveling stil bij de wijze waarop de gemeente uitvoering heeft gegeven aan de aanbevelingen. Per aanbeveling geven we aan of de aanbeveling niet, gedeeltelijk of volledig is uitgevoerd of dat het college nog bezig is met de uitvoering van de aanbevelingen: 39

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Vervolgens zetten we onze bevindingen uiteen waarop de conclusie is gebaseerd. Volgend op de conclusie wordt de oorspronkelijke aanbeveling voorzien van een toelichting en wordt ook de reactie van het college in 2014 opgenomen. 12 Geraadpleegde personen Naam Functie Organisatie Afdeling Pieter Berk- Manager Fietsdepot Gemeente Am- rve Parkeren hout sterdam Willem-Jan Medewerker beleidsrealisatie Gemeente Am- Oost, Handhaving Open- Boskma sterdam bare Ruimte David Gelauff Programmamanager Uitvoe- Gemeente Am- rve Verkeer en Openbare ringsprogramma Fiets sterdam Ruimte Ria Hilhorst Beleidsadviseur Gemeente Amsterdam rve Verkeer en Openbare Ruimte, Kennis en Kaders Ron de Lang Teamleider fietsenknipteam Gemeente Amsterdam Centrum, Fietsenknipteam 40

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Naam Functie Organisatie Afdeling Jos Olden- Transitiemanager Gemeente Am- rve Toezicht en Handha- kamp sterdam ving Openbare Ruimte Frank van Handhaver veiligheid open- Gemeente Am- Handhaving en Toezicht, Schaik baar vervoer sterdam VOV team Rob Schepers Kwartiermaker Fietsparkeren Gemeente Amsterdam rve Parkeren Paul Rijnders Zelfstandig adviseur Fietspar- Rijnders Ver- rve Verkeer en Openbare keren keersadvies Ruimte Lodewijk Extern adviseur Het Strategiekan- rve Verkeer en Openbare Westerling toor Ruimte Harold van Teammanager Gemeente Am- West, Handhaving Open- Wijnen sterdam bare Ruimte Peter Zwart- Coördinator fietsver- Gemeente Am- Centrum, Fietsenknip- jes wijderaars sterdam team 13 Geraadpleegde documenten Gemeente Amsterdam Adviezen voor verbetering handboek handhaving fietsparkeren, CONCEPT, 29 januari 2018. Collegevoordracht, Verkorten bewaartermijn om de opslagcapaciteit van het Fietsdepot te vergroten en verhogen tarief Fietsdepot, 11 november 2014. Evaluatie projectmatige aanpak fiets-, scooter- en motorfietsparkeren Leidseplein 2017, 11 februari 2018. Evaluatie pilot "Bike Rules", november 2015. Intranet, Arjan van Gils: 'Blijf trouw aan de stad en de Amsterdammers, 13 februari 2018. 41

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Kader Fietsparkeren, 9 september 2015. Kader Fietsparkeren Nota van Beantwoording Inspraak en Consultatie, 19 mei 2015. "Klaar met je fiets? Bel 14020!" Evaluatie en aanbevelingen, 30 september 2016. Meer plek in het fietsenrek Handboek Handhaving Fietsparkeren, 8 maart 2016. Memo Beantwoording vragen Rekenkamer voor opvolgingsonderzoek Verwijderen van fietsen, 20 oktober 2017. Memo Reactie op vragen rekenkamer voor opvolgingsonderzoek 'verwijderen van fietsen', 27 november 2017. Nota van Beantwoording Inspraak en consultatie Concept Meerjarenplan Fiets 2017-2022. Notitie gebiedsaanwijzing fiets- en scooterparkeren Rode Loper gebiedsaanwijzing APV en instellen E3-zone, 9 februari 2018. Onderzoek Informatie Statistiek, Bekendheid zeswekenregel, februari 2017, p. 9. Presentatie Mogelijke nieuwe locatie fietsdepot: ongebruikte metrotunnel bij CS, 22 januari 2018. Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018, december 2016. Verbeteringen proces rapportage Fiets Handhaving, 19 augustus 2015. Verslag update handhaving fietsparkeren, 16 november 2016. Voor fietsers en een gezonde bereikbare stad Meerjarenplan Fiets 2017-2022. https://www.amsterdam.nl/parkeren-verkeer/fiets/handhaving-fiets/ https://www.amsterdam.nl/parkeren-verkeer/fiets/fietsparkeerregels/ https://www.amsterdam.nl/parkeren-verkeer/fiets/ Gemeente Amsterdam, Centrum Aan: College van Burgemeester en Wethouders, Advies van het algemeen bestuur Centrum op het concept Meerjarenplan Fiets 2017-2022, 25 mei 2017. Dagelijks Bestuur, Aanwijzingsbesluit (brom-)fietsparkeren Rode Loper en omgeving, 20 februari 2018. Jaarverslag Fietsknipteam 2015. Jaarverslag Fietsknipteam 2016. Jaarverslag Fietsknipteam 2017. Memo evaluatie inzet fietscoaches 2015, 12 januari 2016. Memo Bestedingsvoorstel Jaarprogramma Fietsparkeren 2016. Gemeente Amsterdam, West Advies op Kader Fietsparkeren, 7 april 2015. Advies West op het Concept Meerjarenplan Fiets 2017-2022. Aantal verwijderde fietsen 2015, 2016, 2017, 9 februari 2018. Uitvoeringsprogramma fietsparkeren West, 2 december 2015. Kader Fietsparkeren, 13 april 2015. 42

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Gemeente Amsterdam, Oost Advies BC Oost inzake kader Fietsparkeren, 25 maart 2015. Gemeente Amsterdam, Fietsdepot Management Rapport Aantal ontvangen per handhavingscategorie, 2016. Cijfers Fietsdepot '15 - '17. Overig Rijnders Verkeersadvies, Memo Verslag taxatie niet-opgehaalde 6 weken fietsen, 22 februari 2017. Rijnders Verkeersadvies, Memo versie 0.2 Verslag taxatie niet-opgehaalde 6 weken fietsen, 14 december 2017. Rekenkamer Amsterdam Gespreksverslag Centrum, 30 november 2017. Gespreksverslag Fietsdepot, 29 november 2017. Gespreksverslag Oost, 15 november 2017. Gespreksverslag Verkeer en Openbare Ruimte, 6 december 2017. Gespreksverslag West, 5 december 2017. Definitief verslag Betrokkenenoverleg over voorlopige bevindingen, 7 maart 2018. Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam. Verwijderen van Fietsen Onderzoeksrapport, mei 2014. Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam, Verwijderen van Fietsen Bestuurlijk rapport, mei 2014. Bijlage 1 Voorbeelden borden van Station Amstel 43

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM OBA 44

VERWIJDEREN VAN FIETSEN OPVOLGINGSONDERZOEK Bijlage 2 Sociale media en het beïnvloeden van fietsparkeergedrag 45

REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM Bijlage 3 Oude en Nieuwe Waarschuwingsstickers 46